Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 20 januari 2010
gepubliceerd op 11 maart 2010

Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van de assistenten bij de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad

bron
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie van brussel-hoofdstad
numac
2010031076
pub.
11/03/2010
prom.
20/01/2010
ELI
eli/besluit/2010/01/20/2010031076/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD


20 JANUARI 2010. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van de assistenten bij de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad


De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Openbaar Ambt, Gelet op het besluit van het Verenigd College van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, de artikelen 9, 39, 4°, en 40;

Op de voordracht van de Directieraad van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, Besluiten : TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De functiebeschrijvingen van assistent bij de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en de daaruit voortvloeiende profielvereisten worden bij dit besluit bepaald.

Art. 2.Overeenkomstig het ministerieel besluit van 11 juni 2009Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 11/06/2009 pub. 14/01/2010 numac 2010200063 bron waalse overheidsdienst Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma's 02 en 31 van organisatieafdeling 16 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2009 type ministerieel besluit prom. 11/06/2009 pub. 14/01/2010 numac 2010200062 bron waalse overheidsdienst Ministerieel besluit houdende overdracht van kredieten tussen programma 02 van organisatieafdeling 18 en programma 01 van organisatieafdeling 32 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2009 sluiten tot vaststelling van het organogram van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, worden binnen de Diensten van het Verenigd College de betrekkingen van assistent verdeeld als volgt : 1° Directie van de Algemene diensten : a) Dienst voor personeelsbeleid .. . . . . 1 b) Dienst Economaat en Informatica .. . . . 1 c) Taaldienst .. . . . . . . . . . . . . . 1 2° Directie Gezondheidszorg .. . . . . . . . 1 3° Directie Welzijnszorg .. . . . . . . . . 1 4° Directie Boekhouding en Begroting.. . . . 1 5° Directie van de diensten voor ondersteuning van de besluitvorming : Inspectiedient .. . . . 8 6° Observatorium voor Gezondheid en Welzijn .. . . . 1 TITEL II. - Assistenten bij de Directie van de Algemene diensten HOOFDSTUK I. - Dienst voor personeelsbeleid Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 3.De assistent bij de Dienst voor personeelsbeleid : 1° staat de attaché van de Dienst bij voor het dagelijkse administratief beheer van de dossiers van het personeel van de Diensten van het Verenigd College;2° staat de attaché van de Dienst bij voor het beheer van de administratieve en geldelijke loopbanen van het personeel van de Diensten van het Verenigd College. In dit kader, voert hij onder meer de contacten met de centrale dienst der vaste uitgaven van de FOD Financiën; 3° staat de attaché van de Dienst bij voor zijn contacten met de personeelsleden van de Diensten van het Verenigd College;4° stelt de nodige brieven op betreffende de onder 1° en 2° bedoelde taken. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 4.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de Dienst voor personeelsbeleid dient in het bezit te zijn van een diploma van graduaat/bachelor « maatschappelijk assistent » of van graduaat/bachelor in de arbeidswetenschappen.

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 5.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de Dienst voor personeelsbeleid dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van zijn dienst : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken. HOOFDSTUK II. - Dienst Economaat en Informatica Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 6.De assistent bij de Dienst Economaat en Informatica : 1° beheert dagelijks, onder het toezicht van de attaché van de Dienst, de voorraden, de bestellingen en de facturen, in verband met de noden van het personeel van de Diensten van het Verenigd College;2° stelt, onder het toezicht van de attaché, de bestelbons en de dienstenovereenkomsten op voor de gebouwen en de materialen van de Diensten van het Verenigd College;3° houdt, onder het toezicht van de attaché, de inventaris bij van de roerende en onroerende goederen alsmede het gebruik van de begroting bestemd voor de werkingskosten van de Diensten van het Verenigd College;4° stelt de nodige brieven op voor de uitvoering van de onder 1° tot 3° bedoelde taken. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 7.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de dienst Economaat en Informatica dient in het bezit te zijn van een diploma van graduaat/bachelor « directiesecretariaat » of van graduaat/bachelor in de bestuurswetenschappen.

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 8.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de dienst Economaat en Informatica dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren of doen uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de dienst : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken. HOOFDSTUK III. - Taaldienst Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 9.De assistent bij de Taaldienst gaat, onder het toezicht van de attaché van de Dienst, over tot de vertaling, bij voorrang naar zijn moedertaal, van de voorontwerpen van ordonnantie, besluit van het Verenigd College, ministerieel besluit en omzendbrief alsmede van de notulen van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg, opgericht bij de ordonnanties betreffende de Adviesraad voor gezondheids- en welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gecoördineerd op 19 februari 2009, hierna genoemd « de gecoördineerde ordonnanties », en van alle briefwisselingen uitgaande van de in artikel 4 van het besluit van het Verenigd College van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, bedoelde Directies en Diensten. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 10.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de Taaldienst dient in het bezit te zijn van een diploma van graduaat/bachelor « vertaler » of « tolk ».

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 11.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de Taaldienst dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de dienst : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken. TITEL III. - Assistent bij de Directie voor de Gezondheidszorg Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 12.De assistent bij de Directie voor de Gezondheidszorg : 1° analyseert en behandelt, onder het toezicht van de attachés van de Directie, de dossiers betreffende de programmering en de erkenning van de : a) bicommunautaire algemene, chronische en psychiatrische ziekenhuizen;b) bicommunautaire rust- en verzorgingstehuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen;c) bicommunautaire initiatieven voor beschut wonen;d) bicommunautaire diensten voor geestelijke gezondheidszorg;e) bicommunautaire dagverzorgingscentra;f) bicommunautaire diensten voor thuiszorg.2° bereidt, onder het toezicht van de attachés van de Directie en op basis van de door de onder 1° bedoelde inrichtingen ingediende aanvragen en van de door de inspectiedienst opgestelde verslagen, de dossiers voor die aan het advies van de bevoegde afdeling van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg, opgericht bij de gecoördineerde ordonnanties, dienen te worden voorgelegd alsmede de ontwerpen van ministeriële beslissingen houdende vergunning tot ingebruikneming en exploitatie en vergunning voor werken (programmering), voorlopige of definitieve erkenning, intrekking of weigering van erkenning, die ter ondertekening van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, dienen te worden voorgelegd;3° neemt deel aan de voorbereiding van vergaderingen, zoals de ontmoetingen met de directies van de onder 1° bedoelde inrichtingen, de interministeriële vergaderingen inzake ziekenhuisbeleid of internationale betrekkingen, de interkabinetsvergaderingen voor Gezondheidszorg of de vergaderingen van de afdelingen en bureau van de Commissie voor Gezondheidszorg van de onder 2° bedoelde Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;4° stelt de nodige brieven op voor de uitvoering van de onder 1° tot 3° bedoelde taken. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 13.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de Directie voor Gezondheidszorg dient in het bezit te zijn van een diploma van graduaat/bachelor « directiesecretariaat » of « medisch secretariaat ».

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 14.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de Directie voor de Gezondheidszorg dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de directie : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken. TITEL IV Assistent bij de Directie voor de Welzijnszorg Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 15.De assistent bij de Directie voor de Welzijnszorg : 1° analyseert en behandelt, onder het toezicht van de attachés van de Directie, de dossiers betreffende de programmering de erkenning en de financiële toestand van de : a) bicommunautaire woningen voor bejaarden, service-residenties en residentiële gebouwen, rusthuizen, centra voor dagopvang, kortverblijven en centra voor nachtopvang;b) bicommunautaire diensten voor thuiszorg (hulp);c) bicommunautaire centra voor algemeen welzijnswerk;d) bicommunautaire centra en diensten voor volwassenen in moeilijkheden;e) bicommunautaire centra en diensten voor personen met een handicap;f) bicommunautaire diensten voor schuldbemiddeling;2° bereidt, onder het toezicht van de attachés van de Directie en op basis van de door de onder 1° bedoelde inrichtingen ingediende aanvragen en van de door de inspectiedienst opgestelde verslagen, de dossiers houdende eventuele programmering en erkenning voor die aan het advies van de bevoegde afdeling van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg, opgericht bij de gecoördineerde ordonnanties, dienen te worden voorgelegd alsmede de ontwerpen van ministeriële beslissingen houdende vergunning tot ingebruikneming en exploitatie en vergunning voor werken (programmering), voorlopige of definitieve erkenning, intrekking of weigering van erkenning, die ter ondertekening van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, dienen te worden voorgelegd;3° analyseert de begrotingen en rekeningen van de onder 1° bedoelde inrichtingen;4° analyseert en behandelt de dossiers tot aanvraag van een belastingvrijstelling en bereidt de desbetreffende ontwerpen van ministeriële beslissing voor die ter ondertekening van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, dienen te worden voorgelegd;5° neemt deel aan de voorbereiding van vergaderingen, zoals de ontmoetingen met de directies van de onder 1° bedoelde inrichtingen, de interministeriële vergaderingen inzake Bijstand aan personen of intenationale betrekkingen, de interkabinetsvergaderingen voor Bijstand aan personen of de vergaderingen van de afdelingen en bureau van de Commissie voor Welzijnszorg van de onder 2° bedoelde Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;6° stelt de nodige brieven op voor de uitvoering van de onder 1° tot 4° bedoelde taken. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 16.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de Directie voor de Welzijnszorg dient te beschikken over een diploma van graduaat/bachelor « directiesecretariaat » of « boekhouding ».

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 17.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de Directie voor de Welzijnszorg dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de directie : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken. TITEL V. - Assistent bij de Directie voor de Boekhouding en de Begroting Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 18.De assistent bij de Directie voor de Boekhouding en de Begroting : 1° verzekert dagelijks, onder het toezicht van de attachés van de Directie, het administratieve beheer van de vastleggingen van de uitgaven, met inachtneming van de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;2° verzekert dagelijks, onder het toezicht van de attachés van de Directie, het administratieve beheer van de ordonnanties tot uitbetaling, met inachtneming van de ordonnantie van 21 november 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie;3° legt de onder 1° en 2° bedoelde dossiers voor aan de ordonnateur, de controleur van de vastleggingen en de vereffeningen, de boekhouder en de rekenplichtigen;4° stelt de nodige brieven op voor de uitvoering van de onder 1° en 2° bedoelde taken;5° staat de Directeur voor de Boekhouding en de Begroting en de attachés van de Directie bij voor de vergaderingen met de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, de Inspectie van Financiën, het Rekenhof en de Bankier van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 19.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de Directie voor de Boekhouding en de Begroting dient in het bezit te zijn van een diploma van graduaat/bachelor « boekhouding » of van graduaat/bachelor in handels- en financiële wetenschappen.

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 20.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij de Directie voor de Boekhouding en de Begroting dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de directie : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken. TITEL VI. - Assistenten bij de Directie van de diensten voor ondersteuning van de besluitvorming. - Inspectiedienst Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 21.De assistenten bij de Inspectiedienst, rekening houdend met de in artikel 22 vereiste kennissen en onverminderd het tweede lid van dit artikel : 1° voeren inspecties uit in, naar gelang van het geval, de : a) bicommunautaire algemene, chronische en psychiatrische ziekenhuizen (nursing);b) bicommunautaire woningen voor bejaarden, service-residenties en residentiële gebouwen, centra voor dagopvang, rusthuizen, rust- en verzorgingstehuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen;c) bicommunautaire initiatieven voor beschut wonen;d) bicommunautaire diensten voor geestelijke gezondheidszorg;e) bicommunautaire dagverzorgingscentra;f) bicommunautaire diensten voor thuiszorg;g) bicommunautaire diensten voor thuiszorg (hulp);h) bicommunautaire centra voor algemeen welzijnswerk;i) bicommunautaire centra en diensten voor volwassenen in moeilijkheden;j) bicommunautaire centra en diensten voor personen met een handicap.2° controleren, bij deze aangelegenheden, het naleven van de programmatiecriteria, de erkenningsnormen en de normen voor hygiëne die worden getoest aan de bestaande federale en gemeenschapswetgevingen en reglementeringen toepasselijk op de onder 1° bedoelde inrichtingen;3° stellen verslagen op, ingevolge de onder 1° en 2° bedoelde inspecties, bestemd voor de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg, opgericht bij de gecoördineerde ordonnanties, en voor de bevoegde overheden;4° in het kader van de onder 1° en 2° bedoelde inspecties, stellen de voorkomende overtredingen aan de federale en gemeenschapswetgevingen en reglementeringen vast in processen-verbaal die bewijskracht hebben behoudens tegenbewijs;5° oefenen een adviserende functie uit bij de onder 1° bedoelde inrichtingen;6° wonen de vergaderingen van de afdelingen van de bij de gecoördineerde ordonnanties opgerichte Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg bij en stellen, bij deze aangelegenheden, hun inspectieverslagen voor;7° nemen deel aan vergaderingen, zoals de ontmoetingen met de directies van de onder 1° bedoelde inrichtingen, en met de kabinetten van de Leden van het Verenigd College. Eén der assistenten bij de Inspectiedienst is aangesteld bij de inspectie voor hygiëne. Zijn functie bestaat onder meer uit : 1° het ontvangen en analyseren, onder het toezicht van de geneesheer-gezondheidsinspecteur, van de aangiften van de overdraagbare ziekten, overeenkomstig artikel 12, § 3, van de ordonnantie van 19 juli 2007 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid;2° het inspecteren, samen met de geneesheer-gezondheidsinspecteur, van alle plaatsen en ruimten waar een mogelijke besmettingsbron werd vastgesteld of wordt vermoed;3° het opstellen van verslagen of adviezen ter attentie van zijn hiërarchie of van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid;4° het deelnemen aan de vergaderingen van de afdeling preventieve gezondheidszorg van de Commissie voor Gezondheidszorg van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, opgericht bij de gecoördineerde ordonnanties;5° het deelnemen aan vergaderingen die betrekking hebben op zijn bevoegdheden, namelijk vergaderingen met de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, met de Federale of Gefedereerde overheden of in de Commissies van de Verenigde Vergadering alsmede met betrokken actoren;6° het beantwoorden van alle vragen om inlichtingen die betrekking hebben op zijn bevoegdheden;7° het opstellen van de nodige brieven voor de uitvoering van zijn taken. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 22.De kandidaat voor de betrekkingen van assistent bij de Inspectiedienst dient houder te zijn van een diploma van : 1° voor vijf van de betrekkingen : gegradueerd verpleger/bachelor in de verpleegkunde, professionele bachelor of vroedvrouw;2° voor drie van de betrekkingen : graduaat/bachelor « maatschappelijk assistent ». Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 23.De kandidaat voor de betrekkingen van assistent bij de Inspectiedienst moet : 1° de bekwaamheid tot samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de dienst : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en vaststellen welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken. TITEL VII. - Assistent bij het Observatorium van Gezondheid en Welzijn Afdeling 1. - Functiebeschrijving

Art. 24.De assistent bij het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn : 1° beheert dagelijks de bestellingen en facturen, in verband met de noden van de dienst;2° stelt de bestelbons en dienstenovereenkomsten voor de dienst op;3° beheert en organiseert de vergaderingen, publicaties en archieven van de dienst;4° stelt de nodige brieven op voor de uitvoering van de onder 1° tot 3° bedoelde taken. Afdeling 2. - Vereiste kwalificaties

Onderafdeling 1. - Kennissen

Art. 25.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn dient in het bezit te zijn van een diploma van graduaat/bachelor « directiesecretariaat » of « medisch secretariaat ».

Onderafdeling 2. - Vaardigheden

Art. 26.De kandidaat voor de betrekking van assistent bij het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn dient te beschikken over : 1° de bekwaamheid tot samenwerken;2° de bekwaamheid om, met de ter beschikking gestelde middelen, de bij de wettelijke en reglementaire bepalingen of door zijn hiërarchie opgelegde opdrachten en taken uit te voeren of doen uit te voeren;3° de bekwaamheid tot plannen van de werkzaamheden van de dienst : op efficiënte wijze prioriteiten bepalen en aangeven welke acties nodig zijn om de gestelde doelen op korte en lange termijn te realiseren;4° besluitvaardigheid : zich eenduidig kunnen uitspreken en zelfstandig beslissingen kunnen nemen;5° de bekwaamheid om zich mondeling uit te drukken op een vlotte en gestructureerde manier alsook over zeer goede redactionele eigenschappen beschikken. TITEL VIII. - Slotbepalingen

Art. 27.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 28.De Leidend Ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 januari 2010.

B. GROUWELS

^