gepubliceerd op 13 maart 2019
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 27 juli 2017 ter bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie door de toekenning van steun met niet-economische finaliteit ten voordele van non-profitorganisaties, onderzoeksorganisaties en ondernemingen
21 FEBRUARI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 27 juli 2017 ter bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie door de toekenning van steun met niet-economische finaliteit ten voordele van non-profitorganisaties, onderzoeksorganisaties en ondernemingen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980 die toepasselijk verklaard is voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989, artikel 20;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, artikel 8, lid 1;
Gelet op de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof;
Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel, in het bijzonder artikel 4, § 2;
Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, artikels 92 tot 95;
Gelet op de ordonnantie van 27 juli 2017 ter bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie door de toekenning van steun met niet-economische finaliteit ten voordele van non-profitorganisaties, onderzoeksorganisaties en ondernemingen, artikels 5, lid 2; 5 lid 3; 7; 15, § 8; 16, § 4, lid 2; 17, § 4, lid 2; 18, § 6, lid 2; 18, § 8; 19, § 1, lid 4; 19, § 8; 22, § 8; 23, § 8; 30, § 1 en 31: Gelet op de gendertest, opgesteld op 20 juni 2018 overeenkomstig artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 7 september 2018 ;
Gelet op het advies van de Raad voor het Wetenschapsbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gegeven op 2 oktober 2018;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 maart 2018;
Gelet op het akkoord van de minister van Begroting, gegeven op 25 april 2018 ;
Gelet op advies 64.693/1 van de Raad van State, gegeven op 14 januari 2019, in toepassing van artikel 84, lid 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PB., C 198, 27 juni 2016, pp. 1-29);
Op voorstel van de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Wetenschappelijk Onderzoek, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: a) "Innoviris": het Brussels Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie, opgericht door de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijke Onderzoek en de Innovatie van Brussel zoals gewijzigd bij de ordonnantie van 27 juli 2017 ter bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie door de toekenning van steun met economische finaliteit ten voordele van ondernemingen en onderzoeksorganisaties gelijkgesteld met ondernemingen, artikel 34;b) "Leidende ambtenaren": de leidende ambtenaren van Innoviris, zoals bedoeld in artikel 8 van de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijke Onderzoek en de Innovatie van Brussel;c) " Minister": het lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat bevoegd is voor Wetenschappelijk Onderzoek;d) "Ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit": de ordonnantie van 27 juli 2017 ter bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie door de toekenning van steun met niet-economische finaliteit ten voordele van non-profitorganisaties, onderzoeksorganisaties en ondernemingen;e) "Ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met economische finaliteit": de ordonnantie van 27 juli 2017 ter bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie door de toekenning van steun met economische finaliteit ten voordele van ondernemingen en onderzoeksorganisaties gelijkgesteld met ondernemingen;f) "Organieke ordonnantie van 23 februari 2006": de ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;g) "Project": het door het Gewest gesubsidieerde project op basis van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit;h) "Overeenkomst": de overeenkomst betreffende de toekenning van steun, gesloten door Innoviris en de begunstigde van deze steun, om hun wederzijdse rechten en verplichtingen vast te leggen;i) "Periode van ontwikkeling en uitvoering van het project": de in de overeenkomst vastgelegde periode voor de ontwikkeling en uitvoering van het project;j) "Resultaten van het Project": de materiële en/of immateriële resultaten, met name de technologieën, knowhow en informatie van technische of andere aard, gecreëerd, ontdekt of verkregen in het kader van de ontwikkeling en de uitvoering van het project;k) "Begeleidingscomité": groep belast met de evaluatie van de resultaten van het project en de perspectieven op valorisatie ervan;l) "Coördinator": persoon verantwoordelijk voor de wetenschappelijke coördinatie en omkadering van het project, die de administratieve verantwoordelijkheid ervoor draagt en in het kader van projecten met meerdere partners optreedt als enige contactpersoon.m) "Alter ego": persoon met technische of economische competenties in aanvulling op die van de projectdrager zoals bedoeld in afdeling 7 van hoofdstuk IV;n) "Interface": bureau voor de overdracht van technologie of competenties van de onderzoeksorganisatie, dat deze laatste bijstaat in het kader van het opzetten van het project en de valorisatie van de resultaten;o) "Project outline": voorafgaande steunaanvraag met enkel een expression of interest en een samengevatte versie van het project;p) "Full proposal": steunaanvraag met het volledige en gedetailleerde project; q) "State of the art": de stand van de kennis op het (wetenschappelijk, technisch, enz.) domein op een bepaald moment. HOOFDSTUK 2. - ALGEMENE BEPALINGEN
Art. 2.§ 1. Het beheer en het onderzoek van de aanvragen bedoeld in de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit worden toevertrouwd aan Innoviris. § 2. De beslissingen tot toekenning of weigering tot toekenning van de steun worden genomen door de regering, de minister of de leidende ambtenaren van Innoviris. § 3. Het beheer en het onderzoek van de aanvragen tot erkenning bedoeld in hoofdstuk V worden toevertrouwd aan Innoviris.
De beslissingen tot toekenning of weigering tot toekenning van erkenning worden genomen door de regering overeenkomstig artikel 30 § 2 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
De beslissingen tot erkenning ambtshalve en van vijstelling van erkenning worden genomen door de leidende ambtenaren van Innoviris.
Art. 3.De steun bedoeld in de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit kan toegekend worden aan rechtspersonen of aan natuurlijke personen.
Art. 4.De cumulatie van steun toegekend op basis van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit met andere financieringsbronnen door eenzelfde project is slechts toegelaten als deze geen betrekking heeft op dezelfde in aanmerking komende kosten overeenkomstig artikel 10 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 5.Geen enkele steun kan toegekend of gebruikt worden om personeelskosten te financieren die reeds gefinancierd worden door andere overheidsmiddelen.
Art. 6.Geen enkele steun kan toegekend worden aan een publiekrechtelijke rechtspersoon of door deze gebruikt worden om de verwezenlijking te financieren van taken of opdrachten die reeds door andere overheidsmiddelen gefinancierd worden.
Art. 7.De begunstigden van de steun mogen een deel van de taken en opdrachten die verband houden met het project in onderaanneming geven, mits naleving van de volgende voorwaarden: a) de onderaanneming mag geen betrekking hebben op de essentiële aspecten van het project en de geest ervan geen geweld aandoen;b) de aanvrager geeft in zijn aanvraag aan welke delen van het project hij van plan is in onderaanneming te geven aan derden en welke onderaannemers hij voorstelt;c) het principe, de reikwijdte en de modaliteiten van de aanvaarde onderaanneming worden uitdrukkelijk bepaald door Innoviris of in de beslissing tot toekenning van de steun;d) de gesloten onderaannemingsovereenkomst garandeert de begunstigde van de steun een gepaste mate van controle en informatieverstrekking aangaande de uitvoering van in onderaanneming gegeven taken en opdrachten, evenals de toegang tot en de vrije beschikking over de resultaten voortvloeiend uit deze taken en opdrachten;e) de begunstigde blijft volledig, exclusief en ondeelbaar gehouden tot naleving van de verplichtingen voortvloeiend uit de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, uit dit besluit en uit de overeenkomst.Hij kan het feit dat hij een beroep deed op onderaanneming niet aanvoeren om tekortkomingen aan zijn verplichtingen te rechtvaardigen of om de toepassing van de in geval van tekortkoming aan deze verplichtingen vastgelegde sancties te vermijden.
Art. 8.§ 1. Innoviris waarborgt te allen tijde het respect voor de vertrouwelijkheid van alle aan haar meegedeelde informatie, met uitzondering van informatie die door de aanvrager uitdrukkelijk als niet-vertrouwelijk wordt gekwalificeerd. § 2. Innoviris mag echter wel informatie betreffende een gesubsidieerd project gebruiken, mits de toelating van de begunstigde, voor het uitvoeren van studies, evaluaties, statistieken, publicatie of mededelingen naar het publiek toe. HOOFDSTUK 3. - PROCEDURES VOOR HET ONDERZOEK VAN DE AANVRAGEN Afdeling 1. - Basisprincipes
Art. 9.Om het indienen en het onderzoek van de aanvragen te vergemakkelijken, kan Innoviris handleidingen publiceren die de regels voortvloeiend uit de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit en uit dit besluit beknopt en didactisch voorstellen.
Deze documenten, zonder dwingend karakter, worden gepubliceerd op de website van Innoviris. Afdeling 2. - Indiening van de steunaanvragen
Art. 10.Steunaanvragen kunnen op elk moment van het jaar spontaan worden ingediend of naar aanleiding van een projectoproep overeenkomstig de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 11.Projectoproepen kunnen in twee fasen georganiseerd worden, onder de vorm van een oproepfase met expression of interest (project outline), gevolgd door een fase projectoproepen (full proposal).
Als gebruik gemaakt wordt van de in het voorgaande lid beschreven mogelijkheid, zijn in het kader van de tweede fase enkel aanvragen ontvankelijk die betrekking hebben op projecten die door Innoviris werden geselecteerd in de eerste fase.
Art. 12.De aanvragen moeten, op straffe van onontvankelijkheid, ingediend worden via de door Innoviris opgestelde en op de website beschikbare formulieren.
Deze formulieren moeten, op straffe van onontvankelijkheid, correct en volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend worden door personen die gemachtigd zijn om de aanvrager te verbinden, en vergezeld gaan van alle vereiste bijlagen en bewijsstukken.
Art. 13.Innoviris maakt binnen de vijf werkdagen na ontvangst van de aanvraag een ontvangstbewijs over aan de aanvrager, dat duidelijk de datum van de indiening van de steunaanvraag vastlegt. Afdeling 3. - Onderzoek van de ontvankelijkheid van steunaanvragen
Art. 14.Innoviris onderzoekt de ontvankelijkheid van aanvragen overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit.
Art. 15.Innoviris kan de aanvrager vragen zijn aanvraagdossier aan te vullen en de informatie en documenten te verstrekken die nodig zijn voor het onderzoek van zijn aanvraag.
Als de aanvrager geen nuttig gevolg geeft aan een dergelijk verzoek binnen de opgelegde termijn, kan de aanvraag onontvankelijk verklaard worden.
Art. 16.Na onderzoek neemt Innoviris een beslissing over de ontvankelijkheid van elke aanvraag.
Elke beslissing die een aanvraag onontvankelijk verklaart, wordt onverwijld aan de aanvrager ter kennis gebracht.
Indien de onontvankelijkheid van de aanvraag te wijten zou zijn aan het feit dat de aanvrager niet in aanmerking komt voor steun toegekend krachtens de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, omdat hij niet voldoet aan de criteria vastgelegd in artikel 2, § 2 van deze ordonnantie, laat Innoviris hem gelijktijdig weten of zijn aanvraag eventueel in aanmerking komt voor de overeenstemmende steun beoogd in de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met economische finaliteit. In dit geval behoudt de aanvrager het voordeel van de indieningsdatum van zijn aanvraag. Afdeling 4. - Beoordeling van de wenselijkheid steun toe te kennen en
het bedrag ervan
Art. 17.§ 1. Innoviris onderzoekt de wenselijkheid steun toe te kennen en het bedrag ervan, overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit. § 2. De perspectieven op valorisatie van de resultaten van het project en de impact van deze valorisatie op het Gewest worden beoordeeld, rekening houdend met onder meer de potentiële creatie van economische activiteit, het potentieel gebruik van onderzoeksresultaten ten dienste van de maatschappij of het potentieel om het Brusselse publiek te sensibiliseren voor wetenschap en innovatie.
De projecten die de grootste potentiële impact hebben voor het Gewest op het vlak van waardecreatie krijgen de voorkeur.
Art. 18.In het kader van projectoproepen kan Innoviris, zeker als een groot aantal aanvragen werden ingediend, overgaan tot een eerste beoordeling op basis van de evaluatiecriteria vastgelegd in de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, om een beperkter aantal projecten te selecteren.
Als gebruik gemaakt wordt van de in het voorgaande lid beschreven mogelijkheid, wordt in het kader van een tweede evaluatie enkel rekening gehouden met projecten die tijdens de eerste evaluatie geselecteerd werden.
Art. 19.Innoviris kan eisen de aanvrager of zijn vertegenwoordigers persoonlijk te horen.
Als de aanvrager geen nuttig gevolg geeft aan een dergelijk verzoek binnen de opgelegde termijn, kan de aanvraag onontvankelijk verklaard worden.
Art. 20.§ 1. Innoviris kan in het kader van de evaluatie van de projecten de medewerking vragen van externe en onafhankelijke deskundigen.
De deskundigen worden aangeduid in functie van hun bekwaamheid om de wetenschappelijke inhoud van de projecten en de mate dat ze afgestemd zijn op het specifiek karakter van het steunprogramma op relevante wijze te beoordelen, op basis van hun erkende ervaring en bevoegdheden. § 2. De deskundigen verbinden zich ertoe hun opdracht op loyale, onafhankelijk en onpartijdige wijze uit te voeren en waarborgen de vertrouwelijkheid van de informatie waarvan ze in het kader van deze opdracht kennis zouden krijgen. Hun verbintenis wordt voor het begin van de uitvoering van hun opdracht vastgelegd, middels de ondertekening van een door Innoviris opgesteld model van verklaring. § 3. De deskundigen kunnen een forfaitaire vergoeding krijgen per gewerkte halve dag.
De verplaatsings- en huisvestingskosten en de algemene kosten van deskundigen die in het buitenland verblijven, kunnen eveneens gedekt worden.
Innoviris bepaalt het bedrag en de voorwaarden betreffende de vergoeding van de deskundigen. Afdeling 5. - Toekenning van de steun, in aanmerking komende kosten,
opvolging en controle van het project
Art. 21.Na onderzoek door Innoviris wordt een beslissing genomen tot toekenning of weigering tot toekenning van de steun, overeenkomstig artikel 2, § 2.
Deze beslissing wordt onverwijld meegedeeld aan de aanvrager.
Art. 22.Onverminderd de bepalingen betreffende de steun vermeld in afdelingen 15 tot 18 van hoofdstuk IV worden de modaliteiten betreffende de toekenning van steun, de uitbetaling ervan, de rechtvaardiging van het gebruik en de ontwikkeling en uitvoering van het project vastgelegd in de overeenkomst.
De overeenkomst verduidelijkt in elk geval of de steun in de vorm van opeenvolgende schijven zal uitbetaald worden en desgevallend volgens welke modaliteiten.
Art. 23.Overeenkomstig artikel 11, lid 1 van de wet van 16 mei 2003 en artikel 92, lid 1 van de ordonnantie van 23 februari 2006 moet de steun door de begunstigde gebruikt worden voor de doelstellingen waarvoor hij werd toegekend, zoals beschreven in de overeenkomst.
Hij mag met name niet overgedragen of gebruikt worden om enige vorm van pand, waarborg of zekerheid te stellen.
Art. 24.§ 1. De begunstigde van de steun dient voortdurend, tijdens de gehele periode van ontwikkeling en uitvoering van het project, te voldoen aan de ontvankelijkheids- en toekenningsvoorwaarden van zijn aanvraag. § 2. Indien de begunstigde van de steun niet langer valt onder één van de drie categorieën van begunstigden die voorzien zijn in artikel 2, § 2 eerste lid van de verordening van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit, en onverminderd artikel 27, kan de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de reeds betaalde bedragen, vermeerderd met de rente, geëist worden, kan de steun worden stopgezet en de nog aan de begunstigde uit te betalen bedragen evenredig worden verminderd.
Art. 25.§ 1. Overeenkomstig de artikelen 11 lid 3 en 13 lid 2 van de wet van 16 mei 2003 en de artikelen 92 lid 3 en 94 lid 2 van de ordonnantie van 23 februari 2006 dient de begunstigde het gebruik van de ontvangen bedragen te rechtvaardigen. § 2. § 2. De gemaakte kosten worden gestaafd aan de hand van bewijstukken die duidelijk, gespecifieerd en actueel zijn.
Blijft de begunstigde in gebreke inzake het verstrekken van bewijsstukken voor bepaalde uitgaven, dan moet hij het deel dat niet werd verantwoord terugbetalen. § 3. Enkel uitgaven gedaan tijdens de periode van ontwikkeling en uitvoering van het project komen in aanmerking.
In afwijking van lid 1 kunnen bepaalde uitgaven die gedaan worden voor het begin van deze periode of na deze termijn aanvaard worden, op voorwaarde dat aangetoond wordt dat ze nuttig zijn voor de ontwikkeling of de uitvoering van het project en dat deze uitgaven voorafgaandelijk door Innoviris werden goedgekeurd. § 4. Aan de overeenkomst worden boekhoudkundige richtlijnen toegevoegd ter vastlegging van de voorwaarden betreffende de toelaatbare bewijsstukken en de financiële verslagen. Deze maken integraal deel uit van de overeenkomst.
Art. 26.§ 1. Innoviris is verantwoordelijk voor de opvolging en de controle van de goede uitvoering van het project en het gebruik van de steun. § 2. De begunstigde maakt regelmatig technische en financiële verslagen over aan Innoviris, overeenkomstig de in de overeenkomst vastgelegde modaliteiten. § 3. Overeenkomstig artikel 12, lid 1 van de wet van 16 mei 2003 en artikel 93 lid 1 van de ordonnantie van 23 februari 2006 mag Innoviris, om zich ervan te vergewissen dat de begunstigde zijn verplichtingen nakomt, deze onder meer uitnodigen op een controlegesprek, bezoeken ter plaatse uitvoeren of overgaan tot controles van stukken.
Innoviris kan eveneens van de begunstigde eisen dat hij de resultaten van het project demonstreert en de lopende werken, de gemaakte of geplande uitgaven of de maatregelen genomen voor de goede uitvoering van het project voorstelt. § 4. Innoviris kan samenwerken met een begeleidingscomité.
Dit comité kan naast de vertegenwoordigers van Innoviris onder meer bestaan uit leden van het team verantwoordelijk voor het project, leden van de betreffende interfaces, mentors, deskundigen, vertegenwoordigers van de betrokken sectoren en vertegenwoordigers van de openbare instellingen van het Gewest. Afdeling 6. - Vermindering van de steun, intrekking van de steun en
einde van de overeenkomst
Art. 27.§ 1. De overeenkomst kan geschorst, verbroken of ontbonden worden en Innoviris zal de totale of gedeeltelijke terugbetaling eisen van de reeds betaalde subsidies in de volgende gevallen: 1° de begunstigde leeft de voorwaarden voor de toekenning van de subsidie niet na;2° de begunstigde gebruikt de subsidie niet voor de doeleinden waarvoor ze is toegekend;3° de begunstigde belemmert de controles bedoeld in artikel 26;4° de begunstigde ontvangt al een subsidie van een andere instelling voor hetzelfde voorwerp, op basis van dezelfde bewijsstukken; De overeenkomst kan geschorst of verbroken worden in het geval dat de begunstigde zich in een situatie van faillissement, gerechtelijke reorganisatie, vrijwillige of gerechtelijke vereffening of in een andere situatie bedoeld in artikel 1 van verordening 2015/848 van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures bevindt.
In de gevallen vermeld in artikels 46 en 47 kan de overeenkomst geschorst of verbroken worden. § 2. Als Innoviris tekortkomingen vaststelt, stuurt het, na de ernst ervan beoordeeld te hebben, een aangetekend schrijven naar de begunstigde met een beschrijving van de ten laste gelegde tekortkomingen en de eventuele sancties.
Dit aangetekend schrijven vermeldt ook de mogelijkheid die de begunstigde heeft om zijn opmerkingen te doen gelden, schriftelijk of tijdens een hoorzitting, binnen een termijn die niet korter mag zijn dan 7 dagen. § 3. De autoriteit die de steun overeenkomstig artikel 2, § 2 heeft toegekend, kan op basis van eventueel door de begunstigde opgeworpen elementen en met het oog op eventueel door hem genomen corrigerende maatregelen, beslissen een van de sancties waarvan sprake in § 1 van dit artikel op te leggen.
Deze beslissing kan onmiddellijk in werking treden of er kan de begunstigde een uitstel van maximaal vijftien dagen worden toegekend om hem in de mogelijkheid te stellen corrigerende maatregelen te nemen.
Deze beslissing wordt onverwijld meegedeeld aan de begunstigde per aangetekend schrijven. § 4. In geval van een beslissing die de terugbetaling van de steun gelast, moet de terugbetaling gebeuren binnen de 15 dagen.
De verschuldigde bedragen worden vermeerderd met moratoire interesten tegen de wettelijke interestvoet vanaf het verstrijken van deze termijn.
Art. 28.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 16 mei 2003 en artikel 95 van de ordonnantie van 23 februari 2006 en onverminderd artikel 27 van dit besluit, kan de uitkering van de subsidies worden opgeschort zolang de begunstigde voor soortgelijke subsidies, die hij voordien heeft ontvangen, verzuimt de in artikel 25 bedoelde verantwoording te verstrekken of zich aan de in artikel 26 bepaalde controle te onderwerpen.
Wordt een subsidie in schijven uitgekeerd, dan wordt iedere schijf als een afzonderlijke subsidie beschouwd. HOOFDSTUK 4. - CATEGORIEEN VAN DOOR DE REGERING TOEGEKENDE STEUN Afdeling 1. - Steun ten gunste van het industrieel onderzoek in
samenwerkingsverband
Art. 29.§ 1. Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 12, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun ten gunste van industrieel onderzoek in samenwerkingsverband minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - een beschrijving van het projectteam en van de aanvrager; - een beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag, de state of the art en de doelstellingen van het project; - een werkprogramma, inclusief de modaliteiten voor de tussen de partners geplande samenwerking; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie of non-profitorganisatie van de aanvrager in de zin van artikels 3, 3° of 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van de perspectieven op valorisatie van het project in het Gewest; - een consortiumakkoord tussen de partners, dat de bepalingen en voorwaarden voor de uitvoering van het project vastlegt, met name de respectievelijke bijdragen aan de samenwerkingskosten, het delen van risico's en resultaten, de verspreiding van de resultaten, de toekenning van intellectuele-eigendomsrechten en de toegang ertoe. § 2. Innoviris kanvragen om de documenten en inlichtingen voor te leggen die nuttig zijn om de financiële gezondheid van de aanvrager te beoordelen, alsook het feit dat de aanvrager niet beschouwd mag worden als een onderneming in moeilijkheden zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 30.Op straffe van weigering van de toekenning van de steun, dient het project beschreven in de aanvraag de voorwaarden voor daadwerkelijke samenwerking in de zin van artikel 3, 12° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit na te leven, evenals de voorwaarden vermeld in artikel 12, § 8 van dezelfde ordonnantie.
Innoviris controleert de naleving van deze voorwaarden op basis van het consortiumakkoord overgemaakt door de partners. Afdeling 2. - Steun ten gunste van de experimentele ontwikkeling in
samenwerkingsverband
Art. 31.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 13, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun ten gunste van de experimentele ontwikkeling in samenwerkingsverband minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - een beschrijving van het projectteam en van de aanvrager; - een beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag, de state of the art en de doelstellingen van het project; - een werkprogramma, inclusief de modaliteiten voor de tussen de partners geplande samenwerking; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager of aanvragers; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie of non-profitorganisatie van de aanvrager in de zin van artikels 3, 3° of 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van de perspectieven op valorisatie van het project in het Gewest; - een consortiumakkoord tussen de partners, dat de bepalingen en voorwaarden voor de uitvoering van het project vastlegt, met name de respectievelijke bijdragen aan de samenwerkingskosten, het delen van risico's en resultaten, de verspreiding van de resultaten, de toekenning van intellectuele-eigendomsrechten en de toegang ertoe.
Daarnaast kan Innoviris vragen om de documenten en inlichtingen voor te leggen die nuttig zijn om de financiële gezondheid van de aanvrager te beoordelen, alsook het feit dat de aanvrager niet beschouwd mag worden als een onderneming in moeilijkheden zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 32.Op straffe van weigering van de toekenning van de steun, dient het project beschreven in de aanvraag de voorwaarden voor daadwerkelijke samenwerking in de zin van artikel 3, 12° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit na te leven, evenals de voorwaarden vermeld in artikel 13, § 8 van dezelfde overeenkomst.
Innoviris controleert de naleving van deze voorwaarden op basis van het consortiumakkoord overgemaakt door de partners. Afdeling 3. - Steun voor proces- en organisatie-innovatie in
samenwerkingsverband
Art. 33.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 14, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun voor proces- en organisatie-innovatie in samenwerkingsverband minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - een beschrijving van het projectteam en van de aanvrager; - een beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag, de state of the art en de doelstellingen van het project; - een werkprogramma, inclusief de modaliteiten voor de tussen de partners geplande samenwerking; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie of non-profitorganisatie van de aanvrager in de zin van artikels 3, 3° of 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van de perspectieven op valorisatie van het project in het Gewest; - een consortiumakkoord tussen de partners, dat de bepalingen en voorwaarden voor de uitvoering van het project vastlegt, met name de respectievelijke bijdragen aan de samenwerkingskosten, het delen van risico's en resultaten, de verspreiding van de resultaten, de toekenning van intellectuele-eigendomsrechten en de toegang ertoe.
Innoviris kan vragen om de documenten en inlichtingen voor te leggen die nuttig zijn om de financiële gezondheid van de aanvrager te beoordelen, alsook het feit dat de aanvrager niet beschouwd mag worden als een onderneming in moeilijkheden zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 34.Op straffe van weigering van de toekenning van de steun, dient het project beschreven in de aanvraag de voorwaarden voor daadwerkelijke samenwerking in de zin van artikel 3, 12° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit na te leven, evenals de voorwaarden vermeld in artikel 14, § 8 van dezelfde overeenkomst.
Innoviris controleert de naleving van deze voorwaarden op basis van het consortiumakkoord overgemaakt door de partners. Afdeling 4. - Steun ten gunste van proofs of concept
Art. 35.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 15, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun ten gunste van proofs of concept minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - een beschrijving van het projectteam en van de aanvrager; - een beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag, de state of the art en de doelstellingen van het project; - een werkprogramma; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie van de aanvrager in de zin van artikel 3, 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van de perspectieven op valorisatie van het project in het Gewest en de schikkingen die getroffen zijn inzake intellectuele eigendom.
Innoviris kan vragen om de documenten en inlichtingen voor te leggen die nuttig zijn om de financiële gezondheid van de aanvrager te beoordelen, alsook het feit dat de aanvrager niet beschouwd mag worden als een onderneming in moeilijkheden zoals beschreven in artikel 2, § 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 36.Overeenkomstig artikel 15, § 8 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit mogen gefinancierde projecten een looptijd van maximaal 18 maanden hebben. Afdeling 5. - Investeringssteun voor onderzoeksinfrastructuur
Art. 37.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 16, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag voor investeringssteun voor onderzoeksinfrastructuur minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - een beschrijving van het projectteam en van de aanvrager; - een planning voor de bouw of het upgraden van de infrastructuur; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met de planning; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie of non-profitorganisatie van de aanvrager in de zin van artikels 3, 3° of 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - de planning van het beoogde gebruik van de uitrusting per gebruiker en per soort activiteit; - een document waarin de modaliteiten voor de terbeschikkingstelling van de uitrusting aan derden opgesomd worden; - een businessplan dat toelaat de duurzaamheid van de investering na de eventuele toekenning van steun te waarborgen; - een beschrijving van de perspectieven op valorisatie van de infrastructuur in het Gewest.
Innoviris kan vragen om de documenten en inlichtingen voor te leggen die nuttig zijn om de financiële gezondheid van de aanvrager te beoordelen, alsook het feit dat de aanvrager niet beschouwd mag worden als een onderneming in moeilijkheden zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 38.Overeenkomstig artikel 16, § 4, lid 2 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit zijn de in aanmerking komende kosten : - de redelijke kosten voor verplaatsing naar een fabrikant, een handelaar of leverancier, om de onderzoeksinfrastructuur te kiezen; - de investeringskosten, waaronder met name de kosten voor de aanschaf van de uitrusting, de afschrijvingskost van een gebouw, de aanschaf van wetenschappelijke en informatica-uitrusting en de aanschaf van onderzoeksmateriaal; - de installatiekosten, waaronder met name de kosten voor de aanschaf van klein wetenschappelijk en technisch materiaal en de kosten voor de basisopleiding van de voornaamste gebruiker(s) van de onderzoeksinfrastructuur; - de onderaannemingskosten, waaronder met name de kosten voor het professioneel en technisch personeel, de consultants en de aannemers die rechtstreeks deelnemen aan de fasen van het ontwerp, de opzet, de vervaardiging, de installatie, het upgraden of de bouw van de infrastructuur; - de andere kosten van de investeringen in immateriële en materiële activa.
Art. 39.Innoviris controleert jaarlijks de naleving van het plan voor het gebruik van de infrastructuur per soort activiteit en soort gebruikers en de modaliteiten van de terbeschikkingstelling van de uitrustingen aan derden, om zich ervan te vergewissen dat de infrastructuur gebruikt wordt overeenkomstig de bestemming en de modaliteiten bedoeld in artikel 16, § 8 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, zoals beschreven in de overeenkomst. Afdeling 6. - Financiering van innovatieadviesdiensten en
innovatieondersteuningsdiensten
Art. 40.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 17, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag voor de financiering van innovatieadviesdiensten en innovatieondersteuningsdiensten minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - een beschrijving van het projectteam, van de aanvrager en van de eventuele dienstverlener; - een beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag, de state of the art en de doelstellingen van het project - een werkprogramma, inclusief de modaliteiten voor de tussen de partners geplande samenwerking; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie of non-profitorganisatie van de aanvrager in de zin van artikels 3, 3° of 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van de perspectieven op valorisatie van het project in het Gewest.
Innoviris kan vragen om de documenten en inlichtingen voor te leggen die nuttig zijn om de financiële gezondheid van de aanvrager te beoordelen, alsook het feit dat de aanvrager niet beschouwd mag worden als een onderneming in moeilijkheden zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 41.Overeenkomstig artikel 17, § 4 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, zijn de in aanmerking komende kosten degene vermeld in artikel 12, § 4, 1° tot 5° van dezelfde ordonnantie, die betrekking hebben op innovatieadviesdiensten en innovatieondersteuningsdiensten. Afdeling 7. - Steun voor de valorisatie van industrieel onderzoek via
het oprichten van ondernemingen
Art. 42.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 18, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun voor de valorisatie van industrieel onderzoek via het oprichten van ondernemingen minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - een beschrijving van het projectteam, met inbegrip van de promotor, de onderzoeker-ondernemer en de mentors; - een beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag, de state of the art en de doelstellingen van het project; - een werkprogramma dat overeenstemt met de gedetailleerde begroting; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie van de aanvrager in de zin van artikel 3, 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - de motivatiebrief van de onderzoeker-ondernemer; - een beschrijving van het potentieel en de strategie tot valorisatie in het Gewest en de schikkingen die getroffen zijn inzake intellectuele eigendom.
Innoviris kan vragen om de documenten en inlichtingen voor te leggen die nuttig zijn om de financiële gezondheid van de aanvrager te beoordelen, alsook het feit dat de aanvrager niet beschouwd mag worden als een onderneming in moeilijkheden zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 43.In de jury van experten belast met de beoordeling van de steunaanvragen moet één deskundige zitten afkomstig van de economische sector en/of één deskundige in het oprichten van ondernemingen.
Art. 44.De onderzoeker-ondernemer moet omkaderd worden door een promotor, door minstens twee mentors en door een verantwoordelijke van de interface.
De promotor is verantwoordelijk voor het wetenschappelijk beheer van het project en de dagelijkse omkadering van de onderzoeker-ondernemer.
De mentors sturen de onderzoeker-ondernemer voor wat de economische valorisatie van het project betreft, in het kader van meerjarige vergaderingen georganiseerd door de promotor.
De interface helpt om de economische doelstellingen van het project daadwerkelijk te doen naleven.
Het alter ego verstrekt de onderzoeker-ondernemer aanvullende technische of economische expertise en werkt met hem samen om de kansen op valorisatie van de resultaten van het project te doen toenemen.
Art. 45.Innoviris beoordeelt of is voldaan aan artikel 18, §§ 9 en 10 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit .
Hiertoe maakt de begunstigde aan Innoviris de overeenkomsten over betreffende de toegang tot de resultaten van het project en betreffende de overdracht van deze resultaten, van zodra deze overeenkomsten worden gesloten.
Art. 46.Spin-offs mogen geen economische activiteit uitoefenen tijdens de periode dat het project gefinancierd wordt.
Eventuele inkomsten afkomstig uit een economische activiteit van de begunstigde moeten onmiddellijk gemeld worden aan Innoviris, dat na beoordeling van de aard ervan de begunstigde ofwel kan toelaten de inkomsten opnieuw te gebruiken in het kader van het project en hierbij de modaliteiten voor dit hergebruik vastlegt, ofwel de financieringsovereenkomst verbreken.
Art. 47.Innoviris kan de financieringsovereenkomst verbreken als het van mening is dat het niet langer gerechtvaardigd is de steun voort te zetten, ofwel na de daadwerkelijke oprichting van de spin-off, ofwel na de goedkeuring van modaliteiten voor het recht op toegang tot of overdracht van de resultaten van het project, ofwel van zodra de fondsenwerving voor de spin-off is gebeurd.
Art. 48.Overeenkomstig artikel 18, § 8 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit mogen gefinancierde projecten een looptijd van 2 tot 4 jaar hebben. Afdeling 8. - Steun ten gunste van toegepast doctoraatsonderzoek
Art. 49.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 19, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun ten gunste van toegepast doctoraatsonderzoek minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - de beschrijving van het projectteam, met inbegrip van de onderzoeker; - de beschrijving van de partneronderneming of administratieve overheid ; - een beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag, de state of the art en de doelstellingen van het project; - een werkprogramma, inclusief de modaliteiten voor de tussen de partners geplande samenwerking; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie van de aanvrager in de zin van artikel 3, 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de aanvrager en de onderneming of de administratieve overheid, waarin de bepalingen en voorwaarden voor de uitvoering van het project worden vastgelegd, met name voor wat de modaliteiten betreffende de intellectuele-eigendomsrechten en de toegang tot de resultaten van het onderzoek betreft; - een motivatiebrief van de onderzoeker; - een beschrijving van het potentieel en de strategie tot valorisatie van de resultaten (door de begunstigde en de partneronderneming of administratieve overheid); - de tussen de aanvrager en de partnerentiteit gesloten overeenkomst betreffende het eventuele recht op toegang tot de resultaten van het project (ook voor elke betrokken derde).
Innoviris kan vragen om de documenten en inlichtingen voor te leggen die nuttig zijn om de financiële gezondheid van de aanvrager te beoordelen, alsook het feit dat de aanvrager niet beschouwd mag worden als een onderneming in moeilijkheden zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 50.Innoviris beoordeelt of de voorwaarden vermeld in artikel 19, § 9 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit werden nageleefd.
Art. 51.Overeenkomstig artikel 19, § 8 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit mogen gefinancierde projecten een looptijd van maximaal 4 jaar hebben.
Innoviris kan de duur van de financiering van de projecten regelen, met respect voor deze maximumduur, bijvoorbeeld door opeenvolgende hernieuwingen. Afdeling 9. - Steun ten gunste van Living labs-projecten
Art. 52.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 20, lid 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun ten gunste van Living labs-projecten minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - de beschrijving van het projectteam en van de aanvrager; - een beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag, de state of the art en de doelstellingen van het project; - een werkprogramma, inclusief de modaliteiten voor de tussen de partners geplande samenwerking; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie of non-profitorganisatie van de aanvrager in de zin van artikels 2, 3° tot 2, 5° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van het potentieel en de strategie tot valorisatie van de resultaten in het Gewest;
Innoviris kan vragen om de documenten en inlichtingen voor te leggen die nuttig zijn om de financiële gezondheid van de aanvrager te beoordelen, alsook het feit dat de aanvrager niet beschouwd mag worden als een onderneming in moeilijkheden zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 met niet-economische finaliteit.
Art. 53.De jury belast met de beoordeling van de steunaanvragen kan met name bestaan uit deskundigen met specifieke competenties op het vlak van living labs (open innovation; collectieve intelligentie,...), evenals uit personen die rechtstreeks betrokken zijn bij de projecten en hun uitvoering.
Art. 54.Overeenkomstig artikel 20 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, zijn de in aanmerking komende kosten degene vermeld in artikel 12, § 4, 1° tot 5° van dezelfde ordonnantie. Afdeling 10. - Steun ten gunste van strategische platformen in
samenwerkingsverband
Art. 55.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 21, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun ten gunste van strategische platformen in samenwerkingsverband minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - de beschrijving van de projectteams en van de aanvragers; - de beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag en van de state of the art; - een intentieverklaring tot samenwerking uitgaande van de mentor(s); - een werkprogramma, inclusief de modaliteiten voor de geplande samenwerking; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van elke aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie van de aanvrager in de zin van artikel 3, 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen.
Art. 56.Innoviris beoordeelt of de voorwaarden vermeld in artikel 21, § 8 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit werden nageleefd.
Hiertoe maken de partners aan Innoviris de overeenkomsten over betreffende de toegang tot de resultaten van het project en betreffende de overdracht van deze resultaten, van zodra deze overeenkomsten worden gesloten. Afdeling 11. - Steun voor de ontwikkeling en de bestendiging van
expertise in het Gewest
Art. 57.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 22, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun voor de ontwikkeling en de bestendiging van expertise in het Gewest minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - de beschrijving van het projectteam, met inbegrip van de onderzoeker; - de beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag en van de state of the art; - een werkprogramma; - een programma voor de ontwikkeling van aanvullende wetenschappelijke activiteiten; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie van de aanvrager in de zin van artikel 3, 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van het potentieel en de strategie tot valorisatie van de resultaten in het Gewest.
Art. 58.Overeenkomstig artikel 22, § 8 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit mogen gefinancierde projecten een looptijd van 3 tot 5 jaar hebben. Afdeling 12. - Steun ten gunste van prospectief onderzoek
Art. 59.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 23, § 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun ten gunste van prospectief onderzoek minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - de beschrijving van het projectteam, met inbegrip van de onderzoeker; - de beschrijving van de context en de redenen van de aanvraag en van de state of the art; - desgevallend een intentieverklaring tot samenwerking uitgaande van de mentor(s); - een werkprogramma; - een gedetailleerde begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie van de aanvrager in de zin van artikel 3, 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van het potentieel en de strategie tot valorisatie van de resultaten in het Gewest.
Art. 60.Ondernemingen en onderzoeksinstellingen kunnen niet worden aangewezen als mentors van het project, evenals de natuurlijke personen die lid zijn van gelijkaardige entiteiten.
Art. 61.Overeenkomstig artikel 23, § 8 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit mogen gefinancierde projecten een looptijd van 2 tot 4 jaar hebben. Afdeling 13. - Steun ten gunste van projecten ingediend in het kader
van bepaalde Europese programma's
Art. 62.Als steun wordt toegekend overeenkomstig artikel 24 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, wordt het interventiepercentage evenredig verminderd in geval van Europese cofinanciering, om te garanderen dat de cumulatie van de toegekende steun niet leidt tot de overschrijding van de intensiteitsplafonds vastgelegd in dezelfde ordonnantie.
Onverminderd de regels betreffende het Europees project in kwestie, zijn de regels vastgelegd in en krachtens de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit van toepassing op de steun toegekend overeenkomstig artikel 24 van dezelfde ordonnantie. Afdeling 14. - Steun ten gunste van projecten ingediend in het kader
van programma's ingericht door het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest
Art. 63.Onverminderd de regels betreffende het door door het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest georganiseerde programma, zijn de regels vastgelegd in en krachtens de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit van toepassing op de steun toegekend overeenkomstig artikel 25 van dezelfde ordonnantie. Afdeling 15. - Steun voor het opzetten van internationale projecten
Art. 64.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 26, lid 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun voor het opzetten van internationale projecten minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - de beschrijving van het projectteam en van de aanvrager; - een werkprogramma; - een begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie of non-profitorganisatie van de aanvrager in de zin van artikels 3, 3° of 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van de perspectieven op valorisatie van het project in het Gewest.
Art. 65.Voor de toepassing van artikel 26, § 6, 2° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit kan de aanvrager niet beschouwd worden als projectdrager als hij aan dit project verbonden is als onderaannemer.
Art. 66.De steunaanvraag moet ten laatste een maand voor de sluiting van de internationale projectoproep ingediend worden.
Art. 67.De controle van de goede uitvoering van het opzetten van het project bestaat onder meer uit het bewijs van het indienen van het project bij de internationale instelling of organisatie die de oproep organiseerde.
In afwijking van artikel 22 kan de steun toegekend worden zonder dat een toekenningsovereenkomst gesloten wordt. Afdeling 16. - Steun voor het opzetten van co-creatieprojecten
Art. 68.Enkel op voorhand geselecteerde project outlines voor een project zoals bedoeld in artikel 20, lid 3 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit kunnen de steun genieten waarvan sprake in artikel 27 van dezelfde ordonnantie.
Art. 69.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 27, lid 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun voor het opzetten van co-creatieprojecten minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - de beschrijving van het projectteam en van de aanvrager; - een werkprogramma; - een begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie of non-profitorganisatie van de aanvrager in de zin van artikels 3, 3° of 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van de perspectieven op valorisatie van het project in het Gewest.
Art. 70.Voor de toepassing van artikel 27, § 1, lid 2 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit kan de aanvrager niet beschouwd worden als coördinator of individuele projectdrager als hij aan dit project verbonden is als onderaannemer.
Art. 71.De controle van de goede uitvoering van het opzetten van het project bestaat uit het bewijs van het indienen van het project bij Innoviris.
In afwijking van artikel 22 kan de steun toegekend worden zonder dat een toekenningsovereenkomst gesloten wordt. fdeling 17. - Steun ten gunste van projecten die de sensibilisering voor wetenschappen en innovatie en de promotie hiervan beogen
Art. 72.Overeenkomstig artikel 5, lid 3 en artikel 28, lid 1, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, moeten in het kader van een aanvraag om steun ten gunste van projecten die de sensibilisering voor wetenschappen en innovatie en de promotie hiervan beogen minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - de beschrijving van het projectteam; - een werkprogramma; - een begroting die overeenstemt met het werkprogramma; - een kopie van de bankgegevens van de aanvrager; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van de onderzoeksorganisatie of non-profitorganisatie van de aanvrager in de zin van artikels 3, 3° of 4° van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen; - een beschrijving van de economische en/of maatschappelijke impact van het project op het Gewest.
Art. 73.De steun kan de vorm aannemen van wetenschapscheques.
In afwijking van artikel 22 kan de steun toegekend worden zonder dat een toekenningsovereenkomst gesloten wordt. Afdeling 18. - Prijzen toegekend ter ondersteuning van de
sensibilisering voor wetenschappen en innovatie en de promotie hiervan
Art. 74.Kandidatuurdossiers kunnen ingediend worden naar aanleiding van oproepen uitgeschreven door Innoviris.
In afwijking van artikel 22 kan de prijs toegekend worden zonder dat een toekenningsovereenkomst gesloten wordt.
Art. 75.Om te voldoen aan artikel 5, derde lid, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit worden met betrekking tot een prijs als vermeld in artikel 29 van die ordonnantie minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt: - een kopie van de bankgegevens van de kandidaat; - de verklaring die toelaat de hoedanigheid van non-profitorganisatie, onderzoeksorganisatie of niet-economische actor van de kandidaat bedoeld in artikel 29 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit aan te tonen. HOOFDSTUK 5. - ERKENNING VAN ONDERZOEKSCENTRA
Art. 76.§ 1. Overeenkomstig artikel 30 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit zijn de voorwaarden voor de toekenning en het behoud van de erkenning van onderzoekscentra de volgende: - de aanvrager moet beschikken over de competenties en de menselijke en materiële middelen om activiteiten op het vlak van technische voorlichting en onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatiewerken te verrichten die mogelijks ondernemingen kunnen interesseren die geconfronteerd worden met dezelfde behoeften in de betreffende activiteitsdomeinen; - de aanvrager moet, eventueel in de nabije toekomst, voortdurend activiteiten op het vlak van technische voorlichting en onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatiewerken verrichten; - de aanvrager moet op de hoogte blijven van de wetenschappelijke vooruitgang en deze kenbaar maken aan ondernemingen, bovenop de resultaten van zijn onderzoeksactiviteiten; - de aanvrager moet voldoende financiële gezondheid en financiering aantonen om zijn duurzaamheid te verzekeren: - de aanvrager moet beschikken over een analytische boekhouding en interne controleprocedures die garanderen dat zijn rekeningen correct worden bijgehouden; - de aanvrager moet jaarlijks een activiteitenrapport publiceren; - de aanvrager moet voldoen aan de essentiële kwaliteitsnormen van het domein. § 2. Overeenkomstig artikel 30, § 4 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit kunnen onderzoekscentra verbonden aan instellingen voor hoger onderwijs gevestigd buiten het Koninkrijk België vrijgesteld worden van de erkenningsprocedure en erkend worden op basis van een vereenvoudigde procedure, op voorwaarde dat ze aantonen dat de instelling waarmee ze verbonden zijn: - hetzij het voorrecht geniet om diploma's hoger onderwijs toe te kennen die erkend zijn door de bevoegde nationale autoriteit; - hetzij een erkenning op het vlak van wetenschappelijk onderzoek geniet die gelijkwaardig is aan degene bedoeld in paragraaf 1, verstrekt door de bevoegde nationale of gewestelijke autoriteit.
Art. 77.De procedures voor erkenning, erkenning van rechtswege en vrijstelling van erkenning zijn gratis.
Art. 78.§ 1. De volgende documenten en inlichtingen moeten in het kader van een erkenningsaanvraag minstens verstrekt worden: - het naar behoren ingevulde, gedateerde en ondertekende formulier voor de aanvraag van de erkenning; - een document dat de competenties van het centrum aantoont om, eventueel in de nabije toekomst, onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatiewerken uit te voeren die voldoende algemeen zijn om ondernemingen te interesseren die geconfronteerd worden met dezelfde behoeften in de betreffende activiteitsdomeinen; - een document dat aantoont dat het centrum beschikt over de menselijke en materiële middelen om activiteiten te verrichten op het vlak van technische voorlichting, zoals technologische audits van problemen in verband met processen of producten, of oriëntatieadviezen betreffende technologische competenties). - het jaarlijks activiteitenverslag van het centrum; - het bewijs dat er een interne controle bestaat om te garanderen dat de rekeningen van het centrum correct bijgehouden worden (scheiding van de ordonnancerings- en de controlefuncties, etc.); - de laatste afgesloten jaarrekening en de sociale balans van het centrum. § 2. In het kader van een erkenningsaanvraag van rechtswege moeten minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: - het naar behoren ingevulde, gedateerde en ondertekende aanvraagformulier voor erkenning; - een document dat aantoont dat de aanvrager erkend is door de federale overheid, de Franse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap of een de Groote-centrum is. § 3. In het kader van een aanvraag tot vrijstelling van erkenning met erkenning volgens vereenvoudigde procedure moeten minstens de volgende documenten en inlichtingen verstrekt worden: 1° het naar behoren ingevulde, gedateerde en ondertekende formulier voor de aanvraag van de erkenning;2° het document dat aantoont dat de aanvrager door de bevoegde nationale of gewestelijke autoriteit erkend is op het vlak van wetenschappelijk onderzoek en hoger onderwijs of het document dat aantoont dat de aanvrager het voorrecht geniet diploma's hoger onderwijs uit te reiken die erkend worden door de staat waarvan hij ingezetene is.
Art. 79.Na onderzoek door Innoviris wordt een beslissing genomen tot toekenning of weigering tot toekenning van de erkenning.
Deze beslissing wordt onverwijld meegedeeld aan de aanvrager.
Art. 80.De erkende centra worden opgenomen in een lijst van verleners van de diensten bepaald in artikel 30 § 1, 2°, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet- economische finaliteit, beschikbaar op de website van Innoviris.
Art. 81.De toekenning en het behoud van de erkenning zijn onderworpen aan de erkenningsvoorwaarden.
Deze moeten dan ook nageleefd worden door het onderzoekscentrum, zowel op het ogenblik van de aanvraag als tijdens heel de duur van de erkenning, ongeacht of deze van rechtswege, op basis van de vereenvoudigde procedure of op basis van de gewone procedure werd toegekend.
Art. 82.§ 1. De erkenning kan worden beëindigd in de volgende gevallen: 1° het centrum leeft de erkenningsvoorwaarden vastgelegd in en krachtens artikel 30 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet- economische finaliteit niet langer na;2° het centrum leeft de voorwaarden met betrekking tot de prestaties vastgelegd in en krachtens artikel 30 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met economische finaliteit niet langer na;3° het centrum verricht gedurende drie opeenvolgende jaren geen enkele prestatie vastgelegd in artikel 30 van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met economische finaliteit. § 2. In de situaties beschreven in de voorgaande paragraaf maakt Innoviris een aangetekend schrijven over aan het centrum, waarin het zijn intentie meedeelt om de erkenning te beëindigen.
Dit aangetekend schrijven vermeldt ook de mogelijkheid die het centrum heeft om zijn opmerkingen te doen gelden, schriftelijk of tijdens een hoorzitting, binnen een termijn die niet korter mag zijn dan 7 dagen.. § 3. De erkenning kan behouden blijven of beëindigd worden door een beslissing van de bevoegde autoriteit, overeenkomstig artikel 2, § 3, op basis van eventueel door het centrum opgeworpen elementen en met het oog op eventueel genomen corrigerende maatregelen.
Deze beslissing wordt onverwijld meegedeeld aan het centrum per aangetekend schrijven. § 4 Indien de erkenning wordt beëindigd, dan wordt het onderzoekscentrum geschrapt van de lijst van verleners van de diensten bepaald in artikel 30, § 1, 2°, van de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit. HOOFDSTUK 6. - OVERGANGS-, OPHEFFINGS- EN SLOTBEPALINGEN
Art. 83.§ 1 Treden in werking de dag van de publicatie van het huidige besluit in het Belgisch Staatsblad: - dit besluit; - de ordonnantie van 27 juli 2017 tot toekenning van steun met niet-economische finaliteit, overeenkomstig haar artikel 31; § 2. Blijven echter beheerst door de bepalingen die van toepassing waren vóór de datum van inwerkingtreding van het huidige besluit: a) de steunaanvragen ingediend vóór deze datum, b) de steunaanvragen ingediend vanaf deze datum in het kader van een projectoproep gepubliceerd vóór deze datum.
Art. 84.De minister bevoegd voor Wetenschappelijk Onderzoek wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 februari 2019.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Wetenschappelijk Onderzoek, R. VERVOORT