14 JUNI 2007. - Besluit nr. 2006/1280 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit van het College van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie

Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op artikel 79, § 1, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen;

Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 1 februari 2007;

Gelet op het protocol nr. 2007/08 van 5 maart 2007 van het Comité van sector XV van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het akkoord van het Lid van het College belast met het Openbaar Ambt;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 43.057/2, gegeven op 4 juni 2007 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van het Lid van het College belast met het Openbaar Ambt;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 38, § 2, eerste lid, van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 13 april 1995 houdende het statuut van de ambtenaren van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, worden de woorden « op zijn verzoek » geschrapt.

Art. 2.Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Binnen het College wordt een stagecommissie opgericht.

Die commissie is samengesteld uit : 1° een effectieve voorzitter en een plaatsvervanger, magistraten of op rust gestelde magistraten aangeduid door het College;2° drie ambtenaren van rang 13 ten minste, aangeduid door het College;3° drie leden, aangeduid door de representatieve vakorganisaties, à rato van één lid per organisatie. De plaatsvervangende leden worden op dezelfde manier aangeduid : drie ambtenaren van rang 13 ten minste en drie vertegenwoordigers van de vakorganisaties. § 2. De commissie beraadslaagt slechts geldig wanneer de meerderheid der leden aanwezig is.

Bij de stemming moeten de door het College en door de vakorganisaties aangeduide leden even talrijk zijn; in voorkomend geval wordt de pariteit hersteld door het verwijderen van een of meer leden na loting.

Ieder lid, met inbegrip van de voorzitter, is stemgerechtigd.

De verantwoordelijke voor de opleiding en de verantwoordelijke voor de dienst die de stagiair onder zijn gezag heeft, worden gehoord ».

Art. 3.Een als volgt opgesteld artikel 40bis wordt in hetzelfde besluit ingelast : « De aan de voorzitter of aan zijn plaatsvervanger toegekende toelage wordt vastgesteld op 125 euro per zitting ».

Art. 4.De stagecommissie die in functie is op het ogenblik van de inwerkingtreding van onderhavig besluit, blijft bevoegd tot op het ogenblik dat de in artikel 1 van onderhavig besluit bedoelde leden van de commissie aangeduid zijn.

Art. 5.Het Lid van het College dat bevoegd is voor het Openbaar Ambt wordt belast met de uitvoering van onderhavig besluit.

Brussel, 14 juni 2007.

Door het College : B. CEREXHE, Voorzitter van het College, belast met het Openbaar Ambt