gepubliceerd op 22 mei 2019
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 tot bepaling van de wijze van toekenning van de subsidies beoogd door de ordonnantie van 31 mei 2018 betreffende de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuren
25 APRIL 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 april 2019 tot bepaling van de wijze van toekenning van de subsidies beoogd door de ordonnantie van 31 mei 2018 betreffende de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuren
De Brusselse Hoofdstedelijke regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen dat van toepassing werd op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen;
Gelet op de ordonnantie van 31 mei 2018 betreffende de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuren, de artikelen 3, 4°, 7, 11, vierde lid, 14, 16 en 25;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juli 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, gegeven op 17 juli 2018;
Gelet op de gelijke kansentest van 10 maart 2019;
Gelet op het advies nr. 65.058/4 van de Raad van State, gegeven op 14 februari 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definitie en algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Ordonnantie: de ordonnantie van 31 mei 2018 betreffende de toekenning van subsidies voor investeringen in gemeentelijke sportinfrastructuren;2° GOB: de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel 3° Directie Investeringen: de directie Investeringen van Brussel Plaatselijke Besturen van de GOB;4° Directie Boekhouding: de directie Boekhouding van Brussel Financiën en Begroting van de GOB;5° Driejarig investeringsplan: de bijlage bij de gemeentebegroting waarin artikel 242bis van de nieuwe gemeentewet voorziet;6° Bevoegde instantie: de overheid die bij wet of bij de statuten van de begunstigde het recht heeft om hetzij de voorwaarden van de opdracht, hetzij de toekenning ervan te valideren of de begunstigde rechtens te verbinden;7° Bevoegde ordonnateur: de initiatiefnemer van een handeling die gericht is op de uitvoering van de begroting zoals beschreven in de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;8° Erkende dienst betreffende de toegankelijkheid voor personen met een handicap: elke door een bevoegde overheid ter zake erkende dienst, zoals een dienst bedoeld in artikel 2, 5° van het besluit 2009/139 van 28 mei 2009 van het college van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de erkenning van gespecialiseerde diensten op het gebied van toegang tot de maatschappelijke ruimte voor personen met een handicap.
Art. 2.De documenten die tijdens elke projectoproep aan de directie Investeringen verstuurd worden, krijgen een projectreferentie die vermeld moet worden als er later documenten verstuurd worden. HOOFDSTUK II. - Jaarlijkse subsidies bestemd voor buurtsportinfrastructuur
Art. 3.Voor elke projectoproep bundelt de aanvrager al zijn projecten in een samenvattende tabel in een formulier overeenkomstig het in bijlage A gevoegde document.
Bovendien komt elk ingediend project pas in aanmerking als het uiteengezet is in een bij het uitschrijven van de projectoproep door de regering goedgekeurd formulier.
Art. 4.In toepassing van artikel 7 van de ordonnantie bevat de aanvraag tot vereffening van het saldo van de subsidie voor werken: 1° een kopie van de beslissing van de bevoegde instantie die de voorwaarden goedkeurt van de opdracht en zijn bijlagen, opgemaakt overeenkomstig de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten;2° een verklaring op erewoord van de financieel verantwoordelijke van de begunstigde die vermeldt of de investering het voorwerp vormt van een door de begunstigde ontvangen inkomen, ander dan een lening, op grond van om het even welke wetgeving, regelgeving, overeenkomst of eenzijdige akte en waarin desgevallend het voorwerp en het bedrag van dit inkomen vermeld worden;3° een kopie van de stedenbouwkundige vergunning of, in voorkomend geval, het attest van de gewestelijke directie Stedenbouw van een vrijstelling van vergunning;4° een kopie van de notulen van de zitting van de bevoegde instantie die de aanwijzing van de opdrachtnemer en de bijlagen goedkeurt;5° de goedgekeurde offerte;6° het proces-verbaal of de processen-verbaal van de voorlopige oplevering van de werken of van de aanvaarding van de leveringen;7° de door de bevoegde instantie goedgekeurde eindafrekening of eindfactuur van de leveringen of in geval van geschil met de aannemer conform artikel 10 van de ordonnantie, de voorlopige eindafrekening van de werken en de bijhorende verantwoordingsstukken ;8° een visueel dossier foto's of films dat de situatie van het project na de werken weergeeft;9° de definitieve locatie van de installaties;10° een kopie van de van de notulen van de zitting van de bevoegde instantie die zich ertoe verbindt het gesubsidieerde goed te onderhouden en te beheren. HOOFDSTUK III. - Driejarige subsidies bestemd voor sportinfrastructuren
Art. 5.Voor elke projectoproep bundelt de aanvrager al zijn projecten in een DPSI in een formulier overeenkomstig het in bijlage B gevoegde document, in overeenstemming met artikel 3, 4° van de ordonnantie.
Bovendien komt elk ingediend project pas in aanmerking als het uiteengezet is in een bij het uitschrijven van de projectoproep door de regering goedgekeurd formulier.
Dit formulier bevat minstens informatie over de volgende punten: - de beschrijving van het projectdoel met het detail van de voorgestelde werken; - de beschrijving van de infrastructuur in haar huidige toestand en haar geplande evolutie naar aanleiding van de voorgestelde werken; - het huidige en het geplande gebruik van de infrastructuur, ook vanuit genderoogpunt; - de specifieke analyse in termen van toegankelijkheid van de infrastructuur, zowel voor personen met een handicap als voor personen met een beperkte mobiliteit.
In toepassing van artikel 14 van de ordonnantie wordt een genderimpactanalyse opgesteld op een formulier overeenkomstig het model in bijlage C.
Art. 6.In toepassing van artikel 16 van de ordonnantie bevat het volledige dossier voor de aanvraag tot toekenning van subsidies voor de uitvoering van werken: 1° een kopie van de notulen van de zitting van de bevoegde instantie die de voorwaarden van de opdracht en zijn bijlagen goedkeurt, met name de plannen en het bestek, opgesteld overeenkomstig de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten;2° een kopie van de notulen van de zitting van de bevoegde instantie die de aanwijzing van de opdrachtnemer en de bijlagen goedkeurt, namelijk de aankondiging van de opdracht of de brief die aan de kandidaat-inschrijvers wordt verstuurd in geval van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, desgevallend de kopie van het proces-verbaal van opening van de offertes, het volledige verslag van de analyse van de offertes, en de offerte die door de bevoegde instantie is goedgekeurd alsook de bijhorende bijlagen;3° een kopie van de beraadslaging van de bevoegde instantie die zich ertoe verbindt de toegang tot de infrastructuur te verzekeren aan de gebruikers, clubs en sportverenigingen van de Nederlandse en Franse taalrol;4° een kopie van de beraadslaging van de bevoegde instantie die zich ertoe verbindt het gesubsidieerde goed te onderhouden en te beheren;5° een kopie van de beraadslaging van de bevoegde instantie die zich ertoe verbindt het goed waarvoor een subsidie toegekend wordt niet te vervreemden of de bestemming ervan te wijzigen binnen twintig jaar na de voltooiing van de werken.Als deze verplichting niet nageleefd kan worden, de rechtvaardiging van het bestaan van uitzonderlijke omstandigheden die de investering rechtvaardigen; 6° een kopie van de gewestelijke vergunningen die vóór de uitvoering van de werken verkregen moeten zijn, onder andere de stedenbouwkundige vergunning en de milieuvergunning.Als er geen enkele vergunning vereist is, bezorgt de begunstigde alle nodige verantwoordingen; 7° als de werken betrekking hebben op een goed dat niet tot het openbaar domein behoort, een kopie van het bewijs van eigendom of vruchtgebruik voor het goed waaraan de subsidieerbare werken worden uitgevoerd en, bij promotie-opdrachten, een kopie van de overeenkomst tussen de aanvrager en degene aan wie de opdracht werd toegewezen;
Art. 7.In toepassing van artikel 16 van de ordonnantie bevat het volledige dossier voor de aanvraag tot toekenning van subsidies voor de verwerving van een onroerend goed: 1° een kopie van de beraadslaging van de bevoegde instantie die het principe van de verwerving of onteigening van het goed goedkeurt, met vermelding van de toekomstige bestemming van het goed;2° een kopie van de beraadslaging van de bevoegde instantie die zich ertoe verbindt de toegang tot de infrastructuur te verzekeren aan de gebruikers, clubs en sportverenigingen van de Nederlandse en Franse taalrol;3° een kopie van de beraadslaging van de bevoegde instantie die zich ertoe verbindt het gesubsidieerde goed te onderhouden en te beheren;4° een kopie van de beraadslaging van de bevoegde instantie die zich ertoe verbindt het goed waarvoor een subsidie toegekend wordt niet te vervreemden of de bestemming ervan te wijzigen binnen twintig jaar na de voltooiing van de aankoop of de rechtvaardiging van de uitzonderlijke omstandigheden die de investering rechtvaardigen;5° een kopie van de stedenbouwkundige inlichtingen overeenkomstig artikelen 275 en 276/1 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;6° een kadastraal uittreksel, samengesteld uit het kadasterplan en de database van de patrimoniuminformatieover het desbetreffende goed;7° de schatting van het goed door het Gewestelijk Aankoopcomité, opgericht bij ordonnantie van 23 juni 2016 betreffende de overname van de activiteiten van de Comités tot aankoop van onroerende goederen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of, in voorkomend geval, elke andere door de regering gemachtigde schatter.
Art. 8.In toepassing van artikel 16 van de ordonnantie bevat het volledige dossier voor de aanvraag tot toekenning van subsidies voor een studieproject: 1° een kopie van de beraadslaging van de bevoegde instantie die de gunningswijze van de opdracht en de studieovereenkomst goedkeurt;2° een kopie van de beraadslaging van de bevoegde instantie die de aanwijzing van de opdrachtnemer goedkeurt;3° de kopie van de studieovereenkomst gesloten tussen de begunstigde en de auteur van het studieproject.
Art. 9.In toepassing van artikel 16 van de ordonnantie bevat de aanvraag tot vereffening van het voorschot van de subsidie voor een project van werken: 1° een kopie van de kennisgeving van de bestelling aan de opdrachtnemer van de opdracht voor werken;2° een schuldvordering opgesteld volgens de bepalingen van artikel 16.
Art. 10.In toepassing van artikel 16 van de ordonnantie bevat de aanvraag tot vereffening van het saldo van de subsidie voor werken: 1° de door de bevoegde instantie goedgekeurde eindafrekening van de werken of in geval van geschil met de aannemer conform artikel 19 van de ordonnantie, de voorlopige eindafrekening van de werken en de bijhorende verantwoordingsstukken;2° een verklaring op erewoord van de financieel verantwoordelijke van de begunstigde die vermeldt of de investering het voorwerp vormt van een door de begunstigde ontvangen inkomen, ander dan een lening, op grond van om het even welke wetgeving, regelgeving, overeenkomst of eenzijdige akte en waarin desgevallend het voorwerp en het bedrag van dit inkomen vermeld worden;3° het proces-verbaal of de processen-verbaal van de voorlopige oplevering van de werken;4° een visueel dossier foto's of films dat de situatie van het project na de werken weergeeft.
Art. 11.In toepassing van artikel 16 van de ordonnantie bevat de aanvraag tot vereffening van het saldo van de verwervingssubsidie: 1° de eindafrekening van de verwerving;2° een verklaring op erewoord van de financieel verantwoordelijke van de begunstigde die vermeldt of de verwerving het voorwerp vormt van een door de begunstigde ontvangen inkomen, ander dan een lening, op grond van om het even welke wetgeving, regelgeving, overeenkomst of eenzijdige akte en waarin desgevallend het voorwerp en het bedrag van dit inkomen vermeld worden;3° een kopie van de verwervingsakte of van het onteigeningsvonnis van het goed.
Art. 12.In toepassing van artikel 16 van de ordonnantie bevat de aanvraag tot vereffening van het saldo van de studiesubsidie: 1° de door de bevoegde instantie goedgekeurde eindafrekening van de studie;2° een verklaring op erewoord van de financieel verantwoordelijke van de begunstigde die vermeldt of de studie het voorwerp vormt van een door de begunstigde ontvangen inkomen, ander dan een lening, op grond van om het even welke wetgeving, regelgeving, overeenkomst of eenzijdige akte en waarin desgevallend het voorwerp en het bedrag van dit inkomen vermeld worden;3° het proces-verbaal of de processen-verbaal van de voorlopige en definitieve oplevering van de werken;4° in het geval die nog niet werden bezorgd, de verantwoordingsstukken betreffende de vereffening van de subsidies voor de werken die verband houden met de studie. HOOFDSTUK IV. - Driejarige subsidies toegekend tegen verhoogde percentages
Art. 13.Om aan te tonen dat hij voldoet aan de verhogingscriteria van artikel 22 van de ordonnantie, bezorgt de begunstigde de volgende bijkomende documenten: 1° Voor een verhoging overeenkomstig artikel 22, § 2, 3°, voegt de begunstigde bij zijn subsidieaanvraag, naast de in artikel 6 vermelde elementen, een advies van een erkende dienst over de voorgestelde werken om de infrastructuur toegankelijk te maken voor personen met een handicap.Bij de eindafrekening op het ogenblik van de oplevering van de werken moet de begunstigde, naast de in artikel 11 vermelde elementen, een attest voegen van een erkende dienst dat aantoont dat de infrastructuur na de uitgevoerde werken toegankelijk is voor personen met een handicap; 2° Voor een verhoging overeenkomstig artikel 22, § 2, 4°, wordt het investeringsproject als energieperformant beschouwd wanneer het de technische voorwaarden naleeft die het Brussels Instituut voor Milieubeheer uiterlijk op 1 januari van het jaar van de subsidieaanvraag gepubliceerd heeft of, als er geen publicatie is geweest, de technische voorwaarden die het jaar voordien gepubliceerd zijn krachtens artikel 5, § 1, 3° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 februari 2012 betreffende de toekenning van financiële steun op het vlak van energie, in uitvoering van artikel 4, § 1, 1° van dit besluit.Naast de in artikel 6 vermelde elementen moet de begunstigde bij zijn subsidieaanvraag het formulier voegen waarin bijlage D van dit besluit voorziet. Naast de in artikel 10 vermelde elementen moet de begunstigde bij de eindafrekening het formulier voegen waarin bijlage E van dit besluit voorziet; 3° Voor een verhoging overeenkomstig artikel 22, § 2, 5°, wordt de toegang tot de sportinfrastructuur als uitgebreid beschouwd, als ze zeven dagen op zeven voor het publiek toegankelijk is en minstens vijftien uur per week na negentien uur.Naast de elementen waarin artikel 10 voorziet, bezorgt de begunstigde op het ogenblik van de eindafrekening de door de bevoegde instantie goedgekeurde openingsuren; 4° Voor een verhoging overeenkomstig artikel 22, § 2, 6°, moet de infrastructuur minstens zeven uur per week uitsluitend of met voorrang geopend zijn voor zestigplussers als dit bijdraagt tot een maximaal gebruik van de infrastructuur.Naast de elementen waarin artikel. 10 voorziet, bezorgt de begunstigde op het ogenblik van de eindafrekening de door de bevoegde instantie goedgekeurde openingsuren.
Art. 14.§ 1. Gedurende vijf jaar na de indiening van de eindafrekening bij de directie Investeringen, worden de openingsuren van de infrastructuur zoals goedgekeurd door de bevoegde instantie jaarlijks aan de directie Investeringen bezorgd, om aan te tonen dat de voor het verkrijgen van het verhoogde subsidiëringspercentage opgelegde regels nog altijd nageleefd worden. § 2. Als de begunstigde binnen de vijf jaar na de indiening van de eindafrekening bij de directie Investeringen het overeenkomstig artikel 13, 3) en 4) verhoogde subsidiëringspercentage niet langer kan rechtvaardigen, betaalt hij een bedrag terug gelijk aan de ontvangen verhoging. HOOFDSTUK V. - Verzending van de schuldvorderingen
Art. 15.Het origineel van de schuldvordering wordt ingediend bij de Directie Boekhouding, in pdf-formaat naar het e-mailadres invoice@sprb.brussels.
De schuldvordering vermeldt : - de reden van de betaling; - het bedrag waarvan betaling wordt gevraagd; - het nummer van het visum voor de vastlegging; - het bankrekeningnummer waarop dit bedrag gestort moet worden.
Bovendien moet de schuldvordering opgesteld worden op papier met briefhoofd, gedateerd zijn en ondertekend worden door een persoon die gemachtigd is de begunstigde te binden.
Art. 16.§ 1. Zodra het eindafrekeningsdossier nagekeken is, wordt de begunstigde door de bevoegde ordonnateur worden verzocht binnen een termijn van 15 dagen een schuldvordering over te maken aan de directie Boekhouding met vermelding van het eindbedrag dat hem toegekend is op grond van de controle.
De begunstigde heeft dan 15 kalenderdagen tijd om zijn argumenten voor te leggen indien hij niet akkoord gaat met de voorgestelde bedragen.
De bevoegde ordonnateur neemt de eindbeslissing over het definitieve subsidiebedrag na analyse van de door de begunstigde uiteengezette middelen, die vervolgens verzocht wordt om binnen een termijn van 15 dagen een schuldvordering van dit bedrag over te maken. § 2. De in artikel 19 van de ordonnantie vastgestelde vereffeningstermijn van 180 dagen vangt aan op de dag dat de directie Boekhouding de schuldvorderingen ontvangt die conform zijn aan de kennisgeving van de bevoegde ordonnateur. HOOFDSTUK VI. - Het begeleidingscomité
Art. 17.Bij elke vergadering van het begeleidingscomité brengt de begunstigde de directie Investeringen op de hoogte van de evolutie van de krachtens de ordonnantie gesubsidieerde projecten.
Art. 18.Elk begeleidingscomité is samengesteld uit vertegenwoordigers van het Gewest, namelijk de vertegenwoordiger(s) van de directie Investeringen en van de begunstigde, namelijk de afgevaardigde van de bevoegde instantie en/of de administratieve dienst(en) die het project beheert (beheren).
Beide partijen kunnen zich indien nodig door deskundigen laten bijstaan om aanvullende informatie aan het comité te verschaffen.
Art. 19.Elk begeleidingscomité komt minstens één keer per jaar samen.
De vergaderingen vinden plaats in de kantoren van de GOB, tenzij anders beslist.
Art. 20.De directie Investeringen neemt het secretariaat van elk begeleidingscomité waar en zit elk begeleidingscomité voor.
Daartoe stelt ze de agenda op en stuurt ze een oproepingsbrief naar alle leden van het comité en desgevallend naar de door het comité aangeduide deskundige(n).
Daartoe stelt ze de agenda op en stuurt ze een oproepingsbrief naar alle leden van het comité en desgevallend naar de door het comité aangeduide deskundige(n). HOOFDSTUK VII. - Onvoorzienbare werken
Art. 21.Als de begunstigde onvoorzienbare werken moet uitvoeren, die niet voorzien waren bij de subsidietoekenning, moet hij een subsidiewijziging aanvragen.
Opdat deze aanvraag ontvankelijk zou zijn, moet de aanvrager de volgende elementen bijvoegen: 1° de lijst van de posten van de meetstaat die niet uitgevoerd zullen worden;deze lijst omvat de hoeveelheid en de prijs van deze posten; 2° de lijst van de posten die uitgevoerd moeten worden naar aanleiding van de onvoorzienbare werken;deze lijst omvat de hoeveelheid en de prijs van deze posten; 3° de verantwoording van deze onvoorzienbare werken; Deze aanvraag wordt ingediend vóór het indienen van de eindafrekening van het project.
Het bedrag van de subsidie mag niet hoger liggen dan het door de regering toegekende bedrag op het ogenblik van de selectie na de projectoproep.
Art. 22.De minister bevoegd voor de gemeentelijke sportinfrastructuren is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, op 25 april 2019.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT, Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering