gepubliceerd op 03 september 1998
Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het Reglement van 17 december 1993 tot vaststelling van de procedure tot toelating van de voorlopige werking, de erkenning, de weigering en intrekking van de erkenning en de sluiting van de instellingen bedoeld in artikel 1 van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden en tot bepaling van de nadere regels voor de toekenning van het princiepsakkoord bedoeld in artikel 2bis van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden
25 JUNI 1998. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het Reglement van 17 december 1993 tot vaststelling van de procedure tot toelating van de voorlopige werking, de erkenning, de weigering en intrekking van de erkenning en de sluiting van de instellingen bedoeld in artikel 1 van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden en tot bepaling van de nadere regels voor de toekenning van het princiepsakkoord bedoeld in artikel 2bis van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden
Het College, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapraad van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden, inzonderheid op artikel 5, § 2;
Gelet op het reglement van 17 december 1993 tot vaststelling van de procedure tot toelating van de voorlopige werking, de erkenning, de weigering en intrekking van de erkenning en de sluiting van de instellingen bedoeld in artikel 1 van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden en tot bepaling van de nadere regels voor de toekenning van het princiepsakkoord bedoeld in artikel 2bis van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden;
Gelet op het advies van de afdeling « Bejaarden » van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Bijstand aan Personen en Gezondheid, gegeven op 21 november 1997;
Gelet op de beraadslaging van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 11 december 1997 over het verzoek om advies binnen de maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 19 januari 1998 overeenkomstig artikel 84, 1ste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het advies van de afdeling « Huisvesting » van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Bijstand aan Personen en Gezondheid, gegeven op 23 april 1998;
Op voordracht van het Lid van het College bevoegd voor Bijstand aan Personen, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 10, 10°, van het Reglement van 17 december 1993 tot vaststelling van de procedure tot toekenning van de voorlopige werking, de erkenning, de weigering en intrekking van de erkenning en de sluiting van de instellingen bedoeld in artikel 1 van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden en tot bepaling van de nadere regels voor de toekenning van het princiepsakkoord bedoeld in artikel 2bis van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden, wordt vervangen door de volgende tekst : « 10° : Een financieel plan overeenkomstig bijlage I waarin de beheerder voor een periode van 3 jaren een verantwoording geeft voor voldoende kapitaal voor de te realiseren investeringen en te voorziene uitgaven zodat de instelling in overeenstemming is met de normen en reglementeringen waaraan ze dient te voldoen ; dit financieel plan moet worden voor echt verklaard door een bedrijfsrevisor.
De vennootschappen die vóór de sluiting van het laatste dienstjaar voldoen aan de criteria bedoeld in artikel 12, § 2 van de wet van 17 juli 1975 betreffende de boekhouding en de jaarrekeningen van de bedrijven evenals de vennootschappen die hun activiteiten opstarten, dienen geen bedrijfsrevisor aan te stellen voor zover het financieel plan het resultaat is van ramingen die te goeder trouw zijn gemaakt ».
Art. 3.In datzelfde Reglement wordt een bijlage I overeenkomstig de bijlage bij dit besluit toegevoegd.
Art. 4.De bijlage bij dit Reglement wordt bijlage II.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmeking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6.Het Lid van het College bevoegd voor Bijstand aan Personen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, op 25 juni 1998.
Namens het College : Het Lid belast met Bijstand aan Personen, Ch. PICQUE De Voorzitter van het College, H. HASQUIN
Bijlage bij het besluit 97/1649 van 25 juni 1998 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het Reglement van 17 december 1993 tot vaststelling van de procedure toekenning van de voorlopige werking, de erkenning, de weigering en intrekking van de erkenning en de sluiting van de instellingen bedoeld in artikel 1 van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden en tot bepaling van de nadere regels voor de toekenning van het princiepsakkoord bedoeld in artikel 2bis van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden.
Bijlage II bij het Reglement van 17 december 1993 tot vaststelling van de procedure tot toekenning van de voorlopige werking, de erkenning, de weigering en intrekking van de erkenning en de sluiting van de instellingen bedoeld in artikel 1 van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden en tot bepaling van de nadere regels voor de toekenning van het princiepsakkoord bedoeld in artikel 2bis van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit 97/1649 van 25 juni 1998 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het Reglement van 17 december 1993 tot vaststelling van de procedure tot toekenning van de voorlopige werking, de erkenning, de weigering en intrekking van de erkenning en de sluiting van de instellingen bedoeld in artikel 1 van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden en tot bepaling van de nadere regels voor de toekenning van het princiepsakkoord bedoeld in artikel 2bis van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rustoorden voor bejaarden.
Brussel, 25 juni 1998.
Namens het College : Het Lid belast met Bijstand aan Personen, Ch. PICQUE De Voorzitter van het College, H. HASQUIN IDENTIFICATIE VAN DE INRICHTING Benaming van het rustoord voor bejaarden . . . . .
Adres : . . . . .
Statuutvorm : . . . . .
Kapitaal : . . . . .
Begindatum van de werking : . . . . .
Met voorlopige werkingsvergunning van . . . . . tot . . . . .
Erkenning van . . . . . tot . . . . .
Erkenningsaanvraag Aanvraag tot verlenging van de erkenning (Schrappen wat niet van toepassing is) Datum van de jongste aanvraag die na de voorlopige werkingsvergunning werd ingediend : . . . . .
Directeur : . . . . .
Bedrijfsrevisor/Accountant (Schrappen wat niet van toepassing is) Naam : . . . . .
Adres : . . . . .
Periode die het financieel plan bestrijkt : van......../......../........ tot ......../......../........
ALGEMENE INLICHTINGEN De volgende inlichtingen verstrekken : 1. Jaarlijkse bezettingsgraad die werd vastgesteld op het einde van het jongste dienstjaar (N) : .. . . . op het einde van het dienstjaar (N-1) : . . . . . op het einde van het dienstjaar (N-2) : . . . . . verwachtende bezettingsgraad Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Opmerking : Bezettingsgraad = Aantal bezettingsdagen x 100/Aantal erkende bedden x 365 Aantal bezettingsdagen = aantal dagen huisvesting en reservering als gevolg van ziekenhuisopname, vakanties,... 2. Erkende maximale opnamecapaciteit : .. . . . bedden Gevraagde uitbreiding van de opnamecapaciteit . . . . . bedden (Aantal bijkomende bedden die bij de erkende maximale opnamecapaciteit dienen te worden gevoegd) Nadere omschrijving van het aantal kamers en de respectieve tarieven ervan : 3. Aantal personeelsleden in fulltime betrekkingen uitgedrukt (op basis van het jaarlijkse gemiddelde) dienstjaren Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Onder paramedish personeel verstaat men het paramedisch personeel dat voor de RIZIV-personeelsnormen in aanmerking wordt genomen. Jaarlijkse personeelsuitgaven : In duizenden frank dienstjaren Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 4. Laatste dagprijs bij de afsluiting van het dienstjaar (N-1) en voorziene evolutie : (Onder dagprijs verstaat men de prijs die wordt toegepast zonder met de toeslagen rekening te houden) dienstjaren Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 5.Kostprijs per dag (= de gemiddelde kost) op grond van de gegevens van de analytische rekening van het dienstjaar Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 6. Specificatie van de toeslagen die bovenop de dagprijs werden verrekend : 7.Gemiddelde kostprijs van de toegepaste toeslagen : 8. De geglobaliseerde gemiddelde dagprijs (4+7) bij de afsluiting van het dienstjaar (N-1) en de voorziene evolutie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 9.Specificatie van de kosten die de dagprijs zonder de toeslagen dekt (schrappen wat niet van toepassing is) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Ontvangsten die van voormelde uitgaven eventueel moeten worden afgetrokken vooraleer de dagprijs zonder de toelagen te berekenen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld FINANCIEEL PLAN (in duizenden frank) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) Onder rollend materieel verstaat men de automobiele voertuigen (auto's, bestelwagens) gebruikt door de inrichting.
EXPLOITATIEREKENINGEN Nettoresultaat van het dienstjaar Geef voor elk desbetreffend dienstjaar de specificatie van het resultaat van het dienstjaar Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) Met « personeelslasten » bedoelt men de lonen en alle lasten die erop betrekking hebben, de verzekering arbeidsongevallen - beroepsziekten en de dienst arbeidsgeneeskunde inbegrepen.
TABEL VAN DE AFSCHRIJVINGEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld SPECIFICATIE VAN DE UITGAVEN EN INVESTERINGSMIDDELEN Bijlage A Investeringsuitgaven - Immateriële vaste activa Geef voor elk desbetreffende dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene aakopen (plaats, oppervlakte, bestemming, raming van de kostprijs,...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage B Investeringsuitgaven - Terreinen Geef voor elk desbetreffend dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene aankopen (plaats, oppervlakte, bestemming, raming van de kostprijs,...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage C Investeringsuitgaven - Bouwwerken Geef voor elk desbetreffend dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene bouwwerken (plaats, oppervlakte, aard van de werken, bestemming, duur van de werken, raming van de kostprijs,...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage D Investeringsuitgaven - Uitrusting en materiaal Geef voor elk desbetreffend dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene aakopen met een onderscheid tussen de niet medische uitrusting en materiaal en de medische uitrusting en materiaal (aard, bestemming, raming van de kostprijs, duur van de afschrijving...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage E Investeringensuitgaven - Meubilair Geef voor elk desbetreffend dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene aakopen met een onderscheid tussen het niet medisch meubilair en het medisch meubilair (aard, bestemming, raming van de kostprijs, duur van de afschrijving...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage F Investeringsuitgaven - Rollend materieel Geef voor elk desbetreffend dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene aankopen (aard, bestemming, raming van de kostprijs, duur van de afschrijving...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage G Investeringsmiddelen - Aangegane leningen Geef voor elk desbetreffend dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene leningen, aangegaan in het raam van de investeringen (kredietinstelling, interestvoet, duur, waarborgen, totale interestlast op de duur van de lening, datum van de eerste terugbetaling...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage H Investeringsmiddelen - Verscheidene subsidies Geef voor elk desbetreffend dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene subsidies in het raam van de investeringen (aard van het project, voorzien plafond van de subsidie, datum van de indiening van de aanvraag, financiële voorwaarden, eventuele interestlasten...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage I Investeringsmiddelen - Aan te gane leningen Geef voor elk desbetreffend dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene aan te gane leningen in het raam van de investeringen (aard, voorwaarden...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage J Investeringsmiddelen - Overdrachten van onroerende goederen Geef voor elk desbetreffend dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene overdrachten van onroerende goederen in het raam van de investeringen (beschrijving, huidige waarde, vermoedelijke verkoopprijs...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage K Investeringsmiddelen - Giften en legaten Geef voor elk desbetreffend dienstjaar zo nauwkeurig mogelijke inlichtingen over de in het financieel plan voorziene giften en legaten in het raam van de investeringen (aard, bedrag...).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Ondergetekende bedrijfsrevisor bevestigt de juistheid van de gegevens met betrekking tot de afgesloten dienstjaren (*) te hebben gecontroleerd.
Hij weet dat zijn bevestiging zijn persoonlijke aansprakelijkheid meebrengt.
Wat de vooruitzichten voor de komende dienstjaren betreft, verklaart hij ze zorgvuldig te hebben onderzocht en beschouwt ze als redelijk rekening houdend met de resultaten van de drie voorbije afgesloten dienstjaren, de behoeften aan investering en de economische ontwikkeling inzake huisvesting en verzorging ten gunste van de bejaarden.
Hij kan evenwel niet aansprakelijk worden gesteld voor de evaluatie van de tegemoetkomingen van het RIZIV in de veronderstelling dat zij belangrijke en onvoorziene veranderingen zouden ondergaan in hoofde van de wetgever.
Opgemaakt te goeder trouw en zonder dwang te Brussel op handtekening, (*) De vennootschappen die voor het laatste afgesloten dienstjaar voldoen aan de criteria vermeld in artikel 12, § 2 van de wet van 17 juli 1975 betreffende de boekhouding en jaarrekeningen van de ondernemingen evenals de vennootschappen die hun activiteiten aanvatten, dienen geen bedrijfsrevisor aan te stellen inzoverre het financieel plan het resultaat is van ramingen die ter goeder trouw zijn gedaan.