Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 april 2017
gepubliceerd op 03 mei 2017

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van het bijzonder bestemmingsplan nr. 09-01 "Tour & Taxis" van de Stad Brussel

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2017011820
pub.
03/05/2017
prom.
20/04/2017
ELI
eli/besluit/2017/04/20/2017011820/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 APRIL 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van het bijzonder bestemmingsplan nr. 09-01 "Tour & Taxis" van de Stad Brussel


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, inzonderheid op de artikelen 43 tot 50;

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

Gelet op het gewestelijk bestemmingsplan goedgekeurd via het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 3 mei 2001 en gewijzigd via het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013;

Gelet op het gemeentelijk ontwikkelingsplan van de Stad Brussel van 2 december 2014;

Gelet op het Richtschema "Tour & Taxis", goedgekeurd bij besluit van de Regering van 4 december 2008;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 23/04/2009 pub. 14/05/2009 numac 2009031255 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de uitvoering, via een bijzonder bestemmingsplan, van het gebied van gewestelijk belang nr. 6 - Thurn & Taxis sluiten houdende het verzoek aan de Stad Brussel om een Bijzonder Bestemmingsplan uit te werken voor het deel van haar grondgebied geïdentificeerd als "Tour & Taxis";

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 29 juni 2009 waarmee de Stad Brussel beslist tot de uitwerking van het BBP nr. 09-01 « Tour & Taxis »;

Gelet op de la beraadslaging van de gemeenteraad van 11 januari 2010 waarmee het studiebureau AGORA belast wordt met de uitwerking van het BBP nr. 09-01 « Tour & Taxis » en met de uitwerking van het Milieu-Effectenrapport ter zake;

Gelet op de afsluiting van het MER door het beleidingscomité op 13 juni 2016;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 27 juni 2016 waarmee de het College van Burgemeester en Schepenen ermee belast wordt het ontwerp van BBP en zijn MER te onderwerpen aan een openbaar onderzoek;

Gelet op de aanbevelingen en bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek dat plaatsvond van 18 augustus 2016 tot 16 september 2016;

Gelet op de adviezen uitgebracht door Brussel Stedelijke Ontwikkeling op 14 september 2016, door de Gewestelijke Mobiliteitscommissie op 8 september 2016, door de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen op 24 augustus 2016, door de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 15 september 2016 en door de Milieuraad en de Milieuraad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 15 september 2016;

Gelet op het advies van de Overlegcommissie uitgebracht op 14 november 2016 dat voorziet in een gunstig meerderheidsadvies (BSO-SO, BSO-DML, Citydev, Stad Brussel) onder voorwaarden en een gunstig minderheidsadvies (BIM, Brussel Mobiliteit) onder voorwaarden;

Gelet op de beraadslaging van de gemeenteraad van 19 december 2016 waarmee de Stad Brussel het BBP nr. 09-01 « Tour & Taxis » definitief goedkeurt;

Overwegende dat BBP nr. 09-01 "Tour & Taxis" van de Stad Brussel bestaat uit een liggingsplan, een plan van de bestaande rechtstoestand, een liggingsplan van de bestaande feitelijke toestand, een plan van de bestemmingen, een plan van de inplantingen, een schrift met nota's en verslag, een schrift met stedenbouwkundige voorschriften, een schrift dat voorziet in een fotoreportage en een MER;

Overwegende dat de perimeter waarop het BBP nr. 09-01 « Tour & Taxis » van de Stad Brussel betrekking heeft, het Gebied van gewestelijk Belang nr. 6 dekt (GGB nr. 6A en B), uitgebreid met de naburige gebieden aan de zuidoostkant begrensd door de Havenlaan, de Materialenkaai, de Redersbrug en de as in het verlengde van de Van Meyelstraat tot aan de Materialenkaai en aan de zuidwestkant door de Dieudonné Lefèvrestraat, met inbegrip van het « Byrrh » gebouw, een deel van het gebied voor havenactiviteiten en vervoer en een deel van het parkgebied langsheen het GGB 6A;

Overwegende dat het BBP nr. 09-01 "Tour en Taxis" beoogt het braakland van Thurn en Taxis om te vormen tot een gemengde en duurzame wijk. - wat betreft het programma : Het programma van het BBP wordt in een matrix vervat waarbij een minimum aan openbare voorzieningen (min. 5 %) en huisvesting (min. 50 %) worden voorzien en waarbij een maximumaantal kantoren (max. 40 %), hotels en winkels (max. 10 %) worden voorzien om er enerzijds voor te zorgen dat er voor de essentiële functies minimumdrempels zijn en om anderzijds een zekere flexibiliteit in de tijd toe te laten.

Over het algemeen zijn de administratieve functies voornamelijk gelokaliseerd in het GGB 6B terwijl de woningen voornamelijk op de site aan weerskanten van het park gelegen zijn.

Het Goederenstation is bestemd voor voorzieningen, kantoren en handelszaken.

Als laatste is een bebouwbare zone (X2) gelegen tussen het park en de noord-zuidweg volledig bestemd voor openbare voorzieningen. - wat betreft de bouwhoogten en inplantingen : De bebouwde omgeving van het BBP is van oost naar west gestructureerd door een grote centrale groene ruimte van 9,88ha en van noord naar zuid door een weg van 22m met drie bomenrijen die rechts van het park onderbroken zijn maar met een baanvak dat voorbehouden is voor het openbaar vervoer. Een 33m brede weg waarlangs vier bomenrijen zijn geplant scheidt de beoogde ontwikkelingen van Thurn en Taxis van de ontwikkelingen van het T.I.R. en het TACT. De verschillende pijlers en de talrijke toegangen tot de site zorgen ervoor dat de site goed geïntegreerd is in het omliggende stadsweefsel.

De typologieën van de beoogde bebouwde omgeving worden bepaald door enerzijds het principe van het open huizenblok of dat van alleenstaande gebouwen (zone X1) en anderzijds door verplicht doorlopende of niet-doorlopende bouwlijnen. De grondinname van de gebouwen en hun bouwprofiel zijn eigen aan elke bouwzone. In de zone X1 moeten de hoogste gebouwen worden ingeplant. In zone Y kunnen er echter 80m hoge torens worden opgetrokken langs de weg die Thurn en Taxis van het TACT scheidt. - wat betreft het erfgoed : De verschillende gebouwen van het industrieel erfgoed van de site die bijdragen tot het specifieke karakter van dit erfgoed maken het voorwerp uit van speciale beschermingsmaatregelen. - wat betreft de mobiliteit : Er wordt een maximaal aantal parkeerplaatsen (3.500) wordt opgelegd.

De voorkeur wordt gegeven aan ondergrondse parkings en er is een parkeerzone voor bussen en touringcars voorzien onderaan de zuidgevel van het Koninklijk Pakhuis (zone A).

Er zijn drie soorten wegen : de hoofdweg (toegankelijk voor het openbaar vervoer), de secundaire weg (aangelegd als ontmoetingszone) en toegangsweg (dienstweg). Ze zijn allemaal toegankelijk voor autoverkeer en bevorderen tegelijkertijd de zachte vervoersmiddelen.

De oost-westweg is 33m breed (waarvan 20m binnen het BBP) met vier bomenrijen.

Overwegende dat het Richtschema « Tour & Taxis » als doel heeft : - een openbare ruimte in openlucht tot stand brengen die de site in de diepte opwaardeert; - een noord-zuidverbinding doorheen de site tot stand brengen; - het goederenstation beschouwen als een overdekte openbare ruimte; - het goederenstation aansluiten op de externe openbare ruimten; - het dienstenstation (gare de service) opwaarderen door het zichtbaar te maken vanaf de centrale openbare ruimte; - het tracé van de lijn 28A opwaarderen met nieuwe gebruikstoepassingen; - de taluds in stand houden en opwaarderen.

Overwegende dat qua programma in dit richtschema de diversificatie en de verdeling van de functies op de site wordt benadrukt, en meer bepaald : - in de GGB 6A en 6B een functionele en sociale mix ontwikkelen op verschillende schalen. - huisvesting, een functie die opgewaardeerd en gediversifieerd moet worden; - het goederenstation verdichten met behoud van zijn architecturale kwaliteiten; - een gediversifieerde inplanting voorzien van handelszaken en voorzieningen; - voorzieningen en handelszaken voorzien in de kleine erfgoedelementen; - buurtvoorzieningen en buurtdiensten vestigen in de basis van de nieuwe gebouwen; - een grote voorziening van gewestelijk niveau uitrusten op de site.

Overwegende wat de inplantingen en afmetingen van de gebouwen betreft dat het richtschema de volgende principes aanreikt (verder uit te werken in het BBP) : - Een minimumbreedte van de openbare ruimte in openlucht van 120m : - Een minimumbreedte van de Noord-Zuidverbinding doorheen de site van 20m; - Verdichting en doorlaatbaarheid van het goederenstation over maximaal 2/3 van zijn grondinname van de constructies en een duidelijke en overzichtelijke openbare Noord-Zuidverbinding en dwarsverbindingen; - Het respecteren van de taluds; - Niet bouwen op het tracé van lijn 28A; - De bebouwbaarheid van de site beperken in de diepte; - Het dienststation zichtbaar maken vanaf het gewestelijk park; - Minimale breedte van de nieuwe weg langs het (voormalige) BILC; - Maximale hoogte van de gebouwen tussen het talud Laekenveld en het goederenstation; - Maximale hoogte van de gebouwen tussen het (voormalige) BILC en de gewestelijke openbare ruimte. De gebouwen aan de voorzijde van het park mogen niet hoger zijn dan de nokhoogte van het Goederenstation en de gebouwen aan de nieuwe weg mogen hoger zijn. Deze hoge gebouwen kunnen afwisselend worden geplaatst, maar ermoet steeds worden op toegezien dat de bezonning wordt gehandhaafd; - Splitsing van volumes, visuele en ruimtelijke doorlaatbaarheid van de nieuwe gebouwencomplexen; - De gebouwen op het T.I.R.-centrum en het (voormalige) BILC mogen niet hoger zijn dan de bestaande gebouwen; - Architecturale en morfologische diversiteit.

Overwegende dat het Richtschema voor de mobiliteit en de verplaatsingen de volgende principes aanreikt : - Heraanleg van de Havenlaan; - Bouw van een nieuw kunstwerk dat de oversteek van het kanaal mogelijk maakt voor voetgangers, fietsers en openbaar vervoer; - Herinrichting van de Picardstraat met integratie van een eigen baan voor het openbaar vervoer;

Promoten van maatregelen voor parkeerbeperking in de wijken rond de site Tour & Taxis en langs de Havenlaan; - Een site die voornamelijk op voetgangers is afgestemd; - Verschillende toegangstypes volgens de hiërarchie van de ruimten; - Integratie van het fietsverkeer in de nieuwe verbinding tussen de Havenlaan en het Bockstaelplein; - Plaatsing van beveiligde fietsenstallingen in de openbare ruimte; - Een kwalitatief hoogstaande bediening met het openbaar vervoer; - Plaatselijke toegankelijkheid voor autoverkeer; - Voornamelijk overdekte parkeerplaatsen; - Beperking van de parkeerplaatsen op de site; - Inrichting van een car-sharingstation op de site;

Overwegende dat het besluit van de Regering van 23 april 2009 bijkomend de onderstaande doelstellingen vastlegt : o Wat het programma betreft : De maximaal toegestane oppervlakte voor de nieuwe gebouwen in de GGB 6A en 6B bedraagt 370.000 m².

Het programma kent momenteel de volgende verdeling : o minstens 40 % woningen (waarvan 30 % middelgrote woningen), o minstens 10 % voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten, o waarbij het saldo bestemd wordt « voor administratieve of productieactiviteiten, winkels, hotelinrichtingen, logistiek en vervoer, met ten hoogste 40 % voor de administratieve of productieactiviteiten.

Het GGB 6A onthaalt maximaal 330.000 m² nieuwe ruimte waarvan 40.000 tot 50.000 m² in het Goederenstation. Het GGB 6B biedt maximaal 40.000m² nieuwe ruimte. Het BBP kan maximaal 10.000 m² nieuwe ruimte van het ene GGB naar het andere overdragen. o Wat betreft groengebieden : De multifunctionele openbare groene ruimte moet minstens 91.500 m² groot en minimaal 90m breed zijn in het GGB 6A en moet flexibeler zijn in het GGB 6B voor zover het gebied gelegen tussen de as van de noordgevel van het Goederenstation en de as langs het Noordelijk gedeelte van de Redersbrug onbebouwd blijft. o Wat de bouwhoogten betreft : De bouwhoogte van de nieuwbouw ten westen van het Goederenstation mag hoger zijn dan de nokhoogte van het Goederenstation die slechts op drie voorwaarden mag worden overschreden : als de hoogte volgens een compensatiemechanisme wordt berekend; als de hoogste gebouwen zich in het gedeelte langs de talud langs de Laekenveldstraat bevinden - waarbij echter een wijziging is toegestaan tussen de Oost-Westverbindingen wanneer erop wordt toegezien dat de bezonning wordt gehandhaafd; als ze het zicht op het Goederenstation niet belemmert.

De bouwhoogte van de gebouwen die onmiddellijk aan de noordkant van het park zijn gelegen, is beperkt tot de nokhoogte van het Goederenstation. In naleving van een meetkundige regel kunnen er gebouwen met een grotere bouwhoogte opgericht worden langs de oost-westweg tussen Tour & Taxis en de terreinen van de Haven van Brussel.

Tot slot kunnen hogere gebouwen ook afwijken van de meetkundige regel voor zover deze zijn samengebracht aan de kant van de havenlaan. o Wat mobiliteit betreft : Het maximumaantal parkeerplaatsen op de site bedraagt 3.500.

De oost-westweg (breedte min. 20m) en de noord-zuidweg dienen toegankelijk te zijn voor voertuigen behalve op de plaats waar deze het centraal park oversteken.

De toegangen tot de site zijn de volgende : - een hoofdtoegang langs de Havenlaan; - een hoofdtoegang op de as van de verlengde Vandenbogaerde- en Molenbeekstraat, op het uiteinde van de noord-zuidverbinding doorheen de site; - een tweede toegang aan de Picardstraat bij het goederenstation, ter hoogte van de Ribaucourtstraat; - secundaire toegangen die de site verbinden met de buurwijken : aan weerszijden van de Jubelfeestbrug; ter hoogte van de Laekenveldsquare; ter hoogte van het kruispunt Scheldestraat/Picardstraat; ter hoogte van de huidige Zieglersite.

De performante toegankelijkheid van de site met het openbaar vervoer moet worden verzekerd. De achterzijde van de site moet minstens toegankelijk zijn met een tramlijn in eigen baan zodat ook de toegankelijkheid van nieuwe ontwikkelingen verzekerd is.

Overwegende dat het BBP naar de letter afwijkt van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 23/04/2009 pub. 14/05/2009 numac 2009031255 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de uitvoering, via een bijzonder bestemmingsplan, van het gebied van gewestelijk belang nr. 6 - Thurn & Taxis sluiten, maar niet van de geest van het besluit voor wat betreft de volgende punten : o Daar waar het besluit bepaalt dat er in het GGB 6B maximaal 40.000m² nieuwe oppervlakte mag zijn met de mogelijkheid om 10.000m² bijkomende oppervlakte over te dragen naar het GGB 6A, legt het BBP de maximale nieuwe oppervlakte in het GGB 6B vast op 60.000m². Deze keuze vloeit voort uit de uitwerking van het BBP en zijn MER en uit de afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen, namelijk die van de maatschappelijke zetel van het BIM (16.725m²) en die van de zetel van de Vlaamse administratie (in het GGB 6B : 24.000m²). Deze keuze beantwoordt aan het principe van de goede plaatselijke aanleg omdat ze toelaat om op het enige perceel dat nog vrij is in het GGB 6B een gebouw op te trekken met een dichtheid die overeenkomt met die van de zetel van het BIM. o Daar waar de definitie van het besluit voor programma van de nieuwe oppervlakten binnen de GGB 6A en 6B verplicht tot minstens 10 % voorzieningen van collectief belang en openbare dienst, legt het BBP in diezelfde zones de verwezenlijking van 5 % voorzieningen van collectief belang en openbare dienst op. Daarnaast bakent het BBP een bestemmingsgebied af dat volledig ter beschikking komt van voorzieningen van collectief belang en openbare dienst langsheen het GGB 6A in het gebied voor havenactiviteiten en vervoer. Ook al worden de bebouwbare oppervlakten in dit gebied voor voorzieningen door het BBP niet beperkt, toch mogen deze redelijkerwijs geraamd worden op 18.500m², hetzij een bijkomend percentage van 5 %. Dit brengt het totaal op 10 %. o Daar waar de definitie van het besluit voor programma van de nieuwe oppervlakten binnen de GGB 6A en 6B verplicht tot minstens 30 % middelgrote woningen, legt het BBP de verwezenlijking van 22.000m² geconventioneerde woningen en 22.000m² woningen die beantwoorden aan de verkoopprijs van geconventioneerde woningen + 25 %. Deze keuze vloeit voort uit het feit dat middelgrote woningen niet als wettelijk begrip worden omschreven in het BWRO en dat men er derhalve de voorkeur aan heeft gegeven te verwijzen naar geconventioneerde woningen. Om evenwel trouw te blijven aan het begrip middelgrote woningen dat staat omschreven in het besluit, vertaalt het BBP de ambitie van 30 % middelgrote woningen in 15 % geconventioneerde woningen en 15 % geconventioneerde woningen + 25 %. Een oppervlakte van 44.000m² beantwoordt volgens het besluit immers aan 30 % van 40 % woningen binnen de nieuwe te ontwikkelen oppervlakten (370.000m²). o Daar waar het besluit binnen het GGB 6A een minimale parkbreedte bepaalt van 90m, legt het BBP een minimumbreedte vast van 65,5m. Deze keuze vloeit voort uit het feit dat het Richtschema waarop het besluit berust, uitging van een rechthoekig park waarvan de minimumbreedte overeenstemde met de maximumbreedte, terwijl het BBP een trapeziumvormig park beschouwt waarvan de minimumbreedte slechts op één enkel punt bestaat en waar de maximumbreedte 270m bedraagt. Een meer representatieve waarde voor de breedte van het park, zoals dit in het BBP staat uitgetekend, zou daarom bestaan in de gemiddelde breedte, die 167m bedraagt. o Daar waar het besluit de maximale bouwhoogte vaststelt op de nokhoogte van het goederenstation voor het te bebouwen gebied ten westen van het goederenstation en voorziet in de mogelijkheid om op bepaalde plaatsen deze maximumhoogte te overschrijden voor het te bebouwen gebied ten westen van de noord-zuidweg, kiest het BBP ervoor deze logica om te draaien en op bepaalde plaatsen een overschrijding van de maximumhoogte mogelijk te maken (tot maximaal 40m) in het te bebouwen gebied gelegen tussen het goederenstation en de noord-zuidweg. Deze keuze vloeit voort uit de werkzaamheden naar aanleiding van de opmaak van het BBP en het bijhorende MER. Ze beantwoordt aan de intentie van het besluit om geen afbreuk te doen aan de leesbaarheid van het goederenstation. o Daar waar het besluit een tweede toegang tot de site voorziet, rechts van het kruispunt Scheldestraat/Picardstraat, wordt deze toegang in het BBP geschrapt. Deze keuze is enerzijds gebaseerd op het willen behouden van het groene karakter van de taluds dat door de aanwezigheid van wegen voor zachte vervoersmiddelen in het gedrang zou worden gebracht, en anderzijds op het willen verduidelijken van de statuten van de verschillende vrije ruimten. Doordat de breedte van de noord-zuidweg tot 22m is herleid, zorgt het feit dat de aanleg ervan de zachte vervoersmiddelen en de inrichting van een openbare ruimte op de zuidwesthoek van het Goederenstation moet bevorderen er immers voor dat de toegang rechts van de noord-zuidweg een onmiskenbaar structurerend en openbaar karakter krijgt. In het BBP wordt er dus voor gekozen om de publieksstroom te concentreren op deze structurerende as waarvan meerdere benedenverdiepingen trouwens bestemd zijn voor voorzieningen en handelszaken. De woningen die lager gelegen zijn dan de taluds beschikken dan ook over private binnenterreinen van huizenblokken zoals dat voor de meeste huizenblokken in Brussel het geval is.

Overwegende dat het BBP tegemoetkomt aan de doelstellingen bepaald door de gemeenteraad, door het GewOP, het GemOP, het Richtschema "Tour & Taxis" en het besluit van de Regering van 23 april 2009;

Overwegende dat het GBP de wijk « Tour & Taxis » kenmerkt als gebied van gewestelijk belang 6 A en 6 B, als sterk gemengd gebied en als parkgebied en ten slotte als gebied voor havenactiviteiten en vervoer;

Dat het BBP hieraan beantwoordt;

Overwegende dat uit het bij deze beraadslaging gevoegde dossier blijkt dat aan de formaliteiten, voorgeschreven door de artikelen 43 tot 50 § 1 van het BWRO is voldaan;

Op de voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het Bijzonder Bestemmingsplan nr. 09-01 « Tour & Taxis » wordt goedgekeurd zoals dit het GGB nr. 6 bestrijkt, uitgebreid met de naburige gebieden aan de zuidoostkant begrensd door de Havenlaan, de Materialenkaai, de Redersbrug en de as in het verlengde van de Van Meyelstraat tot aan de Materialenkaai en aan de zuidwestkant door de Dieudonné Lefèvrestraat, met inbegrip van het « Byrrh » gebouw, een deel van het gebied voor havenactiviteiten en vervoer en een deel van het parkgebied langsheen het GGB 6A. en omvat : o een liggingsplan, o een plan van de bestaande rechtstoestand, o een plan van de bestaande feitelijke toestand, o een plan van de bestemmingsgebieden, o een plan van de inplantingen, o een schrift met nota's en verslag, o een schrift met stedenbouwkundige voorschriften, met uitzondering van de doorstreepte zinsnede in punt 3.1.5.a) o een schrift dat voorziet in een fotoreportage, o een MER.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 april 2017.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme en Haven van Brussel, R. VERVOORT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^