Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 04 april 2019
gepubliceerd op 19 april 2019

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019011742
pub.
19/04/2019
prom.
04/04/2019
ELI
eli/besluit/2019/04/04/2019011742/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 APRIL 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/03/2007 pub. 03/05/2007 numac 2007031181 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur sluiten betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 27 april 1995 betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur, artikel 6bis, ingevoegd bij de ordonnantie van 21 november 2013, en artikel 28, eerste en tweede lid;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/03/2007 pub. 03/05/2007 numac 2007031181 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur sluiten betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur;

Gelet op het advies nr. 64.725/4 van de Raad van State, gegeven op 12 december 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 6 februari 2019;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 maart 2019;

Gelet op de gelijkekansentest van 13 februari 2019;

Overwegende de adviesaanvraag die op 9/10/2018 bij het Gewestelijk Adviescomité voor de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur;

Overwegende dat geen advies is verstrekt binnen de gestelde termijn;

Overwegende het advies van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie van 17 december 2018;

Overwegende het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 20 december 2018;

Op voorstel van de minister belast met Mobiliteit en Openbare Werken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 10, § 2, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 29/03/2007 pub. 03/05/2007 numac 2007031181 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur sluiten betreffende de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur : a) wordt de tekst van 2°, b) vervangen door de volgende tekst : "een correctionele gevangenisstraf als hoofdstraf, langer dan zes maanden, of een werkstraf als hoofdstraf, langer dan honderd uren, al dan niet met uitstel;" b) wordt de tekst van 2°, c) vervangen door de volgende tekst : "een correctionele gevangenisstraf als hoofdstraf, van drie tot zes maanden, of een werkstraf als hoofdstraf, van vijftig tot honderd uren, al dan niet met uitstel, in de vijf jaar die de aanvraag tot inschrijving voor de selectietesten als bedoeld in artikel 14, voor de examens als bedoeld in artikel 16, of tot het afleveren van het bekwaamheidscertificaat of tot de nieuwe geldigverklaring ervan voorafgaan;" c) wordt de tekst van 2°, d) vervangen door de volgende tekst : "meer dan drie veroordelingen al dan niet met uitstel voor inbreuken op het verkeersreglement, in de drie jaar die de aanvraag tot inschrijving voor de selectietesten als bedoeld in artikel 14, voor de examens als bedoeld in artikel 16, of tot het afleveren van het bekwaamheidscertificaat of tot de nieuwe geldigverklaring ervan voorafgaan;" d) worden in 2°, e) de woorden "het jaar dat de aanvraag tot inschrijving op het examen, tot het afleveren van het bekwaamheidscertificaat of tot de nieuwe geldigverklaring ervan voorafgaat" vervangen door de woorden "in de drie jaar die de aanvraag tot inschrijving voor de selectietesten als bedoeld in artikel 14, voor de examens als bedoeld in artikel 16, of tot het afleveren van het bekwaamheidscertificaat of tot de nieuwe geldigverklaring ervan voorafgaan";e) worden in 2°, f) de woorden "in hoofdzaak" vervangen door de woorden "of vijftig uur werkstraf als hoofdstraf", en de woorden "op het examen" vervangen door de woorden "voor de selectietesten als bedoeld in artikel 14, voor de examens als bedoeld in artikel 16".

Art. 2.De tekst van artikel 10, § 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van 27 maart 2014 en van 16 juli 2015, wordt vervangen door de volgende tekst : "Om zijn beroepsbekwaamheid te bewijzen, moet de chauffeur het door de Administratie afgeleverde en in artikel 18 bedoelde bekwaamheidscertificaat voorleggen."

Art. 3.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 27 maart 2014: a) worden de woorden "als hij de leeftijd van 21 jaar niet heeft bereikt" vervangen door de woorden "als hij op het ogenblik van zijn aanvraag tot inschrijving voor de selectietesten als bedoeld in artikel 14 of voor de examens als bedoeld in artikel 16, niet sinds minstens drie jaar houder is van een rijbewijs, minstens van categorie B, of van een Europees rijbewijs geldig voor dezelfde categorie";b) de woorden "of minstens het voorlopige bekwaamheidscertificaat bedoeld in artikel 17, § 3" worden geschrapt.

Art. 4.In artikel 12,4° van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 27 maart 2014, worden de woorden "volgens de artikelen 595 en 596, lid 1" vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 596, eerste lid".

Art. 5.In artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van 13 oktober 2011 en van 27 maart 2014: a) wordt 6° opgeheven; b) wordt de tekst van 7° vervangen door de volgende tekst : "een getuigschrift waaruit blijkt dat de kandidaat geslaagd is voor de selectietesten als bedoeld in artikel 14 en voor de examens als bedoeld in artikel 16;" c) wordt 8° opgeheven.

Art. 6.De artikelen 13 tot 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van 15 november 2012, 27 maart 2014, 16 juli 2015 en 9 februari 2017 worden vervangen door de volgende bepalingen : "Art. 13, § 1. Om het bekwaamheidscertificaat te verkrijgen dat toegang verleent tot de uitoefening van het beroep van taxichauffeur, moet de kandidaat die een dergelijk certificaat aanvraagt zich eerst inschrijven voor een infosessie over het beroep van taxichauffeur die hij bijwoont. De bijeenkomst wordt georganiseerd door het Gewest of door een instelling die de minister daartoe vooraf aanwijst. § 2. Voor zover hij die volledig heeft bijgewoond ontvangt de deelnemer aan het eind van de infosessie een getuigschrift van aanwezigheid van het Gewest of van de aangewezen instelling als bedoeld in § 1.

Art. 14.§ 1. Op vertoon van het getuigschrift van aanwezigheid als bedoeld in artikel 13, § 2 en van alle documenten opgesomd in artikel 12, 1° tot 5°, wordt de kandidaat toegelaten tot de inschrijving voor de beroepsselectietesten die de Administratie organiseert en die de onder andere volgende vier bestanddelen omvatten: 1) een test die peilt naar de basisvaardigheid voor rekenen (niveau lager onderwijs). Die test wordt via een aangepast informaticaprogramma afgenomen met behulp van een computer die aan de kandidaat ter beschikking wordt gesteld. 2) een situationele beoordelingstest die bij de kandidaat onder andere peilt naar: a) zijn vermogen om gepast met stress om te gaan, in het bijzonder in verband met het wegverkeer, het contact met de klanten en de radio-oproepen van en naar de telefooncentrale;b) zijn vermogen om bij een beroepsactiviteit in de taxisector in alle omstandigheden respectvol te blijven;c) de graad van betrokkenheid in het vooruitzicht van de uitoefening van het beroep van taxichauffeur, in het bijzonder wat de kwaliteit van de dienstverlening jegens de klant aangaat, waaronder het maken van korte ritten en het vervoeren van personen met beperkte mobiliteit;d) zijn aanpassingsvermogen aan concrete, onvoorziene omstandigheden die zich gewoonlijk voordoen in het kader van de uitoefening van het beroep van taxichauffeur. Die test wordt via een aangepast informaticaprogramma afgenomen met behulp van een computer die aan de kandidaat ter beschikking wordt gesteld. 3) een persoonlijkheidstest die bij de kandidaat onder andere peilt naar: a) zijn vermogen om actief te luisteren, in het bijzonder om over de opdracht misverstanden te vermijden met de klant, met inbegrip van de klant met beperkte mobiliteit;b) zijn mondelinge communicatievaardigheid met de klant, de ambtenaren van de Administratie en derden, met het oog op een goed begrip;c) zijn kennis van het Frans of van het Nederlands. Die test wordt via een aangepast informaticaprogramma afgenomen met behulp van een computer die aan de kandidaat ter beschikking wordt gesteld. 4) een gestructureerd gesprek met minstens een deskundige psycholoog, in het bijzonder over de resultaten van de situationele beoordelingstest als bedoeld in punt 2 en de persoonlijkheidstest als bedoeld in punt 3, om de geschiktheid van de kandidaat na te gaan voor de uitoefening van het beroep van taxichauffeur. De minister mag de beroepsselectietesten als bedoeld in deze paragraaf met bijkomende elementen uitbreiden. § 2. Op het ogenblik van zijn inschrijving bij de Administratie deelt de betrokkene, behalve zijn naam, de voornamen en het adres van zijn wettelijke woonplaats, tevens zijn e-mailadres en zijn gsm-nummer mee waarop hij kan worden bereikt.

De Administratie overhandigt de betrokkene alle inlichtingen en documenten aangaande het afleggen van de beroepsselectietesten. § 3. Alleen de kandidaten die minstens 60% van de punten behalen in fase 1 en geschikt verklaard worden voor fase 2 kunnen deelnemen aan de fases 3 en 4 als bedoeld in § 1. § 4. De kandidaat bij de professionele selectietesten valsspeelt, wordt onmiddellijk uitgesloten. Zijn uitsluiting zal door de verantwoordelijke van de directie, die bij de Administratie bevoegd is voor het bezoldigde personenvervoer, bevestigd worden en meegedeeld aan de betrokkene. § 5. De kandidaat die niet geslaagd is voor een van de fases van de test als bedoeld in § 1, kan zich pas opnieuw inschrijven voor de beroepsselectietest na het verstrijken van een termijn van zes maanden die ingaat vanaf de betekening van de beslissing van zijn niet-slagen.

De kandidaat die tot drie keer toe niet slaagt, kan zich pas opnieuw inschrijven voor de beroepsselectietest na het verstrijken van een termijn van drie jaar die ingaat vanaf de betekening van de derde beslissing van zijn niet-slagen. § 6. Na afloop van de beroepsselectietest overhandigt de Administratie de geslaagde kandidaat een getuigschrift waaruit dit blijkt.

Art. 15.Onverminderd de in artikel 33 van de ordonnantie bedoelde taks, worden de kosten van de beroepsselectietesten volledig door het Gewest gedragen.

Art. 16.§ 1. Op vertoon van het getuigschrift als bedoeld in artikel 14, § 6, waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor de beroepsselectietest, en van de documenten opgesomd in artikel 12, 1° tot 5°, ontvangt de kandidaat een syllabus en wordt hij toegelaten tot de inschrijving voor de door de Administratie georganiseerde examens. § 2. Voor hij zich aanmeldt voor die examens kan de kandidaat er, zonder dat een rechtvaardiging jegens de Administratie nodig is, vrij voor kiezen om : a) zich alleen voor te bereiden, met behulp van de hem door de Administratie bezorgde syllabus overeenkomstig artikel 16, § 1;b) deel te nemen aan een opleiding via een opleidingsinstelling van zijn keuze. § 3. De examens bestaan uit twee geschreven proeven en een mondelinge proef.

De geschreven proeven handelen minstens over de algemene reglementering betreffende de taxidiensten en over de reglementeringen en materies die verband houden met de activiteiten van taxichauffeur, onder andere het onthaal en het vervoer van personen met beperkte mobiliteit en de regelgeving inzake verkeersveiligheid.

De mondelinge proeven betreffen minstens de taalkundige kennis die nodig is voor de uitoefening van het beroep en het kaartlezen namelijk, met behulp van een gewestelijke stratengids en binnen de toegekende tijd een door de klant gekozen precieze bestemming aanduiden. § 4. Om te slagen in de examens moet de kandidaat minstens 60 % van de punten behalen voor elk van de proeven. § 5. De kandidaat legt de proeven af in het Frans of in het Nederlands, naargelang de taal die hij bij zijn inschrijving heeft gekozen.

De vertegenwoordigers van de taxichauffeurs binnen het Adviescomité kunnen bij consensus onder elkaar een waarnemer aanwijzen om de proeven bij te wonen.

De kandidaat die bij de examens bedrog pleegt, wordt onmiddellijk uitgesloten. Zijn uitsluiting wordt door de deliberatiecommissie bevestigd, en aan de betrokkene meegedeeld.

De deliberatiecommissie beslist over het al dan niet slagen voor de proeven. Ze is samengesteld uit de examinatoren van bij of buiten de Administratie, bij wie de proeven werden afgelegd, en twee door de minister aangewezen personen binnen de Administratie, waarvan er een het voorzitterschap waarneemt.

Op schriftelijk verzoek aan de Administratie kan de kandidaat de gedetailleerde uitslagen van zijn examens en proeven krijgen.

Onverminderd de in artikel 33 van de ordonnantie bedoelde taks, worden de kosten van de examens volledig door het Gewest gedragen. § 6. De kandidaat krijgt een getuigschrift waaruit blijkt dat hij voor de examens geslaagd is.

De kandidaat die niet geslaagd is, kan zich pas opnieuw inschrijven na het verstrijken van een termijn van zes maanden die ingaat vanaf de betekening van de beslissing van zijn niet-slagen. De kandidaat die tot drie keer toe niet slaagt, kan zich pas opnieuw inschrijven voor de examens na het verstrijken van een termijn van drie jaar die ingaat vanaf de betekening van de derde beslissing van zijn niet-slagen. § 7. De Administratie nodigt de kandidaten die geslaagd zijn voor de in § 3 bedoelde examens uit om een niet-verplichte ecologische rijopleiding te volgen op kosten van het Gewest. Onder een ecologische rijopleiding verstaat men een rijopleiding, zowel economisch als ecologisch, gegeven door een vooraf door het Gewest aangewezen beroepsrijinstructeur. Deze opleiding bevat een theoretisch luik en een praktische rijopleiding achter het stuur.

Art. 17.§ 1. De kandidaat die niettegenstaande zijn inschrijving verstek geeft of te laat komt voor de beroepsselectietesten als bedoeld in artikel 14, of die halverwege opgeeft, wordt als niet geslaagd beschouwd, tenzij hij het origineel van een medisch attest kan voorleggen.

De kandidaat die niettegenstaande zijn inschrijving verstek geeft of te laat komt voor de examens als bedoeld in artikel 16, of die halverwege opgeeft, wordt als niet geslaagd beschouwd, tenzij hij het origineel van een medisch attest kan voorleggen voor de beraadslaging van de deliberatiecommissie. § 2. Worden op beslissing van de verantwoordelijke van de directie, die bij de Administratie bevoegd is voor het bezoldigde personenvervoer, voor een periode gaande tot tien jaar uitgesloten van het recht aan een nieuwe infosessie, de beroepsselectietesten of de examens deel te nemen, de kandidaten die : 1. bedrog hebben gepleegd bij de testen of de examens;2. zich schuldig hebben gemaakt aan verduistering van materiaal of opzettelijk het materiaal of de lokalen van de Administratie hebben beschadigd;3. handelingen hebben verricht met het oog op het beïnvloeden, in hun voordeel, van een examinator of elk ander personeelslid van de Administratie;4. zich een valse naam hebben toegeëigend of laten toe-eigenen om een infosessie bij te wonen of iemand anders de selectietesten of de examens in hun plaats te laten afleggen;5. zich onbeleefd of respectloos hebben gedragen tegenover de examinatoren of de personeelsleden van de Administratie. § 3. Het getuigschrift van aanwezigheid als bedoeld in artikel 13, § 2, het getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene geslaagd is voor de beroepsselectietest of de examens als respectievelijk bedoeld in artikel 14, § 6 en artikel 16, § 6, hebben een geldigheidsduur van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van afgifte.

Art. 18.Op vertoon van de documenten zoals bedoeld in artikel 12, 1° tot 7°, en van de arbeidsovereenkomst of een individuele opleidingsovereenkomst in de onderneming waaruit blijkt dat de kandidaat als taxichauffeur bij hem in dienst is genomen, en een kopie van het ontvangstbericht van de DIMONA-aangifte voor die overeenkomst, krijgt de betrokkene het bekwaamheidscertificaat van taxichauffeur.

Voor de werknemers met het statuut van zelfstandige chauffeur conform de sociale regelgeving, wordt het bekwaamheidscertificaat slechts afgeleverd op vertoon van de documenten als bedoeld in artikel 12, 1° tot 7°, en van het bewijs dat de betrokkene is aangesloten bij een sociale-verzekeringsfonds voor zelfstandigen.

Art. 19.Om de vier jaar vanaf de afgifte van het bekwaamheidscertificaat moeten de chauffeurs een opfrissingscursus volgen, waarvan de nadere regels bij een afzonderlijk besluit worden bepaald."

Art. 7.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de woorden "hun inschrijving voor de examens" vervangen door de woorden "hun inschrijving voor de infosessies, voor de testen of voor de examens als bedoeld in de artikelen 13 tot 16".

Art. 8.In artikel 23, vierde en zevende lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 27 maart 2014, worden de woorden "afgeleverd overeenkomstig de artikelen 595 en 596, lid 1" vervangen door de woorden "afgeleverd overeenkomstig artikel 596, eerste lid".

Art. 9.In artikel 23, laatste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 27 maart 2014, worden de woorden "de proeven neergelegd in artikel 17 af te leggen" vervangen door de woorden "de infosessies, testen en examens als bedoeld in de artikelen 13 tot 16 bij te wonen en af te leggen".

Art. 10.In artikel 29, laatste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 27 maart 2014, worden de woorden "de gedragstesten bedoeld in artikelen 13 tot en met 16 van dit besluit" vervangen door de woorden "de beroepsselectietesten als bedoeld in artikel 14".

Art. 11.In de artikelen 49, 1°, 53, § 1, tweede lid, 54, § 2, 1°, 62, § 2, 2°, 78, § 2, 2°, laatste lid, 92, 1° en 95, 1°, en in het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel II van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van 27 maart 2014 en van 24 april 2014, worden de woorden "volgens de artikelen 595 en 596, eerste lid" vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 596, eerste lid".

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de eerste juli 2019.

Artikels 5 en 6 zijn slechts van toepassing op de personen die een bekwaamheidscertificaat aanvragen vanaf die inwerkingtreding. De door artikel 6 van dit besluit vervangen bepalingen blijven in hun huidige lezing gelden voor de persoon die tussen 1 juli 2018 en de inwerkingtreding van dit besluit een aanvraag van bekwaamheidscertificaat heeft ingediend overeenkomstig die vervangen bepalingen. Ze blijven gelden tot het moment van aflevering of van de beslissing van weigering van het bekwaamheidscertificaat, op voorwaarde dat die beslissing wordt genomen voor 1 juli 2020. Bij uitblijven van enig besluit binnen de bepaalde termijn wordt de beslissing als ongunstig beschouwd.

Art. 13.De minister bevoegd voor de taxidiensten wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 april 2019.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Economie en Tewerkstelling, D. GOSUIN De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET

^