gepubliceerd op 17 juli 2019
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met de lijst van de vergunningsaanvragen die het advies van de Bouwmeester vereisen en tot bepaling van de modaliteiten voor het uitbrengen van dit advies
9 JULI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met de lijst van de vergunningsaanvragen die het advies van de Bouwmeester vereisen en tot bepaling van de modaliteiten voor het uitbrengen van dit advies
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 39 van de Grondwet;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, meer bepaald op artikel 6, § 1, I, 1° en op artikel 20;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, met name artikel 8;
Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, en op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen (hierna 'ordonnantie van 30 november 2017') in het bijzonder artikel 11/1;
Gelet op het evaluatieverslag over de gelijkheid van kansen, de 'gelijkekansentest' genaamd, die vereist wordt door artikel 2, § 1 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest, en door artikel 1, § 1 van het besluit van 22 november 2018 tot uitvoering van deze ordonnantie waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering kennis genomen heeft op 9 juli 2019;
Gelet op het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie, waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering kennis genomen heeft op 16 mei 2019;
Gelet op het advies 66.315/4 van de Raad van State, uitgebracht op 3 juli 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voordracht van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Territoriale Ontwikkeling, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de Bouwmeester : de Bouwmeester bedoeld in artikel 11/1 van het BWRO;2° BWRO: het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;3° aanvrager: de persoon die een dossier indient voor de aanvraag tot vergunning in het kader van een procedure in naleving van Titel IV van het BWRO;
Art. 2.§ 1. De vergunningsaanvragen die het voorafgaande advies van de Bouwmeester vereisen in uitvoering van artikel 11/1, § 2, van het BWRO zijn de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen die betrekking hebben op een project van in totaal meer dan 5.000 m2 vloeroppervlakte.
Voor de projecten die niet bedoeld worden in § 1, kan de aanvrager op eigen initiatief het advies vragen van de Bouwmeester, voorafgaand aan de indiening van zijn stedenbouwkundige vergunningsaanvraag, in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit.
Art. 3.§ 1. Het advies van de Bouwmeester wordt gevraagd, hetzij in uitvoering van artikel 11/1, § 2, van het BWRO, hetzij vrijwillig, via de elektronische weg. § 2. De documenten die bij de adviesaanvraag gevoegd moeten worden zijn die welke bedoeld worden in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 december 2013 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning; 1° het formulier voor de vergunningsaanvraag;2° de verklarende nota;3° de relevante foto's;4° het geheel van de projectplannen. § 3. Op basis van de documenten, opgelijst in § 2, moet de Bouwmeester de bouwkundige implicaties van het project juist kunnen beoordelen, maar het moeten niet de exhaustieve en afgewerkte versies zijn die bestemd zijn voor de indiening van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag.
Art. 4.Binnen de vijftien dagen na de aanvraag kan de Bouwmeester via elektronische weg een uitnodiging voor een vergadering versturen naar de aanvrager om er de bouwkundige kwaliteit te bespreken van het project waarvoor de aanvrager de indiening van een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag plant.
De aanvrager mag zich laten vergezellen door zijn raadslui.
Art. 5.De aanvrager en de Bouwmeester kunnen in samenspraak beslissen om later eens of meermaals te vergaderen, binnen de zestig dagen na de aanvraag bedoeld in artikel 3, § 1.
Art. 6.Uiterlijk de zestigste dag na de aanvraag, bedoeld in artikel 3, § 1, stuurt de Bouwmeester zijn advies via de digitale weg naar de aanvrager.
Dit advies heeft betrekking op de architecturale kwaliteit, met inbegrip van de integratie in de stedelijke omgeving, van het project waarvoor de aanvrager de indiening van een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag overweegt.
Art. 7.Het huidige besluit wordt van kracht op dezelfde dag als de bepalingen tot wijziging van Titel I van het BWRO, vastgelegd in de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen. Het is niet van toepassing op de stedenbouwkundige vergunningsaanvragen die voor die datum ingediend werden.
Art. 8.De minister bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 juli 2019.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT