gepubliceerd op 08 augustus 2002
Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van 23 september 1987 betreffende de toekenning van een compenserende studietoelage
18 APRIL 2002. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Executieve van 23 september 1987 betreffende de toekenning van een compenserende studietoelage
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 26 juni 1986 betreffende de toekenning van studietoelagen, inzonderheid op artikel 4, § 1bis , ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2001;
Gelet op het besluit van de Executieve van 23 september 1987 betreffende de toekenning van een compenserende studietoelage, waarvan de toepassing is verlengd bij de besluiten van 27 oktober 1989, 18 maart 1993 en 27 september 1987;
Gelet op het advies van de Raad voor studietoelagen, gegeven op 23 oktober 2000;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 augustus 2001;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 24 augustus 2001;
Gelet op de beraadslaging van de Regering betreffende de aanvraag aan de Raad van State om binnen een termijn van ten hoogste één maand een advies uit te brengen;
Gelet op het advies nr. 32.290/2 van de Raad van State, gegeven op 14 november 2001, met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Executieve van de Duitstalige Gemeenschap van 23 september 1987 betreffende de toekenning van een compenserende studietoelage wordt een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt : « Indien het verschil tussen 1,- BEF en 2 999,- BEF of, vanaf 1 januari 2002 tussen euro 0,01 en euro 74,99 beloopt, dan wordt de compenserende studietoelage die moet worden uitbetaald forfaitair tot een bedrag van 3 000,- BEF of, vanaf 1 januari, van euro 75 gebracht. »
Art. 2.De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2000.
Eupen, 18 april 2002.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES