gepubliceerd op 14 september 2017
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende, voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Medische Hulp, delegatie van bevoegdheden en ondertekeningsvolmachten aan de directeur-generaal en aan de adjunct-directeur-generaal, de modaliteiten van het advies van de administratieve coördinator in de materies die onder zijn bevoegdheid vallen en houdende diverse bepalingen
24 AUGUSTUS 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende, voor de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Medische Hulp, delegatie van bevoegdheden en ondertekeningsvolmachten aan de directeur-generaal en aan de adjunct-directeur-generaal, de modaliteiten van het advies van de administratieve coördinator in de materies die onder zijn bevoegdheid vallen en houdende diverse bepalingen
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, gewijzigd bij de ordonnantie van 9 juli 2015 tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp, de artikelen 6 en 6bis;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 oktober 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 14/10/2004 pub. 08/12/2004 numac 2004031536 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de delegaties van bevoegdheden aan de directeur-generaal en aan de adjunct-directeur-generaal van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp sluiten tot bepaling van de delegaties van bevoegdheden aan de directeur-generaal en aan de adjunct-directeur-generaal van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 30 maart 2015;
Gelet op het advies nr. 61.315/2 van de Raad van State gegeven op 29 mei 2017 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat de ordonnantie van 9 juli 2015 tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp de functie van administratieve coördinator van rang A5 creëert;
Overwegende dat de modaliteiten bepaald moeten worden van de relatie tussen de verschillende operationele en administratieve mandaathouders van A5 en A5+ en dat de bevoegdheden van de administratieve coördinator bepaald moeten worden;
Overwegende dat de administratieve coördinator van rang A5 echter gelijkgesteld wordt met de directeur-generaal van rang A5 wanneer het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031406 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031405 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toegepast dient te worden, zonder dat deze gelijkstelling betrekking heeft op de bevoegdheden van de administratieve coördinator.
Op voorstel van de Minister bevoegd voor brandbestrijding en dringende medische hulp, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van onderhavig besluit dient te worden verstaan onder : 1° de Minister : de Minister of Staatssecretaris bevoegd voor brandbestrijding en dringende medische hulp 2° de Brandweerdienst : de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.3° de ordonnantie : de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.4° de administratieve coördinator : de administratieve mandaathouder van rang A5 bedoeld in artikel 6bis van de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp;5° de werkdag : de weekdag van maandag tot vrijdag, met uitzondering van feestdagen. HOOFDSTUK II. - Werking
Art. 2.De directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal zorgen voor het dagelijks beheer van de Brandweerdienst overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Er wordt hen algemene volmacht van handtekening verleend voor alle akten met betrekking tot dit dagelijks beheer.
Art. 3.§ 1. De beslissingen betreffende de materies bedoeld in artikel 6bis van de ordonnantie en waarvan aanneming wordt overwogen hetzij door de Directieraad hetzij door de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal moeten voor voorafgaand advies voorgelegd geweest zijn aan de administratieve coördinator.
De administratieve coördinator brengt zijn advies zo spoedig mogelijk uit en dit binnen maximum vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek om een advies te verlenen. Een schriftelijke vraag om bijkomende inlichtingen vanwege de administratieve coördinator schort voornoemde termijn op vanaf de datum van de vraag tot op het ogenblik dat de gevraagde inlichtingen door hem worden ontvangen.
Na deze termijn van vijf werkdagen wordt deze formaliteit terzijde geschoven. § 2. Bij een ongunstig advies over een beslissing waarvan aanneming wordt overwogen door de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal heeft de administratieve coördinator het recht om het punt van geschil op de agenda van de volgende Directieraad te plaatsen, dewelke bij eenvoudige meerderheid een beslissing hierover neemt.
Wanneer de administratieve coördinator het recht uitoefent om een punt van geschil op de agenda van de directieraad te plaatsen, wordt de aanneming van de beslissing van de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal opgeschort tot de beslissing van de directieraad.
Art. 4.§ 1. De administratieve coördinator heeft het recht om bij de Minister de herziening te verzoeken van alle beslissingen van de directieraad in de in artikel 6bis bedoelde aangelegenheden van de ordonnantie en van de bekrachtigingsbeslissingen bedoeld in artikel 3, § 2, op schriftelijk verzoek ingediend ten laatste 2 dagen na de Directieraad. § 2. Wanneer de administratieve coördinator dit recht uitoefent, wordt de beslissing van de directieraad opgeschort tot de beslissing van de Minister.
Art. 5.De delegaties van bevoegdheden, die krachtens onderhavig besluit gezamenlijk dienen uitgeoefend door de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal worden uitgeoefend, indien een van voornoemde functies niet is ingevuld, door de directeur-generaal of de adjunct-directeur-generaal alleen of de ambtenaar die hij mandateert. § 2. In dringende gevallen of ingeval van afwezigheid van meer dan acht dagen, vervangen de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal elkaar in de uitoefening van hun functies. § 3. In dringende gevallen of ingeval van afwezigheid van meer dan acht dagen, delegeert de administratieve coördinator zijn bevoegdheden aan een administratieve ambtenaar van rang A4.
Art. 6.De directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal kunnen alle beslissingen die hen door dit besluit worden verleend delegeren.
In dat geval dient de bevoegdheidsdelegatie goedgekeurd te worden door de directieraad. Het einde van de delegatie dient opgetekend te worden door de directieraad. HOOFDSTUK III. - Zendingen in het buitenland
Art. 7.De directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal organiseren gezamenlijk de zendingen in het buitenland van de personeelsleden, na akkoord van de Minister. HOOFDSTUK IV. - Overheidsopdrachten
Art. 8.§ 1. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, en onverminderd de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, worden de bevoegdheden die zijn toegekend om het bijzonder bestek of de vervangende documenten goed te keuren, om de wijze van toekenning te kiezen, de gunningprocedures aan te vatten en de opdrachten voor werken, leveringen en diensten te sluiten en uit te voeren gedelegeerd aan de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal, die gezamenlijk optreden, voor de opdrachten waarvan het bedrag, buiten de belasting op de toegevoegde waarde, niet hoger is dan : - 100.000 euro voor een openbare aanbesteding of voor een beperkte aanbesteding en voor een algemene of beperkte offerteaanvraag; - 25.000 euro voor een onderhandelingsprocedure. § 2. De in § 1 bedoelde delegaties van bevoegdheden zijn geldig voor zover het voorwerp van de uitgave goedgekeurd is door de Regering of de Minister, hetzij door goedkeuring van een programma waarin dit voorwerp vervat zit, hetzij door een bijzondere beslissing betreffende dit voorwerp, of voor zover de uitgave in de begroting van de brandweerdienst op naam voorkomt. Deze goedkeuring is niet vereist voor de uitgaven waarvan het geraamde bedrag niet hoger is dan 6.000 euro. § 3. De directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal zijn eveneens bevoegd om in het kader van de normale uitvoering van de gesloten opdracht en binnen de grenzen van het oorspronkelijk bedoelde voorwerp, de rekeningen en de schuldverklaringen betreffende de opdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvan het bedrag de in § 1 bedoelde delegaties overschrijdt, goed te keuren.
Art. 9.Na de sluiting van de opdracht, binnen de grenzen en onder de voorwaarden vermeld in artikel 8, is de gedelegeerde overheid gemachtigd, voor zover de betrokken waarde 10 percent van het oorspronkelijke bedrag van de opdracht niet overschrijdt, om de beslissingen te nemen bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 5 alsook diegene bedoeld in de artikelen 50 en 80 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/01/2013 pub. 14/02/2013 numac 2013021005 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken sluiten tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. HOOFDSTUK V. - Personeel
Art. 10.De directeur-generaal is verplicht om de minister vooraf op de hoogte te brengen van elke aanwerving van personeel via een arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Diverse bepaling
Art. 11.De administratieve coördinator wordt gelijkgesteld met de graad van directeur-generaal voor wat betreft de toepassing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031406 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 27/03/2014 pub. 05/06/2014 numac 2014031405 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, zonder dat deze gelijkstelling betrekking heeft op de bevoegdheden. HOOFDSTUK VII. - Opheffings- en overgangsbepalingen
Art. 12.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 oktober 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 14/10/2004 pub. 08/12/2004 numac 2004031536 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de delegaties van bevoegdheden aan de directeur-generaal en aan de adjunct-directeur-generaal van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp sluiten houdende de delegaties van bevoegdheden aan de directeur-generaal en de adjunct-directeur-generaal van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp wordt opgeheven.
Art. 13.Bij de inwerkingtreding van dit besluit, kan de regering de bij mandaat in te vullen betrekkingen van het administratief kader tijdelijk toekennen aan ambtenaren van de DBDMH tot de inwerkingtreding van de aangeduide mandaathouders.
De tijdelijke uitoefening van deze functies verleent geen enkel recht op een aanstelling in deze functie. HOOFDSTUK VIII. - Eindbepalingen
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018.
Art. 15.De minister bevoegd voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 24 augustus 2017.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN