Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 mei 2024
gepubliceerd op 25 juni 2024

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regulering van de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen en tot vaststelling van de voorwaarden voor exploitatie van de voorraden gewasbeschermingsmiddelen, tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, en tot wijziging van het besluit van 16 juli 2015 betreffende de opslag en hantering van gewasbeschermingsmiddelen alsook het beheer van hun afval door professionele gebruikers

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2024005733
pub.
25/06/2024
prom.
30/05/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 MEI 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regulering van de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen en tot vaststelling van de voorwaarden voor exploitatie van de voorraden gewasbeschermingsmiddelen, tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, en tot wijziging van het besluit van 16 juli 2015 betreffende de opslag en hantering van gewasbeschermingsmiddelen alsook het beheer van hun afval door professionele gebruikers


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad, artikel 67;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/03/1989 pub. 07/11/2014 numac 2014031896 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Koninklijk besluit tot oprichting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer sluiten tot oprichting van Leefmilieu Brussel, artikel 3, § 3, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1989;

Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, artikel 4, derde lid, gewijzigd bij de ordonnanties van 19 juli 2007 en 3 april 2014, en artikel 6, gewijzigd bij de ordonnanties van 19 juli 2007 en 21 november 2013;

Gelet op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud, artikel 4;

Gelet op de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling, artikel 20;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II, IC en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/07/2015 pub. 10/08/2015 numac 2015031494 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brussels Hoofdstedelijke Regering betreffende de opslag en hantering van gewasbeschermingsmiddelen alsook het beheer van hun afval door professionele gebruikers sluiten betreffende de opslag en hantering van gewasbeschermingsmiddelen alsook het beheer van hun afval door professionele gebruikers;

Gelet op de `gelijkekansentest', zoals vereist door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 november 2018 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;;

Gelet op het advies A-2023-038 van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 22 november 2023;

Gelet op het advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud, gegeven op 28 november 2023;

Gelet op het advies A-2023-083 van Brupartners, gegeven op 21 december 2023;

Gelet op het ontbreken van het advies van Brulocalis, de vereniging van de Stad en de Gemeenten van Brussel;

Gelet op het advies 75.964/16 van de Raad van State, gegeven op 24 april 2024 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie, op 23 november 2023 (2023/0657/B), met toepassing van artikel 5, § 1, van Richtlijn 2015/1535/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Overwegende het Gewestelijk Programma voor Pesticidenreductie 2023-2027, door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering aangenomen op 19 januari 2023 met toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 20 juni 2013, meer bepaald actie BHG 3.2.1.;

Overwegende de risico's voor de gezondheid en het milieu als gevolg van de hantering en het overmatig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, meer bepaald door niet-professionele gebruikers;

Op voordracht van de minister van Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie;

Na beraadslaging, Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.§ 1. Dit besluit strekt tot omzetting van artikel 6, paragraaf 1 en 3, en artikel 13 van richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden. § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° "ordonnantie": de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° "gewasbeschermingsmiddel met een laag risico": om het even welk gewasbeschermingsmiddel zoals bedoeld in artikel 47 van verordening (EG) nr.1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad; 3° "klant": elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een gewasbeschermingsmiddel koopt of wenst te kopen;4° "gemachtigd verkoper": de distributeur of voorlichter in de zin van artikel 3, 11° of 12°, van de ordonnantie, die gewasbeschermingsmiddelen levert aan klanten en houder is van een fytolicentie als bedoeld in artikel 12, § 1, of 13, § 1, van het koninklijk besluit van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013024124 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen sluiten ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen;5° "beveiligd winkelrek": het systeem voor de presentatie van producten bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid;6° "magazijn": de opslagplaats voor gewasbeschermingsmiddelen die niet toegankelijk is voor klanten, waar producten worden opgeslagen voordat ze in de winkelrekken worden gelegd;7° "persoonlijke beschermingsmiddelen": eender welke middelen bestemd om te worden gedragen of vastgehouden door de professionele of niet-professionele gebruiker bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met als doel zich te beschermen tegen een of meerdere risico's die zijn veiligheid of gezondheid kunnen bedreigen alsook alle aanvullingen of accessoires die kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van dat doel;8° "besluit van 16 juli 2015": het besluit van 16 juli 2015 betreffende de opslag en hantering van gewasbeschermingsmiddelen alsook het beheer van hun afval door professionele gebruikers. § 3. De definities van artikel 1, § 1, van het besluit van 16 juli 2015 zijn van toepassing op dit besluit. § 4. De bepalingen van het onderhavige besluit zijn van toepassing op gewasbeschermingsmiddelen, met uitsluiting van de basisstoffen zoals bedoeld in artikel 23 van verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad. § 5. Artikel 2 tot 5, artikel 6, § 2, en artikel 7, § 1 tot § 3, van dit besluit zijn enkel van toepassing op de fysieke verkoop van gewasbeschermingsmiddelen.

Art. 2.De distributeurs brengen in elk verkooppunt de gewasbeschermingsmiddelen samen in winkelrekken die visueel worden geïdentificeerd als rekken die gewasbeschermingsmiddelen bevatten, zonder ze te vermengen met de andere soorten verkochte goederen.

Art. 3.§ 1. De distributeurs plaatsen andere gewasbeschermingsmiddelen dan die met een laag risico in een beveiligd winkelrek.

Het beveiligd winkelrek zoals bedoeld in het eerste lid kan bestaan uit eender welk systeem van presentatie van de gewasbeschermingsmiddelen aan de klanten voor zover het de zelfbediening voor deze producten onmogelijk maakt. Het kan gaan om kasten of glazen uitstalkasten die met een sleutel kunnen worden afgesloten, winkelrekken achter een toonbank die enkel toegankelijk is voor het personeel of een lijst van de producten die in voorraad zijn, waarbij het niet mag gaan om een interactieve lijst die het mogelijk maakt bestellingen te plaatsen zonder tussenkomst van de gemachtigde verkoper, in overeenstemming met paragraaf 2. § 2. Een gemachtigd verkoper is aanwezig op het ogenblik van verkoop en heeft toegang tot het beveilig winkelrek om het product af te geven aan de klant.

De distributeur zorgt ervoor dat klanten een gemachtigd verkoper te allen tijde kunnen herkennen en aanspreken.

Art. 4.§ 1. Voorafgaand aan elke verkoop van gewasbeschermingsmiddelen moet de gemachtigde verkoper: - de behoefte van de klant met betrekking tot het gewas of het doelorganisme bevragen; - ervoor zorgen dat de algemene beginselen inzake geïntegreerde gewasbescherming worden nageleefd; - producten aanbevelen die minder gevaarlijk zijn voor de gezondheid of het milieu; - alle vereiste informatie verstrekken over de gevaren en de risico's van deze producten; - de wettelijke en reglementaire bepalingen in herinnering brengen die van toepassing zijn op het gebruik van deze producten; - de klant kennis geven van de aanbevelingen inzake het gebruik van de producten, meer bepaald over de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen, de toepassingstechnieken, de termijnen voor herbetreding en de wachttijd alvorens te oogsten evenals de bepalingen met betrekking tot het gevaarlijk afval dat het resultaat is van hun gebruik. § 2. Onverminderd artikel 5 en 6 zijn de bepalingen van paragraaf 1 niet van toepassing op de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico.

Art. 5.De distributeurs bieden de persoonlijke beschermingsmiddelen te koop aan die desgevallend vereist zijn in de toelating voor het in de handel brengen van de gewasbeschermingsmiddelen die ze verkopen.

Deze beschermingsmiddelen worden aangeboden in de onmiddellijke nabijheid van de winkelrekken met de betrokken gewasbeschermingsmiddelen.

Art. 6.§ 1. De minister kan de inhoud, formaten en modaliteiten voor een verplichte communicatie op de verkooppunten vaststellen.

Die communicatie kan betrekking hebben op alle elementen die verband houden met de toepassing van de algemene beginselen van geïntegreerde gewasbescherming, alsook op goede tuin- en onderhoudspraktijken die de populaties van inheemse fauna- en florasoorten, hun habitats en natuurlijke habitats in de zin van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud in stand houden. § 2. In voorkomend geval brengen distributeurs op of in de onmiddellijke nabijheid van elk winkelrek met gewasbeschermingsmiddelen de in paragraaf 1 bedoelde informatie aan, naast de informatie die vereist is door artikel 5 van het koninklijk besluit van 4 september 2012 betreffende het federaal reductieprogramma van pesticiden, met inbegrip van hun gebruik in het kader van duurzame ontwikkeling.

De informatiemiddelen moeten duidelijk zichtbaar en leesbaar zijn en mogen niet aan het zicht worden onttrokken door producten, goederen, reclame, schermen of andere displays. § 3. Leefmilieu Brussel stelt de krachtens paragraaf 1 vereiste informatie ter beschikking op zijn website.

Art. 7.§ 1. De distributeurs houden gedurende ten minste 5 jaar een register bij van de gewasbeschermingsmiddelen die ze verkopen, in overeenstemming met artikel 67 van verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad.

Dit register bevat: 1° de handelsnaam van het gewasbeschermingsmiddel;2° het nummer van de toelating voor het in de handel brengen;3° de aard van het gewasbeschermingsmiddel;4° de werkzame stof(fen);5° het aantal verkochte eenheden;6° het volume of de hoeveelheid per container. § 2. De distributeur vult binnen de 48 uur die volgen op elke verkoop van een gewasbeschermingsmiddel het in paragraaf 1 bedoelde register in. § 3. Het register wordt gecreëerd voor elk verkooppunt en wordt ten laatste op 31 maart van elk jaar, voor het afgelopen jaar, per e-mail toegestuurd aan Leefmilieu Brussel.

Het register wordt toegestuurd in een machineleesbaar formaat in de zin van artikel 2, punt 13, van richtlijn (EU) 2019/1024 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie. § 4. De kwantitatieve en kwalitatieve gegevens die met toepassing van paragraaf 1 worden verzameld, vormen risico-indicatoren in de zin van artikel 21 van de ordonnantie.

Ze leveren input voor het verslag over de staat van het milieu, alsook voor het verslag over de staat van de natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals bedoeld in artikel 7 van de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud. § 5. Leefmilieu Brussel stelt op zijn website een model van het in paragraaf 1 bedoelde register in elektronisch formaat ter beschikking.

Leefmilieu Brussel kan de in paragraaf 1 bedoelde gegevens aanvullen met facultatieve gegevensvelden van informatieve aard.

Art. 8.§ 1. De distributeurs houden gedurende ten minste 5 jaar een inventaris bij van de gewasbeschermingsmiddelen die worden opgeslagen, in overeenstemming met artikel 67 van verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad.

De inventaris wordt bijgehouden door de gemachtigde verkoper(s).

De inventaris wordt aangevuld binnen de 48 uur vanaf elke in- of uitgaande beweging van producten.

De inventaris wordt toegestuurd in een machineleesbaar formaat in de zin van artikel 2, punt 13, van Richtlijn (EU) 2019/1024 inzake open data en het hergebruik van overheidsinformatie.

De inventaris bevat de volgende informatie voor elk product: 1° de handelsnaam van het gewasbeschermingsmiddel;2° het nummer van de toelating voor het in de handel brengen;3° de aard van het gewasbeschermingsmiddel;4° de werkzame stof(fen);5° het aantal bewaarde eenheden;6° de datum van aankomst in de voorraad en, voor vervallen en niet langer bruikbare of verkoopbare producten, de datum van schrapping uit de voorraad en de referenties van de erkende ophaler. § 2. Voor zover dit technisch mogelijk is, worden de vervallen en niet langer bruikbare of verkoopbare producten op passende wijze geïdentificeerd in de inventaris.

Attesten van afgifte of terugname van verpakkingen en niet langer bruikbare of vervallen gewasbeschermingsmiddelen bij of door erkende inzamelaars moeten worden bewaard. § 3. Leefmilieu Brussel stelt op zijn website een model van de in paragraaf 1 bedoelde inventaris in elektronisch formaat ter beschikking.

Leefmilieu Brussel kan de in paragraaf 1 bedoelde gegevens aanvullen met facultatieve gegevensvelden van informatieve aard.

Art. 9.§ 1. Elk winkelrek en alle delen van het magazijn met gewasbeschermingsmiddelen vallen onder de verantwoordelijkheid van een of meerdere gemachtigde verkopers die verantwoordelijk zijn voor het voorraadbeheer.

De gemachtigde verkoper identificeert de potentiële gevaren die verbonden zijn aan de gevaarlijke stoffen in de opgeslagen gewasbeschermingsmiddelen en adviseert de distributeur over de juiste maatregelen om elk risico van milieuverontreiniging te voorkomen en te bestrijden, evenals over de maatregelen die moeten worden genomen na accidentele lozingen.

De distributeur bewaart de veiligheidsinformatiebladen van de opgeslagen gewasbeschermingsmiddelen in de buurt.

De distributeur neemt alle nodige maatregelen om te voorkomen dat gewasbeschermingsmiddelen per ongeluk in de openbare riolering of het oppervlaktewater terechtkomen of dat ze in de bodem of het grondwater infiltreren.

De distributeur voorziet alle nodige maatregelen, middelen of inrichtingen om ervoor te zorgen dat, in geval van morsen, de gewasbeschermingsmiddelen en de voorwerpen of materialen die worden gebruikt om ze terug te winnen, zoals bevuild zaagsel en doeken, kunnen worden teruggewonnen. § 2. In de organisatie van de winkelrekken en magazijnen worden vloeibare producten altijd onder of in een ander compartiment opgeslagen dan vaste producten.

In voorkomend geval voldoet de opslag van producten voor professioneel gebruik in de magazijnen aan de bepalingen van hoofdstuk 2, afdeling 2, van het besluit van 16 juli 2015. § 3. Gewasbeschermingsmiddelen die worden teruggewonnen in geval van morsen en de voorwerpen of materialen die werden gebruikt om ze terug te winnen, overeenkomstig paragraaf 1, vijfde lid, alsook vervallen of niet langer verkoopbare producten, worden ingezameld, vervoerd en verwijderd overeenkomstig de ordonnantie van 14 juni 2012 betreffende afvalstoffen en de uitvoeringsbesluiten ervan. § 4. Elke distributeur die op de hoogte is van een accidentele lozing van gewasbeschermingsmiddelen die terechtkomen in de openbare riolering, in oppervlaktewater of die zou kunnen leiden tot infiltratie in de bodem of het grondwater, moet alle nodige maatregelen nemen om de lozing te stoppen en dit onmiddellijk te melden aan Leefmilieu Brussel.

Art. 10.Onverminderd striktere of aanvullende bijzondere voorwaarden die, meer bepaald op het vlak van opslag van gevaarlijke producten en opslag van gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik, worden opgelegd bij de toekenning van een milieuvergunning, wanneer de stock bestemd is voor verkoop, vormen artikel 8, § 1 en § 2, en artikel 9, alsook, in het geval van de fysieke verkoop van gewasbeschermingsmiddelen, artikel 2 tot 5, artikel 6, § 2, en artikel 7, § 1 tot § 3, de exploitatievoorwaarden voor de ingedeelde inrichtingen van de rubrieken 112A, 112B en 112C zoals bedoeld in de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, zoals gewijzigd door artikel 11 van dit besluit.

HOOFDSTUK 2. - Wijzigings- en slotbepalingen Afdeling 1. - Wijziging van het besluit van 4 maart 1999 tot

vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen

Art. 11.In de bijlage van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 04/03/1999 pub. 07/08/1999 numac 1999031224 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen sluiten tot vaststelling van de ingedeelde inrichtingen van klasse IB, IC, ID, II en III met toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, wordt rubriek 112 als volgt vervangen:

112 A

Opslagplaatsen van gewasbeschermingsmiddelen (in de zin van artikel 3, 4°, a, van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) met een totale capaciteit:- kleiner dan of gelijk aan 100 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik;- tussen 100 en 1.000 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik, met uitzondering van alle basisstoffen bedoeld in artikel 23 van verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad.

2

112 A

Dépôts de produits phytopharmaceutiques (au sens de l'article 3, 4°, a, de l'ordonnance du 20 juin 2013 relative à une utilisation des pesticides compatible avec le développement durable en Région de Bruxelles-Capitale) dont la capacité totale est :- inférieure ou égale à 100 kg pour les produits phytopharmaceutiques à usage professionnel;- comprise entre 100 et 1000 kg pour les produits phytopharmaceutiques à usage non professionnel, à l'exception des substances de base visées à l'article 23 du règlement (CE) n° 1107/2009 du Parlement européen et du Conseil du 21 octobre 2009 concernant la mise sur le marché des produits phytopharmaceutiques et abrogeant les directives 79/117/CEE et 91/414/CEE du Conseil.

2

112 B

Opslagplaatsen van gewasbeschermingsmiddelen (in de zin van artikel 3, 4°, a, van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkelingvan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) met een totale capaciteit:- groter dan 100 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik;- groter dan 1.000 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik, met uitzondering van alle basisstoffen bedoeld in artikel 23 van verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad.

1B

112 B

Dépôts de produits phytopharmaceutiques (au sens de l'article 3, 4°, a, de l' ordonnance du 20 juin 2013 relative à une utilisation des pesticides compatible avec le développement durable en Région de Bruxelles-Capitale) dont la capacité totale est :- supérieure à 100 kg pour les produits phytopharmaceutiques à usage professionnel;- supérieure à 1000 kg pour les produits phytopharmaceutiques à usage non professionnel, à l'exception des substances de base visées à l'article 23 du règlement (CE) n° 1107/2009 du Parlement européen et du Conseil du 21 octobre 2009 concernant la mise sur le marché des produits phytopharmaceutiques et abrogeant les directives 79/117/CEE et 91/414/CEE du Conseil.

1B

112 C

Opslagplaatsen van gewasbeschermingsmiddelen (in de zin van artikel 3, 4°, a, van de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een gebruik van bestrijdingsmiddelen dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) bestemd voor verkoop, met een totale capaciteit kleiner dan of gelijk aan 100 kg voor gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik, met uitzondering van alle basisstoffen bedoeld in artikel 23 van verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad.

3

112 C

Dépôts de produits phytopharmaceutiques (au sens de l'article 3, 4°, a, de l'ordonnance du 20 juin 2013 relative à une utilisation des pesticides compatible avec le développement durable en Région de Bruxelles-Capitale) destinés à la vente, dont la capacité totale est inférieure ou égale à 100 kg pour les produits phytopharmaceutiques à usage non professionnel, à l'exception des substances de base visées à l'article 23 du règlement (CE) n° 1107/2009 du Parlement européen et du Conseil du 21 octobre 2009 concernant la mise sur le marché des produits phytopharmaceutiques et abrogeant les directives 79/117/CEE et 91/414/CEE du Conseil.

3


Afdeling 2. - Wijziging van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 2015 betreffende de opslag en hantering van gewasbeschermingsmiddelen alsook het beheer van hun afval door professionele gebruikers

Art. 12.In het besluit van 16 juli 2015 wordt een nieuw artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Onverminderd striktere of aanvullende bijzondere voorwaarden die meer bepaald op het vlak van opslag van gevaarlijke producten in de milieuvergunning worden vastgesteld, is dit besluit niet van toepassing op de basisstoffen bedoeld in artikel 23 van verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad." Afdeling 3. - Slotbepalingen


Art. 13.De artikelen 3 en 5 treden in werking op de eerste dag van de dertiende maand die volgt op de maand van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 14.De minister die bevoegd is voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 mei 2024.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON .


^