gepubliceerd op 13 oktober 1999
Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen
19 MEI 1999. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1990, 18 juli 1990 en 16 juli 1993;
Gelet op het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 19 juni 1990 houdende oprichting van een Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap alsmede voor de bijzondere sociale bijstandsverlening, inzonderheid op de artikelen 4, § 1, 4° en 32;
Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 19 mei 1999;
Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 mei 1999;
Gelet op het door de Raad van Beheer van de Dienst op 30 april 1999 uitgebracht voorstel;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de lonen van de minder-valide werknemers tewerkgesteld in de beschermde werkplaatsen vanaf 1 januari 1999 op het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimumloon afgestemd zijn, wat de actualisering van het besluit van 23 maart 1970 dringend noodzakelijk maakt;
Op de voordracht van de Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden, Besluit :
Artikel 1.Artikel 4 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 12 december 1997, wordt door de volgende bepaling vervangen : « § 1. Om het bedrag van de tegemoetkoming verleend door de Dienst bedoeld in artikel 3 vast te leggen, worden de minimumlonen van de categorieën 1 en 2 op 1 juli 1998 alsmede het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimumloon op 1 januari 1999, vastgelegd door het paritair comité voor de minder-valide werknemers, verhoogd met de latere indexaties in rekening gehouden.
Naargelang de categorie waarin de minder-valide op basis van zijn rendement geklasseerd is, beloopt de tegemoetkoming van de Dienst in de totale loonkosten gedragen door de beschermde werkplaatsen : 20 % voor de categorie A 35 % voor de categorie B 50 % voor de catégorie C 70 % voor de categorie D 90 % voor de categorie E. § 2. Onder « totale loonkosten » verstaat men : 1° het brutoloon 2° verhoogd met de volgende bedragen krachtens de boekhoudraam en de bijlagen ervan, vastgelegd op grond van de wettelijke bepalingen van de Rijksdienst voor sociale Zekerheid die toepasselijk zijn op de beschermde werkplaatsen : a) de wettelijke werkgeversbijdragen;b) het percentage voor het jaarlijkse vakantieverlof voor minder-valide werknemers tewerkgesteld in beschermde werkplaatsen;3° na aftrek van al de verminderingen van de sociale lasten bepaald door de federale Staat om de toepassing van het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimumloon ten gunste van de beschermde werkplaatsen te financieren, met uitzondering van de maatregel « Maribel » toepasselijk vóór 1 januari 1999. § 3. Naast de overeenkomstig § 1 toegekende subsidie komt de Dienst tegemoet voor het verschil tussen de kosten ontstaan wegens de toepassing van het gewaarborgd gemiddeld maandelijks minimumloon en de kosten die ontstaan zouden zijn wegens de toepassing van de bepalingen toepasselijk vóór 1 januari 1999. »
Art. 2.Artikel 10, 3° van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, wordt door volgende passus aangevuld : "op voorwaarde dat zij aan de bijkomende opleiding deelnemen die door de Dienst georganiseerd of erkend wordt".
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1999.
Art. 4.De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 19 mei 1999.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme, J. MARAITE De Minister van Jeugd, Vorming, Media,en Sociale Aangelegenheden, K.-H. LAMBERTZ