27 OKTOBER 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende afwijking van artikel 8 van de ordonnantie van 10 december 2021 betreffende het beheer van de materiële belangen van de erkende plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 8, § 1, tweede lid van de ordonnantie van 10 december 2021 betreffende het beheer van de materiële belangen van de erkende plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen;

Gelet op de gelijkekansentest van 9 augustus 2022;

Gelet op het advies 72.212/4 van de Raad van State, gegeven op 17 oktober 2022 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de representatieve organen van de levensbeschouwelijke gemeenschappen laten weten dat het moeilijk is al vanaf 2023 een samenstelling van hoogstens twee derde leden van hetzelfde geslacht te bereiken in de raden van bestuur van de instellingen van de erediensten;

Op de voordracht van de minister bevoegd met de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erediensten;

Na beraadslaging;

Besluit :

Artikel 1.In afwijking op de regel bedoeld in artikel 8 van de ordonnantie van 10 december 2021 betreffende het beheer van de materiële belangen van de erkende plaatselijke levensbeschouwelijke gemeenschappen, mag de raad van bestuur van de instelling nog tot 31 december 2024 volledig uit leden van hetzelfde geslacht samengesteld zijn.

Art. 2.Indien gebruikgemaakt wordt van artikel 1, moet de raad van bestuur uiterlijk op 1 januari 2025 volledig vernieuwd worden.

Art. 3.De bepalingen van dit besluit treden in werking op 1 januari 2023.

Art. 4.De minister bevoegd voor de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erediensten wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 oktober 2022.

Voor de Regering: De Minister-President belast met de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erediensten, R. VERVOORT