18 JANUARI 2007. - Besluit 2005/5 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan

Het College, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 87, § 3, gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 september 1996 betreffende de deeltijdse loopbaanonderbreking bij de diensten van het College;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 maart 1997 betreffende de voltijdse loopbaanonderbreking bij de diensten van het College;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 26 januari 2005;

Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met de Begroting;

Gelet op het protocol 2005/07 van 24 maart 2005 van het Comité van Sector XV van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het akkoord van de Federale Ministerraad van 23 juni 2006;

Gelet op het advies nr. 41.529/2 van de Raad van State gegeven op 13 november 2006, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Na beraadslaging van het College;

Op voordracht van het Lid van het College belast met het Openbaar Ambt, Besluit :

Artikel 1.Dit decreet regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet bedoelde materie.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen en elke andere bepaling die dit besluit zouden wijzigen, zijn van toepassing op de ambtenaren van de Diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 3.§ 1. Wanneer de vraag uitgaat van een ambtenaar bekleed met de graad van Adviseur Diensthoofd of van Bestuursdirecteur, moet zij noodzakelijkerwijze betrekking hebben op een voltijdse loopbaanonderbreking. § 2. De in § 1 bedoelde personeelsleden moeten voorafgaandelijk een met redenen omklede aanvraag indienen bij de overheid waaronder zij ressorteren.

Die aanvraag wordt aan de Directieraad voorgelegd die hierover een met redenen omkleed advies moet uitbrengen binnen een termijn van een maand waarbij in het bijzonder gelet wordt op de naleving van de goede werking van de diensten. Het College doet uitspraak binnen de termijn van een maand.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 34, § 4, van het besluit van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 maart 1999 betreffende de loopbaan van de ambtenaren en het personeelsreglement van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, zijn de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, niet van toepassing op de Administrateur-generaal en op de Adjunctadministrateur-generaal.

Art. 5.De op de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit lopende loopbaanonderbreking, blijft tot haar einde geregeld door de vroegere wetgevingen.

Art. 6.Het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 september 1996 betreffende de deeltijdse loopbaanonderbreking bij de diensten van het College, wordt opgeheven.

Art. 7.Het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 maart 1997 betreffende de voltijdse loopbaanonderbreking bij de diensten van het College, wordt opgeheven.

Art. 8.Het Lid van het College dat bevoegd is voor het Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van onderhavig besluit.

Gedaan te Brussel, 18 januari 2007.

Door het College : B. CEREXHE, Voorzitter van het College belast met het Openbaar Ambt.