Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 20 januari 2010
gepubliceerd op 11 maart 2010

Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van de Directeurs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschaps-commissie van Brussel-Hoofdstad

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2010031078
pub.
11/03/2010
prom.
20/01/2010
ELI
eli/besluit/2010/01/20/2010031078/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


20 JANUARI 2010. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van de Directeurs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschaps-commissie van Brussel-Hoofdstad


De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt, Gelet op het besluit van het Verenigd College van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, de artikelen 9, 39, 4°, en 40;

Op de voordracht van de Leidend Ambtenaar en de Adjunct-Leidend Ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, Besluiten : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.De functiebeschrijvingen van de Directeurs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de daaruit voortvloeiende profielvereisten worden bij dit besluit bepaald. HOOFDSTUK II. - Directeur van de Algemene diensten Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 2.De Directeur van de Algemene diensten, onverminderd de opdrachten en taken die hem worden toevertrouwd door het besluit van het Verenigd College van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, hierna genoemd « het besluit houdende het statuut » : 1° superviseert en coördineert de activiteiten van de in artikel 4, 1°, van het besluit houdende het statuut bedoelde diensten en zorgt voor de goede werking ervan;2° oefent het gezag uit over de attachés van de onder 1° bedoelde diensten;hij staat hun verloven en afwezigheden toe; 3° neemt de verantwoordelijkheid op op het vlak van kwaliteit en termijn voor het door de onder 1° bedoelde Diensten uitgevoerd werk;4° verzekert het administratieve beheer van het personeel van de Diensten van het Verenigd College;5° verzekert de opvolging van de door het SELOR georganiseerde vergelijkende selectieproeven en taalexamens;6° verzekert de planning en het beheer van de vorming van het personeel van de Diensten van het Verenigd College;7° beheert de loopbaan van het personeel van de Diensten van het Verenigd College;8° concipieert en implementeert de evaluatiemiddelen van het personeel van de Diensten van het Verenigd College;9° verzekert de contacten met de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 3.De ambtenaar van rang A1 die zich kandidaat stelt voor de betrekking van Directeur van de Algemene Diensten dient houder te zijn van een brevet in personeelsbeleid, behalve indien hij in het bezit is van een universitair diploma.

In dit geval, dient hij in het bezit te zijn van één van de diploma's die toegang verlenen tot de graden van rang A 1, bedoeld in het ministerieel besluit van 20 januari 2010 tot vaststelling van de functiebeschrijving van de attachés, geneesheren en ingenieur bij de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad.

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 4.De ambtenaar van rang A1 die zich kandidaat stelt voor de betrekking van Directeur van de Algemene Diensten dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot onderhandelen en samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren of doen uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de directie : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken;6° leidinggevende vaardigheden. HOOFDSTUK III. - Directeur voor de Gezondheidszorg Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 5.De Directeur voor de Gezondheidszorg : 1° superviseert en coördineert de activiteiten van zijn Directie en zorgt voor de goede werking ervan;2° oefent het gezag uit over het personeel van zijn Directie;hij staat de verloven en afwezigheden toe aan dit personeel; 3° neemt de verantwoordelijkheid op op het vlak van kwaliteit en termijn voor het door zijn Directie uitgevoerd werk;4° past de wetgevingen en de reglementeringen toe in het kader van de zorgverstrekking binnen en buiten de ziekenhuizen, de gezondheidsopvoeding en de preventieve geneeskunde, door : a) het analyseren van de verslagen van de inspectiebezoeken en de administratieve uitvoering ervan;b) de programmatie- en erkenningsdossiers samen te stellen, ter voorlegging aan het advies van de Commissie voor Gezondheidszorg en de Afdeling voor instellingen en diensten voor bejaarden van de

Adviesraad, opgericht bij de ordonnanties betreffende de Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gecoördineerd op 19 februari 2009, hierna genoemd « de gecoördineerde ordonnanties »;c) de programmatie- en erkenningsdossiers samen te stellen, ter ondertekenning van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid;d) de voorontwerpen van ordonnantie, besluit van het Verenigd College en ministerieel besluit betreffende de onder c) bedoelde materies voor te bereiden;e) de vragen om inlichtingen of advies, de ontwerpen van antwoord op parlementaire vragen of ontwerpen van brief betreffende de onder c) bedoelde materies te behandelen;5° superviseert de behandeling van de dossiers betreffende de sociale ziekten;6° verzekert de contacten met de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, en, in voorkomend geval, met de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen;7° neemt deel aan de vergaderingen van de afdelingen en het bureau van de onder 4°, b), bedoelde Commissie voor Gezondheidszorg en stelt de notulen ervan op;8° neemt deel aan alle vergaderingen die betrekking hebben op de bevoegdheden van zijn Directie, en onder meer de vergaderingen met de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, met de Federale of Gefedereerde overheden of in de commissies of plenaire vergaderingen van de Verenigde Vergadering. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 6.De ambtenaar van rang A1 die zich kandidaat stelt voor de betrekking van Directeur voor de Gezondheidszorg dient in het bezit te zijn van een diploma van licenciaat/master in de rechten, van licentiaat/master in de gezondheidswetenschappen, van licentiaat/master in de medisch-sociale wetenschappen of van licentiaat/master in de ziekenhuiswetenschappen.

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 7.De ambtenaar van rang A1 die zich kandidaat stelt voor de betrekking van Directeur voor de Gezondheidszorg dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot onderhandelen en samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren of doen uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de directie : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken;6° leidinggevende vaardigheden. HOOFDSTUK IV. - Directeur voor de Welzijnszorg Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 8.De Directeur voor de Welzijnszorg : 1° superviseert en coördineert de activiteiten van zijn Directie en zorgt voor de goede werking ervan;2° oefent het gezag uit over het personeel van zijn Directie;hij staat de verloven en afwezigheden toe aan dit personeel; 3° neemt de verantwoordelijkheid op op het vlak van kwaliteit en termijn voor het door zijn Directie uitgevoerd werk;4° past de wetgevingen en de reglementeringen toe, in het kader van het beleid inzake bijstand aan personen, door : a) het analyseren van de verslagen van de inspectiebezoeken en de administratieve uitvoering ervan;b) de programmatie- en erkenningsdossiers samen te stellen, ter voorlegging aan het advies van de Commissie voor Welzijnszorg van de Adviesraad, opgericht bij de gecoördineerde ordonnanties;c) de programmatie- en erkenningsdossiers samen te stellen, ter ondertekening van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen;d) de voorontwerpen van ordonnantie, besluit van het Verenigd College en ministerieel besluit betreffende de onder c) bedoelde materies voor te bereiden;e) de vragen om inlichtingen of advies, de ontwerpen van antwoord op parlementaire vragen of ontwerpen van brief betreffende de onder c) bedoelde materies te behandelen;5° verzekert de contacten met de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen;6° neemt deel aan de vergaderingen van de afdelingen en het bureau van de onder 4°, b), bedoelde Commissie voor Welzijnszorg en stelt de notulen ervan op;7° neemt deel aan alle vergaderingen die betrekking hebben op de bevoegdheden van zijn Directie, namelijk vergaderingen met de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, met de Federale of Gefedereerde overheden of in de commissies of plenaire vergaderingen van de Verenigde Vergadering. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 9.De ambtenaar van rang A1 die zich kandidaat stelt voor de betrekking van Directeur voor de Welzijnszorg dient in het bezit te zijn van een diploma van licentiaat/master in de rechten, van licentiaat/master in de politieke wetenschappen, van licentiaat/master in de sociologie of van licentiaat/master in de sociale wetenschappen.

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 10.De ambtenaar van rang A1 die zich kandidaat stelt voor de betrekking van Directeur voor de Welzijnszorg dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot onderhandelen en samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren of doen uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de directie : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken;6° leidinggevende vaardigheden. HOOFDSTUK V. - Directeur voor de Boekhouding en de Begroting Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 11.De Directeur van de Boekhouding en de Begroting : 1° superviseert en coördineert de activiteiten van zijn Directie en zorgt voor de goede werking ervan;2° oefent het gezag uit over het personeel van zijn Directie;hij staat de verloven en afwezigheden toe aan dit personeel; 3° neemt de verantwoordelijkheid op op het vlak van kwaliteit en termijn voor het door zijn Directie uitgevoerd werk;4° coördineert de voorbereiding en de uitvoering van de begrotingen. Met dit doel : a) stelt hij budgettaire vooruitzichten op;b) bereidt hij de vastleggingen voor en volgt deze op, met inachtneming van de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;c) bereidt hij de ordonnanties tot uitbetaling voor en volgt deze op, met inachtneming van de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;5° superviseert de berekening van de voorschotten en van de eindafrekeningen van de werkingstoelagen uitgekeerd aan de centra en diensten erkend door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, en door de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen;6° stelt de algemene rekeningen van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie op;7° beheert de Thesaurie, onder het gezag van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting;8° verzekert de contacten met de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, de Inspectie van Financiën, het Rekenhof en de Bankier van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;9° neemt deel aan alle vergaderingen die betrekking hebben op de bevoegdheden van zijn Directie, namelijk vergaderingen met de Leden van het Verenigd College of in de commissies of plenaire vergaderingen van de Verenigde Vergadering. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 12.De ambtenaar van rang A1 die zich kandidaat stelt voor de betrekking van Directeur voor de Boekhouding en de Begroting dient in het bezit te zijn van een diploma van licentiaat/master in de rechten, van licentiaat/master in de economische en handelswetenschappen, van licentiaat/master in de handelswetenschappen of van licentiaat/master in de politieke en bestuurswetenschappen.

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 13.De ambtenaar van rang A1 die zich kandidaat stelt voor de betrekking van Directeur voor de Boekhouding en de Begroting dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot onderhandelen en samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren of doen uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de directie : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken;6° leidinggevende vaardigheden. HOOFDSTUK VI. - Directeur van de diensten voor ondersteuning van de besluitvorming Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 14.De Directeur van de diensten voor ondersteuning van de besluitvorming superviseert en coördineert de activiteiten van de in artikel 4, 5°, van het besluit houdende het statuut, door : 1° wat betreft de Inspectiedienst : a) het analyseren van de verslagen van de inspectiebezoeken en het doorzenden ervan aan de betrokken Directies, zo nodig, vergezeld van de aangepaste informaties en commentaren;b) het analyseren van de verslagen en evaluaties van de dossiers voor werken in ziekenhuizen en medisch-sociale inrichtingen en het doorzenden ervan aan de betrokken Directies, zo nodig, vergezeld van de aangepaste informaties en commentaren;c) het stimuleren van een adviserende functie bij de betrokken inrichtingen, centra en diensten;2° wat betreft de Dienst Infrastructuur : a) het controleren van de door de Dienst uitgevoerde analyse van de technische dossiers inzake bouw- en verbouwingswerken van ziekenhuizen en medisch-sociale inrichtingen, in hun verschillende voortgangsstadia;b) het controleren van de aanwending van de vastleggingskredieten in het kader van de investeringsbudgetten;c) het leggen van contacten met de bouwheren, de architecten en de studiebureaus;d) het stimuleren van een adviserende functie bij de betrokken inrichtingen, centra en diensten, namelijk door het opstellen van technische en technisch-economische referentieratio's. Bovendien oefent de Directeur van de diensten voor ondersteuning van de besluitvorming het gezag uit over het personeel van de onder het eerste lid bedoelde diensten; hij staat de verloven en afwezigheden toe aan dit personeel. Hij neemt eveneens de verantwoordelijkheid op op het vlak van kwaliteit en termijn voor het door die diensten uitgevoerd werk. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 15.De ambtenaar van rang A1 die zich kandidaat stelt voor de betrekking van Directeur van de diensten voor ondersteuning van de besluitvorming dient houder te zijn van een brevet in personeelsbeleid, behalve indien hij in het bezit is van een universitair diploma.

In dit geval, dient hij in het bezit te zijn van één van de diploma's die toegang verlenen tot de graden van rang A 1, bedoeld in het ministerieel besluit van 20 januari 2010 tot vaststelling van de functiebeschrijving van de attachés, geneesheren en ingenieur bij de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad.

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 16.De ambtenaar van rang A1 die zich kandidaat stelt voor de betrekking van Directeur van de diensten voor ondersteuning van de besluitvorming dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot onderhandelen en samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren of doen uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de directie : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken;6° leidinggevende vaardigheden. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 17.Onverminderd de bepalingen van artikel 2 van het ministerieel besluit van 11 juni 2009 tot vaststelling van het organogram van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, wordt één der door dit besluit bedoelde Directies door de Adjunct-Leidend Ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad waargenomen.

Art. 18.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 19.De Leidend Ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 januari 2010.

B. GROUWELS

^