24 APRIL 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 september 2011 betreffende de vaststelling van de gelijkwaardigheid van de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt door het « Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises » en de « Service Formation petites et moyennes entreprises » opgericht binnen de Diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en hun netwerken van opleidingscentra met de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt door het leerplichtonderwijs en het onderwijs voor sociale promotie

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 8 januari 2009 houdende instemming met het kadersamenwerkingsakkoord betreffende de alternerende vorming, gesloten te Brussel op 24 oktober 2008 tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 juli 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 18 juli 2013;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van het Onderhandelingscomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde PMS Centra erkend door de Regering, gesloten op 28 augustus 2013;

Gelet op het advies nr. 54.147/2 van de Raad van State, gegeven op 14 oktober 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het voordelig is voor de jonge leerlingen over het overeenstemmende kwalificatiegetuigschrift te beschikken om voor een betere socioprofessionele integratie te zorgen en dat het batig is voor de maatschappij de vroegtijdige tewerkstelling van jongeren te behartigen;

Overwegende dat de opleidingen "Schrijnwerker", "Hersteller" en "Kapper" reeds het voorwerp uitmaakten van een experimentele fase in medewerking met het onderwijs voor sociale promotie die tot haar einde gekomen is in 2011 en dat de Inspectie van de Franse Gemeenschap, bij deze gelegenheid, de mogelijkheid werd gegeven de overeenstemming van de opleidingen van het IFAPME/de SFPME met het opleidingsprofiel na te gaan;

Op de voordracht van de Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor sociale promotie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. In artikel 2, § 1, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 september 2011 betreffende de vaststelling van de gelijkwaardigheid van de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt door het « Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises » en de « Service Formation petites et moyennes entreprises » opgericht binnen de Diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en hun netwerken van opleidingscentra met de bekwaamheidsbewijzen uitgereikt door het leerplichtonderwijs en het onderwijs voor sociale promotie, worden de woorden "gezamenlijk" vervangen door de woorden "liefst gezamenlijk". § 2. In artikel 2, § 2, van hetzelfde besluit, wordt het tweede lid vervangen door : "Bij wijze van overgangsmaatregel en ingeval de optie opgenomen in het repertorium van het gewoon secundair onderwijs steeds op een profiel uitgebouwd door de CCPQ steunt, wordt de lijst van de bevoegdheden verwezenlijkt in vergelijking met de opleidingsprofielen opgesteld door de CCPQ en goedgekeurd door het Parlement van de Franse Gemeenschap.". § 3. In artikel 2, § 2, van hetzelfde besluit, wordt een derde lid ingevoegd, luidend als volgt : "In afwijking van het eerste lid, kan de tabel met twee kolommen door het eensluidendheidsadvies uitgereikt door de SFMQ vervangen worden.

In dat geval, moeten het IFAPME en de SFPME nochtans bewijzen dat de organisatie van de opleidingen de indeling in acht neemt in leerresultateneenheden die de overgang toelaat tussen het onderwijs met volledig leerplan of het alternerend onderwijs, enerzijds, en het IFAPME en de SFPME, anderzijds.".

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, 1° wordt het punt 7° vervangen door "7° de Algemene overlegraad voor het secundair onderwijs;"; 2° wordt het punt 9° vervangen door "9° de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs.".

Art. 3.In artikel 4, wordt het punt 1° vervangen door : "1° vertegenwoordigers van het secundair onderwijs : - de Directeur-generaal van het leerplichtonderwijs of diens afgevaardigde; - de Voorzitter en de Ondervoorzitter van de Algemene overlegraad van het secundair onderwijs of hun afgevaardigde(n); - de Inspecteur-generaal van het secundair onderwijs of diens afgevaardigde; - één vertegenwoordiger van het confessioneel secundair leerplichtonderwijs aangesteld door het overlegcomité van het confessioneel onderwijs in functie van het bekwaamheidsbewijs van het onderwijs met volledig leerplan bedoeld bij artikel 2, § 1 van dit besluit; - één vertegenwoordiger van het niet-confessioneel secundair leerplichtonderwijs aangesteld door het overlegcomité van het niet-confessioneel onderwijs in functie van het bekwaamheidsbewijs van het onderwijs met volledig leerplan bedoeld bij artikel 2, § 1 van dit besluit; - de Voorzitter van de Vaste commissie voor het alternerend secundair onderwijs;".

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door : "

Artikel 6.Het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap van de cel worden respectief waargenomen door de Directeur-generaal van het leerplichtonderwijs of diens afgevaardigde en door de voorzitter van de Algemene overlegraad voor het secundair onderwijs. Als de voorzitter en de ondervoorzitter afwezig zijn, wordt het voorzitterschap van de cel door het oudste lid dat het secundair leerplichtonderwijs vertegenwoordigt, waargenomen.".

Art. 5.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door : "

Artikel 7.§ 1. Binnen de drie maanden na de ontvangst van de lijst van de bevoegdheden brengt de cel een advies uit over de overeenstemming tussen het voorstel ingediend door het IFAPME en de SFPME en het betrokken kwalificatiegetuigschrift. Dat advies, met redenen omkleed op basis van de elementen die de overeenstemming tussen de lijst van de bevoegdheden en de opleidingsprofielen staven, wordt aan de Regering van de Franse Gemeenschap overgezonden.

De Regering brengt een principieel akkoord uit wat betreft het oprichten van de bedoelde opleiding en het bekwaamheidsbewijs dat uitgereikt zal worden op het einde van bedoelde opleiding.

Ook reikt de Regering een voorlopige machtiging uit om het kwalificatiegetuigschrift aan de leerlingen toe te kennen. Indien de Regering op een advies van de raadplegingscel steunt uitgereikt tussen 1 september en 31 december, heeft de voorlopige machtiging betrekking op het lopende jaar. Is dit niet het geval, dan heeft de voorlopige machtiging betrekking op het volgende schooljaar.

De Regering van de Franse Gemeenschap verwittigt het IFAPME, de SFPME en de personen bedoeld bij artikel 3 van dit besluit van haar beslissing. § 2. In afwijking van paragraaf 1, machtigt de Regering het IFAPME en de SFPME ertoe de kwalificatiegetuigschriften Schrijnwerker, Hersteller en Kapper aan de leerlingen uit te reiken die hun opleiding hebben voltooid vanaf 1 januari 2012.".

Art. 6.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door : "

Artikel 10.§ 1. Indien verbeteringsvoorstellen ingediend werden door de raadplegingscel en indien de Regering beslist de instelling van de voorgestelde verbeteringen af te wachten, krijgen de operatoren inzake alternerende opleiding een termijn om zich ernaar te schikken.

De Regering verwittigt het IFAPME en de SFPME van haar met redenen omklede beslissing en van de termijn die toegekend werd voor het instellen van de verbeteringen. In dat geval kan de Regering de Algemene inspectiedienst ermee belasten een tweede verslag uit te brengen en de raadplegingscel met een tweede advies dat uitgebracht moet worden binnen dezelfde voorwaarden als deze van artikel 9. § 2. Brengt de raadplegingscel een positief advies uit, na een eerste of tweede verslag van de Algemene inspectiedienst, bepaalt de Regering definitief of het uitgereikte bekwaamheidsbewijs overeenstemt. Ze bepaalt het ogenblik van de uitwerking van haar beslissing.

Ze verwittigt het IFAPME of de SFPME en de personen bedoeld bij artikel 3 van haar met redenen omklede beslissing en van de datum van uitwerking van haar beslissing. § 3. Brengt de raadplegingscel een negatief advies uit, na een eerste of tweede verslag van de Algemene inspectiedienst, kan de Regering een eind stellen aan de voorlopige machtiging om het kwalificatiegetuigschrift uit te reiken. Ze bepaalt de datum van uitwerking van haar beslissing. definitief of het uitgereikte bekwaamheidsbewijs overeenstemt. Ze bepaalt het ogenblik van de uitwerking van haar beslissing.

Ze verwittigt het IFAPME of de SFPME en de personen bedoeld bij artikel 3 van haar met redenen omklede beslissing en van de datum van uitwerking van haar beslissing. De houders van kwalificatiegetuigschriften uitgereikt gedurende de periode van de voorlopige machtiging behouden deze definitief. ".

Art. 7.De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor sociale promotie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 april 2014.

De Minister-president, R. DEMOTTE De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor sociale promotie, Mevr. M.-M. SCHYNS.