Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 maart 2021
gepubliceerd op 15 april 2021

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot goedkeuring van het gewestelijke mobiliteitsplan

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2021020798
pub.
15/04/2021
prom.
25/03/2021
ELI
eli/besluit/2021/03/25/2021020798/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 MAART 2021. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot goedkeuring van het gewestelijke mobiliteitsplan (GewMP)


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kader inzake mobiliteitsplanning en tot wijziging van sommige bepalingen die een impact hebben op het vlak van mobiliteit, artikel 3 tot 8;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 08/05/2014 pub. 07/07/2014 numac 2014031545 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de uitvoering van de ordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kader inzake mobiliteitsplanning en tot wijziging van sommige bepalingen die een impact hebben op het vlak van mobiliteit sluiten betreffende de uitvoering van de ordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kader inzake mobiliteitsplanning en tot wijziging van sommige bepalingen die een impact hebben op het vlak van mobiliteit;

Gelet op de op de adviezen die werden verstrekt voorafgaand aan de uitwerking van het GMP, op de volgende datums: -Sint-Agatha-Berchem, 21 juni 2017; - Brussel-stad, 22 juni 2017; - Vorst, 8 juni 2017; - Ganshoren, 12 juni 2017; - Elsene, 1 juni 2017; - Jette, 6 juni 2017; - Sint-Gillis, 20 juni 2017; - Sint-Joost, 7 juni; - Schaarbeek, 8 juni 2017; - Ukkel, 15 juni 2017; - Watermaal-Bosvoorde, 12 mei 2017; - Sint-Lambrechts-Woluwe, 3 augustus 2017;

Gelet op het feit dat de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd gevraagd hun advies te verstrekken binnen de wettelijke termijn zoals bepaald in artikel 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 08/05/2014 pub. 07/07/2014 numac 2014031545 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de uitvoering van de ordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kader inzake mobiliteitsplanning en tot wijziging van sommige bepalingen die een impact hebben op het vlak van mobiliteit sluiten tot uitvoering van de ordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kader inzake mobiliteitsplanning en tot wijziging van sommige bepalingen die een impact hebben op het vlak van mobiliteit en dat de gemeenten Anderlecht, Oudergem, Etterbeek, Evere, Koekelberg, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Pieters-Woluwe dit advies niet hebben ingediend;

Gelet op het op 17 juni 2019 en 17 oktober 2019 georganiseerde openbare onderzoek;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van 21 augustus 2019;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van 11 september 2019;

Gelet op het advies van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie van 14 oktober 2019;

Gelet op het advies van de MIVB van 15 oktober 2019;

Gelet op het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie van 16 oktober 2019;

Gelet op het feit dat het advies van het bestuur Uitrusting en Vervoer niet vereist was aangezien dit bestuur aan het GMP heeft meegewerkt;

Gelet op het feit dat de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen en de Adviesraad voor Huisvesting werden gevraagd hun advies in te dienen binnen de wettelijke termijn zoals bepaald in artikel 8 van de ordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kader inzake mobiliteitsplanning en tot wijziging van sommige bepalingen die een impact hebben op het vlak van mobiliteit en dat ze dat niet hebben gedaan;

Gelet op het feit dat het bestuur Economie en Werkgelegenheid werd gevraagd zijn advies in te dienen binnen de wettelijke termijn zoals bepaald in artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 08/05/2014 pub. 07/07/2014 numac 2014031545 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de uitvoering van de ordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kader inzake mobiliteitsplanning en tot wijziging van sommige bepalingen die een impact hebben op het vlak van mobiliteit sluiten betreffende de uitvoering van de ordonnantie van 26 juli 2013 tot vaststelling van een kader inzake mobiliteitsplanning en tot wijziging van sommige bepalingen die een impact hebben op het vlak van mobiliteit en dat het bestuur dat niet heeft gedaan;

Gelet op het advies 67.512/4 van de Raad van State, verstrekt op 15 juli 2020, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de gelijkekansentest van 6 februari 2020;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 oktober 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 5 november 2020;

Overwegende de op de volgende datums verstrekte adviezen van de gemeenten: - Anderlecht, 26 september 2019; - Oudergem, 8 oktober 2019; - Sint-Agatha-Berchem, 21 oktober 2019; - Brussel-stad, 10 oktober 2019; - Etterbeek, 17 oktober 2019; - Vorst, 8 oktober 2019; - Ganshoren, 10 oktober 2019; - Elsene, 19 september 2019; - Jette, 25 september 2019; - Koekelberg, 11 oktober 2019; - Sint-Jans-Molenbeek, 17 oktober 2019; - Sint-Gillis, 26 september 2019; - Sint-Joost, 9 oktober 2019; - Schaarbeek, 23 oktober 2019; - Watermaal-Bosvoorde, 17 september 2019; - Sint-Lambrechts-Woluwe, 16 oktober 2019; - Sint-Pieters-Woluwe, 24 september 2019;

Overwegende het advies van de Haven van Brussel van 27 september 2019;

Overwegende het advies van het Parkeeragentschap van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 7 oktober 2019;

Overwegende het advies van Brussel Fiscaliteit van 11 oktober 2019;

Overwegende het advies van de SPW Mobilité van 17 oktober 2019;

Overwegende het advies van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van 17 oktober 2019;

Overwegende het advies van het Brussels Instituut voor Milieubeheer van 17 oktober 2019;

Overwegende het advies van Perspective.brussels van 17 oktober 2019;

Overwegende dat het plan een strategisch instrument, een beleidsinstrument en een instrument voor de toepassing van het mobiliteitsbeleid is, dat binnen de krachtlijnen van het Gewestelijke Plan voor Duurzame Ontwikkeling kadert en het Gewestelijke Bestemmingsplan naleeft. Het plan is namelijk een factor voor economische, sociale en milieu-ontwikkeling op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat het plan richtinggevende en regelgevende bepalingen omvat;

Overwegende dat in het kader van het openbaar onderzoek bijna 6.500 bezwaren en opmerkingen werden geformuleerd;

Overwegende dat de Regering, overeenkomstig de beginselen van behoorlijk bestuur, alle voormelde bezwaren, opmerkingen en adviezen heeft onderzocht;

Overwegende dat wat de gegrondheid van de bezwaren betreft, de Regering heeft vastgesteld dat een aantal bezwaren en opmerkingen niet relevant en/of onvoldoende nauwkeurig zijn, omdat ze betrekking hebben op elementen die niet onder de doelstellingen van het GewMP vallen, sommige bezwaren betrekking hebben op lokale situaties, niet overeenstemmen met de realiteit of betrekking hebben op andere planningsinstrumenten, enz.;

Overwegende dat de Regering bij het onderzoek van de bezwaren kennis heeft genomen en de gegrondheid heeft beoordeeld van alle relevante bezwaren;

Overwegende dat de Regering het ontwerp heeft aangepast in overeenstemming met haar bezwaren waar dit wenselijk en mogelijk bleek;

Overwegende dat de wijzigingen in het ontwerp als gevolg van de bezwaren, opmerkingen en adviezen geen belangrijk effect hebben op het leefmilieu en geenszins de conclusies van het milieueffectenrapport wijzigen;

Overwegende dat de Regering, waar ze besluit tot de ongegrondheid van de bezwaren, in het deel van de motivering dat betrekking heeft op een bezwaar telkens de redenen heeft toegelicht waarom er geen gevolg aan kan worden gegeven, hetzij door specifiek te antwoorden op de genoemde bezwaren, hetzij door een globaal antwoord te geven op verschillende vergelijkbare bezwaren;

Overwegende dat het gezien het aantal bezwaren voor zich spreekt dat de overheid niet alle bezwaren punt per punt heeft kunnen beantwoorden; dat de verwerping van of het geen gevolg geven aan een relevant bezwaar ook wordt gemotiveerd door de aanvaardbaarheidsgronden van het ontwerp en de opportuniteiten die worden geboden door de beoordelingsbevoegdheid van de overheid, zoals blijkt uit de motivering van de huidige beslissing;

Op voordracht van de minister-president en de minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het gewestelijk mobiliteitsplan zoals het in bijlage 1 is weergegeven wordt aangenomen.

Dit gaat vergezeld van het milieu-effectenrapport zoals weergegeven in bijlage 2 en van het advies van de gewestelijke mobiliteitscommissie zoals weergegeven in bijlage 3.

Art. 2.De minister bevoegd voor Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 maart 2021.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT

^