Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 19 mei 2022
gepubliceerd op 17 juni 2022

Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2022032260
pub.
17/06/2022
prom.
19/05/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


19 MEI 2022. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk


Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 7 november 2002 betreffende de centra en diensten voor bijstand aan personen, artikelen 7, tweede lid, 8, eerste lid, 13, 14, tweede lid, 15, 16, 1°, 17 en 18;

Gelet op het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk ;

Gelet op het advies van de Beheerraad voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van de Bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, op eigen initiatief verstrekt op 21 oktober 2021, in uitvoering van het Protocolakkoord van 8 oktober 2019 tussen het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de Bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, betreffende de diensten geleverd door de Dienst in uitvoering van artikel 4, § 6, van de ordonnantie Iriscare;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 14 november 2021;

Gelet op het akkoord van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor Begroting, gegeven op 29 november 2021;

Gelet op de evaluatie van de impact op de respectieve situatie van vrouwen en mannen, uitgevoerd op 9 december 2021;

Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming, uitgevoerd op 9 december 2021;

Gelet op het advies 70.690/1 van de Raad van State, gegeven op 13 januari 2022, overeenkomstig artikel 84, § 1, 2°, van de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State;

Gelet op het advies nr. 27/2022 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 16 februari 2022;

Overwegende dat de centra voor gezinsplanning geen economische activiteiten verrichten en, als zodanig, niet-economische diensten van algemeen belang zijn, zodat, enerzijds, de verplichting van kennisgeving, zoals bedoeld in artikel 108, § 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en, anderzijds, de Richtlijn 2006/123/EG van het Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, niet van toepassing zijn;

Overwegende dat de in de artikelen 32 en 33 van dit besluit bedoelde activiteiten niet als "gereglementeerde beroepen" kunnen worden gekwalificeerd, zodat de Richtlijn 2005/36/CE van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties niet van toepassing is;

Op voorstel van de leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake bijstand aan personen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) 3° wordt vervangen als volgt: "3° "Centra voor algemeen welzijnswerk" : de centra bedoeld in artikel 3, 2°, a) en b), van de ordonnantie;"; b) Er wordt een punt 3° /1 ingevoegd, opgesteld als volgt: "3° /1 "centra voor algemeen welzijnswerk die de opdrachten van sociale opvang waarnemen" : de centra bedoeld in artikel 3, 2°, a), van de ordonnantie, namelijk de centra die de personen een eerste opvang bieden, een analyse van hun situatie, een doorverwijzing, bijstand en begeleiding en de centra die sociale bijstand en psychologische ondersteuning bieden aan beklaagden, gevangenen en ex-gevangenen of voorwaardelijk in vrijheid gestelden, alsmede aan hun naaste verwanten;"; c) Er wordt een punt 3° /2 ingevoegd, opgesteld als volgt: "3° /2 "centra voor gezinsplanning" : de centra bedoeld in artikel 3, 2°, b), van de ordonnantie;"; d) 5° wordt vervangen als volgt : "5° "ambtenaren" : de personeelsleden van de Diensten van het Verenigd College belast met de controle- en inspectieopdrachten;"; e) 7° en 8° worden vervangen als volgt: "7° "maatschappelijk werker" : een maatschappelijk assistent(e) of, op gemotiveerde aanvraag van het centrum voor algemeen welzijnswerk, elke persoon die houder is van een hoger niet-universitair of universitair diploma, met sociale oriëntatie; 8° "coördinator" : voor de centra voor algemeen welzijnswerk die de opdrachten van sociale opvang waarnemen, de door hen aangewezen maatschappelijk werker om de interne coördinatie ervan te verzekeren of, voor de centra voor gezinsplanning, elke persoon wiens functie erin bestaat de interne coördinatie van het centrum waar te nemen en de voornaamste tussenpersoon te zijn tussen het centrum en de administratie;"; f) In punt 10° wordt het woord "centrum" vervangen door de woorden "centrum voor algemeen welzijnswerk ".

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1° wordt het woord "coördinator/trice" vervangen door het woord "coördinator";b) in punt 1° tot en met 9° wordt het woord "centrum" telkens vervangen door de woorden "centrum voor algemeen welzijnswerk"; c) 8° wordt aangevuld met een punt d), luidende: "d) voor de centra voor gezinsplanning, de manier waarop het centrum zich ertoe verbindt de opdrachten, zoals bepaald in artikel 52 van dit besluit, te vervullen.".

Art. 3.In de artikelen 8, 9, 11, 14, 15, 20, 21, 23 tot en met 28 en 34 van hetzelfde besluit wordt het woord "centrum" telkens vervangen door de woorden "centrum voor algemeen welzijnswerk".

Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° In het eerste lid worden de woorden "ontvankelijk en" ingevoegd tussen de woorden "de erkenningsaanvraag" en het woord "volledig";2° In het tweede lid wordt het woord "centrum" vervangen door de woorden "centrum voor algemeen welzijnswerk".

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° In het eerste lid wordt het woord "centrum" vervangen door de woorden "centrum voor algemeen welzijnswerk; 2° Het eerste lid wordt aangevuld met de woorden ", overeenkomstig artikel 7 van de ordonnantie en in Titel III van huidig besluit."; 3° Het tweede lid wordt vervangen als volgt: "Overeenkomstig artikel 8, tweede lid, van de ordonnantie, is de voorlopige werkingsvergunning geldig voor een termijn van één jaar.Zij is maximaal één keer hernieuwbaar voor dezelfde termijn.".

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Tijdens de geldigheidsduur van de voorlopige werkingsvergunning gaan de ambtenaren na of het centrum voor algemeen welzijnswerk functioneert overeenkomstig alle normen waaraan het, op grond van artikel 7 van de ordonnantie en Titel III van huidig besluit, moet voldoen."

Art. 7.In Hoofdstuk II van Titel II van hetzelfde besluit wordt een artikel 8/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 8/1.Wanneer de organiserende instantie van een centrum voor gezinsplanning de uitoefening van sommige van de in artikel 52, § 1, opgesomde opdrachten decentraliseert in een antenne, dient zij een aanvraag in die de in artikel 3, 3°, a), 4°, 6°, 7°, tot en met 9° opgesomde stukken bevat, enkel voor wat de antenne betreft en voor zover zij niet reeds aan de administratie werden meegedeeld.

De ambtenaren zien erop toe dat de antenne volgens alle normen waaraan zij moet voldoen overeenkomstig artikel 7 van de ordonnantie en Titel III van huidig besluit, kan functioneren, en stellen een verslag op.

Nadat de organiserende instantie haar opmerkingen over het verslag te kennen heeft gegeven, brengt de afdeling advies uit.

Binnen zes maanden na de aanvraag breiden de Ministers de initiële beslissing tot erkenning, die overeenkomstig artikel 7, § 4, aan het centrum voor gezinsplanning werd toegekend, uit tot de antenne.

De Ministers kunnen de nadere regels bepalen voor de in de leden 1 tot en met 3 bedoelde procedure."

Art. 8.In artikel 9, § 1, van hetzelfde besluit, in de Nederlandse tekst, worden de woorden "de dienst" telkens vervangen door de woorden "het centrum voor algemeen welzijnswerk".

Art. 9.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden "van het centrum voor algemeen welzijnswerk" ingevoegd tussen de woorden "het personeel" en de woorden "in over dit voorstel tot weigering".

Art. 10.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 12.Wanneer de ambtenaren vaststellen dat een centrum voor algemeen welzijnswerk niet langer aan de erkenningsnormen voldoet, deelt de afdeling aan het centrum de termijn mee waarbinnen het moet voldoen aan de erkenningsnormen.

Indien er, na het verstrijken van de termijn bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld dat het centrum voor algemeen welzijnswerk niet voldoet aan de erkenningsnormen, stellen de Ministers aan de organiserende instantie een voorstel tot intrekking van de erkenning voor en maken er een afschrift van over aan de afdeling. De organiserende instantie stelt het personeel in kennis van het voorstel tot intrekking."

Art. 11.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "het Secretariaat van de Adviesraad" vervangen door de woorden "de afdeling";2° in het eerste lid van de Franse tekst worden de woorden "la section" vervangen door het woord "elle";3° in het derde lid wordt het woord "centrum" vervangen door de woorden "centrum voor algemeen welzijnswerk".

Art. 12.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidende: "De vermelding van erkenning wordt, vanaf de datum van intrekking van de erkenning, verwijderd uit alle documenten, affiches en publicaties."

Art. 13.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 16.Onverminderd de strafbepalingen waarin artikel 23, § 1, van de ordonnantie voorziet, wordt het centrum voor algemeen welzijnswerk: 1° dat de opdrachten bedoeld in artikel 3, 2°, a) en b), van de ordonnantie en in artikel 36, 45 en 52, van dit besluit uitoefent;2° of dat de benaming van centrum voor gezinsplanning, zoals bedoeld in artikel 3, 2°, b), van de ordonnantie gebruikt; zonder een voorlopige werkingsvergunning of een erkenning te hebben verkregen of, in voorkomend geval, in overtreding met een beslissing tot intrekking van de voorlopige werkingsvergunning of de erkenning, gesloten naar aanleiding van een beslissing tot sluiting.

Vanaf dat tijdstip mogen er geen gebruikers meer in het centrum voor algemeen welzijnswerk worden ontvangen en is artikel 15 van huidig besluit van toepassing."

Art. 14.In artikel 17, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° De woorden "artikel 11, § 4, van de ordonnantie" worden vervangen door de woorden "artikel 12, § 4, van de ordonnantie";2° De woorden "het Secretariaat van de Adviesraad" worden vervangen door de woorden "de afdeling".

Art. 15.Artikel 18, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "In voorkomend geval moet de beslissing verplicht de datum van de sluiting van het centrum voor algemeen welzijnswerk vermelden."

Art. 16.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° Tussen het eerste en tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "De andere documenten mogen elektronisch worden verzonden."; 2° Het tweede lid wordt het derde lid;3° In het derde lid worden de woorden "afdeling Administratie" vervangen door de woorden "afdeling bestuursrechtspraak".

Art. 17.In artikel 23 van hetzelfde besluit, in de Nederlandse tekst, worden de woorden "de dienst" vervangen door de woorden "het centrum voor algemeen welzijnswerk".

Art. 18.In artikel 27 van hetzelfde besluit wordt het woord "coördinator/trice" vervangen door het woord "coördinator".

Art. 19.In artikel 29 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° In het eerste lid worden de woorden "besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 juni 1999 tot vaststelling van de titels I tot VII van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening die van toepassing is op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest" vervangen door de woorden "het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 21 november 2006 tot goedkeuring van de Titels I tot VIII van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening, van toepassing op het volledige grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest";2° Het woord "centra" wordt telkens vervangen door de woorden "centra voor algemeen welzijnswerk".

Art. 20.In de Franse versie van het opschrift van afdeling 6 van Hoofdstuk I van Titel III van hetzelfde besluit wordt het woord "activité" vervangen door het woord "activités".

Art. 21.In artikel 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste en tweede lid wordt het woord "centrum" telkens vervangen door de woorden "centrum voor algemeen welzijnswerk";b) punt 2° tot en met 4° van het tweede lid worden vervangen als volgt: "2° een analyse van de gebruikers die het centrum voor algemeen welzijnswerk regelmatig bezoeken en de vastgestelde problemen.Deze gegevens worden geanonimiseerd; 3° het aantal aanvragen en behandelde dossiers;4° de gebruikte methodes en de verkregen resultaten, met inbegrip, in voorkomend geval, voor de centra voor gezinsplanning, van de vermelding van het aantal uitgevoerde vrijwillige zwangerschapsafbrekingen.Deze gegevens worden geanonimiseerd;"; c) er wordt een punt 4° /1 ingevoegd, luidende : "4/1° voor de centra voor gezinsplanning, het bedrag van de tussenkomst van het R.I.Z.I.V. voor medische en psychologische consultaties, per consultatie;".

Art. 22.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt § 1;2° het artikel wordt aangevuld met een § 2, luidende : " § 2.Voor de toepassing van artikel 65/5 dient het centrum voor gezinsplanning, naast de documenten bedoeld in § 1, ook de volgende documenten voor te leggen: 1° in voorkomend geval, het bewijs van de betaling van de honoraria aan de zelfstandigen;2° de bewijsstukken die verband houden met de activiteiten in verband met opvoeding in het relationele, affectieve en seksuele leven;3° een overzicht van de gevolgde opleidingen in het kader van de opdrachten zoals vermeld in artikel 52, § 1; 4° in voorkomend geval, een document met de opsplitsing van de verschillende subsidies van andere subsidiërende overheden voor werkelijke personeelskosten.".

Art. 23.In hetzelfde besluit wordt in het opschrift van Hoofdstuk III van Titel III het woord "planning" vervangen door het woord "gezinsplanning".

Art. 24.In artikel 51 van hetzelfde besluit worden de woorden "moet het centrum voor planning, in de zin van artikel 3, 2°, b), van de ordonnantie," vervangen door de woorden "moeten de centra voor gezinsplanning".

Art. 25.In artikel 52 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt § 1;2° in het eerste lid wordt het woord "centra" vervangen door de woorden "centra voor gezinsplanning"; 3° in het eerste lid wordt punt 1° vervangen als volgt: "1° opvang, voorlichting, psychologische, sociale, juridische en medische begeleiding bieden aan personen, koppels en gezinnen in verband met hun relationele, affectieve en seksuele leven;"; 4° in het eerste lid wordt punt 2° vervangen als volgt : "2° voorlichting over vrijwillige zwangerschapsafbreking geven en, in voorkomend geval, de persoon die ervan gebruik wenst te maken door te verwijzen of te begeleiden naar een ander centrum voor gezinsplanning of een instelling die vrijwillige zwangerschapsafbrekingen uitvoert;"; 5° in het eerste lid wordt punt 3° opgeheven; 6° in het eerste lid wordt punt 4° vervangen als volgt : "4° het ontwikkelen van een preventiestrategie op het gebied van gezondheid en gezondheidsbevordering, gericht op het relationele, affectieve en seksuele leven, en de seksuele en reproductieve gezondheid, met name door personen, koppels, gezinnen en groepen te informeren en te helpen op het gebied van anticonceptie, preventie en begeleiding bij ongewenste zwangerschappen, seksueel overdraagbare aandoeningen en de ongewenste gevolgen ervan, seksueel geweld en schadelijke praktijken, en op elk ander aspect van hun relationele, affectieve en seksuele leven."; 7° In het artikel worden de § 2 en § 3 ingevoegd, luidende: " § 2.Om de in § 1 bedoelde opdrachten uit te voeren, organiseren de centra voor gezinsplanning met name : 1° psychosociale opvang van de gebruikers;2° sociale, psychologische, juridische en medische consultaties, individueel, voor koppels of gezinnen, met inbegrip van, in voorkomend geval, administratieve ondersteuning met betrekking tot het relationele, affectieve en seksuele leven;3° animatieactiviteiten in verband met opvoeding in het relationele, affectieve en seksuele leven. § 3. De centra voor gezinsplanning kunnen eveneens : 1° activiteiten ontwikkelen in het gespecialiseerde domein van de vrijwillige zwangerschapsonderbreking overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen;2° specifieke activiteiten ontwikkelen op het gebied van huwelijks- en gezinsadvies, seksuologie of gezinsbemiddeling in het kader van de activiteiten bedoeld in § 1, 1° ; 3° zich richten op meer specifieke doelgroepen, in het kader van de opdrachten vermeld in § 1.".

Art. 26.In afdeling 1 van Hoofdstuk III van Titel III van hetzelfde besluit wordt een artikel 52/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 52/1.Overeenkomstig de in artikel 3, 2°, b), van de ordonnantie omschreven opdracht, ontvangen de centra voor gezinsplanning elke persoon, koppel of gezin, met als opdracht deze personen, met hun instemming, eventueel door te verwijzen naar een ander centrum voor gezinsplanning of naar een andere instelling die beter aan hun behoeften beantwoordt."

Art. 27.Artikel 53 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 53.§ 1. De centra voor gezinsplanning organiseren medische, psychologische, sociale en juridische consultaties naar rata van minstens 903 uren per jaar.

De consultaties dienen verzorgd te worden door de personeelsleden van de centra voor gezinsplanning die over de vereiste kwalificaties, overeenkomstig artikel 55, 1° tot en met 4°. § 2. De centra voor gezinsplanning organiseren, naar rata van minstens 40 uren per jaar, animatieactiviteiten in verband met opvoeding in het relationele, affectieve en seksuele leven als bedoeld in artikel 52, § 2, 3°.

Deze animatieactiviteiten dienen gegeven te worden door de personeelsleden van de centra voor gezinsplanning die over de vereiste kwalificaties beschikken overeenkomstig artikel 55/1."

Art. 28.Artikel 54 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 54.De centra voor gezinsplanning organiseren multidisciplinaire vergaderingen die de leden van het team de gelegenheid bieden om in alle discretie overleg te plegen."

Art. 29.In afdeling 2 van Hoofdstuk III van Titel III van hetzelfde besluit wordt een artikel 54/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 54/1.De centra voor gezinsplanning bieden gedurende ten minste 13 uren per week en tijdens al hun normale openingsuren een onthaaldienst aan. De taken van de onthaaldienst bestaan uit het aanhoren, het verduidelijken en het analyseren van het verzoek van de gebruiker, evenals uit het verschaffen van informatie en begeleiding.

Deze taken worden uitgevoerd door alle personen die overeenkomstig artikel 55, 1° tot en met 4°, over de vereiste kwalificaties beschikken, evenals door de coördinator."

Art. 30.In afdeling 2 van Hoofdstuk III van Titel III van hetzelfde besluit wordt een artikel 54/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 54/2.Buiten de normale openingsuren zijn de centra voor gezinsplanning minimaal 3 uren per week toegankelijk na 17uur of op zaterdag.

De centra voor gezinsplanning vermelden op hun telefonische antwoordapparaat en, in voorkomend geval op de website, de contactgegevens van de centra voor gezinsplanning die de continuïteit van de diensten buiten hun openingsuren of tijdens de sluitingsperiodes kunnen garanderen."

Art. 31.In afdeling 2 van Hoofdstuk III van Titel III van hetzelfde besluit wordt een artikel 54/3 ingevoegd, luidende : "

Art. 54/3.De Ministers bepalen, na advies van de afdeling, het maximumbedrag van de financiële bijdrage van de gebruikers. Dit bedrag moet in verhouding staan tot de financiële draagkracht van de gebruikers.

De centra voor gezinsplanning informeren vooraf de gebruikers over de van toepassing zijnde tarieven."

Art. 32.Artikel 55 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 55.De centra voor gezinsplanning beschikken ten minste over : 1° 0,5 voltijdsequivalent arts in de algemene geneeskunde, gynaecologie of, bij gebrek daaraan, psychiatrie;2° 0,4 voltijdsequivalent licentiaat/master in de psychologie;3° 0,16 voltijdsequivalent licentiaat/master of graduaat/bachelor in de rechten;4° 0,6 voltijdsequivalent maatschappelijk werker of sociaal verpleegkundige;5° 0,5 voltijdsequivalent coördinator; 6° 0,5 voltijdsequivalent administratief personeel, opsteller of administratief assistent."

Art. 33.In afdeling 3 van Hoofdstuk III van Titel III van hetzelfde besluit wordt een artikel 55/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 55/1.§ 1. De animatieactiviteiten in verband met opvoeding in het relationele, affectieve en seksuele leven worden verzorgd door de personeelsleden van de centra voor gezinsplanning die houder zijn van een diploma of getuigschrift in de psycho-medisch-sociale of humane wetenschappen. § 2. De animatieactiviteiten in verband met opvoeding in het relationele, affectieve en seksuele leven kunnen worden verricht door de personeelsleden van een centrum voor gezinsplanning met ervaring inzake dergelijke animatieactiviteiten, maar die, op het ogenblik dat het centrum voor gezinsplanning zijn aanvraag tot erkenning indient, niet in het bezit zijn van een diploma of getuigschrift, zoals bedoeld in lid 1. § 3. De centra voor gezinsplanning zorgen ervoor dat de personeelsleden permanent worden bijgeschoold inzake de activiteiten op het gebied van voorlichting betreffende het relationele, affectieve en seksuele leven."

Art. 34.In afdeling 3 van Hoofdstuk III van Titel III van hetzelfde besluit wordt een artikel 55/2 ingevoegd, luidende: "

Art. 55/2.Voor de toepassing van de artikelen 55 en 55/1 wordt rekening gehouden met de diploma's en getuigschriften uitgereikt door een onderwijsinstelling van de Vlaamse, Franse of Duitstalige gemeenschap, gelijkwaardige diploma's en getuigschriften uitgereikt in een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of met de aldaar opgedane beroepservaring."

Art. 35.De benaming van Titel IV van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de woorden "die de opdrachten van sociale opvang waarnemen".

Art. 36.In artikel 60 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Franse tekst worden de woorden "expert comptable" vervangen door het woord "expert-comptable";2° in de Nederlandse tekst worden de woorden "externe accountant" vervangen door de woorden "boekhoudkundig expert".

Art. 37.In artikel 63 van hetzelfde besluit word het woord ", a)," tussen de woorden "bijlage III" en de woorden "bij dit besluit" ingevoegd.

Art. 38.In hetzelfde besluit wordt een nieuwe Titel IV/1 ingevoegd, die de artikelen 65/1 tot en met 65/9 omvat, opgesteld als volgt: "TITEL IV/1. - Subsidiëringswijze van de centra voor gezinsplanning. HOOFDSTUK I. - Subsidiëringswijze.

Art. 65/1.Binnen de perken van de begrotingskredieten en onverminderd het bedrag van de financiële bijdrage van de gebruikers, de tussenkomst van het R.I.Z.I.V. of de honoraria, wordt de subsidie, zoals omschreven in artikel 15 van de ordonnantie, toegekend aan de centra voor gezinsplanning die door de ministers zijn erkend overeenkomstig deze titel.

De Ministers bepalen het kostenpercentage bestemd voor de permanente vorming van het gesubsidieerd personeel alsook de werkings- en uitrustingskosten van deze centra.

De ereloonsupplementen worden in mindering gebracht van de in het eerste lid bedoelde subsidie.

Art. 65/2.Indien de centra voor gezinsplanning subsidies voor werkelijke personeelskosten van andere subsidiërende overheden ontvangen, zal de bedrag van deze kosten in mindering worden gebracht teneinde een dubbele subsidiëring voor hetzelfde doel te voorkomen.

Art. 65/3.De jaarlijkse subsidie, zoals bedoeld in artikel 15 van de ordonnantie, wordt in vier driemaandelijkse voorschotten uitbetaald.

Deze vier voorschotten komen elk overeen met twintig procent van de jaarlijkse subsidie. De voorschotten worden vereffend aan het einde van de tweede maand van het kwartaal waarvoor zij zijn toegekend.

De jaarlijkse subsidie wordt toegekend naar rata van het aantal maanden waarop de voorlopige werkingsvergunning of erkenning betrekking heeft.

Art. 65/4.Ten laatste aan het begin van de maand volgend op elk kwartaal, dienen de centra voor gezinsplanning bij de administratie een bewijsschrift in over het gebruik van de in het voorafgaande kwartaal toegekende voorschotten; dat het volgende moet vermelden: 1° het volledige register met de uren van de consultaties, uitgesplitst overeenkomstig bijlage II/1, inclusief de uren consultaties berekend overeenkomstig artikel 65/7, §§ 2 tot en met 4;2° het register waarin de uren van de multidisciplinaire vergaderingen, zoals bedoeld in artikel 54, vermeld worden;3° de aantal animatie-uren op het gebied van voorlichting betreffende relationele, affectieve en seksuele leven;4° de wijzigingen in de lijst van personeelsleden die in het afgelopen kwartaal in dienst waren om de in bijlage II/1 bedoelde opdrachten te vervullen. Het niet overleggen van dit document leidt tot opschorting van de voorschotten vanaf het volgende kwartaal.

Art. 65/5.§ 1. Jaarlijks wordt er op 31 december, op basis van een dossier waarvan de inhoud door de Ministers kan worden bepaald, een eindafrekening opgesteld van het saldo van twintig procent van de jaarlijkse subsidie; deze wordt vóór 30 april aan de administratie toegezonden. § 2. Het centrum voor gezinsplanning maakt in ieder geval de in artikel 34 genoemde documenten over.

Indien deze documenten niet worden overgelegd, worden de voorschotten opgeschort totdat ze worden overgemaakt. § 3. Na notificatie van de eindafrekening aan de centra voor gezinsplanning en hun goedkeuring ervan binnen de vijftien dagen volgend op deze kennisgeving, worden de nog verschuldigde of onverschuldigd betaalde bedragen vereffend of teruggevorderd. HOOFDSTUK II. - De functies.

Art. 65/6.§ 1. De functies die voor subsidiëring in aanmerking worden genomen worden gedefinieerd in bijlage II. Bij de erkenning stellen de Ministers voor elk centrum voor gezinsplanning het aantal voltijdsequivalenten vast dat voor subsidiëring in aanmerking komt overeenkomstig de in bijlage II/1 vastgelegde normen.

Indien meerdere personeelsleden voor subsidiëring voor dezelfde opdracht in aanmerking komen, wordt bij de berekening van de subsidie eerst rekening gehouden met het personeelslid met de grootste anciënniteit.

Alle in bijlage II/1 bedoelde gesubsidieerde voltijdsequivalenten voeren hun opdrachten uit onder het statuut van loontrekkende.

In afwijking van het vorige lid kunnen de medische, psychologische en juridische consultaties uitgevoerd worden door voltijdsequivalenten, die zijn onderworpen aan het statuut van zelfstandigen. § 2. Voor de toepassing van bijlage II/1 wordt aan één uur consultatie twee uren toegevoegd die binnen het centrum voor gezinsplanning aan andere activiteiten dan consultaties kunnen worden besteed.

Indien de gebruiker voor de consultatie niet is komen opdagen, zal deze consultatie slechts voor een duur van vijftien minuten in het totale aantal uren consultatie worden meegerekend.

Art. 65/7.§ 1. Wanneer de medische, psychologische en juridische consultaties, zoals bedoeld in bijlage II/1 en binnen de daarin aangegeven grenzen, worden uitgevoerd door voltijdsequivalenten die zijn onderworpen aan het statuut van zelfstandigen, zijn de artikelen 65/6, § 2, eerste lid, 65/8 en de bijlage III niet van toepassing. § 2. De toegekende subsidie bestaat dan uit een forfaitair bedrag van 60,50 euro per uur voor wat betreft de medische functie.

Zij wordt toegekend voor de uren medische consultaties waarvoor het R.I.Z.I.V. niet tussenkomt, alsook voor de uren besteed aan vergaderingen.

De toegekende subsidie mag een jaarlijks bedrag van 100.785 euro niet overschrijden. § 3. De toegekende subsidie bestaat dan uit een forfaitair bedrag van 29,60 euro per uur voor de psychologische functie.

Zij wordt toegekend voor de uren psychologische consultaties waarvoor het R.I.Z.I.V. niet tussenkomt, alsook voor de uren besteed aan vergaderingen.

De toegekende subsidie mag een jaarlijks bedrag van 47.897 euro niet overschrijden. § 4. De toegekende subsidie bestaat dan uit een forfaitair bedrag van 29,50 euro per uur voor de juridische functie.

Zij wordt toegekend voor de uren juridische consultaties, alsook voor de uren besteed aan vergaderingen.

De toegekende subsidie mag een jaarlijks bedrag van 15.806 euro niet overschrijden. § 5. De bedragen in §§ 2 tot en met 4 zijn gekoppeld aan spilindex 109,34 (basis 2013 = 100). Ze variëren overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. § 6. De in § 1 bedoelde voltijdsequivalenten worden in aanmerking genomen voor het bepalen van de werkings- en uitrustingskosten voorzien in artikel 65/1, tweede lid. HOOFDSTUK III. - Subsidiëringsschalen.

Art. 65/8.De werkelijke loonkosten worden gesubsidieerd tot maximaal de bedragen van de in bijlage III, b), opgenomen subsidiëringsschalen.

Wanneer de reële loonkosten lager zijn dan de in bijlage III, b), vermelde bedragen, worden enkel de werkelijke loonkosten gesubsidieerd.

De subsidiëringsschalen zijn gekoppeld aan de spilindex 109,34 (basis 2013 = 100). Ze variëren overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. HOOFDSTUK IV - Animaties op het gebied van voorlichting betreffende het relationele, affectieve en seksuele leven.

Art. 65/9.§ 1. De jaarlijkse subsidie, zoals bedoeld in artikel 15 van de ordonnantie, voor de animatieactiviteiten in verband met opvoeding in het relationele, affectieve en seksuele leven, wordt vastgelegd door de Ministers in de vorm van een forfaitair bedrag per uur animatie betreffende de voorlichting inzake het relationele, affectieve en seksuele leven.

Het forfait omvat, met name: 1° de werkelijke personeelskosten;2° de opleidingskosten voor deze animaties;3° de werkingskosten in verband met de animaties, inclusief de kosten van het animatiemateriaal en de administratieve kosten;4° de reiskosten. De Ministers kunnen nader bepalen welke kosten door het forfait worden gedekt. § 2. Een gesubsidieerd uur animatie op het gebied van voorlichting betreffende het relationele, affectieve en seksuele leven, bedoeld in § 1, omvat: 1° twee uren voor de voorbereiding;2° een uur voor de evaluatie;3° een uur voor de logistiek;4° een uur voor de opleiding over desbetreffende animatie of de coördinatie van de opleidingen. § 3. Voor elk krachtens dit besluit erkend centrum voor gezinsplanning bedraagt het jaarlijkse aantal gesubsidieerde uren animatie op het gebied van voorlichting betreffende het relationele, affectieve en seksuele leven, minimaal 40 uren en maximaal 210 uren. § 4. Voor elk krachtens dit besluit erkend centrum voor gezinsplanning bepalen de Ministers, na advies van de afdeling, het aantal uren animatie, op het gebied van voorlichting over het relationele, affectieve en seksuele leven, dat voor de subsidie in aanmerking kan komen.

Voor het einde van elk jaar kunnen de Ministers voor elk krachtens dit besluit erkend centrum voor gezinsplanning, na advies van de afdeling, het aantal gesubsidieerde uren animatie, op het gebied van voorlichting betreffende het relationele, affectieve en seksuele leven, herzien voor het volgende jaar."

Art. 39.In artikel 68 van hetzelfde besluit wordt het woord "centra" vervangen door de woorden "centra voor algemeen welzijnswerk".

Art. 40.In hetzelfde besluit wordt bijlage I vervangen door bijlage I van huidig besluit.

Art. 41.In hetzelfde besluit wordt bijlage II vervangen door bijlage II van huidig besluit.

Art. 42.In hetzelfde besluit wordt een bijlage II/1 ingevoegd, die als bijlage III aan dit besluit is toegevoegd.

Art. 43.In hetzelfde besluit wordt bijlage III vervangen door bijlage IV van huidig besluit.

Art. 44.§ 1. De centra voor gezinsplanning die door de Ministers op 1 januari 2022 zijn erkend behouden hun erkenning. De centra moeten voldoen aan de erkennings- en subsidiëringsnormen van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk, ingevoegd bij dit besluit, ten laatste op 31 december 2022. § 2. Tijdens de in § 1 bedoelde periode worden, voor de toepassing van de artikelen 65/4 en 65/5 van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk, ingevoegd bij dit besluit, de uren voor het in overeenstemming brengen van de kennis voorafgaand aan de invoering van animatieactiviteiten in verband met opvoeding in het relationele, affectieve en seksuele leven en de vergaderingsuren besteed aan de organisatie ervan, verantwoord en beschouwd als animatie-uren in de zin van artikel 65/9 van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk, ingevoegd bij dit besluit.

Tijdens de in § 1 bedoelde periode wordt de subsidie toegekend op basis van een driemaandelijkse verantwoording van het gebruik van de voorschotten, zoals bedoeld in artikel 65/4 van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk, ingevoegd bij dit besluit. § 3. Indien het centrum voor gezinsplanning de bepalingen van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk, ingevoegd bij dit besluit, niet naleeft binnen de vooropgestelde termijn, wordt zijn erkenning, overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk IV van Titel II van het besluit van het Verenigd College van 9 december 2004 betreffende de erkenning en de subsidiëringswijze van de centra voor algemeen welzijnswerk, ingetrokken.

Art. 45.Dit besluit treedt in werking op de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

In afwijking van het vorige lid, hebben de artikelen 25 tot en met 30, 32 tot en met 34, 37 en 38, voor wat betreft de artikelen 65/1 tot en met 65/3, 65/4, eerste lid, en 65/6 tot en met 65/9 van het ontworpen Titel IV/1, en 41 tot en met 44, uitwerking met ingang van 1 januari 2022.

Art. 46.De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake bijstand aan personen worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 mei 2022.

Voor het Verenigd College : De Leden van het Verenigd College bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, A. MARON E. VAN DEN BRANDT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^