Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Franse Gemeenschapscommissie van 12 december 2002
gepubliceerd op 31 januari 2003

Besluit 2002/nr. 147 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de partnerschapsovereenkomsten afgesloten tussen het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding en de organismen voor socio-professionele inschakeling, genomen ter uitvoering van artikel 4 § 2 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 1995 betreffende de erkenning van organismen voor socio-professionele inschakeling en de subsidiëring van hun beroepsopleidingsactiviteiten voor werklozen en laag geschoolde werkzoekenden gericht op het vergroten van hun kans op het vinden of terugvinden van werk in het raam van gecoördineerde voorzieningen voor socio-professionele inschakeling

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003031057
pub.
31/01/2003
prom.
12/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/12/2003031057/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 DECEMBER 2002. - Besluit 2002/nr. 147 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de partnerschapsovereenkomsten afgesloten tussen het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding en de organismen voor socio-professionele inschakeling, genomen ter uitvoering van artikel 4 § 2 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 1995 betreffende de erkenning van organismen voor socio-professionele inschakeling en de subsidiëring van hun beroepsopleidingsactiviteiten voor werklozen en laag geschoolde werkzoekenden gericht op het vergroten van hun kans op het vinden of terugvinden van werk in het raam van gecoördineerde voorzieningen voor socio-professionele inschakeling


Het College van de Franse Gemeenschapscommissie, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 27 april 1995 betreffende de erkenning van organismen voor socio-professionele inschakeling en de subsidiëring van hun beroepsopleidingsactiviteiten voor werklozen en laag geschoolde werkzoekenden gericht op het vergroten van hun kans op het vinden of terugvinden van werk in het raam van gecoördineerde voorzieningen voor socio-professionele inschakeling, inzonderheid artikel 4 § 2;

Gelet op het advies van de Adviescommissie voor tewerkstelling, opleiding en onderwijs, gegeven op 23 oktober 2001;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding, gegeven op 1 februari 2002;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 september 2002, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende de noodzakelijkheid de activiteiten van de door de Franse Gemeenschapscommissie erkende organismen voor socio-professionele inschakeling te bestendigen, door hen met name een meerjarige programmering te waarborgen van de activiteiten die zij ondernemen in partnerschap met het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding;

Overwegende de opdrachten van het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding op het vlak van de coördinatie, de omkadering en de evaluatie van de maatregelen die bijdragen tot de tenuitvoerlegging van de Europese richtsnoeren inzake beroepsopleiding en in het bijzonder tot de tenuitvoerlegging van Doelstelling 3 van het Europees Sociaal Fonds;

Op voordracht van het Lid van het College, bevoegd voor Beroepsomscholing en Bijscholing : Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 127 van de Grondwet, krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder : - Het College : het College van de Franse Gemeenschapscommissie; - De Minister : het Lid van het College, bevoegd voor Beroepsomscholing en Bijscholing; - Het decreet : het decreet van 27 april 1995 betreffende de erkenning van organismen voor socio-professionele inschakeling en de subsidiëring van hun beroepsopleidingsactiviteiten voor werklozen en laag geschoolde werkzoekenden gericht op het vergroten van hun kans op het vinden of terugvinden van werk in het raam van gecoördineerde voorzieningen voor socio-professionele inschakeling; - De Adviescommissie : de Adviescommissie voor tewerkstelling, opleiding en onderwijs, opgericht door artikel 28 van het decreet van 17 maart 1994 van de Franse Gemeenschapscommissie, houdende oprichting van het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding; - Het Instituut : het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding, opgericht door het decreet van 17 maart 1994 van de Franse Gemeenschapscommissie; - Het Beheerscomité : het Beheerscomité van het Brussels Franstalig Instituut voor Beroepsopleiding; - De organismen voor socio-professionele inschakeling : de organismen die erkend zijn door het decreet van 27 april 1995 en de organismen bedoeld in artikel 13, § 1, tweede lid, van voormeld decreet.

Art. 3.Teneinde de acties te bevorderen die bedoeld worden in artikel 4 § 2 van het decreet, wordt het Instituut ermee belast met de organismen voor socio-professionele inschakeling partnerschapsovereenkomsten af te sluiten waarin de uit te voeren operaties en hun uitvoeringsmodaliteiten worden bepaald. Deze overeenkomsten worden afgesloten in uitvoering van de opleidingsprogramma's of de bestekken van de plaatselijke opdrachten en de opleidingsateliers door tewerkstelling.

De programma's en de bestekken worden op voordracht van het Instituut door het College goedgekeurd, nadat het advies werd ingewonnen van achtereenvolgens de Adviescommissie en het Beheerscomité.

Zij dienen in elk geval de volgende informatie te vermelden : - de aard van de te bevorderen acties; - de operationele doelstellingen die eraan worden toegewezen; - de selectiecriteria van de acties; - de modaliteiten betreffende het partnerschap tussen het Instituut en de organismen voor socio-professionele inschakeling; - de modaliteiten inzake de betrokkenheid van de representatieve beroepsorganisaties uit de arbeids- en bedrijfswereld; - de voorwaarden inzake subsidiabiliteit van de acties, met inbegrip van hun financiering door het Europees Sociaal Fonds en de aanvullende financieringen bedoeld in artikel 13, § 4 van het decreet; - de modaliteiten voor de evaluatie van de acties.

Art. 4.Krachtens artikel 13, § 1 van het decreet, kan het Instituut, mits inachtneming van de budgettaire beperkingen, een werkingstoelage toekennen aan de organismen voor socio-professionele inschakeling.

Teneinde de prefinanciering te waarborgen van de acties die medegefinancierd worden door het Europees Sociaal Fonds kan het Instituut hen, in dezelfde hoedanigheid als een toelage, kosteloos een thesaurievoorschot toekennen dat terugvorderbaar is op de uitbetaling van de Europese fondsen.

Art. 5.§ 1. De partnerschapsovereenkomsten worden door het Instituut afgesloten voor een maximumduur van een jaar. Aan het eind van die termijn worden ze telkens voor eenzelfde periode als de initiële termijn stilzwijgend verlengd, tenzij een der partijen de overeenkomst per aangetekend schrijven en ten laatste vier maand voor het eind van de lopende termijn beëindigt. Het Instituut behoudt zich het recht voor de partnerschapsovereenkomst op te zeggen voor het eind van de termijn en mits inachtneming van een vooropzeg van drie maand, waarbij de redenen voor deze opzegging schriftelijk dienen te worden gemotiveerd. Ingeval de partner ernstig in gebreke blijft wat zijn verplichtingen betreft, kan het Instituut te allen tijde de overeenkomst opzeggen. § 2. De overeenkomsten hebben in geen geval terugwerkende kracht. De organismen voor socio-professionele inschakeling moeten hun op basis van het modeldossier van het Instituut uitgewerkte voorstellen minstens vijf maand voor de start van de opleidingsoperaties indienen.

Nadat het voorstel onderzocht werd, wordt het Instituut ermee belast zijn gemotiveerde beslissing aan de operatoren mede te delen en dit binnen een termijn van maximaal drie maand vanaf de datum waarop het partnerschapsvoorstel werd ingediend. In functie van de door het Instituut vastgelegde normen, worden ook bepaalde voorstellen voor uitbreiding of wijziging van de activiteiten door het Instituut voorgelegd. § 3. Overeenkomstig dit artikel kan elk organisme voor socio-professionele inschakeling bij het Instituut een verzoek tot heronderzoek indienen tegen de beslissingen die het Beheerscomité ten aanzien van het organisme neemt en dit binnen een termijn van een maand vanaf de betekening. Het Comité beschikt over twee maand tijd om gevolg te geven aan dit verzoek. Bij ontstentenis, wordt de beslissing betreffende het verzoek tot heronderzoek ongunstig geacht. § 4. Onverminderd eventuele gerechtelijke procedures, kan het organisme bij de Minister beroep aantekenen tegen de beslissingen die het Beheerscomité ten aanzien van het organisme neemt, voor zover het beroep uitsluitend betrekking heeft op de uitvoering van de in artikel 3 bedoelde programma's en bestekken. De Minister zal binnen de drie maand uitspraak doen, na het advies te hebben ingewonnen van de Adviescommissie, die daartoe een vertegenwoordiger van het organisme zal horen. § 5. De hierboven bedoelde termijn loopt niet van 15 juli tot 15 augustus.

Art. 6.De partnerschapsovereenkomsten dienen in elk geval de volgende informatie te vermelden : 1° de bevorderde actie(s) ter uitvoering van de programma's en de bestekken 2° de operatie(s) ten uitvoer gelegd door de partnerorganisatie(s);3° de operatie(s) ten uitvoer gelegd door het Instituut;4° de verschillende vormen van samenwerking tussen het Instituut en zijn partners;5° het type of de types en het aantal stagiairs beoogd door de actie(s);6° de doelstellingen toegewezen aan de actie(s);7° de evaluatiemethodes van de actie(s);8° in voorkomend geval, het bedrag, de toekenningsvoorwaarden, de modaliteiten betreffende de uitbetaling van de toelage die wordt toegekend aan de partner(s), alsmede de modaliteiten waaronder de toelage door het Instituut kan worden teruggevorderd bij het niet nakomen van de voorwaarden verbonden aan haar toekenning;9° de modaliteiten betreffende de prefinanciering door het Instituut van de acties die medegefinancierd worden door het Europees Sociaal Fonds.

Art. 7.Het Instituut waarborgt de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomsten, alsook de controle, de opvolging van de gesubsidieerde acties en het opstellen van een jaarlijks evaluatierapport over de tenuitvoerlegging van de programma's en de bestekken dat ter advies aan de Adviescommissie wordt voorgelegd.

Zodra het Instituut het advies van de Adviescommissie heeft ontvangen, wordt het evaluatierapport ter goedkeuring voorgelegd aan het Beheerscomité. Het rapport wordt vervolgens ter informatie aan het College bezorgd.

In het kader van de erkenningsprocedure betreffende de organismen voor socio-professionele inschakeling, stelt het Instituut voor elk organisme een evaluatierapport op over de tenuitvoerlegging van hun partnerschapsovereenkomsten gedurende het afgelopen jaar, wanneer het om een eerste erkenning gaat, en gedurende de drie voorbije jaren, in het geval van een erkenningshernieuwing.

Art. 8.Bij wijze van overgangsmaatregel en totdat het College de programma's en bestekken heeft aangenomen of uiterlijk tegen 31 december 2003, wordt het Instituut gemachtigd partnerschapsovereenkomsten af te sluiten overeenkomstig het besluit van de executieve van de Franse Gemeenschap van 12 mei 1987 betreffende de beroepsopleiding.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 10.De Voorzitter van het College, bevoegd voor Beroepsomscholing en Bijscholing, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 december 2002.

Het College van de Franse Gemeenschapscommissie : E. TOMAS Voorzitter van het College, bevoegd voor Onderwijs, Beroepsomscholing en Bijscholing, Leerlingenvervoer, de Betrekkingen met de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, alsook voor Internationale Betrekkingen

^