Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 25 oktober 2007
gepubliceerd op 16 oktober 2008

Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen, gewijzigd door de besluiten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001, 20 december 2001, 4 september 2003 en 14 juli 2005

bron
college van de franse gemeenschapscommissie
numac
2008031510
pub.
16/10/2008
prom.
25/10/2007
ELI
eli/besluit/2007/10/25/2008031510/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 OKTOBER 2007. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen, gewijzigd door de besluiten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001, 20 december 2001, 4 september 2003 en 14 juli 2005


Het College, Gelet op het decreet van de vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen, inzonderheid op artikel 3, 4°, 5°, 6°, 7°, 8° en 12°, en op artikel 7, § 2;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen, gewijzigd door de besluiten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001, 20 december 2001, 4 september 2003 en 14 juli 2005;

Gelet op het advies van de afdeling « Hébergement » van de « Conseil consultatif bruxellois francophone de l'Aide aux Personnes et de la Santé », gegeven op 31 mei 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 juli 2007;

Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met Begroting, gegeven op 9 juli 2007;

Gelet op de beraadslaging van het College over de aanvraag van het door de Raad van State te verstrekken advies binnen een periode die een maand niet overschrijdt;

Gelet op het advies 43.522/2/V van de Raad van State, gegeven op 27 augustus 2007, in toepassing van artikel 84, § 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat verschillende aanpassingen dienen aangebracht aan bovengenoemd besluit van 20 juli 2000 om in te gaan op verschillende problemen bij de uitvoering ervan, met name inzake subsidiëring voor werkingskosten, financiële bijdragen en beheer van de goederen van de begunstigden;

Op voordracht van het Lid van het College belast met Sociale Acties en het Gezin, Besluit :

Artikel 1.Onderhavig besluit regelt een in artikel 128 van de Grondwet bedoelde materie krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 5 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen wordt punt 9 vervangen door de volgende bepaling : « 9° een document dat aantoont dat het tehuis een verzekering inzake burgerlijke aansprakelijkheid heeft afgesloten, een verzekering inzake objectieve burgerlijke aansprakelijkheid, evenals een verzekering die het risico « brand » dekt, en de kwitanties die de betaling van de desbetreffende premies aantonen ».

In hetzelfde artikel wordt punt 10° vervangen door de volgende bepaling : « Een attest met betrekking tot de brandveiligheid afgeleverd door de Burgemeester, op basis van een verslag van de brandweer dat dateert van minder dan een jaar voor de indiening van de aanvraag, en in elk geval dateert van na alle door het gebouw ondergane verbouwingswerken, dat de exploitatie van het opvangtehuis toestaat. »

Art. 3.In artikel 6 van hetzelfde besluit, waarvan de huidige tekst § 3 wordt, worden de volgende paragrafen ingevoegd : « § 1. Het collectief project bepaalt het geheel van de door het opvangtehuis bepaalde doelstellingen en middelen voor de vervulling van zijn opdrachten. Het houdt rekening met de sociale en economische omgeving van het opvangtehuis.

Indien het collectief project vrijwilligersactiviteiten voorziet die worden georganiseerd door het tehuis of door een verwante vereniging, dan dienen de volgende voorwaarden te worden vervuld : 1° deze activiteiten mogen geen beroepsbezigheid in de weg staan, studies of opleidingen, of stappen tot sociale herinschakeling of met betrekking tot de gezondheid en mogen de 4 dagen per week niet overschrijden;2° het collectief project heeft tot doel, de herinschakeling van de opgenomen personen in het sociaal en beroepsleven maximaal bevorderen;3° het inschakelingsproject en het reglement van inwendige orde worden aangepast in functie van de in de punten 1° en 2° uiteengezette beginselen. § 2. Het reglement van inwendige orde bepaalt de leefregels in het opvangtehuis en verduidelijkt met name de procedures inzake vertrek, bestraffing en uitsluiting. »

Art. 4.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 25.Het tehuis beschikt over een lokaal dat op slot kan of over een kast die op slot kan in een lokaal voorbehouden aan het personeel, voor het materieel van eerste hulp en de geneesmiddelen. »

Art. 5.In artikel 30, 3e lid van hetzelfde besluit worden de woorden « of in het tehuis dat de aanwezigheid 24 uur op 24 vervangt door een systeem van oproepbare wacht » ingevoegd tussen de woorden « is » en « moeten ».

Art. 6.De artikelen 36 tot 38 van hetzelfde besluit worden vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 36.§ 1. De begunstigde levert een financiële bijdrage tot de kosten van zijn verblijf in het tehuis. Deze financiële bijdrage wordt gevraagd door het tehuis dat onderdak verleent. Dit tehuis stelt de lijst vast van de diensten die door deze financiële bijdrage worden gedekt. Deze omvat tenminste : het onderkomen, evenals voor de tehuizen die het onderdak verlenen, het voedsel, de melk en de aangepaste voeding voor de kinderen. Het stelt tevens de lijst vast van de bijkomende diensten die aanleiding kunnen geven tot eventuele supplementen, evenals het bedrag van de eventuele waarborgen. Het tehuis dat enkel onderkomen verleent onder de vorm van een individuele of eengezinswoning, uitgerust met privaat sanitair en kookruimte, kan de storting vragen van een waarborg om eventuele schade te dekken. In dat geval wordt een boedelbeschrijving opgesteld bij de aankomst en het vertrek van de resident. De waarborg mag niet meer bedragen dan een financiële bijdrage voor twee maanden en kan in schijven worden gestort. De modaliteiten van storting en terugbetaling van deze waarborg, evenals de modaliteiten van terugbetaling van de herstellingskosten van opzettelijke schade worden bepaald in het reglement van inwendige orde van het tehuis. § 2. De dagprijs bedraagt maximum 20,00 euro per volwassene (maximum 12,00 euro per kind dat een ouder vergezelt), indien onderdak wordt verleend, en maximum 11,50 euro (maximum 7,00 euro per kind) in het tegengesteld geval.

De persoonlijke financiële bijdrage van de begunstigde mag niet meer bedragen dat twee derden van zijn dagelijkse inkomsten indien onderdak wordt verleend, en een derde van zijn daginkomsten in het tegengesteld geval.

In huizen van categorie 1, die enkel onderkomen verschaffen in individuele woningen die zijn uitgerust met privaat sanitair en kookruimte, kan de financiële bijdrage op 50 % worden gebracht van de inkomsten, lasten inbegrepen (water, gas, verwarming, elektriciteit).

Het bedrag van de dagprijs die wordt gevraagd door het tehuis, evenals de lijst van de door de dagprijs gedekte diensten, zijn opgenomen in het reglement van inwendige orde.

Het tehuis deelt binnen de vijftien dagen aan de bestuur de wijzigingen mee die zijn aangebracht aan de dagprijs. § 3. Onder inkomsten van de begunstigde verstaat men inkomsten uit werk, vervangingsinkomens, inkomsten uit vastgoed, het leefloon en sociale hulp.

Art. 37.§ 1. Het tehuis houdt voor elke begunstigde een individuele rekening bij. Deze maakt op gedetailleerde wijze melding van de ontvangsten en uitgaven, evenals van de leveringen en diensten die voor hem zijn verricht. Deze individuele rekening kan worden geraadpleegd door de begunstigde of zijn mandataris. Een gedetailleerde maandelijkse afrekening, vergezeld van alle bewijsstukken, stelt de balans tussen de verschuldigde sommen en de ontvangsten vast. Deze wordt ter beschikking gehouden van de begunstigde of zijn mandataris. Het geheel van de individuele rekeningen maakt het voorwerp uit van een bijzondere rekening in de globale boekhouding van het tehuis of van een eigen boekhouding. § 2. De verplichting tot storting van de inkomsten van de residenten op een rekening van het tehuis of het gedeeld budgetbeheer mogen niet systematisch zijn en moeten beantwoorden aan een noodzaak die geval per geval wordt beoordeeld;

Indien de inkomsten van de gehuisveste persoon rechtstreeks worden gestort aan het tehuis, dan staat dit hem het deel af dat hem toekomt overeenkomstig artikel 36, §§ 1 en 2, volgens de modaliteiten die zijn vastgelegd in het reglement van inwendige orde.

Art. 38.De modaliteiten voor de inning van de financiële bijdrage, evenals de modaliteiten voor de inning van eventuele schulden zijn vastgelegd in het reglement van inwendige orde.

Er kan anticipatief een provisie voor de lopende maand worden gevraagd. De provisies, evenals de inning van eventuele schulden moeten rekening houden met de inkomsten van de begunstigde en hem een minimale geldsom laten tot bevordering van zijn deelname aan het sociale leven. Dat minimum kan niet lager liggen dan 3,00 euro /dag voor een volwassene en 1,50 euro /dag voor een kind dat een ouder vergezelt. Desgevallend wordt een plan uitgewerkt voor de gespreide terugbetaling van de schulden. Men kan in geen geval al de inkomsten.

Van de begunstigde ontnemen. »

Art. 7.Artikel 46 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 46.§ 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, zijn de toegekende subsidies bestemd om te dekken : 1° de loonkosten van het in artikel 39 van onderhavig besluit bedoeld personeel;2° de supplementaire loonkosten voor nachtprestaties en prestaties tijdens weekeinden en op feestdagen van het personeel dat onontbeerlijk is voor de werking van het tehuis, volgens de in bijlage 7 bedoelde modaliteiten;3° de vergoedingen van de wachten die kunnen worden opgeroepen buiten de periodes van effectief onthaal;4° de kosten voor de voortgezette opleiding van het personeel;5° de werkingskosten. § 2. Het tehuis licht ten laatste op 31 januari het bestuur in over het gemiddeld bezettingspercentage tijdens het voorbije jaar. Dit wordt als volgt berekend : Gemiddeld bezettingspercentage = bezettingspercentage tijdens de twee voorbije volledige kalenderjaren/2.

Het tehuis van categorie 2 of 3 geeft bovendien het gemiddeld percentage van de overnachtingen van kinderen op dat als volgt wordt berekend : gemiddeld percentage overnachtingen kinderen = aantal overnachtingen van kinderen die hun ouder(s) vergezellen tijdens de twee voorbije volledige kalenderjaren/totaal aantal overnachtingen tijdens de twee voorbije volledige kalenderjaren.

Voor een gemiddeld bezettingspercentage gelijk of hoger dan 80 % worden de in artikel 39 van onderhavig besluit bedoelde omkaderingsnormen berekend op 100 % van de erkende capaciteit.

Voor een bezettingspercentage tussen 70 en 79 %, worden de in artikel 39 van onderhavig besluit bedoelde omkaderingsnormen berekend op 80 % van de erkende capaciteit voor het jaar dat volgt op de twee referentiejaren.

Een bezettingspercentage lager dan 70 % leidt tot een procedure tot erkenningswijziging.

Het bezettingspercentage wordt uitgedrukt in percentage van het aantal bedden bepaald in de erkende onthaalcapaciteit.

Indien een opvangkamer gedeeltelijk wordt ingenomen door alleenstaande volwassenen met kind(eren) of door een gezin, dan gaat men ervan uit dat alle bedden van die kamer bezet zijn. Bij een tijdelijke onbeschikbaarheid van een opvangkamer ingevolge een geval van overmacht of ingevolge de uitvoering van belangrijke herstellingswerken, dan kan het tehuis, dat hiervan vooraf de diensten van het College verwittigt, of onmiddellijk in geval van overmacht, de neutralisatie vragen van de overeenkomstige niet-bezette overnachtingen in de berekening van het bezettingspercentage. »

Art. 8.Artikel 49 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 49.§ 1. Voor de subsidie voor de werkingskosten gelden de volgende jaarlijkse maxima, per erkend bed : 1° voor het tehuis dat overwegend is erkend in categorie 1 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° voor het tehuis dat overwegend is erkend in categorie 2 of 3 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3° Er wordt een aanvullende subsidie toegekend in functie van het gemiddeld percentage van de overnachtingen van kinderen, zoals bepaald in artikel 46 : aantal overnachtingen kinderen tijdens de twee voorbije volledige kalenderjaren/totaal aantal overnachtingen tijdens de twee voorbije volledige kalenderjaren. De aanvullende subsidie bedraagt 600,00 euro, vermenigvuldigd met de erkende capaciteit en met het gemiddeld percentage van de overnachtingen van kinderen. § 2. De totale subsidie voor werkingskosten, berekend volgens § 1, wordt toegekend aan het tehuis waarvan het gemiddeld bezettingspercentage, zoals bepaald in artikel 46, gelijk of hoger is dan 90 %.

Voor een bezettingspercentage tussen 85 en 90 % wordt de subsidie uitgekeerd ten belope van 90 %.

Voor een bezettingspercentage tussen 80 en 85 % wordt de subsidie uitgekeerd ten belope van 85 %.

Voor een bezettingspercentage lager dan 80 % wordt de subsidie uitgekeerd naar verhouding van het bezettingspercentage. § 3. Worden aanvaard als aanvaardbare uitgaven inzake werkingskosten, de kosten ingeschreven in de boekhoudkundige rubrieken vastgesteld in bijlage 5 bij onderhavig besluit, met aftrek van terugbetalingen en opbrengsten die erop betrekking hebben. Het dossier met bewijsstukken betreffende de werkingssubsidie moet bevatten : - de rekeningen van ontvangsten en uitgaven en de balans van de vzw; - de rekeningen van ontvangsten en uitgaven van het tehuis waarbij tenminste de rubrieken worden opgenomen met betrekking tot de aanvaardbare uitgaven; - de afschrijvingstabellen. »

Art. 9.Artikel 50 van hetzelfde besluit wordt vervolledigd met het volgend lid : « Per erkenning wordt een analytische boekhouding gevoerd. »

Art. 10.Artikel 54 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : « De in de artikelen 36 en 38 hernomen bedragen en de in artikel 49 bedoelde subsidies kunnen worden herzien en zijn gekoppeld aan de referentiële gezondheidsindex van december 2006.

Vanaf 1 januari 2008 worden de in de artikelen 36, 38 en 49 hernomen bedragen jaarlijks op 1 januari aangepast, hierbij rekening houdend met de index der consumptieprijzen die is bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 houdende uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's Lands concurrentievermogen, hierna gezondheidsindex genaamd, volgens de volgende formule : Basisbedrag x gezondheidsindex december van het vorig jaar/gezondheidsindex december 2006.

De subsidies voor de loonkosten worden geïndexeerd volgens de de regels toegepast op de wedden van het openbaar ambt. »

Art. 11.In bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt het punt 2.3.6. ingevoegd tussen de punten 2.3.5. en 2.4. : « 2.3.6. Wijze organisatie van de activiteiten van de opgenomen personen : - stappen tot herinschakeling - opleidingen - activiteiten als vrijwilliger - professionele activiteiten »

Art. 12.De bijlagen 3 en 5 bij hetzelfde besluit worden vervangen door de bijlagen 3 en 5 bij onderhavig besluit.

Art. 13.De artikelen 51 tot 53 van hetzelfde besluit worden ingetrokken.

Art. 14.Onderhavig besluit treedt in werking op 1 januari 2008, met uitzondering van artikel 8 dat van kracht wordt op 1 januari 2007 en van artikel 13 dat in werking treedt op 1 juli 2011.

Art. 15.Het Lid van het College, dat belast is met Sociale Acties en het Gezin, is belast met de uitvoering van onderhavig besluit.

Brussel, 25 oktober 2007.

Voor het College : E. KIR, Lid van het College belast met Sociale Acties en het Gezin B. CEREXHE, Voorzitter van het College

Bijlage 3 REGLEMENT VAN INWENDIGE ORDE Het reglement van inwendige orde bepaalt : 1. de rechten en plichten van de begunstigden;2. de eisen en verplichtingen van het tehuis. Het vermeldt : 1. de naam van de verantwoordelijke van het tehuis;2. de beschrijving van het opvangtehuis, de werking en uurregeling, met name de modaliteiten inzake de deelname van de opgenomen personen aan sociale, ducatieve of professionele activiteiten;3. de procedures inzake aankomst en vertrek;4. de financiële aspecten : - het bedrag van de financiële bijdrage; - de lijst van de diensten die door de bijdrage worden gedekt; - de lijst van de complementaire diensten die aanleiding kunnen geven tot eventuele supplementen, evenals het bedrag van de eventuele waarborgen of garanties; - de modaliteiten inzake de inning van de financiële bijdrage en de invordering van eventuele schulden; - de modaliteiten inzake de terugbetaling van bedragen die teveel werden geïnd door het tehuis; - de modaliteiten inzake de storting en de terugbetaling van eventueel gevraagde waarborgen; - de modaliteiten inzake de storting en de terugbetaling van de eventueel gevraagde waarborg voor een individuele of eengezinswoning; 5. de maatregelen die worden genomen indien een persoon ingaat tegen de leef- en werkingsregels van het tehuis, met name : - de procedures van bestraffing en uitsluiting, - de modaliteiten inzake de terugbetaling van de herstellingskosten van opzettelijke schade;6. de veiligheidsmaatregelen;7. de modaliteiten inzake de indiening van klachten en hun wijze van behandeling;8. de gegevens van het bestuur. Gezien om te worden toegevoegd aan het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 25 oktober 2007 tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen.

Brussel, 25 oktober 2007.

Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie : B. CEREXHE, Voorzitter van het College E. KIR, Lid van het College belast met Sociale Acties en het Gezin

Bijlage 5 AANVAARDBARE UITGAVEN TER RECHTVAARDIGING VAN DE SUBSIDIE VOOR WERKINGSKOSTEN N.B. Een uitgave is aanvaardbaar mits aftrek van de ontvangst die erop betrekking heeft.

Beheerskosten personeel Abonnementen op professionele tijdschriften en documentatie Sociaal secretariaat Huur en huurlasten Huur gebouwen Erfpachten Huurlasten gebouwen Huur materieel en uitrusting Water/Energie Stookolie verwarming Elektriciteit Gas Water Onderhoud en herstellingen Schoonmaak Onderhoud en herstellingen Verplichte controles uitgevoerd door derden Meubilair en rollend materieel Onderhoud en herstelling meubilair Onderhoud en herstelling kantoormaterieel Onderhoud en herstelling informaticamaterieel Onderhoud en herstelling rollend materieel Verzekeringen Verzekeringen burgerlijke aansprakelijkheid Verzekeringen diefstal, brand en schade, objectief Verzekeringen auto's en voertuigen van de instellingen Allerhande verzekeringen Vervoer en verplaatsingen Brandstof voor dienstvoertuigen Huur dienstvoertuigen Verplaatsingen personeel voor opdracht Verzorging - Hygiëne Aankoop van farmaceutische goederen - courante producten Aankoop van klein verzorgingsmateriaal en hygiënische producten Linnen Aankoop van huishoudlinnen Aankoop van klein materieel en bedlinnen Vrijetijdsbesteding Aankoop van goederen en diensten inzake vrijetijdsbesteding Waskeuken Aankoop van producten voor de waskeuken Externe wasdiensten Andere algemene kosten Kantoorbenodigdheden Informaticabenodigdheden Gereedschap Telefoon, fax Fotokopieën Portkosten Internet Teledistributie Kosten vergaderingen raden en zittingen Externe informaticadiensten (andere dan onderhoud en herstellingen) Honoraria externe boekhoudkundigen Honoraria revisor Honoraria advocaten en notarissen Honoraria preventieconsulent Andere honoraria Reclame, wettelijke publicaties, aankondigingen en advertenties Kosten lidmaatschap verschillende instellingen Opleidingen personeel die niet in aanmerking worden genomen voor de specifieke subsidie voor opleidingen Aankoop van klein keukenmateriaal Afschrijvingen (mits aftrek van het afgeschreven gedeelte van de investeringssubsidies) N.B. Het afschrijvingspercentage is berekend in functie van de economische levensduur van het goed (cfr toegestane percentage met betrekking tot de subsidie - tussen haakjes). De activeringsdrempel bedraagt 500,00 euro .

Afschrijvingen op kosten van eerste vestiging Dotatie afschrijvingen immateriële activa (20-33 %) Dotatie afschrijvingen bouwwerken (3 %) Dotatie afschrijvingen installaties (10 %) Dotatie afschrijvingen meubilair en rollend materieel (20-25 %) Dotatie afschrijvingen gehuurde activa, financieringen en aanverwante rechten (20-25 %) Dotatie afschrijvingen andere materiële activa Andere exploitatielasten Onroerende voorheffing Registratierechten Belasting op het patrimonium van de VZW Verkeersbelasting Lokale belastingen (vuilnis, riolering, enz.) Financiële lasten Financiële lasten op schulden (financiering van investeringen) Interesten voor leningen ingevolge vertragingen subsidies Bankkosten Interesten op leasing Gezien om te worden toegevoegd aan het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 25 oktober 2007 tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen.

Brussel, 25 oktober 2007.

Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie : B. CEREXHE, Voorzitter van het College E. KIR, Lid van het College belast met Sociale Acties en het Gezin

Bijlage 7 AANVAARDBARE KOSTEN VOOR DE RECHTVAARDIGING VAN DE SUBSIDIE VOOR LOONSUPPLEMENTEN VOOR ONREGELMATIGE PRESTATIES (prestaties verricht 's nachts, tijdens weekeinden en op feestdagen) I. Premies en supplementen voor prestaties van het omkaderingspersoneel Zijn aanvaardbaar : ? de supplementaire kosten voor nachten, weekeinden en feestdagen (educatief en sociaal personeel, met uitzondering van de directeur) : - voor een persoon in de tehuizen van minder dan 100 bedden; - voor twee personen in de tehuizen van 100 of meer bedden. ? eventueel de supplementaire kosten voor weekeinden en feestdagen voor supplementaire personeel, ten belope van : - maximum 12 uur/dag in de tehuizen van 50 en meer bedden, - maximum 8 uur/dag in de tehuizen van minder dan 50 bedden. ? eventueel de supplementaire kosten voor nachten voor het bijkomend educatief en sociaal personeel dat avondprestaties verricht tussen 20 en 24 uur, ten belope van maximum 4 uur/avond.

Voor de tehuizen van minder dan 50 bedden, die het systeem van de oproepbare wacht toepassen, mogen de supplementen voor nachten, weekeinden en feestdagen voor een zelfde periode niet worden gecumuleerd met de oproepbare wacht. Zij mogen evenwel naast elkaar bestaan voor verschillende periodes (voorbeeld : weekeinden : dag - aanwezigheid van een werknemer en nacht - oproepbare wacht).

II. Supplementen voor prestaties van het personeel dat geen deel uitmaakt van het kader maar niettemin onontbeerlijk is voor de werking van het tehuis 's avonds, tijdens weekeinden en op feestdagen Het bedoeld personeel is keuken- of onderhoudspersoneel. Deze personeelscategorieën mogen slechts in aanmerking worden genomen indien het opvangtehuis voornamelijk leefruimten aanbiedt (voorbeeld : slaapzaal, refters, gemeenschappelijk sanitair, enz.) waarvan het onderhoud of werking niet kan worden verzekerd, zelfs niet tijdelijk, door de gasten alleen. ? een maximum van 75 % van de verzekerde aanwezigheid tijdens de week kan worden gesubsidieerd tijdens de weekeinden en feestdagen; ? een maximum van 2 uren/avond voor de prestaties tussen 20 en 22 uur; ? het personeel moet verband houden met de huisvestingsactiviteiten van het tehuis waarvoor de erkenning werd verkregen; ? in geval van gemengde activiteiten (voorbeeld : maaltijden voor gasten en externe personen), de verhouding van de prestaties bestemd voor de gasten dient te worden berekend; ? de subsidie voor supplementen voor onregelmatige prestaties wordt berekend op basis van de loonschalen vastgesteld in bijlage I 'NM' volgens de loonschalen bepaald in bijlage II 'NM' en die overeenstemmen met de volgende functies : - arbeider (ongeschoold); - arbeider (geschoold); - arbeider (ploegleider).

Gezien om te worden toegevoegd aan het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 25 oktober 2007 tot wijziging van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2000 houdende toepassing van het decreet van 27 mei 1999 betreffende de toekenning van de erkenning en van subsidies aan de opvangtehuizen.

Brussel, 25 oktober 2007.

Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie : B. CEREXHE, Voorzitter van het College E. KIR, Lid van het College belast met Sociale Acties en het Gezin

^