gepubliceerd op 29 oktober 1997
Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1997 houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 11 juli 1996 betreffende de openbaarheid van bestuur
17 JULI 1997. Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1997 houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 11 juli 1996 betreffende de openbaarheid van bestuur
Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 11 juli 1996 betreffende de openbaarheid van bestuur, inzonderheid op artikelen 4,1°, 6, 2e lid, 7, 2e lid, 10, § 1 en 13;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 april 1997;
Gelet op het akkoord van het lid belast met Begroting;
Gelet op de bespreking van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 14 mei 1997 over het verzoek om advies van de Raad van State binnen de maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 juli 1997 overeenkomstig artikel 84, 1e lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voordracht van de Minister, lid van het College, belast met Openbaar Ambt;
Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikelen 127 en 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet. HOOFDSTUK I. - Definities
Art. 2.In dit besluit dient te worden verstaan onder : - decreet : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 11 juli 1996 betreffende de openbaarheid van bestuur; - bestuurlijke overheid : de bestuurlijke gemeenschapsoverheid zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet; - Commissie : de Commissie voor de toegang tot bestuursdocumenten in de Franse Gemeenchapscommissie zoals bedoeld in artikel 10, § 1, van het decreet; - ambtenaar van de Franse Gemeenschapscommissie : de ambtenaren die vastbenoemd zijn in de Diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en in de publiekrechtelijke rechtspersonen afhangend van de Franse Gemeenschapscommissie. HOOFDSTUK II. - Aanvraag om inzage en rechtzetting
Art. 3.De aanvragen om inzage of afschrift van bestuursdocumenten zoals bedoeld in artikel 5 van het decreet alsook de aanvragen om rechtzetting van bestuursdocumenten zoals bedoeld in artikel 9 van het decreet, worden ingediend : 1° hetzij door de aanvrager die zich persoonlijk aanmeldt bij de betrokken bestuurlijke overheid en die aan deze laatste een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier bezorgt;2° hetzij schriftelijk via een brief gericht aan de betrokken bestuurlijke overheid met vermelding van de naam en adres van de aanvrager. De aanvrager vermeldt in het aanvraagformulier zoals bedoeld in het 1ste lid, 1° of in de brief zoals bedoeld in het 1ste lid, 2°, of hij het afschrift persoonlijk bij de bestuurlijke overheid wil afhalen dan wel het via de post wenst te ontvangen.
Art. 4.Voor de afgifte van een kopie van een bestuursdocument geldt een vergoeding die berekend wordt per bestuursdocument en per aanvraag en die minimum 50 frank bedraagt.
Art. 5.§ 1. Wanneer een afschrift van een bestuursdocument afgeleverd wordt in een zwart-witversie op een formaat dat niet groter is dan een A4-formaat, wordt de vergoeding vastgesteld op 2 frank per bladzijde.
Wanneer het document evenwel meer dan honderd bladzijden telt, wordt de vergoeding op 1 frank per bladzijde teruggebracht vanaf de honderd en eerste bladzijde. § 2. Wanneer het afschrift van een bestuursdocument afgeleverd wordt in een zwart-witversie op een formaat dat groter is dan een A4-formaat, maar kleiner dan een A3-formaat, dan worden de vergoedingen zoals vastgesteld onder § 1 verdubbeld. § 3. Wanneer een bestuurdocument bestaat uit bladzijden waarvan het formaat verschillend is van die bedoeld onder §§ 1 en 2, dan wordt de vergoeding berekend als betrof het twee verschillende aanvragen. § 4. Wanneer het afschrift van een bestuursdocument in zijn geheel of gedeeltelijk in een kleurenversie wordt gevraagd, of in een formaat dat groter is dan een A3-formaat of op een andere dan een papieren drager, dan komt de vergoeding overeen met de gebruikelijke kostprijs.
Art. 6.De vergoedingen die zijn vastgesteld bij dit besluit kunnen contant worden betaald indien de aanvrager het afschrift heeft ontvangen van de bestuurlijke overheid. Laatstgenoemde geeft een reçu als betaalbewijs.
Indien het afschrift aan de aanvrager wordt bezorgd via de post, dan gebeurt de betaling van de vergoeding voorafgaandelijk aan de verzending via een overschrijving of storting op de postchequerekening van de boekhouder van de inkomsten van de betrokken overheid. In dat geval worden de verzendingskosten bovenop het vergoedingsbedrag geteld.
Art. 7.De schriftelijke aanvragen om inzage of afschrift van bestuursdocumenten zoals bedoeld in artikel 5 van het decreet alsook de aanvragen om rechtzetting van bestuursdocumenten zoals bedoeld in artikel 9 van het decreet, worden door het bestuur opgetekend in een register en gerangschikt naar datum van ontvangst.
In dat register wordt melding gemaakt van het gevolg dat aan de aanvragen is gegeven. HOOFDSTUK III. - De commissie Afdeling I. - Samenstelling
Art. 8.De Commissie bestaat uit vijf leden waaronder één voorzitter en één ondervoorzitter.
Elk lid heeft een plaatsvervanger.
Art. 9.De leden van de Commissie en hun plaatsvervanger worden door het College benoemd op voordracht van de Minister, Lid van het College, belast met Openbaar Ambt.
De voorzitter van de Commissie alsook diens plaatsvervanger worden aangeduid onder de Franstalige leden van de Raad van State of het Auditoraat ervan.
Twee leden en hun plaatsvervangers worden aangeduid onder de ambtenaren van rang 13 of hoger van de Franse Gemeenschapscommissie en van de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, waarbij de desbetreffende personen niet tot dezelfde dienst mogen behoren.
Twee leden en hun plaatsvervangers worden aangesteld omwille van hun grondige kennis van de openbaarheid van bestuur. Ze moeten houder zijn van een universitair diploma en mogen geen ambtenaar zijn van de Franse Gemeenschapscommissie of van een publiekrechtelijk rechtspersoon die ervan afhangt.
De ondervoorzitter wordt aangeduid in een van de categorieën die zijn vastgesteld in de voorgaande leden.
Art. 10.De leden van de Commissie en hun plaatsvervanger worden aangeduid voor een hernieuwbaar mandaat van vijf jaar.
Ingeval van verhindering of afwezigheid van een van de leden wordt deze vervangen door zijn plaatsvervanger.
De leden van de Commissie kunnen van hun opdracht worden ontheven indien ze hun plichten niet nakomen of de waardigheid van hun functie hebben aangetast.
De plaatsvervanger voltooit het mandaat van zijn voorganger indien laatstgenoemde ontslag neemt of om eender welke reden geen deel meer uitmaakt van de Commissie.
Art. 11.De zetel van de Commissie is gevestigd in de lokalen van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Waterloosesteenweg 100-103, te 1000 Brussel.
Art. 12.Het Secretariaat ervan wordt verzekerd door een ambtenaar van niveau 1 van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie. Afdeling II. - Procedure
Art. 13.De individuele aanvragen zoals bedoeld in artikel 10, § 2, van het decreet worden aangetekend verzonden aan de voorzitter van de Commissie voor de toegang tot bestuuursdocumenten en de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Waterloosesteenweg 110-103, te 1000 Brussel. Afdeling III. - Werking
Art. 14.Zodra de Commissie een aanvraag zoals bedoeld in artikel 10, § 2, van het decreet heeft ontvangen, brengt de Secretaris de bevoegde bestuurlijke overheid hiervan op de hoogte.
De desbetreffende bestuurlijke overheid moet aan de Commissie alle feitelijke en rechtsgegevens alsook alle documenten en inlichtingen meedelen die haar weigering om te voldoen aan de aanvraag rechtvaardigen.
Art. 15.De voorzitter van de Commissie bepaalt de datum van de vergaderingen en legt de agenda ervan vast.
De Secretaris verstuurt aan de Voorzitter en aan elk lid van de Commissie voor elke vergadering een uitnodiging met de agenda en de nodige documenten.
Iedere uitnodiging wordt minstens vijf werkdagen voor de datum van de vergadering verstuurd.
Art. 16.De Commissie kan voor elk agendapunt beslissen om iedereen te horen die ze nuttig acht voor haar beslissing.
Art. 17.De voorzitter leidt de besprekingen. Hij ondertekent, samen met de Secretaris, de briefwisseling en adviezen die zijn uitgebracht in naam van de Commissie.
Art. 18.Het lid dat een persoonlijk belang heeft bij een bespreking van de Commissie laat zich vervangen door zijn plaatsvervanger.
Hetzelfde gebeurt wanneer een van zijn ouders of verwanten tot de vierde graad er belang bij heeft.
Het leidend lid van een bestuurlijke dienst laat zich vervangen door zijn plaatsvervanger wanneer de Commissie aangelegenheden moet bespreken die betrekking hebben op de entiteit die hij leidt.
Art. 19.De Commissie kan slechts geldig oordelen in aanwezigheid van de voorzitter of diens plaatsvervanger alsook van twee andere leden die elk zijn aangesteld in een verschillende categorie op grond van artikel 8, 3de en 4de lid.
De adviezen worden uitgebracht bij absolute meerderheid der uitgebrachte stemmen.
Bij staking van stemmen is die van de voorzitter beslissend.
Art. 20.De adviezen van de Commissie worden gerechtvaardigd.
Art. 21.De secretaris bezorgt de notulen ter goedkeuring aan de leden van de Commissie binnen de vijf dagen na de vergadering.
Hij bezorgt het advies bij aangetekende brief en binnen diezelfde termijn aan elke aanvrager en aan de desbetreffende bestuurlijke overheid.
De adviezen die zijn bezorgd op verzoek van een bestuurlijke overheid worden bij aangetekende brief en binnen diezelfde termijn bezorgd aan de desbetreffende bestuurlijke overheid.
Art. 22.De Commissie kan een huishoudelijk reglement opstellen. Dit wordt aangenomen bij tweederden meerderheid, in aanwezigheid van alle leden van de Commissie, en wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het lid van het College belast met Openbaar Ambt. Afdeling IV. - Budgettaire bepalingen
Art. 23.De werkingskosten van de Commissie en het secretariaat vallen ten laste van het bestuur van de Franse Gemeenschapscommissie.
Art. 24.Het bijwonen van de vergaderingen van de Commissie geven recht op een zitpenning waarvan het bedrag alsvolgt is vastgesteld : - voorzitter : F 1 200; - ander lid : F 1 000.
De zitpenningen dekken de bijhorende werkzaamheden voor de werkvergaderingen alsook de reiskosten. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 25.Dit besluit treedt in werking op de dag dat het in het Begisch Staatsblad is verschenen.
Art. 26.Het lid van het College belast met Openbaar Ambt is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 juli 1997.
Namens het College : E. TOMAS, Minister, Lid van het College belast met Openbaar Ambt H. HASQUIN, Minister, Voorzitter van het College belast met Begroting