gepubliceerd op 22 oktober 1997
Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van 21 oktober 1993 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de diensten voor hulpverlening bij "Activiteiten in het dagelijks leven" moeten voldoen
17 JULI 1997. Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van 21 oktober 1993 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de diensten voor hulpverlening bij "Activiteiten in het dagelijks leven" moeten voldoen
Het Verenigd College, Gelet op het Koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot oprichting van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten, inzonderheid op artikel 16quinquies, ingevoegd bij ordonnantie van 16 mei 1991;
Gelet op het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 oktober 1993 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de diensten voor hulpverlening bij "Activiteiten in het dagelijks leven" moeten voldoen;
Gelet op het advies van de afdeling instellingen en diensten voor gehandicapte personen van de Commissie voor Welzijnszorg van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gegeven op 16 december 1996;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de diensten voor hulpverlening bij "Activiteiten in het dagelijks leven" zonder verwijl minder geschoold personeel, dat een aan de begunstigden van deze diensten aangepaste opleiding heeft gevolgd, moeten kunnen aanwerven om hun werking te optimaliseren;
Op voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Bijstand aan personen, Besluit :
Artikel 1.Artikel 4, tweede lid, van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 21 oktober 1993 tot vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de diensten voor hulpverlening bij "Activiteiten in het dagelijks leven" moeten voldoen, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het team bestaat uit een coördinator en assistenten voor activiteiten in het dagelijks leven met minstens een opleiding van bejaarden- of gezinshulp, of houder van een diploma van het basisonderwijs op voorwaarde dat hij een specifieke opleiding betreffende lichamelijk gehandicapten gevolgd en beëindigd heeft uiterlijk op 30 juni 1997. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekend gemaakt.
Art. 3.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor Bijstand aan personen, worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juli 1997.
Het Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Beleid inzake Bijstand aan Personen, R. GRIJP