gepubliceerd op 23 december 1997
Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot invoering van een moratorium op de opening van nieuwe bedden in de rusthuizen
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD
17 JULI 1997. Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot invoering van een moratorium op de opening van nieuwe bedden in de rusthuizen
Het Verenigd College, Gelet op de ordonnantie van 20 februari 1992 betreffende inrichtingen die bejaarden huisvesten, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op het besluit van het Verenigd College van 7 oktober 1993 tot vaststelling van de procedure betreffende de voorlopige werkingsvergunning, de erkenning, de weigering en de intrekking van de erkenning en de sluiting van de inrichtingen die bejaarden huisvesten, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het protocol gesloten op 9 juni 1997 tussen de Federale regering en de overheden bedoeld in de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet over het te voeren ouderenzorgbeleid, hierna "het protocol" genoemd;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid hierdoor gerechtvaardigd is dat in de elementen moet worden voorzien die toelaten het in artikel 6 van voornoemd protocol vastgestelde moratorium na te leven, onverminderd het recht van de beheerders zich te beroepen op de toekenningsmodaliteiten van een erkenning onder de in hetzelfde artikel vastgestelde voorwaarden;
Op de voordracht van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor de Bijstand aan Personen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.§ 1. De leden van het Verenigd College spreken zich niet meer uit over een nieuwe aanvraag tot voorlopige werkingsvergunning, behalve in geval van eenzelfde vermindering van het aantal bedden. § 2. Onverminderd de bepalingen van § 1 kunnen de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen, beslissen een voorlopige werkingsvergunning te verlenen in de volgende gevallen : 1° wanneer het plan tot opening van een nieuw rusthuis aan de diensten van het Verenigd College vóór de datum van ondertekening van het protocol werd betekend;2° wanneer het plan tot uitbreiding van het aantal bedden van een erkend rusthuis of van een rusthuis waaraan een voorlopige werkingsvergunning vóór de datum van ondertekening van het protocol werd verleend, vóór diezelfde datum aan de diensten van het Verenigd College werd betekend;3° wanneer de voorlopige werkingsvergunning de omzetting van een instelling van een vennootschapsvorm in een andere, of van een instelling beheerd door een natuurlijk persoon in een instelling beheerd door een vennootschap betreft, zolang de genoemde omzetting niet met een overname van de instelling kan worden gelijkgesteld.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Dit besluit is geldig tot 30 juni 1998 en wordt nadien automatisch hernieuwd voor een nieuw kalenderjaar, zolang de geïntegreerde programmatie van de woongelegenheden voor rusthuizen en van rust- en verzorgingstehuisbedden niet tot stand is gekomen.
Art. 4.De leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juli 1997.
Het lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, R. GRIJP