15 JULI 2021. - Besluit 2021/966 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot toekenning aan de stagiairs met een stageovereenkomst in het kader van een opleiding tot bedrijfsleider van het recht afwezig te zijn zonder verlies van hun uitkering om gevaccineerd te worden tegen het coronavirus COVID-19

Het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op de samenwerkingsovereenkomst afgesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en het toezicht op het instituut voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, goedgekeurd bij het decreet van 18 september 1995, artikel 8, § 2, 1°, vervangen door het aanhangsel van 4 juni 2003, goedgekeurd bij het decreet van 17 juli 2003;

Gelet op het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1998 betreffende de stageovereenkomst in de permanente opleiding van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen;

Gelet op het verzoek om advies binnen een termijn van 5 dagen, gericht aan de Raad van State op 18 juni 2021, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet binnen deze termijn werd meegedeeld;

Gelet op het advies van de SFPME gegeven op 24 april 2021, in toepassing van artikel 8, § 2, van de samenwerkingsovereenkomst van 20 februari 1995;

Gelet op het verslag opgesteld op 22 april 2021, overeenkomstig artikel 3, § 1, 2° van het decreet van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2013 pub. 13/06/2014 numac 2014031420 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie sluiten houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de FGC;

Gelet op het verslag opgesteld op 22 april 2021, overeenkomstig artikel 4, § 3 van het decreet van 15 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2016 pub. 26/01/2017 numac 2017020108 bron franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest Decreet betreffende de integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van de FranseGemeenschapscommissie sluiten houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van de Franse Gemeenschapscommissie;

Overwegende dat het advies niet binnen deze termijn werd meegedeeld;

Overwegende dat de Regering noodzakelijke maatregelen heeft getroffen ten aanzien van de huidige gezondheidscrisis als gevolg van het coronavirus COVID-19 om de COVID-19-pandemie zo snel mogelijk onder controle te krijgen en opnieuw een normale economische situatie in te stellen;

Overwegende dat daartoe een globaal beleid en een globale vaccinatiecampagne worden uitgerold door de overheden en dat, om de optimale doeltreffendheid van het vaccin bij de bevolking en de ontwikkeling van groepsimmuniteit te verzekeren, minstens 70% van de Belgen gevaccineerd moet zijn;

Overwegende de wet van 28 maart 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/03/2021 pub. 09/04/2021 numac 2021201597 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19 sluiten houdende toekenning van een recht op klein verlet voor werknemers met het oog op het toegediend krijgen van een vaccin ter bescherming tegen het coronavirus COVID-19, en het advies nr. 2199 van de Nationale Arbeidsraad van 5 februari 2021 die de gefedereerde entiteiten oproept erop toe te zien dat de noodzakelijke maatregelen ook worden genomen voor de andere personen die aanwezig zijn op de werkvloer en arbeidsprestaties verrichten onder gezag zonder verbonden te zijn met een arbeidsovereenkomst, teneinde hen aan te moedigen zich te laten vaccineren;

Op voordracht van het lid belast met Beroepsopleiding, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit artikel regelt, in toepassing van artikel 138 van de grondwet, een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 127 ervan.

Art. 2.De stagiair met een stageovereenkomst, overeenkomstig artikel 6 van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1998 betreffende de stageovereenkomst in het kader van de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen, heeft het recht om afwezig te zijn op zijn stageplaats gedurende een halve dag van vier uur met behoud van zijn stage-uitkering om gevaccineerd te worden tegen het coronavirus COVID-19.

Art. 3.Om zijn stage-uitkering tijdens zijn afwezigheid te behouden, moet de stagiair de werkgever vooraf inlichten, zodra hij het tijdsvenster van zijn vaccinatie kent en ten laatste 2 werkdagen vóór de dag van de vaccinatie. Hij moet het verlof gebruiken voor het doel waarvoor het werd toegekend.

Op vraag van de werkgever moet de stagiair het bewijs ervan leveren.

Het voorleggen van de bevestiging van de afspraak om op een bepaald moment aanwezig te zijn op de plaats waar de vaccinatie wordt toegediend, vormt voldoende bewijs. Indien op de bevestiging niet vermeld wordt wanneer de stagiair aanwezig moet zijn op de plaats waar de vaccinatie wordt toegediend, moet de uitnodiging worden voorgelegd.

De werkgever mag de op die manier verkregen informatie enkel gebruiken met het oog op de werkorganisatie en de opleiding, alsook om een correcte loonadministratie te waarborgen. De werkgever heeft niet de toelating om een kopie te nemen van de bevestiging van de afspraak, onder welke vorm dan ook, of om de informatie die ze bevat, manueel over te schrijven, met uitzondering van het moment van de afspraak. De werkgever mag de afwezigheid van de stagiair enkel registreren als gewettigd en vergoed. Het is verboden voor de werkgever om de reden van deze afwezigheid te noteren en/of het feit te registeren dat de stagiair gezondheidsproblemen heeft.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de datum van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2021.

Art. 5.Het lid van het College bevoegd voor Beroepsopleiding wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juli 2021 Voor het College, B. CLERFAYT Lid van het College belast met Beroepsopleiding B. TRACHTE Voorzitster van het College