19 OKTOBER 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van een onteigeningsplan op basis van de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden om redenen van algemeen nut ten gunste van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de goederen gelegen Leiestraat 11 te 1080 Sint-Jans-Molenbeek en gekadastreerd 21012E0030/00R000, 21012E0030/00S000, 21012E0030/00T000, 21012E0030/00W000, 21012E0030/00X000 en 21012E0030/00V000

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de wet van 27 mei 1870 houdende vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten inzake onteigening ten algemenen nutte;

Gelet op de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;

Gelet op de ordonnantie van 22 februari 1990 betreffende de onteigeningen van openbaar nut doorgevoerd of toegestaan door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering Gelet op de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering, artikelen 1, 2, 7 en 8, 35 tot 50, 71, 73 tot 75 en de uitvoeringsbesluiten ervan;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 maart 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 17/03/2022 pub. 14/04/2022 numac 2022031498 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot goedkeuring van het programma voor het "Stadsvernieuwingscontract - Rondom Simonis" sluiten tot goedkeuring van het stedelijke herwaarderingsprogramma voor het stadsvernieuwingscontract "Rondom Simonis" (SVC 6);

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juni 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/06/2022 pub. 19/07/2022 numac 2022032587 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de vaststelling van een perimeter van voorkoop "SIMONIS" op het grondgebied van de gemeenten Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek sluiten betreffende de vaststelling van een perimeter van voorkoop "SIMONIS" op het grondgebied van de gemeenten Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek;

Gelet op bijakte 14 van het samenwerkingsakkoord Beliris die op 24 juni 2021 ondertekend werd en haar bijlagen;

Gelet op bijakte 15 van het samenwerkingsakkoord Beliris die op 9 maart 2023 door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering goedgekeurd werd en haar bijlagen;

Overwegende dat het stedelijke herwaarderingsprogramma voor het stadsvernieuwingscontract SVC 6 "Rondom Simonis" een stedenbouwkundige, socio-economische en milieustudie van de in aanmerking komende perimeter bevat, die tot doel heeft om uitgaande van de bestaande feitelijke en rechtstoestand te bepalen welke doelstellingen en prioriteiten bij de stedelijke herwaardering binnen een perimeter in de gemeenten Sint-Jans-Molenbeek en Koekelberg verwezenlijkt moeten worden, zoals goedgekeurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering op 17 maart 2022;

Overwegende dat die studie onder meer duidelijk maakt dat het nodig is om in de perimeter van het stadsvernieuwingscontract "Rondom Simonis" voorzieningen te ontwikkelen die voldoen aan de behoeften waar de inwoners op gewezen hebben en die in de diagnose (hoofdstuk 7) tot uiting zijn gekomen;

Overwegende dat die studie (diagnose) in het hoofdstuk "Huisvesting" onder meer op de volgende thematische uitdagingen (hoofdstuk 5.5 van de diagnose) wijst in de perimeter van het stadsvernieuwingscontract "Rondom Simonis": ? Het aanbod van openbare huisvesting en in het bijzonder sociale huisvesting voor de lokale bevolking, waarvan een groot deel in zeer precaire omstandigheden leeft, vergroten; ? Zorgen voor een evenwichtigere spreiding (het westen en noorden van de TOP zijn minder goed voorzien); ? De bestaande woningen betaalbaarder maken (wat een gewestelijke aangelegenheid is) en de stijging van de woningprijzen afremmen (regulering van de huurprijzen); ? Woningen aanbieden die aangepast zijn aan het type huishouden: behoefte aan middelgrote woningen (gezinnen met kinderen); ? Voorzien in de behoefte aan woningen die zijn aangepast aan ouderen; ? Andere vormen van sociale huisvesting ontwikkelen (gemeenschappelijke ruimten, converteerbare woningen, enz.); ? Alternatieve/innovatieve huisvesting ontwikkelen: collectief, intergenerationeel, aanbod van medisch-sociale diensten, enz. ? Veilige fietsenstallingen ontwikkelen voor woningen in het algemeen en bestaande openbare woningen in het bijzonder.

Overwegende dat die studie ook vooropstelt om: - Over te gaan tot de renovatie en de aanleg van een bepaald aantal openbare en groene ruimten, waarvan de huidige inrichting in het licht van de uitdagingen voor de hedendaagse stad verouderd is; - Leegstand en onbewoonbaarheid te bestrijden;

Overwegende dat de perimeter van het stadsvernieuwingscontract "Rondom Simonis" gelinkt is met de duurzame wijkcontracten "Jacquet" in Koekelberg en "Zwarte Vijvers" in Sint-Jans-Molenbeek, waarvoor de programma's gelijktijdig met het stadsvernieuwingscontract SVC 6 "Rondom Simonis" werden uitgewerkt;

Overwegende dat de perimeter van het stadsvernieuwingscontract "Rondom Simonis" de goederen omvat die mogelijk geschikt zijn om een oplossing te bieden voor de problemen en tegemoet te komen aan de hoofddoelstellingen die hierboven staan omschreven, en op die manier de leefomgeving van de inwoners van de wijken rond Simonis te verbeteren;

Overwegende dat de regering op de ministerraad van 17 maart 2022 het definitieve basisprogramma van SVC 6 "Rondom Simonis" en het bijhorende milieueffectenrapport heeft goedgekeurd; dat dat programma onder meer de operaties "Z2.1 Jettebrug - Nieuwbouw voor gemengd gebruik" en "T1.1 - Aankoop van onroerend goed binnen de perimeter van SVC 6" omvat;

Overwegende dat operatie "T1.1 - Aankoop van onroerend goed binnen de perimeter van SVC 6" de aankoop van de zes aaneengrenzende kadastrale percelen gelegen Leiestraat 11 te 1080 Sint-Jans-Molenbeek omvat om er een nieuw gebouw voor gemengd gebruik (buurtvoorziening + woningen) te doen verrijzen en op die manier de ontwikkeling van de buurt te bevorderen; dat die aankopen zullen gebeuren door het Brussels Gewest en gefinancierd worden met de middelen die bestemd zijn voor SVC 6;

Overwegende dat operatie "Z2.1 Jettebrug - Nieuwbouw voor gemengd gebruik" van SVC 6 voorziet in een programma dat tegemoetkomt aan de behoefte aan openbare huisvesting in het gebied en het gebrek aan gezondheidsvoorzieningen in een wijk met veel jongeren;

Overwegende dat aan deze operatie financiële middelen gekoppeld zijn om het project te ontwikkelen en dat de gemeente Sint-Jans-Molenbeek de leiding zal hebben over dit deel van het project;

Overwegende dat het project "Jettebrug - Nieuwbouw voor gemengd gebruik" ook is opgenomen in bijakten 14 en 15 van het samenwerkingsakkoord Beliris onder de projectfiche Av15-N16 Rondom Simonis/deelproject 2.23.4.1 "SVC 6 - Gebouw op de hoek van de Leiestraat en de Jetsesteenweg"; dat aan deze Beliris-operatie financiële middelen (studies en werken) gekoppeld zijn om het project te ontwikkelen en dat de gemeente Sint-Jans-Molenbeek de leiding zal hebben over dit deel van het project;

Overwegende dat het protocolakkoord "2.23.4.1 - SVC 6 - Gebouw op de hoek van de Leiestraat en de Jetsesteenweg" op 15 december 2022 ondertekend werd door alle vertegenwoordigers, namelijk de gemeente Sint-Jans-Molenbeek, het Brussels Gewest en de FOD Mobiliteit en Vervoer (Beliris);

Overwegende dat de mogelijkheid om het grondbeheer over de al dan niet bebouwde onroerende goederen te verwerven de kans zal bieden om de uitvoering van het programma van het stadsvernieuwingscontract te begeleiden door stedelijke herwaarderingsdoelstellingen die opgenomen zijn in de ordonnantie van 6 oktober 2016 te verwezenlijken;

Overwegende dat het nodig is om de goederen en percelen die deel uitmaken van het stadsvernieuwingscontract "Rondom Simonis" te verwerven om de huisvesting, de buurtgerichte en gewestelijke infrastructuur en de openbare en groene ruimten te behouden, uit te breiden of te verbeteren, wat de hoofddoelstellingen zijn van het stadsvernieuwingsbeleid;

Overwegende dat in toepassing van artikel 7, § 5 van de ordonnantie houdende organisatie van de stedelijke herwaardering van 6 oktober 2016 de overdracht van een gebruiksrecht moet worden toegestaan - na verwerving van het goed door het Gewest - aan de gemeente Sint-Jans-Molenbeek zodat deze toegang kan krijgen tot de subsidies en operatie "Z2.1 Jettebrug - Nieuwbouw voor gemengd gebruik" van SVC 6 uit kan voeren;

Overwegende dat de percelen al meer dan zestig jaar uitsluitend gebruikt worden om er voertuigen te parkeren terwijl de percelen gelegen zijn in woongebied;

Overwegende dat de percelen bestaan uit een stuk bouwgrond en vijf met graffiti bekladde garageboxen, wat bijdraagt tot een gevoel van onveiligheid in de buurt;

Overwegende dat de goederen zich bevinden in een perimeter van voorkoop die bij besluit van 19 juli 2022 van kracht is geworden;

Overwegende dat deze zes percelen toebehoren aan vier verschillende mede-eigenaren;

Wat perceel 21012E 0030/00R000 betreft Overwegende dat dit perceel een stuk bouwgrond beslaat;

Overwegende dat sinds de goedkeuring van de beslissing van 24 november 2022 het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij schrijven van 6 april 2023 vruchteloos zijn wens te kennen heeft gemaakt bij de mede-eigenaren dit perceel te willen verwerven;

Overwegende dat de mede-eigenaren dit schrijven goed ontvangen hebben, aangezien zij op 17 april 2023 een e mail hebben gestuurd naar de administratieve ambtenaar om hun hoedanigheid van mede-eigenaar van dit perceel te betwisten;

Overwegende evenwel dat de huidige eigendomstitel van het perceel vermeldt dat zij wel degelijk mede-eigenaar zijn van dit perceel met als gevolg dat voornoemde ambtenaar hen op 21 juni 2023 een e-mail heeft gestuurd waarin hij hen een kopie van de eigendomstitel heeft bezorgd en hen een redelijke termijn heeft gegeven om hun standpunt te herzien en dat bij gebrek aan antwoord binnen de vooropgestelde termijn, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ervan mocht uitgaan dat zij wel degelijk mede-eigenaar zijn van dit perceel;

Overwegende dat tot op heden geen reactie is gekomen op deze e-mail;

Overwegende dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze laatsten de mede-eigenaren zijn van dit perceel en hun goed niet in der minne wensen te verkopen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Wat de percelen 21012E0030/00S000, 21012E0030/00T000, 21012E0030/00W000 en 21012E0030/00X000 betreft Overwegende dat elk van deze percelen een garage met manoeuvreerruimte omvat;

Overwegende dat sinds de goedkeuring van de beslissing van 24 november 2022 het Brussels Hoofdstedelijk Gewest enerzijds bij schrijven van 6 april 2023 en anderzijds mondeling op een vergadering die op 17 mei 2023 plaatsvond in de lokalen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel vruchteloos zijn wens te kennen heeft gemaakt bij de mede-eigenaren deze percelen te willen verwerven;

Overwegende dat de mede-eigenaren bij e-mail van 17 mei 2023 uitdrukkelijk te kennen hebben gegeven dat ze weigeren hun eigendom in der minne aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verkopen;

Wat perceel 21012E0030/00V000 betreft Overwegende dat dit perceel een garage met manoeuvreerruimte omvat;

Overwegende dat sinds de goedkeuring van de beslissing van 24 november 2022 het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via zijn brieven van 6 april 2023 en 5 mei 2023 vruchteloos zijn wens te kennen heeft gemaakt bij de mede-eigenaren dit perceel te willen verwerven;

Dat deze twee brieven onbeantwoord zijn gebleven;

Overwegende dat de mede-eigenaren deze brieven goed ontvangen hebben, aangezien zij telefonisch contact opgenomen hebben met de administratieve ambtenaar die belast is met het dossier om informatie te krijgen over de wens van het Gewest om het perceel te verwerven;

Overwegende dat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de mede-eigenaren van dit perceel hun goed niet in der minne wensen te verkopen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat uit de bovenvermelde elementen blijkt dat de verschillende mede-eigenaren van deze percelen hun eigendom niet in der minne wensen te verkopen;

Overwegende dat deze situatie niet verenigbaar is met de duur van de uitvoeringsfase van SVC 6 die initieel liep van 1 april 2022 tot en met 31 maart 2027, nadien in eerste instantie verlengd werd tot 31 september 2027 en vervolgens tot 31 maart 2028 via respectievelijk de ordonnantie van 22 juli 2021 tot verlenging van sommige termijnen van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering en de ordonnantie van 23 december 2022 tot verlenging van sommige termijnen van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering (OSH), tot toekenning van de mogelijkheid om een allerlaatste programmawijziging door te voeren en tot verlenging van een termijn bepaald in de ordonnantie van 31 mei 2018 met betrekking tot de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuur noch met de implementatiefase die eindigt in april 2030;

Overwegende dat volgens de bepalingen van art. 45, § 1 van de ordonnantie van 6 oktober 2016 de uitvoeringstermijn van de stadsvernieuwingscontracten zestig maanden bedraagt en dat de gemeente binnen die termijn in bezit moet treden van de goederen, de overheidsopdrachten voor de aanneming van diensten en werken moet organiseren en toewijzen en de procedures voor de terbeschikkingstelling moet regelen;

Dat artikel 45, § 4 van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering bepaalt dat "enkel de handelingen van de operaties en acties van het stadsvernieuwingscontract die binnen de in paragrafen 1 tot 3 vastgestelde termijnen werden uitgevoerd in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring";

Overwegende dat er door de houding van de mede-eigenaren geen enkel vooruitzicht is om binnen de door het SVC vastgelegde termijn tot een akkoord te komen;

Overwegende dat het Brussels Gewest dus zo spoedig mogelijk eigenaar moet worden van de percelen gekadastreerd: - 21012E0030/00R000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek); - 21012E0030/00S000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek); - 21012E0030/00T000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek); - 21012E0030/00W000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek); - 21012E0030/00X000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek); - 21012E0030/00V000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek);

Overwegende dat het de bedoeling is om de uitvoering van prioritaire projecten van de herwaarderingsprogramma's van het stadsvernieuwingscontract "Rondom Simonis" mogelijk te maken (SVC 6);

Overwegende dat het ook de bedoeling is om de uitvoering van prioritaire projecten van bijakten 14 en 15 van het samenwerkingsakkoord Beliris mogelijk te maken;

Overwegende dat de onmiddellijke inbezitneming van de voormelde goederen absoluut noodzakelijk is omwille van het financieringsplan van de projecten, waarvoor strikte termijnen nageleefd moeten worden;

Overwegende dat er daarom snel moet worden overgegaan tot de inbezitneming van die goederen om ze op basis van dat programma op te waarderen;

Wat het toepassingsgebied en het algemeen nut (grondslag) van de onteigening betreft: Overwegende dat de onteigening als doel heeft de bovenvermelde percelen in volle eigendom te verwerven;

Overwegende dat het om de volgende redenen in het algemeen belang is deze percelen te verwerven;

Dat de aankoop van deze percelen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als doel heeft de bouw mogelijk te maken van een buurtvoorziening op de gelijkvloerse verdieping en geconventioneerde of met sociale huisvesting gelijkgestelde woningen op de bovenverdiepingen, en de overdracht ervan aan de gemeente Sint-Jans-Molenbeek via een erfpachtovereenkomst voor 50 jaar;

Dat het gemengde gebouw dat op die manier het licht zal zien, gebruikt zal worden voor een openbare dienst;

Dat het project meer specifiek acties en operaties beoogt voor de financiering en subsidiëring van: ? de creatie, uitbreiding, herstelling of renovatie van onroerende goederen, met inbegrip van kantoorgebouwen met als doel ze te bestemmen voor een woning gelijkgesteld met een sociale woning, een geconditioneerde woning of om er een gemengde bestemming aan te geven (artikel 14 § 1 1° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 maart 2017 betreffende de stadsvernieuwingscontracten); ? infrastructuur die aanzet tot innovatie en creatie en buurtinfrastructuur van gewestelijke omvang (artikel 14, § 1, 2° en 3° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 maart 2017 betreffende de stadsvernieuwingscontracten);

Dat het op grond van artikel 8 van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering toegelaten is om "alle aankopen van onroerende goederen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een stedelijk herwaarderingsprogramma, van de wijzigingen ervan of van de aanvullingen erop te laten gebeuren door middel van onteigening ten algemenen nutte";

Dat artikel 7 van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering bepaalt dat "stedelijke herwaardering een opdracht van openbare dienstverlening is";

Dat deze motivering van het algemeen nut individueel en collectief geldig is voor de 6 percelen waarop dit onteigeningsbesluit betrekking heeft;

Wat de noodzaak tot onteigening en de analyse van mogelijke alternatieven voor het voorgestelde project betreft: Overwegende dat in het kader van de diagnose en de ontwikkeling van het programma van SVC 6 verschillende denkpistes onderzocht werden om geschikte en coherente alternatieven te vinden, zonder succes evenwel;

Overwegende dat er bijgevolg geen enkel alternatief bestaat dat even gunstige bepalingen biedt als de aankoop van de percelen die het voorwerp uitmaken van de onteigening;

Overwegende dat de enige uitweg er derhalve in bestaat de percelen die nodig zijn voor het project te verwerven door middel van een onteigeningsprocedure, aangezien het algemeen nut in dit geval volledig gerechtvaardigd is, zoals hierboven uiteengezet;

Dat in deze zin de onteigeningsprocedure noodzakelijk is om het beoogde doel te bereiken, namelijk de oprichting van een gemengd gebouw bestaande uit een buurtvoorziening en woningen;

Wat de impact en effecten betreft die verwacht kunnen worden van de verwezenlijking van de doelstelling inzake algemeen nut: Overwegende dat de bouw van een buurtvoorziening de mogelijkheid zal bieden: ? voor de gemeente Sint-Jans-Molenbeek om haar inwoners buurtdiensten aan te bieden en zich aldus enerzijds aan te passen aan het gebrek aan dergelijke diensten in de buurt en anderzijds in te spelen op de aanzienlijke bevolkingstoename in de buurt; ? het onthaal van het publiek beter te organiseren, aangezien het gebouwde goed voor deze functie werd ontworpen; ? de rust en het welzijn van de buurtbewoners te bevorderen aangezien het goed zal voldoen aan de modernste normen inzake geluidsisolatie ; ? de eerbied voor het milieu te bevorderen, aangezien het gebouw zal voldoen aan de modernste normen inzake isolatie; ? het welzijn van het gemeentepersoneel en de burgers die er zich zullen bevinden te vergroten; ? een antwoord te bieden op de thematische uitdagingen die in hoofdstuk 7.5 van de diagnose van SVC 6 gedefinieerd zijn;

Overwegende dat de bouw van openbare woningen het mogelijk zal maken: ? een antwoord te bieden op het gebrek aan voldoende betaalbare woningen op de huurmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ; ? het aanbod van openbare huisvesting en in het bijzonder van met sociale huisvesting gelijkgestelde woningen of geconventioneerde woningen bestemd voor de lokale bevolking, waarvan een groot deel in zeer precaire omstandigheden leeft, te vergroten; ? woningen aan te bieden die aangepast zijn aan het type huishouden: behoefte aan middelgrote woningen (gezinnen met kinderen); ? andere vormen van sociale huisvesting te ontwikkelen (gemeenschappelijke ruimten, converteerbare woningen, enz.);

Dat in bijkomende orde de bouw van een nieuw gebouw op de hoek van de Leiestraat en de Jetsesteenweg het mogelijk maakt de toegang tot de Leiestraat en de Jettebrug te verbeteren en deel te nemen aan andere operaties van SVC 6 (operatie A1. 3 - Leiepromenade en operatie A1.5 - Jettebrug - Heraanleg van de brug en de kruispunten) en van bijakte 15 van Beliris (fiche Av15-N16 Rondom Simonis - deelproject 2.23.4.2/SVC 6 - volledige inrichting (studies en werken) van huizenblok L28 tussen de Leistraat en de Serkeynstraat, Belgica en Simonis);

Dat de bouw bijgevolg deel uitmaakt van de algemene doelstelling van stadsvernieuwing om een stedelijk gebied geheel of gedeeltelijk te herstructureren teneinde de stedelijke, economische, maatschappelijke en milieufuncties ervan te ontwikkelen of te bevorderen, zoals bepaald in artikel 7 van de ordonnantie houdende organisatie van de stedelijke herwaardering van 6 oktober 2016 (OSH);

Wat de hoogdringendheid van de onteigening betreft: Overwegende de duur van de uitvoeringsfase van SVC 6 die initieel liep van 1 april 2022 tot en met 31 maart 2027, nadien in eerste instantie verlengd werd tot 31 september 2027 en vervolgens tot 31 maart 2028 via respectievelijk de ordonnantie van 22 juli 2021 tot verlenging van sommige termijnen van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering en de ordonnantie van 23 december 2022 tot verlenging van sommige termijnen van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering (OSH), tot toekenning van de mogelijkheid om een allerlaatste programmawijziging door te voeren en tot verlenging van een termijn bepaald in de ordonnantie van 31 mei 2018 met betrekking tot de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuur evenals de implementatiefase die eindigt in april 2030;

Overwegende dat volgens de bepalingen van art. 45, § 1 van de ordonnantie van 6 oktober 2016 de uitvoeringstermijn van de stadsvernieuwingscontracten zestig maanden bedraagt en dat de gemeente binnen die termijn in bezit moet treden van de goederen, de overheidsopdrachten voor de aanneming van diensten en werken moet organiseren en toewijzen en de procedures voor de terbeschikkingstelling moet regelen;

Overwegende dat de hoogdringendheid in wezen op de volgende elementen berust: - de duur van de uitvoeringsfase van het SVC naleven om te vermijden dat de financiële middelen van SVC 6 door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verloren gaan wegens niet-naleving van de termijn voor de aankoop van de goederen zoals bepaald in artikel 45 § 1 van de ordonnantie houdende organisatie van de stedelijke herwaardering van 6 oktober 2016 (OSH); - de gemeente Sint-Jans-Molenbeek in staat stellen de duur van 60 maanden voor de uitvoering van de stadsvernieuwingscontracten na te leven om te vermijden dat de financiële middelen van SVC 6 door de gemeente Sint-Jans-Molenbeek verloren gaan wegens niet-naleving van de termijn voor de goedkeuring van de beslissingen tot gunning van de overheidsopdrachten zoals bepaald in artikel 45 § 1 van de ordonnantie houdende organisatie van de stedelijke herwaardering van 6 oktober 2016 (OSH);

Dat artikel 45, § 4 van de ordonnantie houdende organisatie van de stedelijke herwaardering van 6 oktober 2016 bepaalt dat "enkel de handelingen van de operaties en acties van het stadsvernieuwingscontract die binnen de in paragrafen 1 tot 3 vastgestelde termijnen werden uitgevoerd in aanmerking kunnen komen voor subsidiëring"; - het principe van goed bestuur toepassen om enerzijds het verlies van subsidies voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de gemeente Sint-Jans-Molenbeek te vermijden en anderzijds onverwijld een project van algemeen nut uit te voeren en zo snel mogelijk de verwezenlijking ervan mogelijk te maken, en bovendien vermijden dat percelen waarvan de waarde elk jaar toeneemt, tegen een hogere prijs worden verworven, gelet op de specifieke kenmerken van de Brusselse vastgoedmarkt, en ten slotte vermijden dat de mede-eigenaren in onzekerheid worden gelaten over de toekomst van hun percelen;

Dat deze motivering van de hoogdringendheid individueel en collectief geldig is voor de 6 percelen waarop dit onteigeningsbesluit betrekking heeft;

Overwegende dat het daarom noodzakelijk is ter wille van het algemeen nut over te gaan tot de inbezitneming van de percelen die weergegeven zijn op het onteigeningsplan en dat overeenkomstig de bepalingen van de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;

Op voorstel van de minister-president, die bevoegd is voor Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Wordt goedgekeurd het onteigeningsplan voor de onroerende goederen die gekadastreerd zijn als volgt: - 21012E0030/00R000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek); - 21012E0030/00S000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek); - 21012E0030/00T000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek); - 21012E0030/00W000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek); - 21012E0030/00X000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek); - 21012E0030/00V000 (Leiestraat 11, 1080 Molenbeek).

Art. 2.Het is om redenen van algemeen nut noodzakelijk om de percelen die weergegeven zijn op de onteigeningsplannen vermeld in artikel 1, onmiddellijk in bezit te nemen.

Art. 3.Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gemachtigd over te gaan tot de onteigeningen.

Art. 4.Voor die onteigening dient de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden ten algemenen nutte, geregeld door de wet van 26 juli 1962Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1962 pub. 26/02/2010 numac 2010000080 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, te worden toegepast.

Art. 5.De minister-president, die bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 oktober 2023.

Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De minister-president, bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Gewestelijk Belang, R. VERVOORT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld