Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2016
gepubliceerd op 04 april 2016

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van het huishoudelijk reglement van de evaluatiecommissie van de mandatarissen van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2016031265
pub.
04/04/2016
prom.
24/03/2016
ELI
eli/besluit/2016/03/24/2016031265/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 MAART 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van het huishoudelijk reglement van de evaluatiecommissie van de mandatarissen van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 02/05/2013 pub. 21/05/2013 numac 2013031359 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 02/05/2013 pub. 21/05/2013 numac 2013031360 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap sluiten tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap, artikel 20, § 2 alinea 6;

Op voorstel van de minister van Openbaar Ambt;

Na beraadslaging, Besluit : HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE EVALUATIECOMMISSIE

Artikel 1.Wat betreft de berekening van de termijn, is het artikel 295, § 2 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 02/05/2013 pub. 21/05/2013 numac 2013031359 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het administratief en geldelijk statuut van de contractuele personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 02/05/2013 pub. 21/05/2013 numac 2013031360 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap sluiten houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap (hierna het statuut genoemd) van toepassing.

De termijnen worden berekend vanaf de dag volgend op de afgifte van het stuk of vanaf de derde werkdag volgend op de aangetekende verzending ervan, waarbij de postdatum als bewijs geldt, tenzij de verzender het tegendeel bewijst. De termijn omvat alle dagen, zelfs zaterdagen, zondagen en de feestdagen bedoeld in artikel 191, § 1 van het statuut.

De vervaldag wordt inbegrepen in de termijn. Wanneer deze dag evenwel valt op een zaterdag, een zondag of een feestdag, bedoeld in artikel 191, § 1, wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.

Als deze dag valt tussen Kerstmis en Nieuwjaar, wordt hij verplaatst naar de eerstvolgende werkdag na Nieuwjaar. HOOFDSTUK I. - Zetel

Art. 2.De evaluatiecommissie opgericht bij artikel 20, § 1 van het besluit van het statuut zetelt in het de gewestelijke overheidsdienst Brussel, Kruidtuinlaan 20 te 1035 Brussel.

De secretarissen kiezen onder hen een coördinator voor het secretariaat. HOOFDSTUK II. - Aanhangigmaking van de evaluatiecommissie en oproeping van de leden

Art. 3.Voor elke mandataris stuurt het secretariaat van de commissie na de evaluatieperiode per post en ter aanvulling per mail een schrijven naar de voorzitter van de commissie met daarin de naam van de te evalueren mandataris.

Binnen de vijftien dagen na ontvangst van dit schrijven vraagt de voorzitter van de evaluatiecommissie per aangetekend schrijven, en ter aanvulling per mail, aan elke te evalueren mandaathouder, om hem binnen de dertig dagen na ontvangst het activiteitenverslag door te sturen dat de mandaathouder na afloop van zijn evaluatieperiode opgesteld heeft.

Art. 4.De evaluatiecommissie wordt door de voorzitter bijeengeroepen via per post verstuurde brieven en ter aanvulling per mail.

De oproepingsbrief wordt minsten tien dagen voor de zitting nar de effectieve leden en de plaatsvervangers gestuurd.

Art. 5.In geval van verhindering brengen de effectieve leden de voorzitter en de secretaris hiervan op de hoogte zodat voor vervanging gezorgd kan worden. Dit dient per brief, en ter aanvulling per mail te gebeuren, behoudens uitzonderlijke en met redenen omklede redenen, ministens vijf dagen voor het plaatsvinden van de zitting.

Art. 6.De documentatie betreffende elk dossier wordt als bijlage toegevoegd aan de oproepingsbrief van de leden, die ook de agenda bevat.

Zodra de oproepingsbrief verzonden is, kan de documentatie eveneens worden geraadpleegd bij het secretariaat van de evaluatiecommissie, op het administratieve adres van laatstgenoemde. HOOFDSTUK III. - Oproeping van de mandaathouders

Art. 7.De voorzitter roept de mandaathouder op voor een evaluatiegesprek. Dit gebeurt minstens tien dagen voor het gesprek, via aangetekende brief en ter aanvulling per mail.

De oproepingsbrief bevat de ledenlijst van de evaluatiecommissie.

Art. 8.De leden van de commissie moeten voordat het evaluatiegesprek plaatsvindt, beschikken over het activiteitenverslag, bedoeld in artikel 3, derde lid, van dit reglement.

Daartoe bevestigt het secretariaat ontvangst van dit verslag en stuurt dit per post, en ter aanvulling per mail, door naar de leden van de evaluatiecommissie, binnen de kortst mogelijke termijn en ten minste tien dagen voor het evaluatiegesprek. HOOFDSTUK IV. - Zitting en stemming

Art. 9.De Voorzitter opent en sluit de zittingen.

Hij leidt de debatten en waakt over het goede verloop van de zitting.

Hij gaat na of de samenstelling van de evaluatiecommissie in overeenstemming is met artikel 20, § 1 van het statuut.

Bij afwezigheid van de voorzitter worden zijn opdrachten uitgevoerd door het oudste lid.

Geen enkel lid van de commissie mag zetelen als hij/zij zich in een situatie bevindt die zijn/haar onpartijdigheid in vraag kunnen stellen.

Art. 10.De evaluatiecommissie vergadert pas geldig indien minstens vijf leden aanwezig zijn.

De leden van de commissie zijn gebonden aan de zwijgplicht wat betreft de debatten en deliberaties alsook elke informatie waarvan ze kennis hebben genomen bij de uitvoering van hun opdracht.

Elk lid van de evaluatiecommissie, met inbegrip van de voorzitter, is stemgerechtigd.

De evaluatievermelding wordt met meerderheid van stemmen toegekend. In geval van ex aequo heeft de voorzitter de doorslaggevende stem. Bij afwezigheid van de voorzitter heeft de vicevoorzitter de doorslaggevende stem.

De secretarissen stellen de notulen van de zitting op en houden een aanwezigheidslijst bij.

Het door de commissie goedgekeurde evaluatieverslag wordt in de notulen opgenomen en ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Binnen de 30 dagen na de toekenning van de evaluatievermelding wordt het evaluatieverslag bij aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging, en ter aanvulling per mail, aan de geëvalueerde mandaathouder meegedeeld en voor iedere geëvalueerde mandaathouder aan de Regering bezorgd via de functioneel bevoegde minister. HOOFDSTUK V. - Eindbepalingen

Art. 11.De minister van Openbaar Ambt is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 maart 2016.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling, Economie, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie, Mevr. C. FREMAULT

^