20 DECEMBER 2001. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de indienstneming van gesubsidieerde contractuelen door sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van de Raad van het Waalse Gewest van 6 mei 1999 betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van de bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake tewerkstelling en opgravingen;

Gelet op het decreet van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap van 10 mei 1999 betreffende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van de bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake tewerkstelling en opgravingen;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de indienstneming van gesubsidieerde contractuelen door sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers, zoals gewijzigd bij de besluiten van 4 april 1996, 25 april 1996, 19 december 1996 (I), 19 december 1996 (II), 27 februari 1997, 27 november 1997, 11 december 1997, 22 januari 1998 (I), 22 januari 1998 (II), het decreet van 5 februari 1998 (I), de besluiten van 26 maart 1998, 2 april 1998 (II), 14 mei 1998, 4 juni 1998, 9 Juli 1998, 23 december 1998, 4 maart 1999 (II), het decreet van 6 mei 1999 en het besluit van 14 december 2000;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap, gegeven op 12 december 2001;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 december 2001;

Gelet op het akkoord van de Minister bevoegd inzake Financiën en Begroting;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en de uitvoering van de wijzigingen aangebracht aan het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de indienstneming van gesubsidieerde contractuelen door sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers, zoals laatst gewijzigd bij het besluit van 14 december 2000, geen uitstel lijden wegens de noodzakelijkheid de rechtszekerheid en de efficiëntie van de uitvoering op het administratief vlak te garanderen, met inbegrip van de omzetting van de richtlijnen m.b.t. het stelsel van tijdkrediet zoals bepaald in de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven;

Op de voordracht van de Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de indienstneming van gesubsidieerde contractuelen door sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers, zoals laatst gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, moet de passus « van de voordelen van de loopbaanonderbreking ingesteld bij de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen » vervangen worden door de passus « van de voordelen van de loopbaanonderbreking en van het stelsel van tijdkrediet waarin de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven, voorziet. ».

Art. 2.§ 1. Artikel 4, § 1, 16°, wordt aangevuld met volgende passus : « , de werknemers die in dienst genomen worden met toepassing van het koninklijk besluit van 14 oktober 1998 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1998 houdende regeling van de tegemoetkoming in de loonkosten voor de werknemers van gemeenten behorend tot het Duitse taalgebied, tewerkgesteld in het kader van een doorstromingsprogramma; ». § 2 - Artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgend lid : « Wordt het verdrag van de geco zonder onderbreking uitgevoerd wegens opeenvolgende arbeidsovereenkomsten die bij dezelfde werkgever voor een gelijkwaardige taak gesloten zijn, dan moeten de voorwaarden bepaald in artikel 4, § 1 en waaraan de geco moet voldoen, op de dag vóór de eerste uitvoering van het verdrag na 31 december 2000 vervuld zijn. ».

Art. 3.In artikel 5, § 2, lid 1, 3° en 4°, van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 5 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, moeten de woorden « zonder onderbreking » na de woorden « maanden lang » ingevoegd worden.

In artikel 5, § 2, lid 1, 5°, van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 5 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, moeten het woord « tenminste » vóór en de woorden « zonder onderbreking » na de woorden « maanden lang » ingevoegd worden.

In artikel 5, § 2, lid 1, 6°, van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 5 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, moet het woord « was » door « is » vervangen worden en moeten de woorden « zonder onderbreking » na de woorden « maanden lang » ingevoegd worden.

Artikel 5, § 2, van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 5 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, wordt aangevuld met volgend lid : « Wordt het verdrag van de geco zonder onderbreking uitgevoerd wegens opeenvolgende arbeidsovereenkomsten die bij dezelfde werkgever voor een gelijkwaardige taak gesloten zijn, dan moeten de voorwaarden bepaald in artikel 5, § 2, lid 1, en waaraan de geco moet voldoen, op de dag vóór de eerste uitvoering van het verdrag na 31 december 2000 vervuld zijn. ».

Art. 4.In artikel 5, § 3, lid 1, 3° en 4° van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 5 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, moeten de woorden « zonder onderbreking » na de woorden « maanden lang » ingevoegd worden.

In artikel 5, § 3, lid 1, 5° van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 5 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, moeten het woord « tenminste » vóór en de woorden « zonder onderbreking » na de woorden « maanden lang » ingevoegd worden.

Artikel 5, § 3, lid 1, van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 5 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, moet na punt 5° aangevuld worden met een punt 6° luidend als volgt : « 6° een geco in dienst nemen die ten minste 55 jaar oud is en 6 maanden lang zonder onderbreking volledig uitkeringsgerechtigde werkloze is geweest ».

Artikel 5, § 3, van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 5 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, wordt aangevuld met volgend lid : « Wordt het verdrag van de geco zonder onderbreking uitgevoerd wegens opeenvolgende arbeidsovereenkomsten die bij dezelfde werkgever voor een gelijkwaardige taak gesloten zijn, dan moeten de voorwaarden bepaald in artikel 5, § 3, lid 1 en waaraan de geco moet voldoen, op de dag vóór de eerste uitvoering van het verdrag na 31 december 2000 vervuld zijn. ».

Art. 5.Artikel 5, § 4, lid 1, van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 5 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, moet als volgt vervangen worden : « Binnen de perken van de te dien einde door de Duitstalige Gemeenschap vrijgestelde begrotingskredieten beloopt de maximale jaarlijkse premie euro 21.070,95 per geco-voltijds equivalent 1° voor de in artikel 2, lid 1, vermelde werkgevers die geco's tewerkstellen als : a) coördinatiepersoneel voor projecten m.b.t. de socio-professionele inschakeling van risicogroepen, voor projecten m.b.t. de noodopvang van behoeftigen en voor projecten m.b.t. het beschut wonen; b) coördinatiepersoneel voor projecten ter voorkoming van de sociale uitsluiting, met inbegrip van de begeleiding van gehandicapten.2° voor de in artikel 2, lid 1, 7° vermelde werkgevers, erkend door de dienst « Kind und Familie » (Kind en Gezin) van de Duitstalige Gemeenschap, die - om de aanvraag van ouders te beantwoorden - geco's tewerkstellen als a) opvoeder en huishoudhelper bij geboorte van een meerling, te weten bij de geboorte van ten minste drie kinderen in één jaar;b) huishoudhelper bij een weduwe/weduwnaar die drie kinderen jonger dan 13 elke dag werkelijk ten laste heeft en alleen opvoedt, alsmede voor de betrokken dienst, indien de eerstgenoemde werkgevers deze dienstprestaties niet aanbieden.

Art. 6.In artikel 5 van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 5 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000 moet een § 4bis ingevoegd worden dat luidt als volgt : « § 4bis - Voor de toepassing van de §§ 2 en 3 geldt als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze degene die niet door een arbeidsovereenkomst gebonden is en zonder onderbreking voor elke weekdag, met uitzondering van zondag, werkloosheids- of wachtuitkeringen geniet.

Volgende periodes gelden niet als onderbrekingsperiodes, wat de uitbetaling van de in artikel 5 bepaalde prestaties ten laste van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betreft : 1° de periodes waarvoor een uitkering werd betaald overeenkomstig de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering;2° de periodes van hechtenis of gevangenzitting;3° de andere onderbrekingen met een maximale duur van minder dan drie volledige maanden, met inbegrip van de periodes van tewerkstelling;4° de periodes waarvoor het bestaansminimum met toepassing van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum uitbetaald werd;5° de periodes waarvoor de sociale hulp uitbetaald werd aan personen die wegens hun nationaliteit geen recht hebben op het bestaansminimum en ingeschreven zijn in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister. De periodes waarvoor de prestaties bedoeld in lid 1 ten laste van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening uitbetaald werden en de periodes bepaald onder de punten 1° tot 3° van vorig lid gelden niet als onderbrekingsperiodes voor de in artikel 5 bepaalde rechthebbenden op het bestaansminimum of op de sociale hulp.

Voor de toepassing van voorliggend artikel worden de activiteiten uitgeoefend door de volledig uitkeringsgerechtigde werklozen ofwel krachtens de artikelen 78 resp. 79 van het koninklijk besluit in een beschutte werkplaats of een met toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit ermee gelijkgestelde instelling ofwel in een Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschap niet beschouwd als activiteiten uitgevoerd in het kader van een arbeidsovereenkomst. ».

Art. 7.Artikel 9, lid 2, van hetzelfde besluit, zoals vervangen bij artikel 9 van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 2000, wordt vervangen door de volgende tekst : « De geco's worden bij de Dienst voor arbeidsbemiddeling als werkzoekenden ingeschreven, behalve degenen die in artikel 5, § 3, lid 1, 6° bedoeld zijn. ».

Art. 8.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt door volgende tekst vervangen : « De Minister schorst de storting van de premie als de werkgever zijn personeel de voordelen ontzegt van de loopbaanonderbreking of van het stelsel van tijdkrediet waarin de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, gewijzigd bij de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven, voorziet of in het kader van de startbaanovereenkomst niet het aantal werkzoekenden tewerkstelt dat is opgelegd bij hoofdstuk VIII van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid. »

Art. 9.In bijlage I bij het besluit van de Regering van 14 december 2000 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de indienstneming van gesubsidieerde contractuelen door sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers, dienen 1° artikel 1, 2° door volgende tekst : « 2° verzekert dat hij, voor de geldigheidsduur van deze overeenkomst, het aantal werkzoekenden in het kader van de startbaanovereenkomst zal tewerkstellen dat is opgelegd bij hoofdstuk VIII van de wet van 24 december 1999, ter bevordering van de werkgelegenheid (1);»; 2° de voetnoot (1) door volgende tekst : « Geldt voor de werkgevers die ten minste 50 personen tewerkstellen.»; 3° in de tabel van artikel 10 de passus « Volgende subsidiecategorie geldt slechts voor de in artikel 4 en artikel 5, § 4 vermelde activiteiten » door « Volgende subsidiecategorie geldt slechts voor de in artikel 5, § 4, vermelde activiteiten uitgevoerd door een geco.» vervangen te worden.

In dezelfde bijlage I en in de bijlage II bij hetzelfde besluit moet de opschrift na de woorden « van de Duitstalige Gemeenschap » door de woorden « van 14 december 2000 » aangevuld worden.

Art. 10.De artikelen 2, 3, 4, leden 1, 2, en 4, alsmede artikel 5 met uitzondering van punt 2b van dit besluit hebben uitwerking op 1 januari 2001.

De artikelen 1, 4, lid 3, 5, punt 2b), 6, 7, 8 en 9 van dit besluit treden in werking op 1 januari 2002.

Art. 11.De Minister bevoegd inzake Werkgelegenheid, Begroting en Financiën is belast met de uitvoering van voorliggend besluit.

Eupen, 20 december 2001.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, H. NIESSEN