Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2019
gepubliceerd op 17 juni 2019

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de projectvergadering

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019013255
pub.
17/06/2019
prom.
23/05/2019
ELI
eli/besluit/2019/05/23/2019013255/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MEI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de projectvergadering


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 39 van de Grondwet;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, meer bepaald op artikel 6, § 1, I, 1° en op artikel 20;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, met name artikel 8;

Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, gewijzigd door de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, en op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen (hierna 'ordonnantie van 30 november 2017') in het bijzonder artikel 188/12;

Gelet op het evaluatieverslag over de gelijkheid van kansen, de 'gelijkekansentest' genaamd, die vereist wordt door artikel 2, § 1 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de gelijkekansentest, en door artikel 1, § 1 van het besluit van 22 november 2018 tot uitvoering van deze ordonnantie (verslag dat de 'gendertest' bevat, vereist door artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en de evaluatie 'handistreaming', vereist door artikel 4, § 3 van de ordonnantie van 8 december 2016 betreffende de integratie van de handicapdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest), waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering kennis genomen heeft op 16 mei 2019;

Overwegende dat het huidige besluit geen noemenswaardige impact heeft op de ontwikkeling van het Gewest in de zin van artikel 7 van het BWRO, zodat zijn ontwerp niet ter advies voorgelegd werd aan de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 7 maart 2019 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het ontbreken van communicatie van het advies binnen die termijn;

Op voordracht van de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Territoriale Ontwikkeling, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° aanvrager: de persoon die een dossier indient voor de aanvraag tot vergunning of attest in het kader van een procedure in naleving van Titel IV van het BWRO;2° vergunningen: de stedenbouwkundige vergunningen en de verkavelingsvergunningen;3° attest: de stedenbouwkundige attesten en de stedenbouwkundige attesten met het oog op verkaveling;4° BWRO: het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;5° projectvergadering: de vergadering bedoeld in artikel 188/12 van het BWRO: 6° DBDMH: de Brusselse Hoofdstedelijke dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, gecreëerd door de ordonnantie van 19 juli 1990.

Art. 2.§ 1. De aanvrager die een projectvergadering vraagt, doet dit via de elektronische weg en richt zich hierbij tot de overheid die bevoegd is voor de afgifte van de vergunning of het attest. § 2. De aanvrager voegt volgende documenten bij zijn aanvraag: 1° een voorstellingsnota met minstens volgende gegevens: a) de identiteit en de contactgegevens van de projectleider;b) de plaatsbepaling van het project;c) de beschrijving van het project, meer bepaald de bestemmingen, de bouwprofielen en de inplantingen in bestaande en geplande toestand;2° de relevante foto's;3° desgevallend: a) het fotoverslag van het interieur, bedoeld in de artikelen 23, 5°, en 27, 5°, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 december 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 12/12/2013 pub. 12/03/2014 numac 2014031095 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning sluiten tot vaststelling van de samenstelling van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning;b) ieder ander document dat bijdraagt tot het inzicht in het project en waarover de aanvrager op dat moment beschikt, onder meer de plannen van de bestaande en de geplande toestand.

Art. 3.§ 1. De gemeente of de gemachtigde ambtenaar die de vraag om een projectvergadering te houden, ontvangen heeft, verstuurt binnen de vijftien dagen na de aanvraag via digitale weg een uitnodiging voor een vergadering: 1° naar de aanvrager;die mag zich laten vergezellen door zijn raadslui; 2° naar de gemachtigde ambtenaar en naar de andere betrokken gemeenten indien de gemeente uitnodigt, naar de betrokken gemeenten indien de gemachtigde ambtenaar uitnodigt;de gewestelijke besturen die bevoegd zijn voor Stedenbouw en voor Monumenten en Landschappen, mogen op de vergadering vertegenwoordigd worden; 3° naar Leefmilieu Brussel;4° naar Brussel Mobiliteit;5° naar de DBDMH, tenzij de vergunning of het attest die de aanvrager van plan is aan te vragen, vrijgesteld is van het advies van deze instantie;6° aan de bouwmeester, bedoeld in artikel 11/1 van het BWRO, indien het project van de aanvrager bedoeld wordt in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat de lijst bevat van de vergunningsaanvragen die het advies van de bouwmeester vereisen en dat de afgiftemodaliteiten van dit advies bepaalt;7° aan iedere instantie wiens advies nuttig bevonden wordt door de overheid die de vergadering organiseert, op basis van de haar bekende kenmerken van het project van de aanvrager. § 2. De uitgenodigde instanties delen de overheid die de vergadering organiseert, evenals de aanvrager via digitale weg binnen de vijf dagen na de ontvangst van de uitnodiging, mee of ze op de vergadering aanwezig zullen zijn.

Art. 4.Indien een proces-verbaal van de projectvergadering opgesteld wordt, is dit enkel mogelijk door de overheid die de vergadering georganiseerd heeft en dient het, zoals vooraf onderstreept werd, de bewoordingen te vermelden van artikel 188/12, § 4, van het BWRO. De overheid die de auteur is van het proces-verbaal, bezorgt via de digitale weg een kopie aan de aanvrager en aan iedere instantie die op de vergadering aanwezig was.

Art. 5.Het huidige besluit wordt van kracht op dezelfde dag als de bepalingen tot wijziging van Titel III van het BWRO, vastgelegd in de ordonnantie van 30 november 2017 tot hervorming van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen en tot wijziging van aanverwante wetgevingen.

Art. 6.De minister bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 mei 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT

^