Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014
gepubliceerd op 04 juni 2014

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het onderhoud van klimaatregelingssystemen in motorvoertuigen, evenals de opleiding van de personen die werken aan deze systemen

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2014031392
pub.
04/06/2014
prom.
24/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/24/2014031392/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 APRIL 2014. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het onderhoud van klimaatregelingssystemen in motorvoertuigen, evenals de opleiding van de personen die werken aan deze systemen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, met name de artikelen 6, § 1, 70 en 71, § 1, lid 2;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 11 september 2013;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 17 oktober 2013;

Gelet op het advies nr. 55.046/1 van de Raad van State, gegeven op 20 februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de minister van Leefmilieu, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Definities 1° Ordonnantie milieuvergunningen : ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen;2° Richtlijn 2006/40/EG : richtlijn 2006/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende emissies van klimaatregelingsapparatuur in motorvoertuigen en houdende wijziging van richtlijn 70/156/EEG van de Raad;3° Verordening 307/2008 : verordening (EG) nr.307/2008 van de Commissie van 2 april 2008 tot vaststelling, ingevolge verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen voor opleidingsprogramma's en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van opleidingsgetuigschriften voor personeel op het gebied van bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevattende klimaatregelingssystemen in bepaalde motorvoertuigen; 4° Instituut : Brussels Instituut voor Milieubeheer;5° Voertuig : elk motorvoertuig van de categorie M1 of N1 zoals gedefinieerd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;6° Klimaatregelingssysteem : systeem dat hoofdzakelijk bestemd is om de luchttemperatuur en de vochtigheid in de passagiersruimte van een voertuig te doen dalen;7° Gefluoreerde broeikasgassen : fluorkool-waterstoffen (HFK's), perfluorkoolstoffen (PFK's) en zwavelhexafluoride (SF6), zoals vermeld in bijlage I bij verordening (EG) nr.842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen, en de preparaten die deze stoffen bevatten.

Art. 2.Doel Dit besluit beoogt de omzetting van artikel 6, § 3, van richtlijn 2006/40/EG, evenals de uitvoering van artikelen 4, § 3, en 5 van verordening (EG) nr. 842/2006 van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen.

Art. 3.Technische vereisten en opleiding § 1. De terugwinning van gefluoreerde broeikasgassen bij het onderhoud of het herstel van het klimaatregelingssysteem van motorvoertuigen mag alleen worden uitgevoerd door een persoon die in het bezit is van een opleidingscertificaat afgeleverd door : - een opleidingscentrum op het vlak van klimaatregelingssystemen van voertuigen dat erkend is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, volgens de onder artikel 5 bedoelde procedure; - een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of een deelstaat van een van die lidstaten in overeenstemming met de minimumeisen die zijn aangenomen overeenkomstig artikel 5 van de verordening (EG) nr. 842/2006 van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen.

De personen die het bovenvermeld opleidingscertificaat hebben behaald in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in een deelstaat van een van die lidstaten, leggen op vraag van het Instituut een vertaling van dit certificaat in het Nederlands of in het Frans voor. § 2. Bij het onderhouden of herstellen van het klimaatregelingssysteem van motorvoertuigen moet de onder § 1 bedoelde persoon minimaal beschikken over lekdetectiemiddelen voor gefluoreerde broeikasgassen zoals fluorescerende verklikkerstof of een elektronische detector, alsook over een systeem voor de terugwinning van de gefluoreerde broeikasgassen.

Art. 4.Verplichtingen voor personen die werken aan de klimaatregelingssystemen van motorvoertuigen § 1. De personen die onderhouds- of herstelwerken uitvoeren aan de klimaatregelingssystemen van voertuigen waaruit een abnormale hoeveelheid koelvloeistof is gelekt, mogen deze systemen slechts vullen nadat de noodzakelijke herstelling is voltooid. § 2. De onderhouds- en herstelwerken aan de klimaatregelingssystemen van voertuigen moeten worden uitgevoerd in naleving van de geldende milieuwetgeving en op zodanige manier dat koelvloeistoflekken van deze systemen worden voorkomen of in elk geval zoveel mogelijk worden beperkt.

Art. 5.Erkenningsvoorwaarden en -procedure voor de opleidingscentra op het vlak van klimaatregelingssystemen van voertuigen § 1. De erkenningsaanvraag voor de opleidingscentra op het vlak van klimaatregelingssystemen van voertuigen wordt ingediend en onderzocht overeenkomstig de artikelen 71 tot en met 78 en 100 van de ordonnantie milieuvergunningen. § 2. Op het ogenblik van de notificatie van het ontvangstbewijs van volledig dossier van de erkenningsaanvraag, kan het Instituut het advies vragen van een vzw die het sectorale opleidingsbeleid ondersteunt, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomsten van de sector voor het garagebedrijf (P.C.112), het koetswerk (P.s.C.149.02), de metaalhandel (P.s.C.149.04) en de terugwinning van metalen (P.s.C.142.01).

Het bovenvermeld advies wordt gegeven en meegedeeld aan het Instituut binnen 60 dagen na de ontvangst van de adviesaanvraag. Indien die termijn wordt overschreden, wordt het advies als gunstig beschouwd en wordt de procedure voortgezet. § 3. Naast de documenten die worden geëist in artikel 71 van de ordonnantie milieuvergunningen, bevat de erkenningsaanvraag de gegevens die zijn opgenomen in het modelformulier in bijlage I van dit besluit, en moet het worden aangevuld met de documenten die in deze bijlage worden vermeld. § 4. Een opleidingscentrum op het vlak van klimaatregelingssystemen kan pas worden erkend als het voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° beschikken over de nodige infrastructuur om de opleidingen te kunnen organiseren;evenals de theoretische en praktische proeven; 2° beschikken over procedures met het oog op de organisatie van de opleidingen en de proeven bedoeld onder artikel 6;3° beschikken over personeel dat blijk geeft van voldoende ervaring of kennis in de vakgebieden die zijn vastgelegd in de bijlage bij verordening 307/2008 voor de organisatie van de opleidingen evenals voor de praktische en theoretische proeven; De praktische test mag enkel uitgevoerd worden in aanwezigheid van ten minste één lid van het personeel dat beantwoordt aan de hierboven vermelde voorwaarden per vier leerlingen die gelijktijdig de test afleggen; 4° onpartijdigheid en neutraliteit garanderen tijdens de proeven. § 5. In afwijking op § 1 tot § 4 van dit artikel, wordt een opleidingscentrum en dat beschikt over een erkenning of een andere toelating afgeleverd door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of door één van de Belgische gewesten, die voldoet aan de voorschriften van verordening 307/2008, van rechtswege erkend vanaf het moment dat het deze erkenning notificeert aan het Instituut.

Art. 6.Organisatie van opleidingen § 1. Het opleidingscentrum op het vlak van klimaatregelingssystemen van voertuigen geeft een theoretische en een praktische opleiding waarvan de inhoud is vastgelegd in de bijlage bij verordening 307/2008. Het opleidingscentrum kan gebruikmaken van de opleidings- en examenpakketten die tevoren door de betrokken sectoren werden aangeboden en door het Instituut werden goedgekeurd. Deze opleidings- en examenpakketten worden ter beschikking gesteld van de opleidingscentra door de onder artikel 5, § 2, bedoelde vzw die het sectorale opleidingsbeleid ondersteunt, op voorwaarde dat deze pakketten door het Instituut werden goedgekeurd. § 2. Op het einde van de opleiding neemt het centrum een proef af van de kandidaten. Deze omvat een theoretische en een praktische test die betrekking heeft op de materies die worden bedoeld in de bijlage bij verordening 307/2008. § 3. Het Instituut of een door het Instituut aangestelde persoon mag deze opleiding en deze proef op elk moment bijwonen. § 4. De kandidaat is geslaagd als hij zowel voor de theoretische test als voor de praktische test ten minste zestig procent behaalt. § 5. Het erkend opleidingscentrum levert binnen de dertig werkdagen na de proef een opleidingscertificaat op het vlak van klimaatregelingssystemen van voertuigen af aan de personen die de opleiding gevolgd hebben en die geslaagd zijn voor deze proeven. Het opleidingscertificaat wordt opgesteld volgens het model dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

Art. 7.Verplichtingen van een erkend opleidingscentrum § 1. Het erkende opleidingscentrum is verplicht om minstens één keer per jaar een opleidingssessie te organiseren. Indien er geen jaarlijkse opleidingssessie wordt georganiseerd, kan de erkenning van het opleidingscentrum ingetrokken worden overeenkomstig de bepalingen van de ordonnantie milieuvergunningen. § 2. Binnen de dertig werkdagen na de proef bezorgt het erkende opleidingscentrum het Instituut een rapport van het verloop van de proef. Dit rapport omvat minstens de volgende elementen : - de datum waarop de proef plaatsvond; - de aanwezigheidslijst van alle kandidaten met hun handtekening; - de door elke kandidaat behaalde percentages voor de theoretische test en de praktische test; - de inhoud van het examen; - onregelmatigheden of bijzonderheden met betrekking tot het examen.

Dit rapport moet ondertekend zijn door het opleidingscentrum.

Bij het rapport zit een lijst van personen die het opleidingscertificaat hebben ontvangen, met vermelding van hun naam, hun voornaam, hun geboortedatum en hun adres, alsook het nummer van het opleidingsgetuigschrift.

Deze lijst wordt eveneens binnen de dertig werkdagen na de proef verzonden naar de onder artikel 5, § 2, van dit besluit bedoelde vzw die het sectorale opleidingsbeleid ondersteunt.

Art. 8.Overgangsbepalingen Artikel 3, § 1, is niet van toepassing, gedurende een maximale periode van twaalf maanden, op het personeel dat is ingeschreven voor een opleiding met het doel een opleidingscertificaat op het vlak van klimaatregelingssystemen van voertuigen te behalen, op voorwaarde dat deze personeelsleden hun activiteit uitoefenen onder het toezicht van een persoon in het bezit van een opleidingscertificaat op het vlak van klimaatregelingssystemen van voertuigen.

Art. 9.Aanpassing van de bijlagen De minister kan de bijlagen bij dit besluit aanpassen aan de technische vooruitgang of aan de wijzigingen van de Europese reglementering.

Art. 10.Slotbepaling De minister die bevoegd is voor Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 april 14.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu, Mevr. E. HUYTEBROECK

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 24 april 2014 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot het onderhoud van klimaatregelingsapparatuur, evenals de opleiding voor de personen die werken aan deze systemen.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu, E. HUYTEBROECK

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 24 april 2014 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met betrekking tot het onderhoud van klimaatregelingsapparatuur, evenals de opleiding voor de personen die werken aan deze systemen.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De minister-voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, R. VERVOORT De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu, E. HUYTEBROECK

^