Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2019
gepubliceerd op 04 oktober 2019

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de aanstelling van bevoegde ambtenaren in het kader van de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019014829
pub.
04/10/2019
prom.
26/09/2019
ELI
eli/besluit/2019/09/26/2019014829/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 SEPTEMBER 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de aanstelling van bevoegde ambtenaren in het kader van de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure, de artikelen 4, 7°, 7, § 2, 9, § 1, eerste lid, 10, § 1, eerste en tweede lid, § 2, 14, § 1 en § 2, eerste lid, 15, 17, § 1, eerste lid, 24, tweede lid, 25, eerste lid, 35, eerste en tweede lid, 36, eerste en tweede lid, 2°, 41, § 2, 42, § 1, 43, 46, § 1, 47, 48, 49, 51, § 1, derde lid, 53, eerste lid, 55, 56, eerste, tweede en derde lid, 57, 59, derde en vierde lid, 63, 64, § 2, eerste lid, 66, eerste en tweede lid, 68, eerste lid, 69, § 1, eerste lid, 2°, 70, eerste lid, 71, § 2, eerste lid, 2°, § 3, 74, § 2, tweede lid, § 4, eerste lid, 2°, 76, tweede lid, 77, eerste lid, 78, eerste lid, 79, eerste lid, 80, tweede lid, 81, 83, § 1, eerste lid, 96, 97, eerste lid, 98, § 2, 99, 100, § 1 en § 5, eerste lid, 101, § 1, eerste lid, § 6, eerste lid, 102, eerste lid, 103, 104, vierde lid, 106, eerste lid, 107, § 4, tweede lid, 118, § 1, tweede lid, 119, § 2, eerste lid, § 3, eerste lid, 127, § 1, eerste lid, § 2, 129, tweede en derde lid, 130, tweede lid, 131, eerste lid, 2° en 3°, en tweede lid;

Gelet op de gelijke kansentest uitgevoerd op 5 augustus 2019, overeenkomstig artikel 2 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijke kansentest;

Overwegende de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, artikel 5;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 15/12/2016 pub. 23/12/2016 numac 2016031850 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de oprichting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit sluiten betreffende de oprichting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit;

Overwegende het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 juli 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 22/07/2019 pub. 01/08/2019 numac 2019013668 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering sluiten tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;

Overwegende dat de ontwerpen van besluit die de organisatie van een ministerieel departement betreffen of die bepaalde uitvoerende bevoegdheden delegeren aan de ambtenaren, geen reglementaire voorschriften bevatten in de zin van artikel 3, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973, zodat deze ontwerpen van besluit niet onderworpen zijn aan het advies van de Raad van State, afdeling wetgeving.

Op voorstel van de Minister van Financiën, na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De gewestelijke fiscale administratie zoals bedoeld in artikel 4, 7°, van de ordonnantie van 6 maart 2019 betreffende de Brusselse Codex Fiscale Procedure is de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

Art. 2.De bevoegde agenten zoals bedoeld in de artikelen, 7, § 2 (begin en einde), 24, tweede lid, 25, eerste lid, 53, eerste lid, 55, 56, eerste lid, eerste en derde geval, tweede en derde lid, 57, 96, § 2, 99, 103, vierde lid, 107, § 4, tweede lid, 127, § 1, eerste lid, § 2, 131, eerste en tweede lid, van dezelfde ordonnantie, zijn telkens de statutaire of contractuele agenten van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

Art. 3.De bevoegde agent zoals bedoeld in de artikelen 9, § 1, eerste lid, 10, § 1, eerste en tweede lid, § 2, 17, § 1, eerste lid, 59, derde en vierde lid in fine, 63, § 2, eerste lid, 81, 83, § 1, eerste lid, 97, eerste lid, 98, 100, § 1, § 5, eerste lid, 104, 119, § 2, eerste lid, § 3, eerste lid, van dezelfde ordonnantie, is telkens de Directeur van de Directie Inkohiering van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

In geval de betrekking van de Directeur van de Directie Inkohiering niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie.

In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering, worden de bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie.

Art. 4.De bevoegde agenten zoals bedoeld in artikel 129, tweede en derde lid van dezelfde ordonnantie, zijn telkens de statutaire of contractuele agenten van de Directie Financieel Beheer van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

Art. 5.De bevoegde agent zoals bedoeld in de artikelen 35, eerste en tweede lid, 36, eerste en tweede lid, 2°, 41, § 2, 42, § 1, 43, 46, § 1, 47, 48, 49, 51, § 1, derde lid, 66, eerste en tweede lid, 68, eerste lid, 69, § 1, eerste lid, 2°, 70, eerste lid, 71, § 2, eerste lid en eerste lid, 2°, § 3, 74, § 2, tweede lid, § 4, eerste lid, 2°, 76, tweede lid, 77, eerste lid, 118, § 1, tweede lid, eerste en tweede geval, 130, tweede lid, 131, eerste lid, 2° en 3° van dezelfde ordonnantie, is telkens de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken.

In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van de ontvangsten belast met fiscale zaken.

Art. 6.De bevoegde agent zoals bedoeld in de artikelen 56, eerste lid, tweede geval, 64, 78, eerste lid, 79, eerste lid, 80, tweede lid, 101, § 1, eerste lid, § 6, eerste lid, 106, eerste lid van dezelfde ordonnantie, is telkens de directeur- generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

In geval de betrekking van directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de directeur-diensthoofd met de grootste dienstanciënniteit binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

In geval van afwezigheid van de directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de directeur-diensthoofd met de grootste dienstanciënniteit binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

Art. 7.§ 1. Wanneer het gaat om een bezwaarschrift in de zin van artikel 100 van dezelfde ordonnantie, is de bevoegde agent zoals bedoeld in de artikelen 14, § 1 en § 2, eerste lid, 15 en 102, eerste lid, van dezelfde ordonnantie, telkens de Directeur van de Directie Inkohiering van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

In geval de betrekking van de Directeur van de Directie Inkohiering niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie.

In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie Inkohiering, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste attaché of de attaché met de grootste dienstanciënniteit binnen deze Directie. § 2. Wanneer het gaat om een prejudiciair beroep in de zin van artikel 101 van dezelfde ordonnantie, is de bevoegde agent zoals bedoeld in de artikelen 14, § 1 en § 2, eerste lid, 15, 102, eerste lid, van de dezelfde ordonnantie, telkens de directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

In geval de betrekking van directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de directeur-diensthoofd met de grootste dienstanciënniteit binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

In geval van afwezigheid van de directeur-generaal van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de directeur-diensthoofd met de grootste dienstanciënniteit binnen de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.

Art. 9.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 september 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en de Promotie van meertaligheid, S. GATZ .

^