gepubliceerd op 27 april 2022
Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de mondmaskerplicht in het openbaar vervoer en in zorginstellingen
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
22 APRIL 2022. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de mondmaskerplicht in het openbaar vervoer en in zorginstellingen
Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2007 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid zoals gewijzigd bij de ordonnantie van 7 april 2022, art. 13/2;
Gelet op het advies van de geneesheer-gezondheidsinspecteur van 22 maart 2022 waarin wordt besloten om het dragen van een mondmasker in het openbaar vervoer en in de zorginstellingen aan te bevelen;
Overwegende dat de federale staat op 11 maart 2022 een wet heeft aangenomen tot opheffing van de instandhouding van de epidemische noodsituatie betreffende de coronavirus COVID-19-pandemie;
Dat op 10 maart 2022 op federaal niveau een ministerieel besluit is genomen tot opheffing van het ministerieel besluit van 13 maart 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 13/03/2020 pub. 13/03/2020 numac 2020030302 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19 type ministerieel besluit prom. 13/03/2020 pub. 19/03/2020 numac 2020040667 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19. - Duitse vertaling sluiten houdende de afkondiging van de federale fase betreffende de coördinatie en het beheer van de crisis coronavirus COVID-19;
Dat alleen de gefedereerde entiteiten bijgevolg bevoegd zijn om maatregelen te nemen die de verspreiding van het coronavirus COVID-19 beperken;
Dat het Overlegcomité van 4 maart 2022 beslist heeft om over te schakelen naar code geel van de coronabarometer, maar om de mondmaskerplicht te behouden vanaf de leeftijd van 12 jaar in het openbaar vervoer (bus, (pre)metro, tram, trein) en in de zorginstellingen;
Dat de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 9 maart 2022 heeft beslist dat het dragen van een mondmasker verplicht blijft voor: alle professionals die vallen onder de wet van 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (met uitzondering van de logopedisten en de psychologen). Het gaat dus om alle artsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten, apothekers, ... Het dragen van een mondmasker blijft ook verplicht voor alle patiënten tijdens hun aanwezigheid in het praktijkgebouw van de voornoemde professionals, al het personeel, en alle bezoekers en patiënten van ziekenhuizen en apotheken en al het personeel en alle bezoekers van woonzorginstellingen.
Dat de epidemiologische situatie aantoont dat het coronavirus COVID-19 nog steeds aanwezig is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en dat het gevolgen heeft voor de ziekenhuiscapaciteit;
Dat de incidentiegraad per 100.000 inwoners over 14 dagen immers 725 bedraagt.
Dat de positiviteitsratio 20,1% bedraagt.
Dat de momenteel circulerende varianten voornamelijk de omikronvariant en zijn stammen BA.2 (92,3%) en BA.1/BA.1.1 (7,2%) zijn.
Dat dit de vaccinatiegraad is: - Vaccinatiegraad minstens één dosis: 62,9% van de algemene Brusselse bevolking - Vaccinatiegraad volledig gevaccineerd: 61,6% van de algemene Brusselse bevolking - Vaccinatiegraad volledig gevaccineerd + boosterdosis: 37,1% van de algemene Brusselse bevolking Dat uit de bezettingsgraad en -snelheid van de algemene ziekenhuisbedden en de bedden op intensieve zorg door patiënten die behandeld worden voor COVID-19 blijkt dat 24 bedden op intensieve zorg bezet zijn door COVIDpatiënten, wat neerkomt op een bezettingsgraad van 9%.
Overwegende dat uit die cijfers afgeleid kan worden dat de pandemie nog niet volledig voorbij is en dat ze nog steeds een bepaald gevaar vormt voor de gezondheid van de bevolking, met name omdat de omikronvariant, die bijzonder besmettelijk is, en zijn subvarianten nog steeds circuleren;
Overwegende dat het noodzakelijk is om specifieke risicogroepen te blijven beschermen, waartoe de patiënten uit ziekenhuizen en woonzorgcentra voor ouderen behoren, alsook alle personen die een beroep doen op medische en paramedische diensten; dat een minimum aan preventiemaatregelen van toepassing moet blijven om hun gezondheid te beschermen en infecties te voorkomen;
Overwegende dat in het openbaar vervoer een groot aantal personen bij elkaar is in een beperkte ruimte en dat het noodzakelijk is om het dragen van een mondmasker ook in die ruimten op te leggen;
Overwegende dat deze maatregelen worden genomen voor specifieke plaatsen en omstandigheden en niet van algemene strekking zijn;
Overwegende dat de mondmaskerplicht fundamenteel gezien slechts heel weinig invloed heeft op de handelingsvrijheid van de betrokken personen en dat die maatregel als noodzakelijk en evenredig geacht moet worden in het licht van de zo belangrijke doelstelling van bescherming tegen infecties;
Overwegende dat het bedekken van de mond en de neus met een masker een passende maatregel vormt om de risicogroepen van infecties in grote mate te beschermen;
Gelet op de hoogdringendheid, ingegeven door het feit dat een einde is gemaakt aan de epidemische noodtoestand bij de wet van 11 maart 2022 en dat alleen de gefedereerde entiteiten bijgevolg bevoegd zijn om maatregelen te nemen die de verspreiding van het coronavirus COVID-19 beperken;
Dat het Overlegcomité van 4 maart 2022 beslist heeft om de mondmaskerplicht te behouden vanaf de leeftijd van 12 jaar in het openbaar vervoer (bus, (pre)metro, tram, trein) en in de zorginstellingen en dat die beslissing zo snel mogelijk moet worden toegepast.
Gelet op het advies nr. 71 318 van de Raad van State, gegeven op 11 april 2022 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Voorzitter van het Verenigd college en de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen en Gezondheid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder mondmasker: een masker zonder uitlaatventiel, uit stof of wegwerpmateriaal, dat nauw aansluit op het gelaat, en de neus, mond en kin bedekt, bestemd om besmettingen bij contact tussen personen te voorkomen.
Art. 2.§ 1. Iedere persoon van 12 jaar en ouder is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker in de binnenruimten van het openbaar vervoer. Onder openbaar vervoer wordt verstaan: de bus die wordt ingezet in het openbaar vervoer, de (pre)metro, de tram en de trein.
In afwijking van het eerste lid is de bestuurder van de openbare vervoersmaatschappijen en van alle bussen die diensten uitvoeren in het kader van het openbaar vervoer niet verplicht om de mond en de neus te bedekken op voorwaarde dat hij goed afgeschermd is in de bestuurderspost. § 2. Het mondmasker mag occasioneel worden afgezet om te eten en te drinken. § 3. Wanneer het dragen van een mondmasker niet mogelijk is om medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.
De verplichtingen, vermeld in dit artikel, zijn niet van toepassing op personen die in de onmogelijkheid zijn een mondmasker of een gelaatsscherm te dragen wegens een beperking, gestaafd door middel van een medisch attest.
Art. 3.
Art. 3.§ 1. Iedere persoon van 12 jaar en ouder is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker in de binnenruimten van de volgende plaatsen: 1° in ziekenhuizen;2° in apotheken;3° op alle plaatsen waar medische en paramedische zorg wordt verstrekt, met uitzondering van zorg die verleend wordt door logopedisten en psychologen; § 2 - Elk personeelslid en elke bezoeker van 12 jaar en ouder is verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker in de voorzieningen voor opvang of huisvesting van ouderen.
De bewoners en patiënten van de instellingen die in het eerste lid worden opgesomd, zijn vrijgesteld van de plicht om hun mond en neus te bedekken met een masker. § 3. Het mondmasker mag occasioneel worden afgezet om te eten en te drinken en wanneer de aard van de activiteit, waaronder de zorgverlening, het onmogelijk maakt om een mondmasker te dragen. § 4. Wanneer het dragen van een mondmasker niet mogelijk is om medische redenen, mag een gelaatsscherm worden gebruikt.
De verplichtingen, vermeld in dit artikel, zijn niet van toepassing op personen die in de onmogelijkheid zijn een mondmasker of een gelaatsscherm te dragen wegens een beperking, gestaafd door middel van een medisch attest.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad voor een periode van drie maanden.
Art. 5.De Voorzitter van het Verenigd College en de leden van het Verenigd College bevoegd voor Gezondheid en Welzijn zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 april 2022.
Voor het Verenigd College : De Voorzitter van het Verenigd College, R. VERVOORT De Leden van het College bevoegd voor Gezondheid en Welzijn, A. MARON E. VAN DEN BRANDT