gepubliceerd op 10 juni 2020
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten nr. 2020/032 tot verlenging van de maatregelen uit het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten nr. 2020/012 van 23 april 2020 betreffende de invoering van steunmaatregelen voor de erkende dienstenchequeondernemingen en hun werknemers naar aanleiding van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
4 JUNI 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten nr. 2020/032 tot verlenging van de maatregelen uit het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten nr. 2020/012 van 23 april 2020 betreffende de invoering van steunmaatregelen voor de erkende dienstenchequeondernemingen en hun werknemers naar aanleiding van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken
VERSLAG AAN DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING De Brusselse sector van de dienstencheques blijft zwaar te lijden hebben onder de crisis in de loop van de maand mei 2020, wat een verlenging van de steunmaatregelen absoluut noodzakelijk maakt.
Op 23 april 2020 heeft de Brusselse Regering haar goedkeuring gehecht aan het besluit nr. 2020/012 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten betreffende de invoering van steunmaatregelen voor de erkende dienstenchequeondernemingen en hun werknemers naar aanleiding van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
De steun van 4.000 euro aan de ondernemingen was eenmalig.
De steun aan de ondernemingen (verhoogde gewestelijke tussenkomst) en aan de huishoudhulpen ("toeslag" op de tijdelijke werkloosheid) liep af op 30 april 2020.
De federale overheid heeft beslist de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht tot en met 30 juni te verlengen (met de mogelijkheid om deze te verlengen tot het einde van het jaar 2020).
In dit besluit wordt dan ook voorgesteld om beide maatregelen te verlengen tot en met 30 juni 2020.
Dat sluit aan bij de door de twee andere Gewesten genomen maatregelen die eveneens werden verlengd.
In dit wijzigingsbesluit wordt de gelegenheid gegrepen om de verplichtingen te versoepelen die wegen op de ondernemingen bij het indienen van hun aanvraag (de ASR is soms moeilijk gebleken om aan de administratie te bezorgen, zodat andere bewijskrachtige elementen nu worden aanvaard).
Tot slot is de retroactiviteit van de inwerkingtreding noodzakelijk in het belang van de ondernemingen en de huishoudhulpen, zodat de verlenging van de maatregelen vanaf 1 mei 2020 van toepassing kan zijn.
4 JUNI 2020. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten nr. 2020/032 tot verlenging van de maatregelen uit het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten nr. 2020/012 van 23 april 2020 betreffende de invoering van steunmaatregelen voor de erkende dienstenchequeondernemingen en hun werknemers naar aanleiding van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, artikel 2;
Gelet op het besluit nr. 2020/012 van 23 april 2020 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten betreffende de invoering van steunmaatregelen voor de erkende dienstenchequeondernemingen en hun werknemers naar aanleiding van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, de artikelen 4, 7, 10 en 11;
Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting;
Gelet op artikel 2, § 4, van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 waardoor het niet nodig is om bepaalde adviezen in te winnen, behalve dat van de Raad van State;
Gelet op het advies nr. 67.475/1 van de Raad van State, gegeven op 2 juni 2020, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat op de datum van 1 mei 2020 er moet worden vastgesteld dat een terugkeer naar de normale economische activiteiten nog steeds niet mogelijk is;
Dat de federale overheid aldus beslist heeft om de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht tot en met 30 juni te verlengen (met de mogelijkheid om deze te verlengen);
Dat in het bijzonder de Brusselse sector van de dienstencheques nog steeds een daling van de prestaties noteert, wat zowel de ondernemingen als de huishoudhulpen treft, zodat het noodzakelijk is om steun te blijven toekennen aan de betrokken ondernemingen teneinde de economische schade te beperken;
Overwegende dat de hierboven uiteengezette dringende noodzakelijkheid het niet toelaat het advies van de Inspectie van Financiën aan te vragen, noch de Economische en Sociale Raad te raadplegen, wat artikel 2, § 4, van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, toestaat;
Dat bovendien, in het kader van de invoering van het besluit 2020/012, de ondernemingen vragen stellen en dringend om verduidelijking van de overheid verzoeken, namelijk in het bijzonder hoe ze het moeten aanpakken als zij geen ASR voor elke werknemer bekomen;
Dat ten slotte, om dezelfde redenen, een inwerkingtreding met retroactiviteit op de datum van 1 mei 2020 noodzakelijk is; dat deze retroactiviteit te rechtvaardigen is, omdat ze onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang (de bescherming van de sector); dat zij hier daarenboven geen enkel nadeel veroorzaakt, maar in tegendeel in het belang van de ondernemingen en de huishoudhulpen werkt;
Overwegende dat, krachtens artikel 4, § 1 en § 2, van de ordonnantie van 19 maart 2020 om bijzondere machten toe te kennen aan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19, dit besluit officieel bekrachtigd zal moeten worden door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 4, 1° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering nr. 2020/012 van 23 april 2020 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten betreffende de invoering van steunmaatregelen voor de erkende dienstenchequeondernemingen en hun werknemers naar aanleiding van de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, worden de woorden "30 april" vervangen door de woorden "30 juni".
Art. 2.In artikel 7 van hetzelfde besluit nr. 2020/012 van 23 april 2020 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de paragraaf 1 wordt 3°.vervangen door : "3°. De erkende dienstenchequeonderneming voegt bij haar aanvraag, of de aangifte sociale risico's (ASR), of de loonbrief, of eender welk bewijskrachtig element dat de waarachtigheid van haar verklaringen bij de sociale zekerheid vaststelt, toe wat betreft : a) de betrokken werknemer die in tijdelijke werkloosheid gesteld werd en, b) het aantal aangegeven uren tijdelijke werkloosheid voor de betrokken maand voor deze werknemer."; 2° paragraaf 2 wordt vervangen door : " § 2.Indien de erkende dienstenchequeonderneming haar werknemers nog in tijdelijke werkloosheid moet stellen voor de maanden mei en juni, dient zij, uiterlijk op de 15de dag van de maand volgend op de maand waarop deze tijdelijke werkloosheid betrekking heeft, een aanvraag tot vereffening in met betrekking tot de in artikel 4 bedoelde steun, en meldt zij aan het bestuur, op het adres https://sprb.jotform.com/201053600630841, de elementen zoals bedoeld in artikel 7, § 1, 2° en 3°, met de informatie betreffende de betrokken maand.".
Art. 3.Artikel 10 van hetzelfde besluit nr. 2020/12 van 23 april 2020 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten wordt opgeheven.
Art. 4.In artikel 11 van hetzelfde besluit nr. 2020/012 van 23 april 2020 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van bijzondere machten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden "30 april" vervangen door de woorden "30 juni";2° in het derde lid worden de woorden "30 juni" vervangen door de woorden "15 september".
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2020.
Art. 6.De minister bevoegd voor Werk wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 juni 2020.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Werk, B. CLERFAYT