gepubliceerd op 17 juni 2021
Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de tijdelijke opheffing binnen de gezinsbijslagregeling van de begrenzingen inzake de winstgevende activiteit of het genot van een sociale uitkering door het rechtgevend kind gedurende het tweede kwartaal 2021
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
10 JUNI 2021. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de tijdelijke opheffing binnen de gezinsbijslagregeling van de begrenzingen inzake de winstgevende activiteit of het genot van een sociale uitkering door het rechtgevend kind gedurende het tweede kwartaal 2021
Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, Gelet op de ordonnantie van 25 april 2019 tot regeling van de toekenning van gezinsbijslag, artikelen 12 en 25, § 2, tweede lid;
Gelet op het advies van de Beheerraad voor Gezinsbijslag, gegeven op 11 maart 2021;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 23 maart 2021;
Gelet op het akkoord van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor Financiën en Begroting, gegeven op 27 april 2021;
Gelet op de "gender"-test, uitgevoerd op 6 mei 2021 in toepassing van artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 16 mei 2014 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
Gelet op de "handistreaming"-evaluatie, uitgevoerd op 6 mei 2021 in toepassing van artikel 4, § 3, van de ordonnantie van 23 december 2016 houdende integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het essentieel is om onmiddellijk deze maatregel te nemen om te verzekeren dat de kinderen die recht geven op kinderbijslag en een winstgevende activiteit uitoefenen gedurende het tweede kwartaal 2021, periode van de COVID 19-pandemie, of waaraan een sociale uitkering wordt toegekend die uit een dergelijke activiteit voortvloeit, hun recht op gezinsbijslag kunnen behouden, onafhankelijk van de wettelijke begrenzingen die gewoonlijk van toepassing zijn;
Gelet op het advies 69.418 van de Raad van State, gegeven op 20 mei 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voordracht van de Leden van het Verenigd College bevoegd voor de Gezinsbijslagen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De begrenzingen bedoeld in de volgende bepalingen, waarboven de uitoefening van een winstgevende activiteit of het genot van een sociale uitkering de toekenning van de kinderbijslag schorst ten gunste van het rechtgevend kind, zijn niet van toepassing ten aanzien van de activiteiten uitgeoefend gedurende het tweede kwartaal 2021 noch ten aanzien van de sociale uitkeringen die daaruit voortvloeien: 1° artikel 12, §§ 1 en 2, eerste lid, van het besluit van 9 juli 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van kinderen die lessen volgen of een opleiding doorlopen;2° artikelen 2 en 3, eerste lid, van het besluit van 9 juli 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten voordele van kinderen die verbonden zijn door een leerovereenkomst;3° artikel 2, §§ 1 en 2, eerste lid, van het besluit van 9 juli 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat een eindverhandeling voor hogere studies voorbereidt;4° artikel 2, §§ 1 en 2, eerste lid, van het besluit van 9 juli 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten voordele van de kinderen die een stage volgen om in een ambt te kunnen worden benoemd;5° artikel 2, §§ 1 en 2, eerste lid, van het besluit van 24 oktober 2019 van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de kinderbijslag voor jongeren ingeschreven als werkzoekende;6° artikel 12, eerste lid, 3° en 4°, van het koninklijk besluit van 3 mei 1991 tot uitvoering van de artikelen 47, 56septies en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders en van artikel 96 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2021.
Art. 3.De leden van het Verenigd College bevoegd voor de Gezinsbijslagen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 juni 2021.
Voor het Verenigd College : De Leden ven het Verenigd College bevoegd voor de Gezinsbijslagen, B. CLERFAYT S. GATZ .