20 JULI 2000. - Besluit 2000/777 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de voortgezette opleiding en de beroepsomscholing in de permanente vorming voor de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen

Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de artikelen 138 en 178 van de Grondwet;

Gelet op het decreet II van de Raad van de Franse Gemeenschap, welk de uitoefening van bepaalde bevoegdheden van de Franse Gemeenschap aan het Waalse Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie toewijst;

Gelet op het samenwerkingsakkoord betreffende de Permanente vorming voor de Middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en het toezicht van het "Institut de formation permanente pour les Classes moyennes et les petites et moyennes entreprises", gesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, goedgekeurd bij Decreet van de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 december 1995, inzonderheid op de artikelen 12 en 13;

Gelet op het advies van de Raad van Beheer van het "Institut de Formation permanente pour les Classes moyennes et les petites et moyennes entreprises", gegeven op 18 maart 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën d.d. 17 juli 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het "Institut de Formation permanente pour les Classes moyennes et les petites et moyennes entreprises", de Centra voor permanente vorming voor de Middenstand, de leersecretarissen, de ondernemingshoofden, de leerlingen en de stagiairs dwingend de nieuwe bepalingen betreffende de voortgezette opleiding en de beroepsomscholing in de Permanente vorming voor de Middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen vóór het begin van het volgende opleidingsjaar, vastgelegd op 1 september 2000, moeten kennen;

Overwegende dat het besluit bijgevolg zo spoedig mogelijk bekendgemaakt moet worden en in werking moet treden;

Op de voordracht van het Lid van het College tot wiens bevoegdheid de professionele en permanente vorming voor de Middenstand behoort, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt de organisatie van de voortgezette opleiding en van de beroepsomscholing in toepassing van de artikelen 12 en 13 van het samenwerkingsakkoord inzake de permanente opleiding voor de Middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en het toezicht van het "Institut de Formation permanente pour les Classes moyennes et les petites et moyennes entreprises", gesloten op 20 februari 1995, goedgekeurd bij decreet van de Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 december 1995.

Art. 2.Het Centrum voor permanente vorming voor de Middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, hierna "het Centrum" genoemd, dient bij het "Institut de Formation permanente pour les Classes moyennes et les petites et moyennes entreprises", hierna "het Instituut" genoemd, een aanvraag tot erkenning in vóór het organiseren van een volmakingsaktiviteit, van een bijscholingscursus of van een omscholingsaktiviteit, uiterlijk binnen de veertien dagen vóór deze aktiviteit.

Art. 3.De aanvraag tot erkenning moet met de door het Instituut bepaalde voorwaarden en modaliteiten overeenstemmen.

Art. 4.§ 1. Om erkend te kunnen worden moeten de volmakingsaktiviteiten bedoeld in artikel 10 van het bovenvermelde samenwerkingsakkoord aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen : 1° een minimale duur van twee uur en een maximale duur van drie uur per zitting hebben;2° ten hoogste twee zittingen per dag omvatten voor een zelfde auditorium;3° ten hoogste tien zittingen omvatten voor een zelfde auditorium;4° zich richten tot tien deelnemers, behalve afwijking toegestaan door het Instituut. § 2. Om erkend te kunnen worden moeten de bijscholingscursussen bedoeld in artikel 11 van het bovenvermelde samenwerkingsakkoord aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen : 1° overeenstemmen met een programma dat aan de bijscholingsbehoeften beantwoordt;2° zich richten tot minstens acht deelnemers, behalve afwijking toegestaan door het Instituut;3° minstens 24 uur en hoogstens 72 uur omvatten, behalve afwijking toegestaan door het Instituut;

Art. 5.§ 1. De omscholingsaktiviteiten richten zich : - hetzij tot personen die hun beroepsaktiviteit moeten stopzetten, om een door het Instituut als geldig erkende reden; - hetzij tot kleine en middelgrote ondernemingen, met inbegrip van zelfstandigen als natuurlijke personen, die met een proces van technologische of ekonomische veranderingen geconfronteerd zijn, om de beroepsopleiding en - omscholing van het ondernemingshoofd, van de helpende echtgenote of van hun werknemers te begunstigen. § 2. Om erkend te kunnen worden moeten de omscholingsaktiviteiten bedoeld in artikel 1, 4° van het samenwerkingsakkoord aan de volgende cumulatieve voorwaarden voldoen : zich richten tot minstens vier deelnemers, behalve afwijking toegestaan door het Instituut; maximum 256 uren cursus en praktijkstage omvatten; overeenstemmen met een programma dat aan het doel van de omscholing beantwoordt en door het Instituut erkend is.

Art. 6.Het Instituut bepaalt de voorwaarden, waaraan de lesgevers van de voortgezette opleiding en van de beroepsomscholing moeten voldoen.

Art. 7.§ 1. Er wordt door het Instituut een subsidie toegekend, binnen de grenzen van de budgettaire kredieten, voor de aktiviteiten en cursussen bedoeld in artikel 2, welke erkend zijn geweest. § 2. De subsidies worden voor de volmakingscycli of de bijscholings-cursussen toegekend, wanneer het gemiddelde aantal aanwezigen over het geheel van de aktiviteit bereikt wordt.

Art. 8.Het Instituut wordt met de pedagogische coördinatie van de volmakingsaktiviteiten, bijscholingscursussen en omscholingsaktiviteiten belast.

De pedagogische coördinatie omvat het onderzoek : - van de inhoud van de programma's en hun struktuur; - van de aangenomen pedagogische methoden; - van de materiële omstandigheden, waarin de opleidingsaktiviteiten verlopen.

Art. 9.Het Instituut kan opleidingsadviseurs aanwerven, die belast worden met de opdrachten bedoeld in artikel 8.

Art. 10.Het Instituut bepaalt de aanwervingsvoorwaarden, de erkenningsmaatregelen en -modaliteiten van de opleidingsadviseurs bedoeld in artikel 9.

Art. 11.Het Instituut organiseert een evaluatie na afloop van de volmakingsactiviteiten, bijscholingscursussen en omscholingsaktiviteiten, volgens de voorwaarden en modaliteiten die het bepaalt.

Art. 12.Het Centrum reikt aan de cursist, die in de evaluatie bedoeld in artikel 11 geslaagd is, een getuigschrift uit, welk door het Instituut geviseerd wordt.

Art. 13.De artikelen 1 tot 3 en 5 tot 7 van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 24 oktober 1991 betreffende de voortgezette opleiding, de beroepsomscholing en de aanvullende pedagogische volmaking worden door dit besluit opgeheven.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2000.

Art. 15.Het Lid van het College, tot wiens bevoegdheid de beroeps- en permanente vorming voor de Middenstand behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 juli 2000.

Voor het College van de Franse Gemeenschap : E. TOMAS, Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie E. ANDRE, Lid van het College, belast met Beroepsopleiding en de Permanente Opleiding van de Middenklasse