gepubliceerd op 31 januari 2017
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de modaliteiten van bepaalde handelingen voorzien door de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristisch logies
26 JANUARI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de modaliteiten van bepaalde handelingen voorzien door de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristisch logies
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen;
Gelet op de gendertest uitgevoerd bij toepassing van artikel 3 van de ordonnantie van 29 maart 2012 houdende de integratie van de genderdimensie in de beleidslijnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid de artikelen 6, 29 en 30;
Gelet op de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristisch logies, inzonderheid de artikelen 6, 7 en 17;
Overwegende dat deze ordonnantie in zijn artikel 6 voorziet dat de modaliteiten van de voorafgaande kennisgevingen voorzien in de paragrafen 1 en 2 van datzelfde artikel moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat deze ordonnantie in zijn artikel 7, § 1, voorziet dat de modaliteiten van de ter beschikkingstelling en indiening van de maandelijkse aangifte voorzien in dezelfde paragraaf moeten worden vastgesteld;
Overwegende dat deze ordonnantie in zijn artikel 17 voorziet dat de inwerkingtreding van paragraaf 3 van artikel 10 moet worden vastgesteld;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 10 januari 2017;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 12 januari 2017;
Gelet op het advies nr. 60.845/2 van de Raad van State, gegeven op 18 januari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, De hoogdringendheid is verantwoord door het feit dat het aanslagjaar 2017 van de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristisch logies aanvangt op 1 februari 2017. Opdat de dienst van deze belasting zou kunnen worden verzekerd is het vereist dat dit uitvoeringsbesluit in werking treedt vóór deze datum. Dit zal niet meer mogelijk zijn indien de Raad van State de gewone adviestermijn toepast.
Op voorstel van de Minister belast met Financiën en Begroting;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Ordonnantie : de ordonnantie van 23 december 2016 betreffende de gewestbelasting op de inrichtingen van toeristisch logies;2° de gewestelijke fiscale administratie : de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit; 3° IRISBOX : het elektronisch loket beschikbaar op de website https ://irisbox.irisnet.be
Art. 2.§ 1. De belastingplichtigen gaan over tot de voorafgaande kennisgevingen bedoeld in artikel 6, §§ 1 en 2, van de Ordonnantie door de elektronische formulieren die ter beschikking staan op IRISBOX in te vullen en door deze door te sturen naar de gewestelijke fiscale administratie via IRISBOX. § 2. Indien de gewestelijke fiscale administratie vaststelt dat IRISBOX niet correct werkt, wordt van het formulier van voorafgaande kennisgeving door de gewestelijke fiscale administratie aan de belastingplichtige ter beschikking gesteld op haar website.
De belastingplichtige dient in dit geval dit formulier af te drukken, in te vullen en te ondertekenen. Hij moet het per gewone post terugsturen aan de gewestelijke fiscale administratie naar het adres bepaald door deze administratie. § 3. De belastingplichtige die geen identificatiemiddel heeft dat hem toelaat om toegang te hebben tot IRISBOX, dient een aanvraag in tot bekomen van een papieren formulier van voorafgaande kennisgeving.
De belastingplichtige dient in dit geval dit formulier in te vullen en te ondertekenen. Hij moet het per gewone post terugsturen aan de gewestelijke fiscale administratie naar het adres bepaald door deze administratie.
Art. 3.§ 1. De belastingplichtigen doen hun maandelijkse aangiften bedoeld in artikel 7, § 1, van de Ordonnantie door de elektronische formulieren aan te vullen die ter beschikking staan op IRISBOX en door deze door te sturen naar de gewestelijke fiscale administratie via IRISBOX. § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt indien de gewestelijke fiscale administratie vaststelt dat IRISBOX niet correct werkt, een papieren versie van het aangifteformulier door de gewestelijke fiscale administratie aan de belastingplichtigen toegestuurd per gewone post.
De belastingplichtige die bij toepassing van vorig lid zijn aangifteformulier ontvangt, moet dit formulier ingevuld en ondertekend per gewone post terugsturen aan de gewestelijke fiscale administratie naar het adres bepaald door deze administratie. § 3. De aanvraag tot bekomen van het aangifteformulier bedoeld in artikel 7, § 2, van de ordonnantie moet schriftelijk worden gericht tot de gewestelijke fiscale administratie.
De gewestelijke fiscale administratie zorgt ervoor dat de belastingplichtige kan beschikken over het gevraagde aangifteformulier door dit formulier ter beschikking te stellen op IRISBOX of door hem het formulier per post toe te sturen.
De belastingplichtige die, bij toepassing van het vorig lid, over het formulier beschikt via IRISBOX moet dit elektronische formulieren invullen en doorsturen naar de gewestelijke fiscale administratie via IRISBOX. De belastingplichtige die, bij toepassing van het tweede lid van deze paragraaf, een aangifteformulier ontvangen heeft per post, moet dit formulier ingevuld en ondertekend per gewone post terugbezorgen aan de gewestelijke fiscale administratie op het adres bepaald door deze administratie. § 4. In afwijking van de paragrafen 1 en 3 van dit artikel, moet de belastingplichtige die geen identificatiemiddel heeft dat hem toelaat om toegang te hebben tot IRISBOX, de aanvraag indienen tot bekomen van het papieren formulier van maandelijkse aangifte, voorzien in artikel 7, § 2, van de Ordonnantie, op de in volgende leden van deze paragraaf bepaalde wijze.
De aanvraag tot bekomen van het papieren formulier van maandelijkse aangifte moet schriftelijk worden gericht aan de gewestelijke fiscale administratie.
De gewestelijke fiscale administratie stuurt het papieren formulier van maandelijkse aangifte per gewone post aan de belastingplichtige.
De belastingplichtige die, bij toepassing van deze paragraaf, een papieren formulier van maandelijkse aangifte ontvangen heeft per post, moet dit formulier ingevuld en ondertekend per gewone post terugbezorgen aan de gewestelijke fiscale administratie op het adres bepaald door deze administratie.
Art. 4.De derde paragraaf van artikel 10 van de Ordonnantie treedt in werking op 1 maart 2017.
Art. 5.In artikel 2bis van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 februari 2013 tot vaststelling van de modaliteiten van bepaalde in de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omschreven handelingen, zoals gewijzigd bij besluit van 25 juli 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "met behulp van de e-ID die aanwezig is op de identiteitskaart van de persoon die het document ondertekent" aan het einde van de eerste zin van de tweede paragraaf worden geschrapt;2° de woorden "met behulp van de e-ID die aanwezig is op de identiteitskaart van de persoon die het document ondertekent" aan het einde van de tweede zin van de tweede paragraaf worden geschrapt; 3° de derde paragraaf wordt aangevuld met een tweede lid luidende : "Door verzending van een document aan de fiscale administratie via IRISBOX, ondertekent de belastingplichtige dit document elektronisch.".
Art. 6.Artikel 3 van hetzelfde besluit van 21 februari 2013 wordt aangevuld met een vierde lid, luidende : "Het elektronische beheer van de voornoemde dossiers kan eveneens gebeuren via IRISBOX.". HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
In afwijking van het eerste lid, treden artikelen 1, 2 en 6 in werking op 1 februari 2017.
Brussel, 26 januari 2017.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën en Begroting, G. VANHENGEL