Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 13 juni 2017
gepubliceerd op 25 juli 2017

Besluit 2016/1043 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende telewerk Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 87 § 3 Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artike(...)

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017030791
pub.
25/07/2017
prom.
13/06/2017
ELI
eli/besluit/2017/06/13/2017030791/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

Besluit 2016/1043 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende telewerk Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming van de instellingen, artikel 87 § 3 gewijzigd door de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 79 § 1;

Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 1994 houdende oprichting van het "Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle", artikel 22 eerste lid : Gelet op het advies van het beheerscomité van het Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle gegeven op 28 oktober 2016;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 22 augustus 2016;

Gelet op het akkoord van het Collegelid belast met de Begroting gegeven op 29 september 2016;

Gelet op het protocol nr. 2017/11 van 20 april 2017 van het comité van sector XV van de Franse Gemeenschapscommissie;

Gelet op het evaluatieverslag over de impact van het besluit 2016/1043 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 4 mei 2017 op de respectieve situatie van mannen en vrouwen;

Gelet op het advies nr. 61.473/4 van de Raad van State, gegeven op 6 juni 2017, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van het Collegelid belast met Openbaar Ambt en van het Collegelid belast met Beroepsopleiding ;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.Dit besluit regelt, in toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet.

Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de statutaire en contractuele personeelsleden van de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en het Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle.

Dit besluit is ook van toepassing op de stagiairs wiens stage aanvangt na een arbeidsovereenkomst afgesloten met de werkgever en indien ze aan de volgende voorwaarden voldoen : - met een voltijds ononderbroken arbeidsovereenkomst verbonden zijn geweest voor minstens zes maanden voor de stagiairs van niveau 2+, 2 en 3 en van minstens één jaar voor de stagiairs van niveau 1. - In dezelfde functie zijn toegewezen als de functie waarin ze waren toegewezen in het kader van bovenvermeld arbeidsovereenkomst.

In afwijking van het eerste lid, worden de contractuele personeelsleden uitgesloten uit het toepassingsgebied van dit besluit voor een periode overeenstemmend met de duur van de te volbrengen stage voor een benoeming in een equivalente graad (zes maanden of een jaar), waarbij deze periode van uitsluiting aanvangt vanaf de datum van aanwerving op voorwaarde dat deze na de datum van inwerkingtreding van dit besluit valt.

Bovendien, in afwijking van het eerste lid, worden de contractuele pedagogische personeelsleden van het Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle, naar het voorbeeld van de leden van niveau 1, uitgesloten uit het toepassingsgebied van dit besluit voor een periode overeenstemmend met de duur van één jaar, waarbij de periode van uitsluiting aanvangt vanaf de datum van aanwerving op voorwaarde dat deze na de datum van inwerkingtreding van dit besluit valt.

Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° personeelslid : het statutair en contractueel personeel;2° woonplaats : de woonplaats of een andere vaste plaats die de telewerker buiten de lokalen van de werkgever uitkiest, mits toestemming van deze laatste;3° telewerk : elke vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarbij gebruik wordt gemaakt van de informatietechnologieën en waarin werk dat in de lokalen van de werkgever verricht kan worden op regelmatige of occasionele basis verricht wordt op de woonplaats van de telewerker;4° telewerker : een personeelslid dat telewerk verricht 5° structurele telewerker : telewerker die gemiddeld op maandbasis ten minste één dag per week telewerk verricht;6° occasionele telewerker : telewerker die niet op regelmatige basis telewerk verricht en maximaal drie dagen per maand telewerk verricht;7° werkgever : de instellingen bedoeld in het eerste artikel;8° hiërarchische meerdere : Voor de Franse Gemeenschapscommissie verstaat men "de hiërarchische meerdere van ten minste rang 13"; Voor het Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle, verstaat men "de ambtenaar aangeduid om de directie van een dienst, afdeling of pool uit te oefenen"; 9° directieorgaan : Voor de Franse Gemeenschapscommissie verstaat men "de Directieraad"; Voor het Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle, verstaat men "de leidend ambtenaar van rang 16"; 10° werkdagen : elke dag van de week uitgezonderd zaterdagen, zondagen, feestdagen of gelijkgestelde dagen. HOOFDSTUK II. - Procedure en behandeling van de voorafgaandelijke principeaanvraag voor telewerk

Art. 4.§ 1 Het personeelslid kan op om het even welk moment van het jaar een individuele voorafgaandelijke principeaanvraag indienen bij zijn hiërarchische meerdere door middel van het hiervoor bestemd formulier. § 2. De hiërarchische meerdere behandelt de voorafgaandelijke principeaanvraag voor structureel telewerk en maakt zijn met redenen omkleed advies over aan de dienst die belast is met het beheer van de human resources. Indien de hiërarchische meerdere zijn met redenen omkleed advies niet heeft overgemaakt binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag, wordt zijn advies gunstig geacht.

Elke maand wordt een lijst met voorafgaandelijke principeaanvragen voor structureel telewerk opgesteld door de dienst die belast is met het beheer van de human resources. Deze laatste verstuurt de lijst met de met redenen omklede adviezen van de hiërarchische meerderen naar het directieorgaan. Deze laatste neemt een beslissing binnen vijftien dagen na ontvangst van bovenvermelde lijst.

Bij een ongunstig gemotiveerd advies van de hiërarchische meerdere of ongunstige beslissing van het directieorgaan, wordt de kandidaat op zijn vraag gehoord door deze laatste. Hij kan zich laten bijstaan door de persoon van zijn keuze. Het directieorgaan kan, op het einde van deze hoorzitting, een gunstige beslissing nemen.

Bij een gunstige beslissing van het directieorgaan, wordt de in artikel 8, § 1, eerste lid voorziene overeenkomst gesloten. § 3. De hiërarchische meerdere behandelt de voorafgaandelijke principeaanvraag voor occasioneel telewerk en maakt zijn beslissing over aan de dienst die belast is met het beheer van de human resources.

Bij ongunstige beslissing van de hiërarchische meerdere wordt de kandidaat op zijn vraag gehoord door het directieorgaan. Hij kan zich laten bestaan door de persoon van zijn keuze. Het directieorgaan kan, op het einde van deze hoorzitting, een gunstige beslissing nemen.

Bij een gunstige beslissing van de hiërarchische meerdere of van het directieorgaan, wordt de in artikel 8, § 1, voorziene overeenkomst gesloten.

Art. 5.Het personeelslid kan toestemming krijgen om structureel telewerk te verrichten als deze laatste de volgende voorwaarden vervult : 1° het telewerk is verenigbaar met de functie.Hiervoor stelt het directieorgaan minstens een keer per jaar een lijst op met functies die niet verenigbaar zijn met telewerk; 2° een met redenen omkleed advies hebben gekregen van de hiërarchische meerdere;3° een gunstige beslissing hebben gekregen van het directieorgaan.

Art. 6.Het personeelslid kan toestemming krijgen om occasioneel telewerk te verrichten als deze laatste de volgende voorwaarden vervult : 1° het telewerk is verenigbaar met de functie, hiervoor stelt het directieorgaan minstens een keer per jaar een lijst op met functies die niet verenigbaar zijn met telewerk;2° een gunstige beslissing hebben gekregen van de hiërarchische meerdere of van het directieorgaan.

Art. 7.De hiërarchische meerdere maakt afspraken met de telewerker, stelt hem in kennis over de uit te voeren taken en de te halen doelstellingen, alsook over de methodes om het verrichte werk te beoordelen.

Het niet naleven van deze afspraken kan aanleiding geven tot het opzeggen van de voorafgaandelijke principetoelating voor telewerk door de hiërarchische meerdere overeenkomstig de modaliteiten voorzien in artikel 17.

Art. 8.§ 1.. De werkgever en de telewerker bepalen samen de uitvoeringsvoorwaarden van het telewerk en dit uiterlijk de laatste dag van de maand voorafgaandelijk aan de maand waarin de toelating voor het telewerk start.

Voor de personeelsleden in dienst genomen in het kader van een arbeidsovereenkomst, maakt het in het eerste lid bedoelde akkoord het voorwerp uit van een bijlage bij hun arbeidsovereenkomst.

Voor de statutaire personeelsleden van de diensten van het College maakt de beslissing van de werkgever tot akteneming van het in het eerste lid bedoelde akkoord het voorwerp uit van een besluit genomen door de leidend ambtenaar.

Voor de statutaire personeelsleden van het Institut bruxellois francophone pour la formation professionnelle, maakt de beslissing van de werkgever tot akteneming van het in het eerste lid bedoelde akkoord het voorwerp uit van een schrijven betekend door de leidend ambtenaar. § 2. Het in § 1 bedoelde akkoord vermeldt ten minste het volgende : 1° de woonplaats waar telewerk uitgeoefend wordt;2° de arbeidstijdregeling indien deze afwijkt van de regeling die van kracht is op het personeelslid wanneer hij zich op zijn werkplaats bevindt;3° het begin en de wijze van beëindigen van het telewerk-akkoord;4° de toestemming van de telewerker betreffende de toegang tot zijn woonplaats, van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk tijdens de stamtijden;6° de verbintenis van de telewerker tot naleving van de door de werkgever opgelegde regels inzake informaticaveiligheid;7° de verbintenis van de telewerker tot het volgen van de opleidingen voor telewerken, georganiseerd door de werkgever, inzonderheid deze die betrekking hebben op de regels inzake informaticaveiligheid. HOOFDSTUK III. - Organisatorische aspecten van het telewerk

Art. 9.De telewerker is in principe gehouden aan dezelfde arbeidstijdregeling als gedurende de op de werkvloer van de werkgever verrichte uren. Indien afgeweken wordt van de van toepassing zijnde arbeidstijdregeling, geeft de werkgever een voorafgaandelijke toestemming waarbij rekening gehouden wordt met de wet van 14 december 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 14/12/2000 pub. 05/01/2001 numac 2000002134 bron ministerie van ambtenarenzaken Wet tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in openbare sector sluiten tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector.

Art. 10.De telewerker die voltijds presteert, mag niet meer dan twee dagen per week zijn prestaties in structureel telewerk verrichten.

Voor de telewerker die halftijds presteert, wordt dit maximum evenredig verlaagd.

De personeelsleden die houder zijn van de graad van Adviseur Dienstchef, Adviseur, Directeur van het bestuur of afdelingsdirecteur, mogen hun prestaties niet in structureel telewerk verrichten maar hebben toegang tot occasioneel telewerk.

De structurele en occasionele telewerkers verrichten hun prestaties in telewerk per volledige dagen, volgens het arbeidsregime waarin ze tewerkgesteld zijn. De prestaties in telewerk mogen geen bijkomende uren of overuren meebrengen.

Het structureel telewerk wordt verricht op basis van vaste dagen, behoudens uitzonderlijke omstandigheden en voorafgaandelijk akkoord van de hiërarchische meerdere. Bij uitzonderlijke omstandigheden dient het akkoord gegeven te worden door uitwisseling van elektronische zending volgens dezelfde modaliteiten als diegenen voorzien in volgende lid.

De vastlegging van de dagen waarop het occasioneel telewerk wordt verricht, kan gebeuren door uitwisseling van elektronische zendingen.

Deze dient ten laatste voor het begin van de werkdag te gebeuren, en dient het bijzonder voorafgaandelijk akkoord via elektronische weg van de hiërarchische meerdere verkregen te hebben.

De toepassing van de hierboven voorziene regels dient compatibel te blijven met het principe van de continuïteit van de openbare dienst.

De directe hiërarchische meerdere neemt de nodige maatregelen en beslissingen om deze continuïteit te verzekeren.

Het structureel en occasioneel telewerk mogen gecumuleerd worden. De concrete toepassing van deze cumul zal echter niet tot gevolg mogen hebben systematisch de wekelijkse frequentie van telewerk vastgelegd in het individueel akkoord van de telewerker te verhogen.

Art. 11.De overschakeling naar telewerk heeft geen enkele invloed op de rechtspositie van het personeelslid.

De telewerker geniet dezelfde rechten en heeft dezelfde plichten als de andere personeelsleden tewerkgesteld bij dezelfde werkgever.

Art. 12.De bepalingen inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten blijven volledig op de telewerker van toepassing.

De telewerker informeert onverwijld de werkgever bij ziekte of arbeidsongeval. Hij bezorgt hem alle gegevens die nuttig zijn voor de kwalificatie van het ongeval als ongeval in dienst en door de dienst.

Art. 13.De werkgever informeert de telewerker omtrent de bescherming- en preventiemaatregelen die van kracht zijn in de instelling inzake veiligheid en gezondheid op de werkplek, in het bijzonder de eisen inzake beeldschermapparatuur.

De telewerker kan een inspectiebezoek aanvragen bij de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.

Art. 14.De telewerker moet toegang kunnen hebben tot de nuttige informatie met betrekking tot de instelling en de dienst.

Art. 15.§ 1. De werkgever verschaft, installeert en onderhoudt de informaticatoestellen die nodig zijn voor het structureel telewerk.

Hij neemt deel aan de kosten van de verbindingen en de communicatie die verband houden met het telewerk ten belope van 20 euro per maand.

Dit bedrag is niet verbonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

De structurele telewerker kan zijn eigenapparatuur gebruiken. In dat geval worden de verbindingsprocedures verschaft door de werkgever.

De werkgever verschaft geen bijkomende informaticatoestellen nodig voor het occasioneel telewerk. Hij levert echter de verbindingsprocedures. § 2. De werkgever neemt maatregelen, in het bijzonder ten aanzien van de software, zodat de bescherming van de gegevens die door de telewerker voor professionele doeleinden worden gebruikt en verwerkt, gewaarborgd is.

De werkgever stelt de telewerker een technische ondersteuning voor, enkel voor het verschaft materiaal. Deze technische ondersteuning is bereikbaar volgens het van toepassing zijnde arbeidsuurrooster in de lokalen van de werkgever.

De dienst bevoegd voor de informatica-veiligheid van de werkgever kan op elk moment de verbinding van de telewerker onderbreken wanneer de integriteit en de veiligheid van de informaticatoestellen van de werkgever bedreigd worden. Deze toestand moet als een overmacht in hoofde van de telewerker beschouwd worden die zijn taken niet kan voltooien, behalve indien de onderbreking te wijten is aan verkeerd gedrag of verkeerd gebruik van de ter beschikking gestelde informaticatoestellen, in hoofde van de telewerker.

Art. 16.De telewerker gaat zorgvuldig om met de hem ter beschikking gestelde apparatuur. Hij respecteert en past de toepasselijke regels inzake informatica-veiligheid toe. Ten dien einde informeert hij zich over de reglementen inzake informatica-veiligheid die verspreid worden door de werkgever.

Hij gebruikt het ter zijn beschikking gesteld materiaal niet voor private doelstellingen.

De telewerker is verplicht om zijn hiërarchische meerdere onmiddellijk op de hoogte te brengen van een defect aan de apparatuur of een ander geval van overmacht waardoor hij niet bij machte is zijn werk uit te voeren. In dat geval moet de telewerker zijn werkzaamheden komen uitvoeren in de lokalen van zijn werkgever of verlof nemen.

De telewerker verwittigt onmiddellijk de werkgever in geval van diefstal of beschadiging van het verschafte materiaal door derden en verstrekt hem informatie met het oog op schadeherstel.

Behalve in geval van bedrog, zware fout of gebruikelijke lichte fout van de telewerker, draagt de werkgever de kosten i.v.m. het verlies of de beschadiging van de verschafte toestellen en de gegevens. HOOFDSTUK IV. - Duur en beëindiging van het akkoord inzake telewerk

Art. 17.§ 1. Het akkoord inzake telewerk is van onbepaalde duur. § 2. De telewerker dient een nieuwe voorafgaandelijke principeaanvraag in ter vervanging van het akkoord bedoeld in artikel 8, 1 indien hij verandert van type telewerk (structureel, occasioneel), indien hij een wijziging van de praktische modaliteiten van het structureel telewerk vraagt, of bij interne mutatie of bij verandering van affectatie. § 3 Het telewerk kan in uitzonderlijke omstandigheden opgeschort worden op beslissing van de hiërarchische meerdere indien de noodwendigheid van de dienst dit vereist of op vraag van de telewerker. Deze opschorting is beperkt in de tijd. § 4. Het telewerk neemt een einde : 1° bij elke werkonderbreking van meer dan zes maanden maanden zonder rekening te houden met het jaarlijks verlof.De hiërarchische meerdere beslist of het telewerk behouden kan worden volgens de modaliteiten vastgelegd in de bijlage of een eenzijdige rechtshandeling; 2° wanneer een einde wordt gemaakt aan de arbeidsverhouding ongeacht de wijze van beëindiging;3° op initiatief van de telewerker via een geschrift of e-mail te richten naar zijn hiërarchische meerdere;4° op initiatief van de directe hiërarchische meerdere : a) mits het respecteren van een opzegtermijn van 30 dagen.De directieorgaan deelt de beslissing per aangetekende brief mede aan het personeelslid. De opzeg begint te lopen vanaf de derde werkdag volgend op de verzending per aangetekende brief, waarbij de postdatum als bewijs geldt. De telewerker kan een binnen een termijn van zeven werkdagen volgend op het ingangstijdstip van de opzeggingstermijn, per aangetekende brief, beroep aantekenen bij een directieorgaan. Het beroep is opschortend; b) met onmiddellijke ingang en zonder voorafgaande opzegtermijn : ° in geval de telewerker weigert toestemming te verlenen voor een bezoek van de interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk; ° in geval van misbruik of beschadiging door de telewerker van het materiaal of de aan hem ter beschikking gestelde infrastructuur; ° in geval van niet-naleving door de telewerker van de geldende wettelijke, reglementaire of disciplinaire bepalingen en, in voorkomend geval, ook van de contractuele bepalingen onverminderd de mogelijkheid tot het opstarten van een tuchtprocedure. a) Het directieorgaan deelt de beslissing per aangetekende brief mede aan het personeelslid.De beslissing begint te lopen vanaf de derde werkdag volgend op de verzending van de aangetekende brief waarbij de postdatum als bewijs geldt. De telewerker kan een binnen een termijn van zeven werkdagen volgend op het ingangstijdstip van de beslissing, per aangetekende brief, beroep aantekenen bij een directieorgaan. 5° indien een functie beschouwd als verenigbaar met telewerk een functie wordt die onverenigbaar is in de zin van de artikelen 5, 1° en 6, 1° van dit besluit. § 5. Behoudens in het geval dat aan de arbeidsverhouding een einde wordt gemaakt, heeft de beëindiging van telewerk tot gevolg dat het personeelslid terugkeert naar de kantoren van de werkgever.

Het ter beschikking gestelde materiaal in het kader van telewerk wordt aan de werkgever teruggegeven. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 18.De Collegeleden belast met Ambtenarenzaken en Beroepsopleiding worden, elk voor wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 juni 2017.

Voor het College, F. LAANAN Voorzitster van het College C. JODOGNE Collegelid belast met Ambtenarenzaken D. GOSUIN Collegelid belast met Beroepsopleiding

^