Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 november 2022
gepubliceerd op 01 december 2022

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2022034346
pub.
01/12/2022
prom.
24/11/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 NOVEMBER 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikelen 20 en 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, artikel 8, eerste lid, en 40, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de ordonnantie van 13 oktober 2022 betreffende de invoering van een impactanalyse van het gewestelijke beleid op kleine, middelgrote en micro-ondernemingen en van een evenredigheidsbeoordeling van de beroepsreglementering, de artikelen 14, derde lid, 15, derde en vierde leden en 18, eerste lid;

Gelet op de gelijkekansentest, opgesteld op 12 juli 2022 overeenkomstig artikel 2, 1°, van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 augustus 2022;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 30 augustus 2022;

Gelet op advies 72.357/1 van de Raad van State, gegeven op 16 november 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen;

Op de voordracht van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Economie, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2018/958 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 betreffende een evenredigheidsbeoordeling voorafgaand aan een nieuwe reglementering van beroepen.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder: 1° ordonnantie: de ordonnantie van 13 oktober 2022 betreffende de invoering van een impactanalyse van het gewestelijke beleid op kleine, middelgrote en micro-ondernemingen en van een evenredigheidsbeoordeling van de beroepsreglementering;2° evenredigheidsbeoordeling: de evenredigheidsbeoordeling van de beroepsreglementering bedoeld in hoofdstuk 3 van de ordonnantie;3° nieuwe of gewijzigde bepalingen: de teksten bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de ordonnantie;4° beschermde beroepstitel: een vorm van reglementering van een beroep waarbij het voeren van een titel in het kader van een beroepsactiviteit of een geheel van beroepsactiviteiten uit hoofde van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect afhankelijk wordt gesteld van het bezit van een specifieke beroepskwalificatie, en het onterecht voeren van die titel aanleiding geeft tot sancties;5° voorbehouden activiteiten: een vorm van reglementering van een beroep waarbij de toegang tot een beroepsactiviteit of een geheel van beroepsactiviteiten uit hoofde van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen direct of indirect wordt voorbehouden aan de beoefenaars van een gereglementeerd beroep die een specifieke beroepskwalificatie bezitten, ook wanneer de activiteit wordt gedeeld met andere gereglementeerde beroepen;6° Richtlijn 2005/36/EG: de richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties;7° kmo-bureau: de dienst bedoeld in artikel 3, eerste lid, 3°, van de ordonnantie;8° BEW: Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. HOOFDSTUK 2. - Inhoud van de evenredigheidsbeoordeling

Art. 3.De minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp gaat in de evenredigheidsbeoordeling na of de nieuwe of gewijzigde bepalingen direct noch indirect discriminerend zijn op grond van nationaliteit of woonplaats en of ze objectief gerechtvaardigd zijn op grond van openbare orde, openbare veiligheid of volksgezondheid, dan wel uit hoofde van dwingende redenen van algemeen belang, zoals: 1° de handhaving van het financiële evenwicht van het socialezekerheidsstelsel;2° de bescherming van consumenten, afnemers van diensten en werknemers;3° het waarborgen van een goede rechtsbedeling;4° het waarborgen van de eerlijkheid van handelstransacties;5° de bestrijding van fraude en het voorkomen van belastingontduiking en -ontwijking, en het waarborgen van de doeltreffendheid van het fiscale toezicht;6° de veiligheid van het vervoer;7° de bescherming van het milieu en het stedelijk milieu;8° dierengezondheid;9° intellectuele eigendom;10° de bescherming en instandhouding van het nationaal historisch en artistiek erfgoed;11° doelstellingen van het sociaal beleid;12° doelstellingen van het cultuurbeleid. Redenen van zuiver economische aard of zuiver administratieve redenen vormen geen dwingende redenen van algemeen belang die een beperking van de toegang tot of de uitoefening van gereglementeerde beroepen rechtvaardigen.

Art. 4.De evenredigheidsbeoordeling houdt rekening met: 1° de aard van de risico's die verbonden zijn aan de nagestreefde doelstellingen van algemeen belang, met name de risico's voor afnemers van diensten, met inbegrip van consumenten, voor beroepsbeoefenaars of voor derden;2° de vraag of bestaande voorschriften van specifieke of meer algemene aard, zoals het recht inzake productveiligheid of het consumentenrecht, ontoereikend zijn om de nagestreefde doelstelling te bereiken;3° de vraag of de nieuwe of gewijzigde bepalingen geschikt zijn om de nagestreefde doelstelling te bereiken en of zij daadwerkelijk op coherente en stelselmatige wijze aan die doelstelling beantwoorden en dus gericht zijn op de risico's die op soortgelijke wijze bij vergelijkbare activiteiten zijn vastgesteld;4° de effecten op het vrije verkeer van personen en diensten in de Europese Unie, op de keuzemogelijkheden voor de consument en op de kwaliteit van de dienstverlening;5° de mogelijkheid gebruik te maken van minder beperkende maatregelen om de doelstelling van algemeen belang te verwezenlijken, en wanneer de nieuwe of gewijzigde bepalingen alleen worden gerechtvaardigd door de bescherming van consumenten en wanneer de vastgestelde risico's uitsluitend verband houden met de verhouding tussen de beroepsbeoefenaar en de consument en derhalve geen negatieve gevolgen hebben voor derden, wordt beoordeeld of de doelstelling kan worden bereikt door middel van minder beperkende middelen dan het voorbehouden van activiteiten;6° het effect van nieuwe of gewijzigde bepalingen, in combinatie met andere bepalingen die de toegang tot of de uitoefening van het beroep beperken, en met name de vraag hoe de nieuwe of gewijzigde bepalingen, in combinatie met andere vereisten, bijdragen tot het bereiken van dezelfde doelstelling van algemeen belang en of zij daarvoor noodzakelijk zijn. Voor de toepassing van het eerste lid, 6°, houdt de evenredigheidsbeoordeling rekening met het feit dat een dergelijk effect zowel positief als negatief kan zijn en in het bijzonder met de volgende andere vereisten: 1° voorbehouden activiteiten, beschermde beroepstitel of een andere vorm van reglementering in de zin van artikel 14, tweede lid, van de ordonnantie;2° verplichtingen om permanente beroepsontwikkeling te volgen;3° regels betreffende de organisatie van het beroep, beroepsethiek en toezicht;4° verplicht lidmaatschap van een beroepsorganisatie of -orgaan alsmede registratie- of vergunningsregelingen, met name wanneer die vereisten het bezit van een specifieke beroepskwalificatie impliceren;5° kwantitatieve beperkingen, met name vereisten op grond waarvan het aantal vergunningen voor de uitoefening van een beroep wordt beperkt dan wel een minimum- of maximumaantal werknemers, leidinggevenden of vertegenwoordigers in het bezit van specifieke beroepskwalificaties wordt vastgesteld;6° specifieke vereisten inzake rechtsvorm of vereisten die verband houden met de deelneming in of het bestuur van een onderneming, voor zover deze vereisten rechtstreeks gekoppeld zijn aan de uitoefening van het gereglementeerde beroep;7° territoriale beperkingen, onder meer wanneer het beroep in andere delen van België anders is gereglementeerd;8° vereisten op grond waarvan het gezamenlijk of in partnerschap uitoefenen van een gereglementeerd beroep wordt beperkt, alsmede incompatibiliteitsregels;9° vereisten inzake verzekering of andere individuele of collectieve vormen van bescherming inzake beroepsaansprakelijkheid;10° vereisten inzake talenkennis, voor zover nodig voor de uitoefening van het beroep;11° vereisten inzake vaste minimum- of maximumtarieven;12° vereisten inzake reclame.

Art. 5.De evenredigheidsbeoordeling besteedt ook aandacht aan de volgende elementen, indien relevant voor de aard en de inhoud van de nieuwe of gewijzigde bepaling: 1° het verband tussen de omvang van de activiteiten die onder een beroep vallen of daaraan zijn voorbehouden en de vereiste beroepskwalificatie;2° het verband tussen de complexiteit van de taken in kwestie en de noodzaak dat degenen die ze uitvoeren over specifieke beroepskwalificaties beschikken, met name wat betreft het niveau, de aard en de duur van de vereiste opleiding of ervaring;3° de mogelijkheid om de beroepskwalificatie via alternatieve trajecten te verkrijgen;4° de vraag of en waarom de aan bepaalde beroepen voorbehouden activiteiten al dan niet met andere beroepen kunnen worden gedeeld;5° de mate van zelfstandigheid bij de uitoefening van een gereglementeerd beroep en de gevolgen van organisatorische en toezichtregelingen voor de verwezenlijking van de nagestreefde doelstelling, in het bijzonder wanneer de met een gereglementeerd beroep verband houdende activiteiten worden uitgeoefend onder toezicht en verantwoordelijkheid van een naar behoren gekwalificeerde beroepsbeoefenaar;6° de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen die de asymmetrie van informatie tussen beroepsbeoefenaars en consumenten daadwerkelijk kunnen verkleinen of vergroten.

Art. 6.De evenredigheidsbeoordeling gaat de conformiteit met het evenredigheidsbeginsel na van specifieke vereisten met betrekking tot de tijdelijke of incidentele verrichting van diensten, zoals bedoeld in titel II van Richtlijn 2005/36/EG, waaronder: 1° automatische tijdelijke registratie bij of pro-formalidmaatschap van een beroepsorganisatie of -orgaan, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a), van Richtlijn 2005/36/EG;2° een van tevoren af te leggen verklaring op grond van artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2005/36/EG, documenten die vereist zijn op grond van lid 2 van dat artikel, of enig ander equivalent vereiste;3° de betaling van een vergoeding, of van kosten, voor administratieve procedures, die verband houdt of houden met de toegang tot of de uitoefening van gereglementeerde beroepen en die voor rekening komt of komen van de dienstverrichter. Dit artikel is niet van toepassing op maatregelen die zijn ontworpen om de conformiteit te waarborgen met de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die overeenkomstig het recht van de Europese Unie worden toegepast.

Art. 7.De redenen waarom nieuwe of gewijzigde bepalingen gerechtvaardigd en evenredig worden geacht, worden met kwalitatieve en, indien mogelijk en relevant, kwantitatieve elementen onderbouwd.

Art. 8.Het kmo-bureau of, tot de oprichting ervan, BEW geeft bijstand in de verwezenlijking van de verplichtingen van dit hoofdstuk. HOOFDSTUK 3. - Informatie en transparantie

Art. 9.De minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp stelt, voor de aanneming van de nieuwe of gewijzigde bepalingen, via daartoe geëigende middelen informatie beschikbaar aan burgers, afnemers van diensten en andere relevante belanghebbenden, met inbegrip van degenen die geen beoefenaars zijn van het betrokken beroep.

De informatie omvat een beschrijving van de nieuwe of gewijzigde bepalingen en de evenredigheidsbeoordeling.

De minister die verantwoordelijk is voor het ontwerp overlegt op gepaste wijze met alle betrokken partijen en geeft hun de gelegenheid hun standpunten kenbaar te maken. Indien relevant en gepast, houdt hij een openbare raadpleging.

Art. 10.De redenen op grond waarvan de nieuwe of gewijzigde bepalingen gerechtvaardigd en evenredig worden geacht, worden meegedeeld aan de Europese Commissie overeenkomstig artikel 59, lid 5, van Richtlijn 2005/36/EG en opgenomen in de databank met gereglementeerde beroepen als bedoeld in lid 1 van hetzelfde artikel. HOOFDSTUK 4 Gevallen van voorstel van ordonnantie en amendement

Art. 11.In het geval van een voorstel van ordonnantie voeren de indieners van het voorstel de in hoofdstuk 2 bedoelde evenredigheidsbeoordeling uit, overeenkomstig artikel 14, derde lid, van de ordonnantie.

In het geval van een amendement aan een ontwerp of een voorstel van ordonnantie voeren de auteurs ervan de evenredigheidsbeoordeling bedoeld in hoofdstuk 2 uit, als het amendement valt binnen het toepassingsgebied van artikel 14 van de ordonnantie en overeenkomstig het derde lid ervan.

Op verzoek van de auteurs bedoeld in het eerste en tweede lid kan de minister bevoegd voor Economie het kmo-bureau of, tot de oprichting ervan, BEW opdragen hen bij te staan bij het uitvoeren van de analyse.

De indieners van het voorstel of het amendement voeren ook de verplichtingen bedoeld in hoofdstuk 3 uit. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 12.Treden in werking op 15 december 2022: 1° hoofdstuk 1 en de artikelen 14, met uitzondering van de laatste zin van het derde lid, 15, 16 en 18 van de ordonnantie;2° dit besluit.

Art. 13.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 november 2022.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President, R. VERVOORT De Minister bevoegd voor Economie, A. MARON

^