Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 september 2023
gepubliceerd op 09 oktober 2023

Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot verhoging van de omkadering voor bewoners van rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen op het vlak van het personeel voor reactivering en tot hervorming van de opleiding voor referentiepersonen voor dementie

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2023045513
pub.
09/10/2023
prom.
14/09/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 SEPTEMBER 2023. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot verhoging van de omkadering voor bewoners van rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen op het vlak van het personeel voor reactivering en tot hervorming van de opleiding voor referentiepersonen voor dementie


Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 37, § 12;

Gelet op de ordonnantie van 21 december 2018 betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen in het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen, met name artikel 3, § 1, tweede lid, zoals gewijzigd bij de ordonnantie van 25 april 2019;

Gelet op het voorstel van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, van 20 december 2022 ;

Gelet op het advies van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, van 27 juni 2023;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 februari 2023;

Gelet op het akkoord van de leden van het Verenigd College bevoegd voor de Begroting, gegeven op 25 mei 2023;

Gelet op de evaluatie van de impact op de respectieve situatie van vrouwen en mannen, uitgevoerd op 25 mei 2023;

Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming, uitgevoerd op 25 mei 2023;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 18 juli 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 6 november 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/11/2003 pub. 26/11/2003 numac 2003023017 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden sluiten tot vaststelling van het bedrag en de voorwaarden voor de toekenning van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, in de rust- en verzorgingstehuizen en in de rustoorden voor bejaarden, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 10° wordt aangevuld de woorden "of dat taken uitvoert die bedoeld zijn om bij te dragen aan het welzijn van de bewoners binnen de instelling"; 2° artikel 1 wordt aangevuld met een punt 19°, dat luidt als volgt: "19° Ministers: het lid of de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Gezondheid en Bijstand aan Personen.".

Art. 2.In artikel 2, § 2, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in a) worden twee streepjes ingevoegd tussen het eerste en tweede streepje, luidend als volgt: "- tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023: 0,1 personeelslid voor reactivering; - vanaf 1 juli 2023: 0,7 personeelslid voor reactivering;"; 2° in b) worden twee streepjes ingevoegd tussen het tweede en derde streepje, luidend als volgt: "- tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023: 0,1 personeelslid voor reactivering; - vanaf 1 juli 2023: 0,7 personeelslid voor reactivering;"; 3° in c) wordt het derde streepje vervangen door drie streepjes, luidend als volgt: "- tot 30 juni 2022: 0,35 personeelslid voor reactivering; - tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023: 0,45 personeelslid voor reactivering; - vanaf 1 juli 2023: 1,05 personeelslid voor reactivering;"; 4° in d) wordt het derde streepje vervangen door drie streepjes, luidend als volgt: "- tot 30 juni 2022: 0,385 personeelslid voor reactivering; - tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023: 0,485 personeelslid voor reactivering; - vanaf 1 juli 2023: 1,085 personeelslid voor reactivering;"; 5° in e) wordt het derde streepje vervangen door drie streepjes, luidend als volgt: "- tot 30 juni 2022: 0,385 personeelslid voor reactivering; - tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023: 0,485 personeelslid voor reactivering; - vanaf 1 juli 2023: 1,085 personeelslid voor reactivering;"; 6° in f) wordt het derde streepje vervangen door drie streepjes, luidend als volgt: "- tot 30 juni 2022: 1,25 personeelslid voor reactivering; - tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023: 1,35 personeelslid voor reactivering; - vanaf 1 juli 2023: 1,95 personeelslid voor reactivering;";

Art. 3.In artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in a) worden twee streepjes ingevoegd tussen het eerste en tweede streepje, luidend als volgt: "- tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023: 0,1 personeelslid voor reactivering; - vanaf 1 juli 2023: 0,7 personeelslid voor reactivering;"; 2° in b) wordt het vierde streepje vervangen door drie streepjes, luidend als volgt: "- tot 30 juni 2022: 0,5 personeelslid voor reactivering; - tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023: 0,6 personeelslid voor reactivering; - vanaf 1 juli 2023: 1,2 personeelslid voor reactivering;"; 3° in c) wordt het vierde streepje vervangen door drie streepjes, luidend als volgt: "- tot 30 juni 2022: 0,5 personeelslid voor reactivering; - tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023: 0,6 personeelslid voor reactivering; - vanaf 1 juli 2023: 1,2 personeelslid voor reactivering;"; 4° in d) wordt het vierde streepje vervangen door drie streepjes, luidend als volgt: "- tot 30 juni 2022: 1,5 personeelslid voor reactivering; - tussen 1 juli 2022 en 30 juni 2023: 1,6 personeelslid voor reactivering; - vanaf 1 juli 2023: 2,2 personeelslid voor reactivering;";

Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen door het volgende: " § 2. De leden van het reactiveringspersoneel moeten ten minste een van de volgende kwalificaties hebben of een kwalificatie die door de bevoegde overheid als gelijkwaardig wordt erkend: - bachelor of master in de kinesitherapie; - "bachelor in wellbeing- en vitaliteitsmanagement"; - bachelor of master in de logopedie; - bachelor in de ergotherapie; - bachelor of master in de arbeidstherapie; - bachelor of master in de readaptatiewetenschappen; - bachelor in de dieetleer; - bachelor of master in de pedagogie of in de orthopedagogie; - bachelor of master in de psychomotoriek; - bachelor of master in de psychologie; - bachelor of master in de gerontologie, geriatrie en psychogeriatrie; - "bachelor na bachelor opleiding psychosociale gerontologie"; - bachelor in de gemeenschapsgezondheid; - bachelor of master in de medische antropologie; - bachelor maatschappelijk assistent of "bachelor in de sociale gezondheidszorg"; - bachelor of master in het sociaal werk; - bachelor of master in de gezinswetenschappen; - bachelor sociaal verpleegkundige of verpleegkundige in de geestelijke gezondheidszorg en psychiatrie; - bachelor gespecialiseerde opvoedkundige of getuigschrift hoger secundair onderwijs opvoedkundige; - bachelor in de gezondheidstechnologie ; - bachelor in de audiologie; - bachelor in de podologie en podotherapie; - master in de osteopathie; - bachelor in de kunsttherapie; - bachelor of master-na-masteropleiding in de muziektherapie; - bachelor of master in de gezondheidszorgbemiddeling en interculturele bemiddeling; - getuigschrift hoger secundair onderwijs in de sociale esthetica of bachelor in de sociale esthetica; - bachelor in beeldende kunst, muziek, theater, circus of film.

Binnen de grenzen van het begrip reactiveringspersoneel bedoeld in artikel 1, 10°, kan de in het vorige lid bedoelde lijst door de ministers worden aangevuld, zowel om de studiegebieden als de studieniveaus uit te breiden.

Art. 5.In hetzelfde besluit, wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 6bis.De bedragen die respectievelijk voor elk deel van de forfaitaire tegemoetkoming aan de instellingen toegekend worden, mogen door de instellingen uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij krachtens dit besluit zijn toegekend.".

Art. 6.In artikel 28ter, § 4, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in 1° worden de woorden "gedurende een overgangsfase die loopt van 1 januari 2005 tot uiterlijk 30 juni 2014" vervangen door de woorden "voor personen die vóór 1 juli 2014 voor het eerst als referentiepersoon dementie zijn aangewezen:" ;2° in 2° : a) worden de woorden "vanaf uiterlijk 1 juli 2014" vervangen door de woorden "voor personen die tussen 1 juli 2014 en 30 juni 2024 voor het eerst als referentiepersoon dementie zijn aangewezen:" ;a) in e) wordt het woord "organisatie" vervangen door de woorden "de organisatie";b) in f) wordt het woord "communicatie" vervangen door de woorden "de communicatie";3° er wordt een 2/1° ingevoegd, die luidt als volgt: "2/1° voor personen die vanaf 1 juli 2024 voor het eerst als referentiepersoon dementie zijn aangewezen: een door de bevoegde ministers erkende opleiding van minstens 70 uur gevolgd hebben en met vrucht geslaagd zijn voor de certificeringstest die deze opleiding bekrachtigt.Deze opleiding omvat de volgende onderwerpen: a) kennis van cognitieve stoornissen en dementie, de medische actualiteit en vooruitzichten in de begeleiding en behandeling van mensen met cognitieve stoornissen;b) psychosociale aspecten van begeleiding en verzorging van mensen met dementie of cognitieve stoornissen, hun naaste omgeving en personeelsleden;c) ethische en deontologische aspecten van begeleiding van mensen met cognitieve stoornissen of dementie;d) juridische aspecten van cognitieve stoornissen en dementie en bicommunautaire regelgeving over de referentiepersoon dementie;e) organisatie van de zorgverlening en de begeleiding;f) communicatie en interdisciplinaire samenwerking in de instelling;g) kennisoverdracht: bewustmaking, ontwikkeling en methoden van interne opleiding;h) projectbeheer: ontwikkeling op basis van de behoeften en methodologie ;i) werken in netwerken: de oprichting van netwerken rond mensen met cognitieve stoornissen met de relevante externe actoren, en de presentatie van het Brusselse bicommunautaire netwerk van referentiepersonen dementie.

Art. 7.In artikel 28ter, § 5, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "de opleiding bedoeld in § 4, 2° " worden vervangen door de woorden "de opleidingen bedoeld in § 4, 2° en 2/1° ";2° de woorden "de Dienst" worden vervangen door het woord "Iriscare".

Art. 8.Artikel 28ter, § 6, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt: " § 6. Het programma van de opleidingen bedoeld in § 4, 2° en 2/1°, wordt door de opleidingsorganisaties meegedeeld aan Iriscare, die binnen 60 dagen nagaat of het voldoet aan de minimumvereisten bedoeld in § 5. Als er binnen 60 dagen volgend op de datum van indiening van de aanvraag geen antwoord is gegeven, wordt het opleidingsprogramma als goedgekeurd beschouwd.

De geldigheidsduur van deze erkenning bedraagt vier schooljaren, behalve wanneer uit een controle blijkt dat het werkelijk gevolgde programma niet overeenstemt met het programma waarvoor de goedkeuring is verleend.

Er worden maximum 30 leerlingen toegelaten per opleidingsmodule.

De opleidingsorganisatie kan voor haar studenten een facultatieve observatiestage organiseren, vooral voor studenten zonder ervaring met paramedisch werk in ROB's/RVT's. ".

Art. 9.Artikel 28ter, § 7, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt: " § 7. Van de opleidingen bedoeld in § 4, 2° en 2/1°, zijn vrijgesteld op voorwaarde dat ze kunnen aantonen dat ze voldoende kennis hebben van projectbeheer, cognitieve stoornissen of dementie, en voldoende geschoold zijn in de communicatieve vaardigheden die nodig zijn voor de begeleiding en verzorging van mensen met cognitieve stoornissen: verpleegkundigen (bachelor of gelijkgesteld) die beschikken over een titel van verpleegkundige gespecialiseerd in de geriatrie, of een licentiaat of een master in gerontologie of geriatrie en de "bachelor na bachelor opleiding psychosociale gerontologie".

Voor de opleidingen bedoeld in het vorige lid worden de erkenningsaanvragen, samen met de nodige bewijsstukken, door de instellingen, de betrokken personen of de opleidingsorganisaties bezorgd aan Iriscare, die binnen 60 dagen antwoordt. De lijst van erkende opleidingen wordt bekendgemaakt op de website van Iriscare."

Art. 10.In artikel 28ter van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 8 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 8. Opleidingscursussen georganiseerd op basis van de regelgeving van andere Belgische deelentiteiten, en equivalente opleidingscursussen gevolgd in andere lidstaten van de Europese Unie, worden tot en met 30 juni 2024 gelijkgesteld met de opleidingen bedoeld in § 4, 2°.

Opleidingscursussen georganiseerd op basis van de regelgeving van andere Belgische deelentiteiten, en equivalente opleidingscursussen gevolgd in andere lidstaten van de Europese Unie, worden vanaf 1 juli 2024 gelijkgesteld met de opleidingen bedoeld in § 4, 2/1°. "

Art. 11.Voor de financiering, voor 2024, van de in de artikelen 1 en 2 bepaalde toename van 0,6 VTE per 30 bewoners, betaalt Iriscare de instellingen in het tweede kwartaal van 2024 een voorschot dat is berekend op basis van de gegevens die ze voor de referentieperiode 2022-2023 verstrekken. In het laatste kwartaal van 2025 zal Iriscare een afrekening opmaken op basis van het aantal dagen dat de instellingen daadwerkelijk aan de Brusselse verzekeringsinstellingen hebben gefactureerd in 2024, rekening houdend met de gewogen gemiddelde spilindex die in 2024 daadwerkelijk is bereikt.

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2023.

In afwijking van het vorige lid hebben artikelen 2 en 3 uitwerking met ingang van 1 juli 2022.

Art. 13.De leden van het Verenigd College, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 september 2023.

Voor het Verenigd College : De leden van het Verenigd College, bevoegd voor het welzijn en de gezondheid, E. VAN DEN BRANDT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^