gepubliceerd op 13 juni 2022
Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie van telewerk
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
12 MEI 2022. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie van telewerk
Het Verenigd College, Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 79, § 1;
Gelet op de ordonnantie van 23 maart 2017 houdende de oprichting van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan personen en Gezinsbijslag, artikel 37;
Gelet op het besluit van 14 februari 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de organisatie van telewerk;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 28 juni 2021;
Gelet op het protocol 2021/18 van onderhandeling met de vakorganisaties, ondertekend op 13 oktober 2021;
Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor ambtenarenzaken, gegeven op 22 juli 2021;
Gelet op het akkoord van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 22 juli 2021;
Gelet op het evaluatieverslag van het ontwerpbesluit weerslag op de situatie van personen met een handicap, overeenkomstig artikel 4, § 3 van de ordonnantie van 23 december 2016 houdende integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, uitgevoerd op 21 juli 2021;
Gelet op de gendertest uitgevoerd op 22 juli 2021 in uitvoering van artikel 3, 2° van de ordonnantie van 16 mei 2014 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
Gelet op het advies nr. 70.614/4 van de Raad van State, gegeven op 29 december 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het advies van de Directieraden;
Overwegende het advies van het Algemeen Beheerscomité van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag;
Gelet op het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 25 september 2008 houdende delegatie van bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en aan de leidend ambtenaar van Iriscare, gewijzigd door het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 28 februari 2019;
Overwegende artikel 11 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad;
Overwegende artikel 14 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad;
Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Regels en toepassingsgebied
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de mandaathouders, statutaire en contractuele personeelsleden en op de stagiairs: 1° van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, hierna "de Diensten van het Verenigd College" genoemd;2° van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag, hierna "Iriscare" genoemd.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° "personeelslid": de mandaathouder, het statutair personeel of de stagiair en het contractueel personeel;2° "lokalen van de werkgever": de plaats aangewezen door de werkgever waar het personeelslid zijn ambt uitoefent;3° "telewerkplaats(en)": de woonplaats of een plaats in België die de telewerker buiten de lokalen van de werkgever uitkiest, mits deze laatste zijn toestemming geeft;4° "telewerk": elke vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarbij gebruik wordt gemaakt van informatietechnologieën en waarbij werk dat in de lokalen van de werkgever verricht kan worden, verricht wordt op de woonplaats of een andere plaats, gekozen overeenkomstig 2° ;5° "telewerker": een personeelslid dat telewerk verricht;6° "werkgever": Iriscare of de Diensten van het Verenigd College;7° "hiërarchische meerdere": het personeelslid dat de leiding of dagelijkse controle heeft over het functioneren van een team volgens de bepalingen van zijn functiebeschrijving;8° "leidend ambtenaar" : de ambtenaar van rang A5 bedoeld in artikel 13 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en bedoeld in artikel 10 van het besluit van het Verenigd College van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de bicommunautaire Dienst voor gezondheid, bijstand aan personen en gezinsbijslag;9° "personeelslid op opdracht": het personeelslid dat opdrachten vervult op vraag van de werkgever en buiten de lokalen van deze laatste;10° "Directieraad": naargelang van het geval, de directieraad van de diensten van het Verenigd College of de directieraad van Iriscare.
Art. 3.Telewerk gebeurt op vrijwillige basis en geeft geenszins aanleiding tot een recht voor het personeelslid, noch tot een verplichting voor de werkgever.
Art. 4.§ 1. Telewerkers hebben dezelfde rechten en plichten als andere personeelsleden, meer bepaald op het vlak van vorming en loopbaanmogelijkheden, evaluaties, verlofregelingen en de bepalingen over arbeidsongevallen en beroepsziekten, rechten en activiteiten van syndicale aard, toegang tot de sociale dienst en in het algemeen tot de informatie over Iriscare of de Diensten van het Verenigd College.
De regels betreffende aanwezigheid, richttijden en beschikbaarheid die van toepassing zijn op de personeelsleden die hun prestaties verrichten in de lokalen van de werkgever zijn eveneens van toepassing op de telewerkers. § 2. De werkgever verzekert de telewerkers een recht om onbereikbaar te zijn, waarvan de omvang en de voorwaarden vastgelegd zijn in het arbeidsreglement van de Diensten van het Verenigd College en Iriscare.
Het recht om onbereikbaar te zijn wordt uitgeoefend buiten de arbeidstijd waarin de telewerker ter beschikking staat van de werkgever.
Art. 5.Telewerkers zijn onderworpen aan dezelfde werklast als personeelsleden die gelijke of vergelijkbare prestaties leveren in het kader van gewone prestaties in de lokalen van de werkgever. HOOFDSTUK II. - Voorwaarden, organisatie en procedure voor telewerk
Art. 6.Het personeelslid kan toestemming krijgen om telewerk te verrichten als de volgende voorwaarden vervuld zijn: 1° het telewerk is verenigbaar met de functie. Hiervoor stelt de Directieraad een lijst op met functies die niet of gedeeltelijk verenigbaar zijn met telewerk en legt hij deze lijst ter advies voor aan het Basisoverlegcomité. 2° het personeelslid oefent sedert minimaal zes maanden dezelfde functie uit, behoudens door de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde toegestane afwijking wegens uitzonderlijke omstandigheden en na advies van de Directieraad.3° de hiërarchische meerdere van het personeelslid meent dat het voldoende zelfstandig kan werken.
Art. 7.De telewerker is minstens twee dagen per week aanwezig in de lokalen van de werkgever.
Voor de toepassing van het eerste lid, wordt de tijd die het personeelslid doorbrengt op opdracht gelijkgesteld aan tijd aanwezig in de lokalen van de werkgever.
Door de werkgever goedgekeurde opleidingen buiten zijn lokalen en syndicaal verlof worden gelijkgesteld aan tijd aanwezig in de lokalen van de werkgever.
In uitzonderlijke omstandigheden, kan de leidend ambtenaar beslissen om het toepassingsgebied of de duur van het telewerk uit te breiden voor de duur van die uitzonderlijke omstandigheden.
Telewerk kan verricht worden in volledige of in halve dagen.
Art. 8.§ 1. Het personeelslid dient zijn aanvraag om te telewerken, met behulp van het ad-hocformulier, in bij de verantwoordelijke mandaathouder van het departement voor Iriscare of de directeur van de directie in kwestie voor de Diensten van het Verenigd College, voor advies.
Alvorens zijn advies uit te brengen, raadpleegt de verantwoordelijke mandaathouder van het departement voor Iriscare of de directeur van de directie in kwestie voor de Diensten van het Verenigd College de hiërarchische meerdere van het personeelslid in kwestie.
Het gunstige of ongunstige gemotiveerde advies bevat minstens een oordeel over de graad van autonomie van de aanvrager van telewerk.
Ingeval van een ongunstig advies wordt het personeelslid hiervan op de hoogte gebracht.
Het advies wordt naar de dienst human resources verstuurd. § 2. Op grond van het gemotiveerde advies, waaraan het advies van de hiërarchische meerdere is toegevoegd, beslist de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde om al dan niet het voordeel van telewerk toe te kennen.
Als de beslissing van de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde afwijkt van het gemotiveerde advies van de verantwoordelijke mandaathouder van het departement voor Iriscare of de directeur van de directie in kwestie voor de Diensten van het Verenigd College, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de Directieraad, die moet beslissen. Het personeelslid wordt hiervan geïnformeerd.
Hetzelfde geldt wanneer het personeelslid de leidend ambtenaar als hiërarchische meerdere heeft. § 3. In de gevallen voorzien in de eerste paragraaf, vierde lid en de tweede paragraaf, eerste en derde lid, kan het personeelslid op zijn verzoek, vooraf gehoord worden door de Directieraad. Het personeelslid mag vergezeld worden door de persoon van zijn keuze. § 4. De gunstige beslissing wordt geformaliseerd in een overeenkomst ondertekend door de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde en wordt ter kennis gebracht van het personeelslid. Deze overeenkomst omvat alle praktische bepalingen voor het telewerk.
Voor personeelsleden die werden aangeworven in het kader van een arbeidsovereenkomst maakt de overeenkomst het voorwerp uit van een aanhangsel bij hun arbeidsovereenkomst, ondertekend door de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde.
Voor statutaire personeelsleden maakt de overeenkomst het voorwerp uit van een unilaterale akte, ondertekend door de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde.
De overeenkomst wordt herzien of stopgezet overeenkomstig de in artikel 14 bedoelde bepalingen.
De overeenkomst vermeldt ten minste het volgende: 1° de plaats(en) waar het telewerk uitgeoefend wordt;2° de begindatum en de wijze van beëindiging van de telewerkovereenkomst;3° de arbeidstijdregeling, indien die afwijkt van de regeling die van toepassing is op het personeelslid wanneer het zich in de lokalen van de werkgever.4° de ogenblikken waarop of de periodes waarin de telewerker bereikbaar moet zijn en via welke middelen;5° de ogenblikken waarop de telewerker een beroep kan doen op technische ondersteuning. § 5. De beslissing tot toekenning of weigering van het telewerk wordt meegedeeld aan het personeelslid binnen een termijn van maximum dertig kalenderdagen, die ingaat op de datum waarop de verantwoordelijke mandaathouder van het departement voor Iriscare of de directeur van de directie in kwestie voor de diensten van het Verenigd College de aanvraag heeft ontvangen. § 6. In geval van weigering kan het personeelslid zes maanden na de kennisgeving van deze weigering een nieuwe aanvraag indienen. § 7. Het telewerk kan pas effectief van start gaan ten vroegste de 1ste dag van de maand volgend op de overeenkomst bedoeld in § 4 en na ontvangst van het nodige materiaal.
Art. 9.De hiërarchische meerdere geeft de telewerker, ten laatste de dag vóór de telewerkdag, elektronisch de goedkeuring om te telewerken.
De toepassing van de in het eerste lid vermelde regels moet verenigbaar blijven met het principe van de continuïteit van de openbare dienstverlening. De hiërarchische meerdere neemt de nodige maatregelen en beslissingen om die continuïteit te waarborgen.
Art. 10.Na overleg met het personeelslid bepaalt de hiërarchische meerdere de te behalen doelstellingen en de uit te voeren taken. Deze instructies en de methodes die worden toegepast om het uitgevoerde werk te beoordelen, worden via e-mail aan de telewerker bezorgd.
De telewerker moet op elk ogenblik kunnen aantonen hoe hij deze doelstellingen heeft bereikt.
De telewerker maakt een regelmatig verslag op over de doelstellingen, dat hij naar zijn hiërarchische meerdere e-mailt, volgens een met hem afgesproken periodiciteit.
Art. 11.De werkgever informeert de telewerker over de geldende beschermings- en preventiemaatregelen op het vlak van veiligheid en gezondheid op de werkplek, in het bijzonder over de vereisten inzake beeldschermapparatuur.
Art. 12.§ 1. De werkgever verschaft en onderhoudt het informaticamateriaal dat nodig is voor de telewerker. § 2. De telewerker die moet beschikken over een internet- of telefoonverbinding om te telewerken is verantwoordelijk voor de effectiviteit en de goede werking van zijn installatie.
De installatie-, onderhouds- en abonnementskosten voor internet of telefoon zijn voor rekening van de telewerker.
Ter compensatie van de in het tweede lid bedoelde kosten ontvangt de telewerker die zijn internet- of telefoonverbinding in de loop van de maand gebruikt voor professionele doeleinden een maandelijkse vergoeding van 20,00 EUR. § 3. De telewerker geniet eveneens een maandelijkse forfaitaire kantoorvergoeding van 30,00 euro. § 4. De toekenning van de in §§ 2 en 3 bedoelde maandelijkse vergoedingen is niet cumuleerbaar met de toekenning van de kantoorvergoeding bedoeld in het ministerieel besluit van 14 juni 2017Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 14/06/2017 pub. 16/06/2017 numac 2017203324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit betreffende de toekenning van een vergoeding voor bureaukosten aan sommige personeelsleden van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag sluiten betreffende de toekenning van een vergoeding voor kantoorkosten aan sommige personeelsleden van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag.
Art. 13.De telewerker gaat zorgvuldig om met de hem ter beschikking gestelde apparatuur. Hij respecteert en past de geldende regels inzake informaticaveiligheid toe. Daartoe zorgt hij ervoor dat hij op de hoogte blijft van de reglementen inzake informaticaveiligheid die verspreid worden door de werkgever.
Het gebruik van het informaticamateriaal is voorbehouden voor beroepsdoeleinden. Dit materiaal mag alleen gebruikt worden voor wettelijke doeleinden.
Het gebruik van e-mail en internet voor privédoeleinden wordt toegelaten volgens de door de werkgever voorziene bepalingen.
De werkgever biedt de telewerker technische ondersteuning aan. Die is bereikbaar volgens de geldende arbeidstijdregeling in de lokalen van de werkgever.
De dienst bevoegd voor informaticaveiligheid van de werkgever kan op elk moment de verbinding van de telewerker met het interne netwerk onderbreken wanneer de integriteit en de veiligheid van de informaticatoestellen van de werkgever in het gedrang komen. Die toestand moet worden beschouwd als overmacht in hoofde van de telewerker, die zijn taken niet kan voortzetten, behalve indien de onderbreking te wijten is aan verkeerd gedrag of verkeerd gebruik door de telewerker van het ter beschikking gestelde informaticamateriaal.
De telewerker is verplicht om zijn hiërarchische meerdere onmiddellijk op de hoogte te brengen van een defect aan de apparatuur of een ander geval van overmacht waardoor hij niet bij machte is zijn werk uit te voeren.
In de gevallen zoals bedoeld in lid 5 en 6 zal de leidend ambtenaar in functie van de omstandigheden en de afstand van het personeelslid beslissen of deze, op de dag van het voorval, zijn functies al dan niet moet komen uitoefenen in de lokalen van zijn werkgever.
De kosten die voortvloeien uit onvrijwillig verlies of beschadiging van de door de telewerker gebruikte apparatuur en gegevens in het kader van het telewerk zijn voor rekening van de werkgever, behalve bij bedrog of zware schuld van de telewerker.
Het materiaal dat ter beschikking gesteld wordt in het kader van het telewerk, wordt aan de werkgever terugbezorgd wanneer een einde wordt gemaakt aan de arbeidsverhouding tussen de telewerker en de werkgever. HOOFDSTUK III. - Duur en beëindiging van de telewerkovereenkomst
Art. 14.§ 1. De overeenkomst inzake telewerk is van onbepaalde duur. § 2. De telewerker dient een nieuwe aanvraag in ter vervanging van de overeenkomst bedoeld in artikel 8, § 4 wanneer hij verandert van functie overeenkomstig de voorwaarden in artikel 6. § 3. Het telewerk kan in uitzonderlijke omstandigheden opgeschort worden of indien de noodwendigheid van de dienst dit vereist. Die opschorting is beperkt in de tijd. § 4. Het telewerk komt ten einde: 1° aan het begin van de opzegtermijn, behoudens door de hiërarchische meerdere toegestane afwijking;2° op initiatief van de telewerker via een e-mail gericht aan zijn hiërarchische meerdere;3° op initiatief van de hiërarchische meerdere, mits de nodige motivering: a) op voorwaarde dat een termijn van 15 dagen gerespecteerd wordt.De leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde deelt de beslissing mee aan het personeelslid, ofwel door overhandiging van een schrijven in ruil voor een ondertekend ontvangstbewijs dat de datum van ontvangst vermeldt, ofwel bij een ter post aangetekende brief. In dat geval begint de termijn te lopen vanaf de derde werkdag na de datum van verzending van deze aangetekende brief, waarbij de postdatum als bewijs geldt; b) met onmiddellijke ingang en zonder voorafgaande termijn van vijftien dagen: - ingeval de telewerker medewerking weigert aan de preventieadviseur in het kader van zijn bevoegdheden voorzien in artikel II.1-6, § 1, van de Codex over het welzijn op het werk; - in geval van misbruik of beschadiging door de telewerker van het materiaal of de aan hem ter beschikking gestelde infrastructuur; - in geval van niet-naleving van de instructies verbonden aan het behalen van de doelstellingen en het bereiken van de resultaten; - in geval van niet-naleving door de telewerker van de geldende wettelijke en reglementaire of, in voorkomend geval, contractuele bepalingen in hoofde van de telewerker, onverminderd de mogelijkheid tot het opstarten van een tuchtprocedure.
In de gevallen voorzien in het eerste lid wordt het telewerk pas hervat na goedkeuring van een nieuwe aanvraag via het `ad-hocformulier'. Er mag niet aan telewerk worden gedaan vóór de datum vermeld in artikel 8, § 4 van de telewerkovereenkomst die aan de telewerker overhandigd zal worden. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 15.Het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 februari 2019 betreffende de organisatie van telewerk wordt opgeheven op de datum van inwerkingtreding van huidig besluit.
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 17.De leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 mei 2022.
Voor het Verenigd College : De leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt, B. CLERFAYT S. GATZ