gepubliceerd op 04 november 1998
Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de onteigening, omwille van openbaar nut, van de onroerende goederen waarop de toekomstige zetel gevestigd zal worden van de diensten van de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie
10 SEPTEMBER 1998. - Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de onteigening, omwille van openbaar nut, van de onroerende goederen waarop de toekomstige zetel gevestigd zal worden van de diensten van de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie
Het College, Gelet op artikel 138 van de Grondwet;
Gelet op de wet van 26 juli 1962 betreffende de spoedprocedure voor onteigeningen omwille van openbaar nut;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd door de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993, inzonderheid op artikel 79;
Gelet op het decreet II van 19 juli 1993 van de Franse Gemeenschap tot toekenning van sommige bevoegdheden aan het Waals Gewest en aan de Franse Gemeenschapscommissie en op het decreet III van 22 juli 1993 van de Franse Gemeenschapscommissie waarbij sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap toegekend worden aan de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 4, 1°;
Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapsraad van 9 november 1990 betreffende de onteigeningen omwille van openbaar nut die worden toegestaan of uitgevoerd door de Executieve van de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad om haar zetel te vestigen in het gebouwencomplex in de Lombardstraat 67 tot 75 en in de Eikstraat 14 tot 22 te 1000 Brussel;
Gelet op de beslissing van het Bureau van de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie van 10 februari 1997 om hetzelfde halfrond te gebruiken als dat van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad;
Gelet op het akkoord van 10 maart 1998 tussen de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie en de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie waarbij voorzien wordt in enerzijds het gemeenschappelijk gebruik van het halfrond in het gebouwencomplex in de Lombardstraat voor de eerste twee raden en anderzijds het gemeenschappelijk gebruik van de zalen voor de vergaderingen van de commissies en de vergaderingen die passen in het raam van de parlementaire werkzaamheden, van de Spiegelzaal, van de salons van het voorzitterschap en van de tuin door de drie Raden;
Overwegende dat het gebruik van dezelfde lokalen aanzienlijk veel functionele voordelen kan opleveren;
Overwegende dat in een streven naar een optimaal gebruik van de kosten en een goed beheer van de staatsgelden, het wenselijk is dat een aantal diensten - in hoofdzaak voor de verkozenen - gezamenlijk worden geboden, en dit met inachtneming van de autonomie van iedere raad;
Overwegende dat de belending van de zetels van de twee raden het werk van de volksvertegenwoordigers aanzienlijk kan vergemakkelijken;
Overwegende dat, rekening houdend met hun aangrenzend karakter, concrete mededelingen georganiseerd zullen kunnen worden op verschillende niveaus tussen het gebouw van de Raad en dat van de Gewestraad en er ook een technisch netwerk tot stand zal kunnen komen waardoor het mogelijk zal zijn rechtstreeks telefonisch en elektronisch contact te hebben tussen de gebouwen van de twee raden;
Overwegende dat de vestiging van de zetel van de raad in het gebouw dat grenst aan dat van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, politiek verantwoord is;
Gelet op de beslissing van het Bureau van de Raad van 18 juli 1997 om de zetel van de Raad onder te brengen in de Lombardstraat 77, naast dat van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad;
Overwegende dat de bouw van een gebouw alsmede het te renoveren beschermd gebouw van het vroeger poststation, de omgeving ervan en de parking op niveau -2 van de mede-eigendom Oude Graanhal een coherent gebouwencomplex vormen voor de vestiging van de zetel van de Raad;
Overwegende dat het nodig is percelen 8A en 8B in de Lombardstraat 77 en het perceel op het kadaster gekend als 1327V en als vroeger poststation en de omgeving ervan, omwille van het openbaar nut, onteigend moeten worden;
Overwegende dat het nodig is de parkeerplaats op niveau -2, waarvan de enige ingang verplicht gelegen moet zijn op percelen 8A en 8B, omwille van openbaar nut, onteigend moet worden;
Gelet op de beslissing van het Bureau van de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 juli 1998 om het College te belasten met de zo vlug mogelijke onteigening omwille van openbaar nut van de onroerende goederen vermeld op bijgevoegde plannen en dit via de spoedprocedure;
Overwegende dat de hoogdringendheid van deze onteigening het gevolg is van de verspreide ligging van de lokalen die thans ingenomen worden door het voorzitterschap, het bureau en de greffie van de Raad ten opzichte van het halfrond in de Lombardstraat en van de bijhorende zalen voor de commissies en de vergaderingen die rechtstreeks verband houden met de parlementaire werkzaamheden en dewelke vanaf 1999 gebruikt zullen worden;
Overwegende dat deze spreiding zal zorgen voor grote en ernstige functionele problemen en dat het nodig is dit tot een minimum te herleiden;
Gelet op de bijgevoegde plannen waarop de te onteigenen onroerende goederen vermeld staan;
Gelet op het advies van de inspectie van financiën, gegeven op 2 september 1998, Besluit :
Artikel 1.De onteigening van de volgende onroerende goederen, zoals weergegeven op de bijgevoegde bodemplannen, wordt gevraagd omwille van openbaar nut : 1. Een terrein aan de voorzijde van de Lombardstraat 77, zoals aangeduid op het bijgevoegd bodemplan door referentie 8A en 8B.2. Een perceel, bekend op het kadaster onder nummer 1327V en als vroeger posstation.3. Een deel van het terrein gelegen achteraan het poststation, gekend op het kadaster als deel van perceel 1324C en aangeduid op het geel lint van het bij dit besluit gevoegd bodemplan.4. Een complex van parkings en kelders gelegen op niveau -2 van het gebouwencomplex genaamd Oude Graanhal, als volgt omschreven in bijlage van de basisakte van het complex van de Oude Graanhal : « de parkeerplaatsen met nummer 201 tot 227, de parkeerplaatsen met nummer 228 tot 230, een reserveruimte (kelder) genaamd « G », de parkeerplaatsen met nummer 232 tot 235, de parkeerplaatsen met nummer 239 tot 242, van 243 tot 247, van 248 tot 251, van 252 tot 256, een reserveruimte (kelder) genaamd « B », de parkeerplaatsen met nummer 257 tot 261, een reserveruimte (kelder) genaamd « A », de parkeerplaatsen met nummer 262 tot 265 en de parkeerplaatsen met nummer 266 en 267, hetzij een totaal van zevenenzestig parkeerplaatsen en vijf reserveruimten (kelders) ».
Art. 2.Voor de onteigening van de in artikel 1 van dit besluit bedoelde onroerende goederen zal beroep gedaan worden op de spoedprocedure voor onteigeningen en dit omwille van het openbaar nut, overeenkomstig de wet van 26 juli 1962.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag dat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 10 september 1998.
Namens het College : H. HASQUIN, Voorzitter van het College
Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld