gepubliceerd op 01 december 2023
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de verplichtingen inzake branddetectie in woningen
28 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de verplichtingen inzake branddetectie in woningen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 betreffende de Brusselse Huisvestingscode, en meer in het bijzonder artikel 4 § 4;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/04/2004 pub. 05/05/2004 numac 2004031198 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van bijkomende verplichtingen inzake brandvoorkoming in de te huur gestelde woningen sluiten tot bepaling van bijkomende verplichtingen inzake brandvoorkoming in de te huur gestelde woningen;
Gelet op de gelijke kansen test uitgevoerd op 18 april 2023, in toepassing van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijke kansentest;
Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, verstrekt op 2 juni 2023 ;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 18 juillet 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Woning: het gebouw of deel van het gebouw als bedoeld in artikel 2 § 1 van de ordonnantie van 17 juli 2003 betreffende de Brusselse Huisvestingscode.2° Ruimte: de ruimte in de woning die van andere ruimten is gescheiden door van vloer tot plafond opgetrokken scheidingswanden.3° Hoofdingang tot de woning: de deur die bij voorkeur wordt gebruikt om het privégedeelte van de woning of de gemeenschappelijke delen van een collectieve woning vanuit de gemeenschappelijke ruimten of van buitenaf te betreden.4° Interne circulatieweg van de woning: alle ruimten en gangen die moeten worden doorkruist om de slaapkamer(s) met de hoofdingang van de woning te verbinden.5° Rookmelder: een apparaat dat reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal.6° : Koppelbare rookmelders: rookmelders die met elkaar gekoppeld zijn, hetzij via een draad, hetzij via een golf, zodat zij alle het alarmsignaal van één ervan doorgeven.7° Gecentraliseerd detectiesysteem: branddetectie-systeem bestaande uit rookmelders die zijn aangesloten op een signaleringspaneel. HOOFDSTUK II. - Rookmelders binnenin de woning
Art. 2.§ 1. De eerste ruimte in de woning na de hoofdingang van de woning moet voorzien zijn van een rookmelder. § 2. Elke ruimte die deel uitmaakt van de interne circulatieweg moet zijn uitgerust met een rookmelder. § 3. Op elke verdieping, die niet op de interne circulatieweg is gelegen, moet de overloop of de eerste ruimte die vanaf die verdieping wordt betreden, zijn uitgerust met een rookmelder. § 4. Alle ruimten die uitsluitend worden gebruikt als keuken, badkamer en/of douche zijn vrijgesteld van §§ 1 tot en met 3. § 5. Een woning met ten minste vier verplichte rookmelders moet zijn uitgerust met gekoppelde rookmelders of een gecentraliseerd detectiesysteem. § 6. De woning die is uitgerust met een gecentraliseerd detectiesysteem van het type "gedeeltelijke bewaking" of "totale bewaking" is vrijgesteld van §§ 1 tot en met 3. HOOFDSTUK III. - Type rookmelders en plaatsing
Art. 3.§ 1. De rookmelder mag niet van het ionische type zijn en moet voorzien zijn van een ingebouwde batterij met een levensduur van tien jaar of aangesloten zijn op het elektrisch circuit (220 V). In het laatste geval moet een noodbatterij worden aangebracht om ervoor te zorgen dat het toestel bij stroomuitval naar behoren functioneert. § 2. De rookmelder moet voldoen aan de norm NBN EN 14604. § 3. Het centrale detectiesysteem moet voldoen aan NBN S21-100 1&2. § 4. De plaatsing en onderhoud van de rookmelders zijn conform de Belgische en Europese normen aangaande huishoudelijke toepassingen.
Bij gebrek hieraan, moeten de rookmelders worden geplaatst zoals beschreven in bijlage 1. HOOFDSTUK IV. - Verhuurde woningen
Art. 4.§ 1. De verhuurder draagt de aankoop- en installatiekosten van de rookmelders. § 2. De verhuurder draagt de kosten voor het vervangen van de rookmelder aan het einde van de geldigheidsduur van de batterij zoals aangegeven door de fabrikant. De verhuurder van een woning kan jaarlijks een controle in de woning uitvoeren om na te gaan of de rookmelders goed werken. § 3. Het is de verantwoordelijkheid van de huurder om de verhuurder schriftelijk in kennis te stellen wanneer de batterij voortijdig wordt ontladen of bij storing. § 4. Het is in ieder geval de verantwoordelijkheid van de verhuurder om de rookmelder te vervangen uiterlijk op de door de fabrikant aangegeven vervaldatum, of vóór deze vervaldatum als de rookmelder defect is. § 5. Onverminderd de antidiscriminatiewet en in overeenstemming met artikel 22ter van de Grondwet mogen eigenaars van woningen zich op geen enkele manier verzetten tegen de installatie van rookmelders die aangepast zijn aan de handicap van de bewoners. HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepaling en inwerkingtreding Sectie 1. Opheffingsbepaling
Art. 5.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/04/2004 pub. 05/05/2004 numac 2004031198 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van bijkomende verplichtingen inzake brandvoorkoming in de te huur gestelde woningen sluiten tot bepaling van bijkomende verplichtingen inzake brandvoorkoming in de te huur gestelde woningen is opgeheven.
Sectie 2. - Inwerkingtredingen
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025, met uitzondering van artikel 2 § 5 voor verhuurders die aantonen dat ze voor de datum van publicatie van dit besluit rookmelders hebben geïnstalleerd die voldoen aan de voorwaarden van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/04/2004 pub. 05/05/2004 numac 2004031198 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van bijkomende verplichtingen inzake brandvoorkoming in de te huur gestelde woningen sluiten tot bepaling van bijkomende verplichtingen inzake brandvoorkoming in de te huur gestelde woningen. De verhuurders kunnen deze rookmelders behouden zonder de plaatsing van gekoppelde rookmelders of een gecentraliseerd detectiesysteem tot de datum van vervanging van de apparaten en uiterlijk tot 1 januari 2028.
Brussel, 28 september 2023.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De minister-president, R. VERVOORT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld