gepubliceerd op 20 december 2022
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013 tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap
15 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 02/05/2013 pub. 21/05/2013 numac 2013031359 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap sluiten tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap
Gelet op de Ordonnantie houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap, inzonderheid op het artikel 28 ;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 02/05/2013 pub. 21/05/2013 numac 2013031359 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap sluiten tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap ;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 23 september 2021;
Gelet op de Gelijke kansentest uitgevoerd op 13 juli 2021 in toepassing van artikel 2 van de Ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest ;
Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Begroting, gegeven op 27 oktober 2021;
Gelet op het protocol nr. 2022/15 van 28 juni 2022 van het Sectorcomité XV ;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 13 juli bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2/, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Minister belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid ;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 02/05/2013 pub. 21/05/2013 numac 2013031359 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap sluiten tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap
Artikel 1.§ 1. In de Franstalige versie van artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 02/05/2013 pub. 21/05/2013 numac 2013031359 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap sluiten tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap wordt het woord « dénommé » vervangen door « dénommée ». § 2. In artikel 1 wordt er een tweede paragraaf ingevoegd, luidende : « § 2. Wanneer een verwijzing plaatsvindt naar het statuut, dient hieronder te worden begrepen het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 02/05/2013 pub. 21/05/2013 numac 2013031359 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap » De bepaling in paragraaf 1 wordt « § 1. ».
Art. 2.Artikel 2, 4°, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « 4° te voorzien in de toekenning van mandaatfuncties in navolging van boek IV van het statuut. De bepalingen van dit besluit zijn op de mandaathouders van toepassing voor zover boek IV van het statuut niet afwijkt van dit besluit. » Artikel 2 wordt aangevuld met een 5° en een 6°, luidende : « 5° jonge werkzoekenden toe te staan om hun intrede te maken op de arbeidsmarkt, in het kader van federale of gewestelijke maatregelen die hun tewerkstelling beogen. 6° de functie uitoefenen van steward, steward teamleider of steward antenneleider.»
Art. 3.Artikel van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 1. Elke arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan. § 2. In de arbeidsovereenkomst wordt de plaats vermeld waar de werkzaamheden worden verricht.
Elke wijziging van de plaats van tewerkstelling geeft aanleiding tot een bijlage bij de arbeidsovereenkomst. § 3. Arbeidscontracten worden ondertekend door de directeur-generaal of zijn gemachtigde. »
Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: « De rechten en plichten voorzien in artikel 3 van het statuut zijn van toepassing op het contractuele personeel. »
Art. 6.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: « § 1 Om bij arbeidsovereenkomst in dienst te worden genomen is het vereist om aan volgende voorwaarden te voldoen : 1° de burgerlijke en politieke rechten niet ontnomen zijn;2° de medische geschiktheid bezitten om de functie uit te oefenen, indien de aard van de functie dit vereist;3° houder zijn van een diploma of getuigschrift dat overeenstemt met het niveau van de te verlenen graad onder dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn voor de ambtenaren krachtens het statuut;4° een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de vereisten aangaande de te verlenen betrekking;5° over een professionele ervaring beschikken van drie jaar voor een functie van rang 2 en zes jaar voor een functie van rang 3.Deze ervaring dient equivalent te zijn aan het niveau van de vacante functie; 6° te slagen in de selectie zoals bepaald in artikel 14. § 2. De personen die reeds aangeworven zijn aan de hand van een arbeidsovereenkomst of een contract voor beroepsaanpassing voor eenzelfde of een equivalente functie, zijn bij verlenging van de arbeidsovereenkomst of wijziging van de arbeidsovereenkomst niet onderworpen aan de voorwaarde van het slagen voor een selectie, zoals bepaald in de eerste paragraaf, 6° »
Art. 7.In de Franstalige versie van artikel 7 van hetzelfde besluit worden de termen « visés à l'article 2, 1°, 2° et 5° » ingevoegd tussen de woorden « De » en « contractuels » en « sont engagés ».
In de Nederlandstalige versie van artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel 2, 1° en 2° » vervangen door « artikel 2, 1°, 2° en 5° ».
Art. 8.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 9.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: « De bijkomende en specifieke taken stemmen overeen met de volgende functies : 1° adjunct-informaticus (C1);2° assistent-informaticus (B1);3° informaticus (A1);4° hoofd van IT-afdeling (A3);5° analist-statisticus (A2);6° de experten die noodzakelijk zijn voor de specifieke opdrachten opgedragen aan het Parkeeragentschap (A2);7° deskundigen om opdrachten uit te voeren die beantwoorden aan functies van niveau A en die een beroepskwalificatie vergen welke voor een bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk is vereist (A2 of A3) ;8° begrotingscorrespondent (A2).»
Art. 10.Afdeling 2 van hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen als volgt : « Afdeling 2. - Indienstnemingsprocedure
Art. 13.§ 1. De dienst die instaat voor het beheer van de menselijke middelen, afgekort HRM, maakt de algemene functiebeschrijvingen op. De contractuele werkaanbiedingen moeten ten minste worden gepubliceerd op de gewestelijke website waarop de werkaanbiedingen verspreid worden en op de website van Actiris. § 2. Het HRM verifieert de overeenstemming van de kandidatuur met de voorwaarden voor deelname aan de selectie en de functiebeschrijving.
De in aanmerking genomen kandidaten worden uitgenodigd voor de selectie. § 3. De totale selectie wordt georganiseerd door het HRM en bestaat uit een anonieme schriftelijke proef en een mondelinge proef : 1. De anonieme schriftelijke proef is een schriftelijke of computergestuurde test, met als doel het evalueren van de vaardigheden van de kandidaten in functie van de functiebeschrijving. Worden vrijgesteld van de anonieme schriftelijke proef, deze kandidaten die hoogstens zes maanden eerder reeds geslaagd zijn voor deze proef bij een eerdere selectie en hiervoor schriftelijk een aanvraag indienen. De kandidaten die beslissen de anonieme schriftelijke proef opnieuw af te leggen, kunnen niet langer de resultaten behaald voor de anonieme schriftelijke proef bij een eerdere selectie inroepen.
Deze proef is eliminerend. 2. De kandidaten wordt opgedragen om hun mondelinge proef voor te stellen volgens hun klasseringsvolgorde. Het aantal opgeroepen kandidaten hangt af van het aantal in te vullen betrekkingen.
De mondelinge proef vindt plaats voor een jury die voorgezeten wordt door de HRM of zijn/haar afgevaardigde, en is samengesteld als volgt : a) de directeur-generaal, de adjunct-directeur- generaal of hun afgevaardigde waarvan de graad minstens evenwaardig is aan diegene van de te vervullen functie;b) een personeelslid van HRM belast met de selectie. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen.
Deze proef dient om de volgende vereisten te evalueren : a) de motivatie om de functie te bekleden, b) de technische vaardigheden, c) de essentiële specifieke vaardigheden. Na deze proef worden de kandidaten gerangschikt en in dienst genomen in volgorde van hun rangschikking.
De raad van bestuur kan beslissen om een reserve aan te leggen, waarvan hij de geldigheidsduur bepaald. § 4. In afwijking van paragrafen 2 en 3, 1°, en op vraag van het HRM, kan Actiris, Brussel Openbaar Ambt nagaan in hoeverre de kandidatuur conform is en de anonieme schriftelijke proef organiseren. De schriftelijke proef bestaat uit een evaluatie van vaardigheden, met als doel om de competenties van de kandidaten te beoordelen in functie van de functieomschrijving. § 5. De laureaten van een statutaire of contractuele selectie georganiseerd door de gewestelijke overheidsdienst Brussel, door een instelling van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, door de federale staat of door een andere gefedereerde entiteit zijn vrijgesteld van de anonieme schriftelijke proef. § 6. De bepalingen van het statuut betreffende de inschakeling van personen met een handicap worden mutatis mutandis van toepassing op de contractuele indienstneming. »
Art. 11.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 16 en vervangen als volgt: « § 1. Het contractuele personeelslid met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of van een bepaalde duur van minstens twee jaar wordt geëvalueerd.
De evaluatie heeft tot doel het werk van het contractuele personeelslid in de functie die hij vervult, aan de hand van de functiebeschrijving ervan, doorlopend te beoordelen. § 2. De evaluatie van het contractuele personeelslid vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in titel V van boek I van het statuut. § 3. In geval van bevestiging van de verklaring van definitieve beroepsongeschiktheid door de gewestelijke kamer van beroep, of indien het contractuele personeelslid tegen de verklaring van beroepsongeschiktheid niet in beroep is gegaan, wordt het contractuele personeelslid door de benoemende overheid ontslagen. »
Art. 11bis.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 17 en vervangen als volgt: « De contractuele personeelsleden zijn onderworpen aan de bepalingen van het statuut van de ambtenaren inzake onverenigbaarheden en cumul van activiteiten. »
Art. 12.In hetzelfde besluit, wordt een artikel 17bis ingevoegd, luidende: « De statutaire bepalingen inzake vrijwillige interne mutatie zijn op de contractuele personeelsleden van toepassing, degenen bedoeld in artikel 2, 2° en 3° uitgezonderd. »
Art. 13.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 18 en vervangen als volgt: « De contractuele personeelsleden genieten dezelfde verloven als degene bepaald in de hoofdstukken 3, 4 en 7 van titel 7 van Boek 1 van het statuut, voor zover deze regeling gunstiger is dan die bepaald bij de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten en de bijzondere wetten.
De verloven vermeld in de voorgaande leden worden toegekend volgens de voor de ambtenaren bestaande regeling.
De tussenkomst van socialezekerheidsinstellingen wordt echter afgetrokken van de bezoldiging die bestemd is voor contractueel personeel.
Contractuele personeelsleden hebben echter geen recht op omstandigheidsverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof, voor zover ze geen gebruik gemaakt hebben van de bepalingen van artikel 30ter, §§ 1 tot 3 en van artikel 30quater van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. Toch is artikel 30ter, § 4 van dezelfde wet van toepassing op een contractueel personeelslid, dat gebruik maakt van adoptieverlof of pleegzorgverlof, zoals voorzien door het statuut.
Wat hoofdstuk 2 van titel 7 van het 1e boek van het statuut betreft, is de halftijdse vervroegde uittreding niet van toepassing. »
Art. 14.Artikel 19 wordt hernummerd naar artikel 20. In Artikel 20, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de termen « de federale administratieve gezondheidsdienst » vervangen door « het Bestuur van de Medische Expertise ».
Art. 15.Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 22 en vervangen als volgt: « § 1. Op het moment van hun aanwerving genieten contractuele personeelsleden van de eerste weddeschaal gekoppeld aan de toegekende graad aan statutaire personeelsleden voor dezelfde functie of gelijkaardige functie, aangevuld met tussentijdse verhogingen die hieraan gekoppeld zijn. § 2. Contractuele personeelsleden die ondersteunende taken moeten uitvoeren, en specifiek van de rangen A3, A2, A1, B1 en C1, genieten op het moment van hun aanwerving respectievelijk van de weddeschaal A300, A200, A101, B101 en C101. § 3. Stewards worden in dienst genomen in graad S101. Stewards GAS worden in dienst genomen in graad S103. Stewards teamleiders worden in dienst genomen in graad S104. Stewards antenneleiders worden in dienst genomen in graad S105 .
Voor stewards die reeds in dienst zijn op het moment van inwerkingtreding van dit besluit is de salarisschaal S niet van toepassing indien deze lager is dan de weddenschaal die op hen van toepassing was op het moment van inwerkingtreding van dit besluit. In dat geval behouden zij de hoogste weddenschaal."
Art. 15bis.: Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 23 en vervangen als volgt « Overeenkomstig hun niveau genieten de contractuele personeelsleden een weddeschaal S101, S103, S104, S105, D101, C 101, B 101, A 101 of A 111 op het ogenblik van hun indiensttreding, een weddeschaal S102, S104, S105, S106, D102, C 102, B 102, A 102 of A 112 als zij minstens 6 jaar anciënniteit in hun functie hebben en een weddeschaal S103, S105, S106, D103, C 103, B 103, A 103 of A 113 als zij minstens 9 jaar verlengd anciënniteit in hun functie hebben en indien zij aan de verplichte opleiding hebben deelgenomen en positief zijn geëvalueerd. »
Art. 16.Artikel 23 wordt hernummerd naar artikel 24. In de Franstalige versie van het artikel 24 van hetzelfde besluit wordt het woord « à » ingevoegd tussen de woorden « statut » en de dubbele punt.
In sub a) van hetzelfde artikel, worden de termen « een gewaarborgde minimumbezoldiging » vervangen door « een gewaarborgde bezoldiging ».
In sub e) van hetzelfde artikel, wordt het woord « premies, » ingevoegd tussen de woorden « dezelfde » en « vergoedingen ».
Art. 17.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 25 en vervangen als volgt : « § 1. De geldelijke anciënniteit wordt berekend volgens de voor de ambtenaren bestaande regeling. § 2. De periodes van niet gewaarborgd inkomen, met uitzondering van het moederschapsverlof en de periodes van moederschapsbescherming bedoeld in de artikelen 41bis, 42, § 1, 43, § 1 en 43bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, evenals de periodes met verminderde prestaties om medische redenen worden niet in aanmerking genomen voor de tussentijdse verhogingen of om een hogere weddenschaal te bekomen. § 3. De periode tijdens dewelke het personeelslid een evaluatie met vermelding "met voorbehoud" of "onvoldoende" heeft gekregen, wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de anciënniteit die nodig is om een hogere weddenschaal te bekomen. »
Art. 18.Artikel 28 wordt hernummerd naar artikel 29. Het eerste lid van artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Indien professionele tekortkomingen of diverse gebreken, buiten het geval van dringende redenen of een verklaring van definitieve beroepsongeschiktheid bedoeld in artikel 16, § 3, worden vastgesteld die een ontslag verantwoorden, stelt de hiërarchische meerdere een omstandig verslag op waarin deze worden opgenomen. »
Art. 19.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 30 en vervangen als volgt : « Het verslag en het voorstel tot ontslag worden verzonden aan de directeur-generaal of de adjunct-directeur-generaal of hun afgevaardigde en betekend aan het contractuele personeelslid per aangetekend schrijven. »
Art. 20.Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 31 en vervangen als volgt : « Het contractueel personeelslid wordt gehoord door de directeur-generaal of de adjunct- directeur-generaal of hun afgevaardigde ten vroegste 15 dagen na de ontvangst van het verslag en het voorstel tot ontslag bedoeld in artikel 29. Hij kan zich laten bijstaan door een persoon van zijn keuze. »
Art. 21.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 32 en vervangen als volgt : « Na het horen van het personeelslid beslist de directeur-generaal of de adjunct-directeur- generaal of het aangewezen is om het personeelslid te ontslaan. »
Art. 22.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 33 en aangevuld met de woorden « ten laatste 10 dagen na zijn hoorzitting » voor het laatste punt van de zin.
Art. 23.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt hernummerd naar artikel 34 en vervangen als volgt : « In geval van herstructurering van diensten, die het ontslag van contractuele personeelsleden tot gevolg kan hebben, dient er vooraf overleg met de representatieve vakorganisaties plaats te hebben. »
Art. 24.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. HOOFDSTUK 2. - - Slotbepalingen
Art. 25.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 26.De Minister bevoegd voor Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 september 2022.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT