Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 04 mei 2023
gepubliceerd op 06 september 2023

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling en werking van de Sociale dienst van Actiris

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2023042333
pub.
06/09/2023
prom.
04/05/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 MEI 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling en werking van de Sociale dienst van Actiris


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van Actiris, artikel 34, gewijzigd bij de ordonnanties van 27 februari 2014 et 8 december 2016;

Gelet op de gelijkekansentest uitgevoerd op 7 oktober 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 april 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 4 oktober 2022;

Gelet op het advies van het beheerscomité van Actiris, gegeven op 24 november 2022;

Gelet op het advies nr. 72.927/1 van de Raad van State, gegeven op 16 februari 2023, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Werk;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Er wordt bij Actiris een Sociale Dienst opgericht die enerzijds tot doel heeft om de personeelsleden van Actiris die tijdelijk moeilijkheden niet op eigen kracht te boven kunnen komen, te voorzien van materiële en morele hulp die zij zowel in hun professionele als in hun privéleven nodig hebben, en anderzijds om iedere sociale realisatie met collectief karakter in het voordeel van het personeel van Actiris te bevorderen.

Art. 2.De Sociale Dienst heeft zijn zetel bij Actiris.

Hij is administratief verbonden met de Algemene Directie.

De personeelsleden die opdrachten uitvoeren voor de Sociale Dienst worden voor wat de uitvoering van de opdrachten betreft, onder het toezicht van de Algemene Directie geplaatst. HOOFDSTUK 2. - Samenstelling en werking

Art. 3.§ 1. Het beheer van de Sociale Dienst wordt aan een comité toevertrouwd. § 2. Dit comité is samengesteld uit: - een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aangewezen binnen de personeelsleden van Actiris; - een effectieve afgevaardigde en een plaatsvervangend lid van elke representatieve vakbondsafvaardiging bij het Onderhandelingscomité van sector XV; - een gelijk aantal effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordigers van Actiris, die de Algemene Directie uit de personeelsleden aanwijst. § 3. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter zijn niet stemgerechtigd.

Zij worden bij meerderheid van stemmen verkozen door het comité van de Sociale Dienst.

Indien na drie stemrondes geen enkele kandidaat de meerderheid van de stemmen heeft behaald, worden de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter, op voorstel van de Algemene Directie, door het beheerscomité van Actiris aangewezen. § 4. Bij afwezigheid of verhindering van het effectief lid zetelt het plaatsvervangend lid. § 5. Het mandaat van het lid heeft een duur van vier jaar en is hernieuwbaar.

Elk aftredend lid is herverkiesbaar. § 6. Het mandaat van een lid eindigt: - op zijn verzoek; - wanneer het lid geen deel meer uitmaakt van het personeel van Actiris; - door een beslissing van de Algemene Directie betreffende de vertegenwoordigers van Actiris of van de vakbond betreffende de vakbondsafgevaardigden. § 7. Het lid van wie het mandaat ten einde is gekomen vóór het einde van de normale duur wordt vervangen, voor de resterende duur, hetzij door zijn plaatsvervanger hetzij door een nieuw lid dat wordt aangewezen overeenkomstig paragraaf 2.

Art. 4.§ 1. De Algemene Directie wijst een secretaris aan. Deze maakt geen deel uit van het comité en woont de vergaderingen bij, zonder stemgerechtigd te zijn of raadgevende stem te hebben.

Hij zorgt voor de administratieve organisatie van het comité en de Sociale Dienst.

Hij moet onder meer de notulen van de zittingen van het comité opstellen. § 2. In geval van afwezigheid, wordt de secretaris vervangen door een permanent plaatsvervanger aangewezen door de Algemene Directie van Actiris.

Art. 5.§ 1. De voorzitter van het comité stelt de agenda op, legt de datum van de zittingen vast en roept het comité bijeen. De gewone vergaderingen van het comité vinden in principe één maal per maand plaats.

Behalve bij hoogdringendheid worden de agenda en eventuele bijlagen uiterlijk vijf dagen vóór de datum van de zitting naar de effectieve en plaatsvervangende leden verstuurd.

Indien tenminste drie leden het hem schriftelijk vragen, moet de voorzitter binnen de acht dagen het comité bijeenroepen.

De voorzitter leidt de debatten en ziet toe op het ordelijk verloop.

Hij zal op eigen initiatief elke persoon die als technisch bevoegd geacht wordt, oproepen om aan de zitting deel te nemen.

In afwezigheid van de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter worden de zittingen van het comité door het aanwezige lid met de hoogste anciënniteit voorgezeten. Bij gelijke anciënniteit wordt de vergadering voorgezeten door het oudste lid in jaren. § 2. De plaatsvervangende voorzitter mag in aanwezigheid van de effectieve voorzitter de vergaderingen van het comité als waarnemer bijwonen. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter nemen op collegiale wijze de verantwoordelijkheid van het mandaat op zich.

Art. 6.§ 1. Het comité kan slechts geldig beraadslagen over de voorstellen die op de agenda staan, en over de dringende moties die uiterlijk twee dagen vóór de datum van de zitting door de voorzitter worden bekendgemaakt. Het comité kan echter, uitzonderlijk, tijdens de vergadering beslissen om elk ander punt te bespreken dat niet op de agenda staat. § 2. Het comité kan slecht geldig beraadslagen indien de meerderheid van de afgevaardigden van de vakbonden en de vertegenwoordigers van Actiris aanwezig is. § 3. De beslissingen van het comité worden bij meerderheid van stemmen genomen.

Bij staking van stemmen zal het dossier eenmaal bij een latere zitting opnieuw ingediend worden. Bij nieuwe staking van stemmen wordt het dossier verworpen. Het kan slechts opnieuw worden ingediend indien er nieuwe elementen aan worden toegevoegd. § 4. De notulen van de zittingen van het comité moeten binnen de tien dagen naar de effectieve en de plaatsvervangende leden worden verstuurd.

Zij moeten worden opgesteld in het Nederlands en het Frans.

Art. 7.Bij hoogdringendheid en indien het comité van de Sociale Dienst zich in de onmogelijkheid bevindt voltallig te vergaderen, kan een beperkt comité, samengesteld uit de voorzitter, een lid van een syndicale organisatie en een lid van de administratie, geldig vergaderen.

Er zullen notulen worden opgesteld en zowel deze notulen als het dossier zullen aan het comité worden voorgelegd tijdens de eerstvolgende gewone zitting.

Het beperkt comité kan zich eveneens onbevoegd verklaren en een voorstel voorleggen aan het gewone comité, in het bijzonder wanneer het een principiële aangelegenheid betreft.

Art. 8.De leden van het comité en de personen die opgeroepen worden om deel te nemen aan de activiteiten van de Sociale Dienst of aan onderzoeken waartoe het comité opdracht heeft gegeven, zijn gehouden tot het grootste geheim over alle onderwerpen waarover ze bij de uitoefening van hun mandaat of opdracht kennis hebben verworven, alsook dienen zij zich te houden aan de deontologische regels teneinde de waardigheid en het privéleven van de aanvrager niet aan te tasten.

Art. 9.De leden van het comité en de maatschappelijke assistenten moeten hun verlofdagen meedelen aan de secretaris van het comité.

Art. 10.De Sociale Dienst is ertoe gehouden, in zijn werking de filosofische, religieuze en politieke overtuigingen van de personen bedoeld in artikel 11 en aan dewelke zij hun tussenkomst verlenen, te eerbiedigen. HOOFDSTUK 3. - Begunstigden, tussenkomsten en opdrachten

Art. 11.Op voorwaarde dat ze geen voordelen genieten van een Sociale Dienst in een andere administratie, zijn de begunstigden van de Sociale Dienst: 1° de personen die, ongeacht hun hoedanigheid, deel uitmaken van het personeel van Actiris;2° de pensioengerechtigde personeelsleden;3° de echtgenoot (echtgenote), de de feitelijk of wettelijk samenwonende partner en de kinderen die de persoon bedoeld in het 1° en 2° lid ten laste heeft;4° de echtgenoot (echtgenote), de feitelijk of wettelijk samenwonende partner en de kinderen die het in 1° en 2° bedoelde personeelslid ten laste had, alsook de kinderen geboren na de dood van één van de ouders;5° de gevallen die niet begrepen zijn onder 1°, 2°, 3° en 4° zullen het voorwerp uitmaken van een afzonderlijk onderzoek door het comité.

Art. 12.De activiteiten van de Sociale Dienst beantwoorden aan een behoefte van exclusief sociale aard en omvatten tegemoetkomingen met individueel en collectief karakter.

Art. 13.§ 1. De individuele tegemoetkomingen worden toegekend op verzoek van een begunstigde bepaald in artikel 11 hetzij op initiatief van een lid van het comité.

Wanneer de tussenkomst plaatsvindt op initiatief van een lid van het comité, blijft de begunstigde vrij om de tussenkomst van de Sociale Dienst te weigeren. § 2. De aanvragen om individuele tegemoetkoming moeten schriftelijk aan de voorzitter van het comité worden gericht via een maatschappelijk assistent. § 3. Voor elk geval van financiële en sociale hulpverlening, zal vooraf onderzoek worden ingesteld om alle gegevens te verzamelen die nodig zijn om de gegrondheid van de aanvraag, de bestaansmiddelen en de reële kosten van de aanvrager na te gaan.

Dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen een termijn van één maand. § 4. De maatschappelijke assistenten van de Sociale Dienst voeren de onderzoeken zoals bepaald in paragraaf 3. Zij nemen deel aan het comité en hebben een raadgevende stem.

De maatschappelijk assistent mag een beroep doen op elke deskundige teneinde adviezen te bekomen, die nodig zijn voor het in paragraaf 3 bedoelde onderzoek. § 5. Het onderzoeksverslag zal anoniem zijn.

Het wordt onder een volgnummer aan het comité voorgelegd om de anonimiteit ervan te garanderen. § 6. Het comité kan opdracht geven tot een bijkomend onderzoek indien het verslag onvolledig wordt geacht of indien de betrokkene het vraagt. § 7. Op individueel vlak omvatten de activiteiten, in volgorde van belangrijkheid: 1° individuele hulp op materieel, juridisch en psycho-medisch-sociaal niveau; Op materieel vlak kan deze hulp bestaan in de toekenning van een niet terug te betalen financiële tegemoetkoming ("steun").

Het bedrag van deze tegemoetkoming zal samen met het voorafgaand onderzoek door de maatschappelijk assistent ter beslissing worden voorgelegd aan het comité. .

Het bedrag van deze tegemoetkoming is begrensd op 1.894,84 euro. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex.

Het comité mag bij wijze van uitzondering beslissen om een hoger bedrag toe te kennen, rekening houdend met de door de regering vastgestelde budgettaire grenzen.

De maatschappelijk assistent is gemachtigd in voorkomend geval een voorschot toe te kennen. 2° de toekenning van leningen om het hoofd te bieden aan uitzonderlijke situaties; Het bedrag van de lening is begrensd op. 1.136,91 euro. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van de gezondheidsindex. Het comité mag bij wijze van uitzondering beslissen om een hoger bedrag toe te kennen, rekening houdend met de door de regering vastgestelde budgettaire grenzen.

Het betreft een renteloze lening, waarvan de aflossing dient te gebeuren binnen een maximumtermijn van twee jaar. Het comité mag in uitzonderlijke gevallen beslissen om een langere termijn toe te kennen. De aanvang en de duur van de aflossing worden, op voorstel van de maatschappelijk assistent, door het comité bepaald. Er mag geen nieuwe lening worden toegestaan zolang de eerder bekomen lening niet volledig is afgelost. Bij wijze van uitzondering mag een tweede lening worden toegekend, die het resterende saldo van de eerste lening omvat.

Bij hoogdringendheid mag de maatschappelijk assistent, indien nodig, een voorschot toekennen. 3° de toekenning van voorschotten bij niet-betalingen van de sommen die door Actiris verschuldigd zijn;4° de toekenning van omstandigheidsgeschenken zoals vastgelegd door het comité;5° de financiële tegemoetkoming bij toetreding tot een collectieve gezondheidsverzekering;6° De financiële en sociale tegemoetkoming bij ongeval, ziekte of overlijden. § 8. Deze lijst van individuele voordelen is niet exhaustief.

Art. 14.§ 1. Collectieve tussenkomsten zijn: 1° een sociale en juridische consultatie voor vragen die geen rechtstreeks verband houden met Actiris;2° subsidies voor culturele, sport- en vrijetijdsactiviteiten die binnen de perken van de begroting en mits voorlegging van een actieplan jaarlijks worden toegekend;3° de tegemoetkoming in de kosten van crèches, oppasdiensten en vakantiestages van de kinderen van personen zoals bedoeld in artikel 11, 1° ;4° de samenwerking voor de bovengenoemde activiteiten met de sociale diensten van andere overheidsinstellingen;5° De organisatie van de toetreding tot een collectieve gezondheidsverzekering. § 2. Deze lijst van collectieve voordelen is niet exhaustief.

Art. 15.Elke actie die een financiële uitgave teweegbrengt ten laste van de Sociale Dienst, moet voorafgaandelijk, voor akkoord, aan het comité worden voorgelegd.

Art. 16.§ 1. Naast hun opdrachten als omschreven in artikel 13 kan, op individueel niveau, een beroep worden gedaan op maatschappelijke assistenten om begeleidingstaken uit te voeren, met inbegrip van administratieve procedures die kunnen bijdragen tot de oplossing van een probleem. § 2. Op collectief niveau kan ook een beroep worden gedaan op maatschappelijke assistenten om te helpen bij de administratieve procedures voor de verschillende activiteiten die het Comité organiseert. § 3. De maatschappelijke assistenten moeten op verzoek van het comité een activiteitenverslag indienen. § 4. Het comité kan, indien nodig, een beroep doen op om het even welk personeelslid, hetzij als deskundige, hetzij in het kader van een vrijwillige samenwerking.

Art. 17.De onderzoeksverslagen van de maatschappelijke assistenten, de bijhorende dossiers en documenten alsmede alle documentatie, referenties, adressen en werken verzameld in het kader van de opdrachten van de dienst blijven eigendom van de Sociale Dienst. Bij vertrek van de medewerker worden deze documenten na één jaar vernietigd. HOOFDSTUK 4. - Financiering en controle

Art. 18.§ 1. De financiële middelen van de Sociale Dienst bestaan uit een jaarlijks bedrag dat onder de benaming "Sociale Dienst" op de begroting van Actiris wordt ingeschreven.

Bovendien zullen de voor de toekenning van de leningen noodzakelijke fondsen worden afgehouden van een bijzondere post die op de begroting van Actiris onder de benaming "sociale leningen" wordt ingeschreven. § 2. De begroting wordt bij elke vergadering van het comité onderzocht en op het einde van het jaar komt het comité samen om de besteding van het budget tijdens het lopende jaar te onderzoeken. § 3. Op verzoek van het comité deelt de voorzitter het bedrag van het resterende saldo mee dat op de lopende begroting beschikbaar is.

Art. 19.De betalingsopdrachten worden uitgevoerd door de ordonnateurs en de gesubdelegeerde ordonnateurs.

Art. 20.De procedures die een financiële uitgave teweegbrengen, worden opgesteld door het comité overeenkomstig de richtlijnen die van toepassing zijn overeenkomstig de van kracht zijnde wetgeving, met de goedkeuring van de directie Boekhouding Begroting Financiën.

Art. 21.Jaarlijks zal aan het beheerscomité van Actiris een activiteitenverslag van het comité worden voorgelegd. HOOFDSTUK 5. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 22.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 september 1994 houdende regeling en werking van de Sociale dienst van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling wordt opgeheven.

Art. 23.De minister bevoegd voor Werk wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 mei 2023.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. VERVOORT De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Werk, B. CLERFAYT

^