Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 19 september 2013
gepubliceerd op 22 september 2014

Besluit 2013/667 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende wijziging van het besluit 2002/490 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 februari 2003 betreffende de reglementering voor de toekenning van subsidies voor de investering in opvangtehuizen

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2014031770
pub.
22/09/2014
prom.
19/09/2013
ELI
eli/besluit/2013/09/19/2014031770/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 SEPTEMBER 2013. - Besluit 2013/667 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende wijziging van het besluit 2002/490 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 februari 2003 betreffende de reglementering voor de toekenning van subsidies voor de investering in opvangtehuizen


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 mei 1999 betreffende de erkenning en de subsidiëring van opvangtehuizen, gewijzigd via het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 juli 2001, met name artikel 7, § 2;

Gelet op het besluit 2002/490 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 februari 2003 houdende de reglementering van de subsidieverlening voor de investering in opvangtehuizen;

Gelet op het advies van de afdeling « Opvang » van de Brusselse Franstalige Adviesraad voor Welzijnszorg en Gezondheid, uitgebracht op 2 mei 2013;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, uitgebracht op 28 augustus 2013;

Gelet op het akkoord van het Collegelid bevoegd voor Begroting, Gelet op het advies 54.834/4 van de Raad van State, uitgebracht op 2 april 2014;

Op voorstel van het Collegelid bevoegd voor Sociale Actie en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het huidige artikel regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 2 van het besluit 2002/490 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 februari 2003 houdende de reglementering van de subsidieverlening voor de investering in opvangtehuizen, wordt aangevuld door volgende woorden : « de v.z.w. : de vereniging zonder winstoogmerk bedoeld door de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten over de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen »

Art. 3.In artikel 5, 4° van hetzelfde besluit, worden de woorden « de maximum subsidieerbare kostprijs wordt op 1 januari 2003 vastgelegd op 125.000 euro » vervangen door de woorden « de maximum subsidieerbare kostprijs wordt op 1 januari 2013 vastgelegd op 150.000 euro ».

Art. 4.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, lid 1, worden de woorden « 25.000 euro » vervangen door de woorden « 50.000 euro »; 2° in paragraaf 1, lid 2, worden de woorden « 1 januari 2003 » vervangen door de woorden « 1 januari 2013 »;3° in paragraaf 2 worden de woorden « 1 januari 2003 » telkens vervangen door de woorden « 1 januari 2013 ».

Art. 5.Artikelen 11 tot 18 van hetzelfde besluit worden vervangen door wat volgt : «

Art. 11.De aanvrager dient bij het bestuur een aanvraag voor principeakkoord in voor de toekenning van een subsidie voor de aankoop van een gebouw.

Art. 12.Deze aanvraag bevat de volgende documenten : 1° Het uittreksel uit het proces-verbaal met de beraadslaging van het bevoegde orgaan van de aanvrager.2° Een memorie waarin de redenen worden toegelicht die de overwogen aankoop rechtvaardigen.Deze memorie moet de volgende elementen bevatten : a) de plannen, oppervlakten en bestemmingen van de lokalen voor de bestaande toestand;b) het te bestrijken grondgebied;c) de beschrijving van de gezochte plaatsen en van het gebouw (in het bijzonder afmetingen, oppervlakte, organisatie van de ruimte, tuin);d) een nota met betrekking tot de omgeving, de toegangswegen en de gevraagde transportmiddelen;e) een ontwerp van dienstenproject.3° Een raming van de in aanmerking genomen investering met inbegrip van de eventuele noodzakelijke werken.4° Een financieringsplan van de in aanmerking genomen vastgoedoperatie.5° Een financieringsplan van de toekomstige werking.

Art. 13.Het College geeft zijn eventueel principeakkoord voor de toekenning van een toelage met het oog op de aankoop van een gebouw.

Dit principeakkoord is geldig voor een periode van een jaar, waarbinnen vóór het verstrijken van de termijn de aanvraag voor definitieve beslissing tot toekenning van de subsidie moet worden ingediend.

Art. 14.De aanvrager dient bij het bestuur een aanvraag in voor definitieve beslissing tot toekenning van de subsidie.

Art. 15.Deze aanvraag heeft betrekking op een specifiek goed en bevat de volgende documenten : 1° Het uittreksel uit het proces-verbaal met de beraadslaging van het bevoegde orgaan van de aanvrager waarin de aankoop van het goed wordt voorgesteld en de verkoopprijs en de raming van de inrichtingswerken worden goedgekeurd.2° Een memorie waarin de redenen worden toegelicht die de keuze voor het voorgestelde gebouw rechtvaardigen.Deze memorie moet de volgende elementen bevatten : a) een liggingsplan;b) de plaatsbeschrijving en de beschrijving van het gebouw waarvan de aankoop overwogen wordt (met name leeftijd, bouwvalligheid, afmetingen, oppervlakte, organisatie van de ruimte, tuin);c) een nota betreffende de omgeving, toegangswegen en vervoermiddelen;d) de lijst en de identificatie van de andere bezochte goederen en de redenen waarom ze niet voldeden;e) een geactualiseerd en gedetailleerd ontwerp van dienstenproject dat met name de geplande bestemming van elk lokaal moet omvatten.3° Een advies van de gewestelijke Brandweerdienst over de veiligheid van het gebouw, rekening houdend met zijn bestemming.4° De verkoopprijs.5° Een raming van de registratierechten en aktekosten.6° Een raming van de eventueel uit te voeren inrichtingswerken.7° Een geactualiseerd financieringsplan van de in aanmerking genomen vastgoedoperatie.8° Een geactualiseerd financieringsplan van de toekomstige werking.9° Een attest dat het bewijs levert dat de aanvrager in staat is om aan de financiering van de aankoop en de inrichtingswerken bij te dragen.10° Een uittreksel uit de kadastrale legger.11° Een bankidentiteitskaart.

Art. 16.§ 1 Het College neemt de definitieve beslissing tot toekenning van de subsidie. § 2. Het subsidiebedrag wordt berekend op basis van de aankoopprijs en van de raming van de aktekosten en van de registratierechten, op voorwaarde echter dat de aankoopprijs het maximum subsidieerbaar bedrag niet overschrijdt.

De subsidie wordt berekend op basis van de laagste van deze twee waarden vermeerderd met de aktekosten en de registratierechten die verminderd zijn in verhouding tot de waarde die voor de berekening wordt gebruikt.

Art. 17.De aankoopakte mag slechts na de definitieve beslissing tot toekenning van de toelage verleden zijn.

Art. 18.§ 1. Met het oog op de uitbetaling van de subsidie moet de aanvrager de volgende documenten voorleggen : 1° De attesten over de aard van de zakelijke rechten waarover de aanvrager op het gebouw beschikt;2° Het overzicht van de kosten voor notarisakten;3° Wanneer het gebouw het voorwerp van een bestemmingswijziging moet uitmaken, de toelating tot bestemmingswijziging;4° Wanneer het gebouw het voorwerp moet uitmaken van bijkomende werken, een voorontwerp van de werken in overeenstemming met artikel 23. § 2. Wanneer blijkt dat de verkoopwaarde zoals die door het Comité tot aankoop van onroerende goederen of door de Ontvanger der Registratie kon geschat worden, lager ligt dan de aankoopprijs en het maximaal subsidieerbare bedrag, dan wordt het subsidiebedrag in verhouding verminderd. § 3. De subsidie wordt uitbetaald zodra het voorontwerp van werken door het College is goedgekeurd. »

Art. 6.In artikel 20 van hetzelfde besluit, worden 3° en 5° vervangen door wat volgt : « 3° De attesten betreffende de aard van de zakelijke rechten waarover de aanvrager beschikt op het gebouw; 5° Een memorie dat de redenen aanwijst ter rechtvaardiging van de uitvoering van de voorgestelde werken of de aankoop van de voorgestelde uitrusting of meubilair.Dit memorie moet de volgende elementen bevatten : a) de plannen, oppervlakken en bestemmingen van de lokalen voor de bestaande situatie;b) het te bestrijken grondgebied;c) voor het bestaande gebouw, de plaatsbeschrijving en beschrijving van het gebouw (leeftijd, bouwvalligheid);d) een nota betreffende de omgeving, de toegangswegen en de vervoermiddelen;e) een ontwerp van het collectief project.»

Art. 7.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt aangevuld door 6°, 7° en 8° die luiden als volgt : « 6° Een raming van de werken. 7° Een financieringsplan van de werken.8° Een financieringsplan van de toekomstige werking.»

Art. 8.In artikel 23 van hetzelfde besluit werden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, b), de woorden "het advies voor het bestuur van stedenbouw en ruimtelijke ordening" worden vervangen door de woorden "De beraadslaging van het bevoegde orgaan van de VZW opdrachtgever die het voorontwerp en het bedrag van de raming goedkeurt";2° in 1°, e), worden de woorden "De titel van eigendom of erfpacht van het gebouw of de huurovereenkomst" ingetrokken;

Art. 9.In artikel 27 van hetzelfde besluit wordt 4° vervangen door wat volgt : « 4° de stedenbouwkundige vergunning »

Art. 10.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1°, 7° wordt aangevuld door de woorden "en keurt het bedrag van zijn offerte goed"; 2°, 8° wordt vervangen door wat volgt : « 8° een bankidentiteitskaart ».

Art. 11.In artikel 43 van hetzelfde besluit wordt een 8° toegevoegd dat luidt als volgt : « 8° Het uittreksel van proces-verbaal met de beraadslaging van het bevoegde orgaan van de aanvrager dat de eindafrekening van de onderneming goedkeurt ».

Art. 12.In artikel 44, 3° van hetzelfde besluit, worden de woorden « 7 procent » vervangen door de woorden « 10 procent ».

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 14.Het Collegelid bevoegd voor Sociale Actie en Gezin en het Collegelid bevoegd voor Gezondheid worden met de uitvoering van onderhavig besluit belast.

Door het College : R. MADRANE, Collegelid bevoegd voor Sociale Actie en Gezin C. DOULKERIDIS, Voorzitter van het College

^