2 MEI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de afwijkingen op het snoei- en kapverbod van bomen tussen 1 april en 15 augustus

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud, in het bijzonder artikelen 68, § 1; 83, § 1 en 84, § 3;

Gelet het voorstel van het Instituut;

Gelet op het advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud, uitgebracht op 16 januari 2012;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uitgebracht op 17 november 2011;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uitgebracht op 16 mei 2012;

Gelet op advies nr. 53.010/3 van de Raad van State, gegeven op 8 april 2013, in toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de minister van Leefmilieu, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1. bomen: bomen met een stam waarvan de omtrek op een afstand van 1,50 m van de grond meer dan 40 cm bedraagt en die hoger zijn dan 4,00 m;2. snoeiwerkzaamheden: het snoeien van levende takken of het snoeien van dode takken met een omtrek groter dan 10 cm;3. Ordonnantie: ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud.

Art. 2.Snoeiwerkzaamheden met gemotoriseerd gereedschap en kapwerkzaamheden op bomen zijn toegelaten tussen 1 april en 15 augustus, in de volgende gevallen en onder volgende voorwaarden: § 1 : Dringende kap- en snoeiwerkzaamheden om veiligheidsredenen: het dringende karakter van deze snoei- en kapwerkzaamheden is gerechtvaardigd omwille van de volksgezondheid of de openbare veiligheid; en de werkzaamheden maken het voorwerp uit van een stedenbouwkundige vergunning die werd afgeleverd omwille van veiligheidsredenen na 1 maart van het lopende jaar of van een besluit van de burgemeester van de betrokken gemeente(s), in toepassing van artikel 135, § 2 van de nieuwe gemeentewet, gecodificeerd bij het koninklijk besluit van 24 juni 1988; en de persoon die toezicht houdt op de kap- en snoeiwerkzaamheden controleert de zichtbare aanwezigheid van nesten en identificeert, in voorkomend geval, de betrokken soort(en) en het aantal specimens, de risicovoorwaarden en omstandigheden van tijd, alsook de middelen, installaties en methodes die toegepast worden om de impact op de beschermde diersoorten in de zin van de Ordonnantie zo klein mogelijk te houden, rekening houdend met het dringende karakter, en de controlemaatregelen die zullen worden uitgevoerd op het moment van het kappen of snoeien. Hij schrijft zijn bevindingen neer in een verslag. het verslag, de beschrijving van de geplande werkzaamheden, hun lokalisatie, de vergunning en/of het besluit dat voor de realisatie ervan werd afgeleverd, alsook de rechtvaardiging van het dringende karakter, worden per aangetekende brief met ontvangstbewijs aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer bezorgd. § 2 : Kap- en snoeiwerkzaamheden in het kader van werken van openbaar nut: deze kapwerkzaamheden worden uitgevoerd door een overheid of een instelling van openbaar nut of een functionele openbare dienst of een vennootschap die afhangt van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op een openbare werf en zijn gerechtvaardigd om dwingende redenen van groot belang; en de bomen bevinden zich buiten een straal van 60 meter rond een van de natuurbehoudsgebieden, zoals bepaald in artikel 3, 18° tot 28° van de voornoemde ordonnantie; en een Natura 2000-deskundige zoals bedoeld in artikel 3, 32° van de voornoemde ordonnantie stelt vast dat er geen nest is, dat eventueel aanwezige nesten niet bewoond zijn, of dat het weghalen van een nest geen significante invloed heeft op de staat van instandhouding van de betrokken soort in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en de deskundige stelt een verslag op met, desgevallend, een beschrijving van de betrokken soort(en) en het aantal specimens, de risicovoorwaarden, de omstandigheden van tijd en plaats, de middelen, installaties en methodes die toegepast zullen worden, rekening houdend met de dwingende redenen van groot belang en de controlemaatregelen die zullen worden uitgevoerd op het moment van het kappen of snoeien; de beschrijving en lokalisatie van de geplande werkzaamheden, de dwingende redenen van groot openbaar belang alsook het verslag van de Natura 2000-deskundige worden per aangetekende brief met ontvangstbewijs aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer bezorgd.

In het geval van een negatief advies van de Natura 2000-deskundige, zal de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zich binnen 30 dagen volgend op dat advies kunnen uitspreken over het behoud van de weigering van afwijking. § 3 : Zo nodig worden verplaatste dieren opgevangen in naleving van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, en zo snel mogelijk naar het dichtstbijzijnde revalidatiecentrum gebracht. § 4 : Zo nodig preciseert het rapport dat werd opgesteld in toepassing van §§ 1 en 2 voor de specimens waarvoor de afwijking wordt toegestaan, de middelen, installaties of methodes voor het vangen of doden en wat er moet gebeuren met de gejaagde, gevangen of vernietigde dieren en hun eventuele overschotten.

Art. 3.De minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 mei 2013.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu, Mevr. E. HUYTEBROECK