gepubliceerd op 04 april 2016
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de delegatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de Raad van bestuur van de intergewestelijke entiteit Viapass
3 DECEMBER 2015. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de delegatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in de Raad van bestuur van de intergewestelijke entiteit Viapass
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 3 april 2014 houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 31 januari 2014 tussen het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de invoering van de kilometerheffing op het grondgebied van de drie Gewesten en tot oprichting van een publiekrechtelijk vormgegeven interregionaal Samenwerkingsverband Viapass onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, Op voorstel van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de Minister van Financiën, Begroting, Externe betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Op voorstel van de Minister belast met Mobiliteit en Openbare Werken, Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De delegatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen de Raad van Bestuur van Viapass telt vier bestuurders, waarvan één als delegatieleider wordt aangeduid.
Art. 2.De heer Eric Cooremans wordt aangeduid als delegatieleider.
Art. 3.De heer Alain Embrechts wordt aangesteld als regeringscommissaris.
Art. 4.De vergoedingen van de bestuurders en de regeringscommissaris bestaan uit : 1° een jaarlijkse vaste vergoeding;2° een presentiegeld per vergadering van de Raad van Bestuur, waaraan men deelneemt. De vaste vergoeding wordt bepaald op 1.500 euro op jaarbasis en het presentiegeld op 150 euro per vergadering.
Art. 5.De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de Minister van Financiën, Begroting, Externe betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Mobiliteit en Openbare Werken worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Brussel, 3 december 2015.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van Financiën, Begroting, Externe betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET