gepubliceerd op 16 maart 2012
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de ondersteuning van de « missions locales pour l'emploi » en de « lokale werkwinkels »
8 MAART 2012. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de ondersteuning van de « missions locales pour l'emploi » en de « lokale werkwinkels »
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de ondersteuning van de « missions locales pour l'emploi" en lokale werkwinkels, de artikelen 6, tweede lid, 3°, 7, § 2, eerste lid, 7, § 3, 9, § 2, eerste lid, 9, § 3, 12, tweede lid, 14, 16, § 4, tweede lid, 17 en 21;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van ACTIRIS, gegeven op 13 september 2011;
Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 15 september 2011;
Gelet op het advies n° 50.740/1 van de Raad van State, gegeven op 5 januari 2012 in toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van het Samenwerkingscomité, gegeven op 29 juni 2011;
Overwegende dat met het oog op de uitvoering van de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de ondersteuning van de « missions locales pour l'emploi » en lokale werkwinkels, een aantal parameters door ACTIRIS of de Regering moeten worden vastgesteld, na overleg en in voorkomend geval na advies, van het samenwerkingscomité bestaande uit ACTIRIS, de « missions locales pour l'emploi » en de lokale werkwinkels;
Overwegende dat, door de genoemde ordonnantie goed te keuren, het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest haar wens te kennen heeft gegeven om aangepaste instrumenten op het vlak van begeleiding te ontwikkelen om op adequate wijze tegmoet te komen aan de situatie van elke werkzoekende, het specifieke karakter van de Missions Locales en de Lokale Werkwinkels te erkennen evenals de rol die zij vervullen in de professionele inschakeling van de personen die een doorgedrevener omkadering vereisen, het geleverde werk door de Missions Locales en de Lokale Werkwinkels te harmoniseren, met erkenning van hun inspirerende rol bij de ontwikkeling van nieuwe initiatieven, om op een adequate manier te beantwoorden aan de noden van een kwetsbaarder publiek, door werk ten gronde, om het beheer toe te spitsen op de verwezenlijking van duidelijk omlijnde doelstellingen en op een stelselmatige wijze de resultaten van de acties te evalueren in termen van tewerkstelling, hierbij rekening houdend met de kenmerken van het publiek dat zich wendt tot de in het ontwerp van ordonnantie bedoelde verenigingen;
Overwegende dat de « missions locales pour l'emploi » en de lokale werkwinkels zullen erkend worden en dat een hernieuwing van de erkenning elke 3 jaar zal moeten worden doorgevoerd;
Overwegende dat er voortaan een erkenningsprocedure overeenkomstig de ordonnantie van 27 november 2008 moet worden ingeleid;
Op voorstel van de Minister met Tewerkstelling in zijn bevoegdheden;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In het kader van het huidige besluit, wordt het volgende verstaan onder : 1° « ordonnantie » : de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de ondersteuning van de « missions locales pour l'emploi » en van de lokale werkwinkels;2° « vereniging » : de vereniging zonder winstoogmerk die, wat betreft haar activiteiten of deelactiviteiten, als doel heeft de socio-professionele inschakeling van werkzoekenden op de arbeidsmarkt te bevorderen of een dergelijke inschakeling te organiseren;3° « mission locale pour l'emploi » of lokale werkwinkel : de vereniging als bedoeld in 2° die de erkenning heeft gekregen voorzien in het kader van de ordonnantie;4° « Minister » : de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met tewerkstelling in zijn bevoegdheden;5° « Perimeter » : ofwel wat de « missions locales pour l'emploi » betreft, de socio-economische opdeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zes zones die het mogelijk maakt om een inschakelingsbeleid te voeren en partnershipsmaatregelen tussen overheden en de verenigingssector op touw te zetten, namelijk : De gemeente Anderlecht, die valt onder de Mission Locale van Anderlecht; De Gemeenten Molenbeek, Berchem, Ganshoren, Jette en Koekelberg, die vallen onder de Mission Locale van Molenbeek;
De Gemeente Brussel-Stad (met inbegrip van Haren, Neder-over-Heembeek, Laken) die valt onder de Mission Locale van Brussel-Stad;
De Gemeenten Sint-Joost-Ten-Node, Schaarbeek en Evere die vallen onder de Missions Locales van Sint-Joost-Ten-Node en van Schaarbeek;
De Gemeenten Sint-Gillis, Vorst en Ukkel die vallen onder de Missions Locales van Sint-Gillis en van Vorst;
De Gemeenten Etterbeek, Elsene, Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Lambrechts-Woluwe, Oudergem en Watermaal-Bosvoorde die vallen onder de Missions Locales van Etterbeek en van Elsene; ofwel wat betreft de « lokale werkwinkels », een gebied dat overeenkomt met de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat het mogelijk maakt om een inschakelingsbeleid te voeren, partnershipsmaatregelen tussen overheden en de verenigingssector te treffen. 6° « overeenkomst » : de driejaarlijkse overeenkomst voorzien in artikel 6 van de ordonnantie van 27 november 2008 betreffende de de steun aan de missions locales pour l'emploi en de « lokale werkwinkels;7° partnershipsovereenkomst : overeenkomst gesloten tussen de vereniging en ACTIRIS overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;8° « doelgroep » : de werkzoekenden aangeduid door de overeenkomst die het voorwerp dienen uit te maken van acties van socio-professionele inschakeling van de missions locales pour l'emploi en van de « lokale werkwinkels » en waarvan de kenmerken na advies van het samenwerkingscomité worden vastgelegd.9° « NPW » : Het Netwerk van Partners voor Werk bestaande uit een technisch en menselijk netwerk dat ACTIRIS en zijn partners samenbrengt, meer bepaald samengesteld uit gedeelde databanken met betrekking tot werkzoekenden, werkgevers en werkaanbiedingen, waarvan ACTIRIS de verantwoordelijke voor de verwerking is en waar de partners toegang tot kunnen hebben.10° « het Bestuur » : het Bestuur van Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;11° « ACTIRIS » : de Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling, gereglementeerd door de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende de organisatie en werking van de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling;12° « ESRBHG » : de economische en sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;13° « Samenwerkingscomité » : het comité als bedoeld in artikel 15 van de ordonnantie. HOOFDSTUK II. - Toekenning en hernieuwing van de erkenning Afdeling 1. - Procedure voor toekenning van de erkenning
Art. 2.§ 1. De aanvraag tot erkenning als bedoeld in artikel 14 van de ordonnantie wordt door de vereniging bij ACTIRIS ingediend; § 2. De aanvraag tot erkenning moet minstens de volgende documenten en inlichtingen bevatten : 1° de beschrijving van de doelstellingen die door de vereniging worden nagestreefd in het kader van de erkenning, de middelen die worden ingezet om deze te bereiken en functies van de personeelsleden;2° de verwijzing van de meest recente statuten van de vereniging en de lijst van bestuurders zoals ze in het Belgisch Staatsblad kunnen geraadpleegd worden;3° Een schriftelijke verbintenis van het orgaan dat gemachtigd is om in naam van de vereniging op te treden, waarbij deze zich er toe verbindt om een driejaarlijks actieplan betreffende de kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen van de opdrachten bedoeld in hoofdstuk II van de ordonnantie aan Actiris over te maken alsook jaarlijks de aangebrachte wijzigingen aan dit driejaarlijks plan, indien er waren, en ook, elk jaar, een activiteitenverslag.4° Een schriftelijke verbintenis van het orgaan dat gemachtigd is om in naam van de vereniging op te treden, waarbij deze er zich toe verbindt om een stelselmatige opvolging mogelijk te maken middels het digitaal invoeren van gegevens in het NPW overeenkomstig artikel 13 van dit besluit.5° een kopij van de partnershipsovereenkomst met ACTIRIS.
Art. 3.ACTIRIS meldt de ontvangst van de aanvraag binnen de tien werkdagen.
Art. 4.§ 1. In voorkomend geval, geeft ACTIRIS aan de verening aan welke documenten als bedoeld in artikel 2 zouden ontbreken of niet correct zijn. ACTIRIS nodigt de vereniging uit om de ontbrekende of conforme documenten binnen een termijn van dertig dagen in te dienen. § 2. Indien deze termijn verstreken is en de vereniging de gevraagde documenten niet heeft ingediend, dan wordt de aanvraag als nietig beschouwd. § 3. Zodra het dossier volledig is, licht ACTIRIS de vereniging hierover in.
Art. 5.§ 1. ACTIRIS onderzoekt het dossier controleert meer bepaald of de vereniging de voorwaarden als bedoeld in het artikel 7 of 9 en in artikel 11, vierde lid van de ordonnantie vervult.
In het kader van dit onderzoek kan hij aan de vereniging elk document of elke bijkomende inlichting vragen die noodzakelijk zijn voor het nazicht van het dossier. § 2. Wanneer het onderzoek is afgerond, en ten laatste een maand na ontvangst van het volledige dossier met inbegrip van elk document dat noodzakelijk is voor de controle ervan, stelt ACTIRIS een verslag over dit onderzoek op en maakt het aan het Bestuur over opdat deze haar goedkeurt middels een gemotiveerd advies. Het bestuur maakt het genoemde advies aan ACTIRIS over binnen de vijtien dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de aanvraag van het genoemde verslag. ACTIRIS neemt het advies in zijn verslag op.
Art. 6.§ 1. ACIRIS maakt de aanvraag en het verslag als bedoeld in artikel 5 § 2 voor advies aan de ESRBHG over, ten laatste vijftien dagen na het advies als bedoeld in artikel 5 § 2. § 2. De ESRBHG en het Beheerscomité van ACTIRIS formuleren binnen de vijfenveertig dagen te rekenen vanaf de ontvangst van het verzoek tot advies en van het verslag een gemotiveerd advies over de aanvraag tot erkenning.
Indien de termijn als bedoeld in het voorgaande lid verstrijkt tussen 1 juli en 31 augustus, wordt hij verlengd tot 15 september.
De ESRBHG maakt zijn advies aan ACTIRIS over.
ACTIRIS maakt een kopij van het genaamde advies alsook van het advies van zijn beheerscomité aan het Bestuur over. § 3. ACTIRIS maakt het dossier binnen de vijftien dagen na ontvangst van het advies van zijn Beheerscomité en van de ESRBHG of na het verstrijken van de termijn als bedoeld in § 2 aan de Minister over.
Het dossier bevat de aanvraag, het verslag van ACTIRIS, inbegrepen het advies van het Bestuur en de adviezen van het Beheerscomité van Actiris en van de ESRBHG die binnen de termijn werden afgeleverd.
Art. 7.§ 1. De erkenning wordt door de Regering op voorstel van de Minister verleend binnen een termijn van honderd dagen, te rekenen vanaf de ontvangst van het dossier als bedoeld in art. 6 § 3.
De beslissing wordt per uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. § 2. In geval van weigering van erkenning van een vereniging, gaat de beslissing van kracht op de dag van de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
In geval van weigering van de erkenning van een vereniging als bedoeld in artikel 20 van de ordonnantie, gaat de beslissing van kracht 180 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Geen enkele weigeringsbeslissing van een erkenning mag genomen worden zonder de vereniging de kans te geven om gehoord te worden door het beheerscomité van Actiris.
In voorkomend geval, geeft de Regering de opdracht aan het beheerscomité van Actiris uit om de vereniging voor een dergelijke horing uit te nodigen.
De Regering kan de bewuste publicatie voor een duur die ze vaststelt en, die niet verder mag lopen dan de datum van de definitieve beslissing afgeleverd in geval van beroep tegen de beslissing, schorsen. Afdeling 2. - Hernieuwingsprocedure
Art. 8.§ 1. Een aanvraag tot hernieuwing dient bij ACTIRIS ten vroegste twaalf maanden voor het verstrijken van de lopende erkenning ingediend te worden. § 2. Deze aanvraag tot hernieuwing wordt voor advies aan het Beheerscomité van ACTIRIS en aan de ESRBHG voorgelegd.
Deze adviezen moeten meer bepaald de handhaving van de erkenningsvoorwaarden bedoeld door de ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten en het verslag van stelselmatige opvolging in rekening nemen.
ACTIRIS maakt de relevante documenten aan de ESRBHG over ofwel op eigen initiatief, ofwel op vraag van deze. § 3. De termijnen voorzien in de artikels 3, 4, 6 paragraaf 2 en 7 zijn op de procedure voor vernieuwing van toepassing. § 4. In geval van niet-hernieuwing van de erkenning, gaat de beslissing 180 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van kracht.
Geen enkele beslissing voor niet-hernieuwing kan genomen worden indien de partijen niet de mogelijkheid hebben gekregen om door het beheerscomité van Actiris gehoord te worden.
In voorkomend geval, geeft de Regering aan het beheerscomité van Actiris de opdracht om de vereniging voor een dergelijke horing uit te nodigen. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen van de « missions locales pour l'emploi » en van de lokale werkwinkels Afdeling 1. - De overeenkomst
Art. 9.§ 1. De overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie moet ten laatste twee maanden voor het verstrijken van de lopende overeenkomst afgesloten worden. § 2. Ten laatste 240 dagen voor het verstrijken van de lopende overeenkomst, nodigt Actiris de vereniging uit om een nieuwe overeenkomst af te sluiten en maakt hij een geschreven voorstel over. § 3. Indien er in de loop van de besprekingen tussen Actiris en de vereniging onenigheid over de inhoud van de overeenkomst blijft bestaan, kan de meest gerede partij de onenigheid aan de Minister voorleggen die op zijn beurt het Samenwerkingscomité raadpleegt.
Het Samenwerkingscomité probeert de standpunten dichter bij elkaar te brengen. § 4. Wanneer hij zoals in § 3 voormeld, geraadpleegd wordt, brengt het samenwerkingscomité verslag uit aan de Minister zodra hij vaststelt dat de standpunten niet tijdig zullen kunnen verzoend worden om de overeenkomst binnen de termijn zoals opgelegd in § 1 af te sluiten. § 5. In het geval voorzien in § 4, alsook wanneer er geen enkele overeenkomst binnen de termijn als voorzien in § 1 ondertekend wordt, stelt de Minister een ontwerp van overeenkomst op, waarbij hij rekening houdt met het verslag van het Samenwerkingscomité, de criteria die door dit comité zijn opgesteld en de bestaande overeenkomsten tussen Actiris en de andere verenigingen.
Dit ontwerp wordt ter ondertekening aan de partijen voorgelegd.
Art. 10.De overeenkomst zal zowel kwantitatieve als kwalitatieve doelstellingen bevatten dewelke tegen elkaar in afweging kunnen worden gebracht.
De doelstellingen en de indicatoren moeten voldoende in de overeenkomst omschreven en gedefinieerd worden : - op een positieve, eenvoudige en duidelijke manier; - op een meetbare manier; - op een manier die wederzijdse verbintenissen impliceert en die rekening houdt zowel met de materiële en menselijke middelen als met de socio-economische context; - voor een welomschreven periode in de tijd, in lijn met ofwel het jaarlijks verslag, ofwel met de driejaarlijkse evaluatie zoals bedoeld in artikel 2, § 2, 3°. Afdeling 2. - Modaliteiten voor de evaluatie van de overeenkomst
Art. 11.De evaluatie van de kwantitatieve doelstellingen gebeurt op basis van verwezenlijkings- en resultaatsindicatoren waarvan de beoordeling onder meer gebaseerd is op het NPW en het jaarlijks activiteitenverslag.
De evaluatie van de kwalitatieve doelstellingen gebeurt op basis van het jaarlijks activiteitenverslag.
Art. 12.Onverminderd het jaarlijks verslag zoals bedoeld in artikel 2, § 2, 3°, moet de overeenkomst noodzakelijkerwijze een procedure met korte termijnen voorzien : - via dewelke de ene partij de andere moet waarschuwen over gebreken die ze haar ten laste legt; - via dewelke de ene partij de andere moet verwittigen over nieuwe omstandigheden waarmee ze geconfronteerd wordt en die de goede uitvoering van de overeenkomst verhinderen.
In voorkomend geval, verduidelijkt de overeenkomst of deze termijnen zijn voorzien onder verval van rechten.
De procedure voorziet noodzakelijkerwijze het advies van het Samenwerkingscomité. Afdeling 3. - Stelselmatige opvolging
Art. 13.§ 1. De « mission locale pour l'emploi » of de lokale werkwinkel gaat over tot de stelselmatige digitale invoering van acties bepaald in art. 4, § 1, van de ordonnantie in het NPW overeenkomstig de coderingsnormen omschreven in de overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie. § 2. De mission locale pour l'emploi of de « lokale werkwinkel » gaat over tot de systematische invoering van de werkaanbiedingen in het NWP overeenkomstig de coderingsnormen van prospectie voorzien in de overeenkomst. § 3. ACTIRIS levert maandelijks een statistisch verslag af over de uitgevoerde coderingen in het NPW aan de « mission locale pour l'emploi » of aan de lokale werkwinkel. HOOFDSTUK IV. - Subsidiëringsnormen Afdeling 1. - Forfaitair bedrag van de subsidie
Onderafdeling 1. - Forfaitair bedrag van de subsidie toegewezen aan de missions locales pour l'emploi
Art. 14.§ 1. Het forfaitair bedrag van de subsidie zoals bepaald in artikel 16, § 1, lid 1 van de ordonnantie, dat aan elke mission locale pour l'emploi wordt gestort, is opgebouwd uit de volgende bedragen : 1. een vast bedrag bepaald door de Regering;2. een bijzonder forfaitair gedeelte bepaald door de Regering en onder meer vermenigvuldigd met het aantal werkzoekenden in de perimeter van de betreffende mission locale pour l'emploi; § 2. In geen geval mag het bedrag van het forfaitaire deel zoals bedoeld in het voorgaande lid lager zijn dan het bedrag van de subsidies toegekend in toepassing van de overeenkomst die « de mission locale pour l'emploi » met ACTIRIS verbindt op het moment van het in werking treden van de ordonnantie, overeenkomstig artikel 20, paragraaf 1 van de ordonnantie.
Indien nodig wordt er, om de naleving van deze paragraaf te garanderen, aan de subsidie bedoeld in § 1 een variabel deel toegevoegd dat gelijk is met het verschil tussen de som van de bedragen bedoeld in § 1,1° en 2° en het bedrag van de toegekende subsidies in toepassing van de overeenkomst die de mission locale pour l'emploi en Actiris verbinden op het ogenblik van de inwerkingtreding van de ordonnantie. § 3. De overeenkomst mag een verschillend forfaitair bedrag voorzien voor elk van de drie jaren dat ze van toepassing is, of een aanpassingsmechanisme.
Onderafdeling 2. - Forfaitair bedrag van de subsidie toegewezen aan de lokale werkwinkels
Art. 15.Het forfaitaire gedeelte van de subsidie komt voor alle lokale werkwinkels, overeen met een bedrag dat gelijk is aan 25 % van de som van de globale forfaitaire subsidies van de missions locales; het globale bedrag van het forfaitaire deel van de subsidie mag in geen geval lager zijn dan het bedrag van de subsidies toegekend in toepassing van de overeenkomst die de Lokale Werkwinkel aan ACTIRIS verbindt op het moment van het in werking treden van de ordonnantie, overeenkomstig artikel 20, paragraaf 1 van de ordonnantie. Afdeling 2. - Veranderlijk bedrag van de subsidie
Art. 16.De Regering raamt het veranderlijk bedrag zoals bedoeld in artikel 16, paragraaf 1 van de ordonnantie volgens de berekeningsbasis zoals voorzien in de ordonnantie en de parameters die zij bepaalt. Afdeling 3. - Voorwaarden voor toekenning en intrekking van de
subsidie
Art. 17.De subsidies zoals bepaald in hoofdstuk IV van de ordonnantie worden verleend als en in zoverre dat de « mission locale pour l'emploi » of de lokale werkwinkel de bepalingen en voorwaarden opgelegd door de overeenkomst bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie naleeft en respecteert.
Art. 18.Onverminderd de toepassing van de overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie, verliest de « mission locale pour l'emploi » of lokale werkwinkel het voordeel van de subsidies als bedoeld in hoofdstuk IV van de ordonnantie wanneer haar erkenning wordt ingetrokken overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk V van dit besluit. HOOFDSTUK V. - Procedure van intrekking van de erkenning
Art. 19.§ 1. Onverminderd de toepassing van de overeenkomst bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie, indien hij een tekortkoming vaststelt als bedoeld in art. 13 § 1 van de ordonnantie, meer bepaald na hierover door Actiris of door het Bestuur door middel van een omstandig verslag ingelicht te zijn, kan de Minister de vereniging vragen om een einde aan de tekortkoming te stellen binnen een termijn van negentig dagen op straffe van het uitspreken van de intrekking van de erkenning indien de vereniging zich niet in regel heeft gesteld.
Het Bestuur deelt de beslissing van de Minister aan de vereniging per aangetekende zending mee en nodigt ze uit om het onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke corrigerende maatregel die genomen zou worden. De termijn voorzien in het voorgaande lid loopt vanaf de datum van deze kennisgeving. § 2. Bij het verstrijken van de termijn voorzien in § 1, maakt het Bestuur verslag uit van de eventuele corrigerende maatregelen en hun tenuitvoelegging. Indien de terkortkoming blijft duren licht de Minister er het Beheerscomité van Actiris en de ESRBHG over in. § 3. Alvorens het advies voorzien in § 4 te geven en ten laatste binnen de dertig dagen na ontvangst van de mededeling voorzien in § 2, roept de ESRBHG de vereniging op om haar uitleg ter zake te horen. § 4. De ESRBHG en het Beheerscomité van Actiris geven een gemotiveerd advies over de tekortkoming, ten laatste binnen de 60 dagen na onstangst van de mededeling voorzien in § 2.
Art. 20.§ 1. Wanneer de vereniging haar operationele doelstellingen gedurende twee opeenvolgende jaren niet heeft bereikt, zoals vermeld in artikel 13 § 2 van de ordonnantie, licht Actiris de Minister daarvan in door middel van een omstandig verslag. § 2. De Minister brengt het Beheerscomité van Actiris en de ESRBHG op de hoogte over de tekortkoming. § 3. Alvorens het advies voorzien in § 4 te geven en ten laatste binnen de dertig dagen na ontvangst van de mededeling voorzien in § 2, roept de ESRBHG de vereniging op om haar uitleg ter zake te horen. § 4. De ESRBHG en het Beheerscomité van Actiris geven ten laatste binnen de 60 dagen na ontvangst van de mededeling voorzien in § 2 een gemotiveerd advies over de tekortkoming.
Art. 21.§ 1. Wanneer hij vaststelt dat de vereniging de erkenning heeft bekomen op basis van verklaringen die vals, onvolledig of onjuist blijken te zijn, en dit, met een frauduleuze bedoeling, meer bepaald na hierover door Actiris middels een omstandig rapport ingelicht te zijn, licht de Minister de vereniging hiervan in per aangetekende brief. Hij brengt eveneens het Beheerscomité van ACTIRIS en de ESRBHG op de hoogte. § 2. Alvorens het advies voorzien in § 3 te geven en ten laatste binnen de dertig dagen na ontvangst van de mededeling voorzien in § 1, roept de ESRBHG de vereniging op om haar uitleg ter zake te horen. § 3. De ESRBHG en het Beheerscomité van Actiris geven een gemotiveerd advies over de tekortkoming ten laatste 60 dagen na de ontvangst van de mededeling voorzien in § 1.
Art. 22.§ 1. De Regering kan de erkenning op voorstel van de Minister intrekken, door kennis te nemen van de adviezen zoals bepaald, naargelang het geval, in de artikelen 19, 20 of 21, tenzij deze niet binnen de termijn werden gegeven. § 2. De Minister deelt de intrekking aan de vereniging mee. § 3. De beslissing tot intrekking wordt gepubliceerd in het Staatsblad.
Art. 23.In geval van intrekking van de erkenning gaat de beslissing van kracht 180 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Onverminderd andere bepalingen die in de beslissing voor intrekking zijn opgenomen, is geen enkele subsidie nog verschuldigd vanaf de beslissing van intrekking.
De Regering kan de terugbetaling van de reeds toegekende subsidies die niet noodzakelijk zijn voor de vereffening, vragen.
Art. 24.§ 1. De beslissing van de Regering houdende weigering of intrekking van de erkenning brengt voor de vereniging het verbod met zich mee om de benaming « mission locale pour l'emploi » te gebruiken. § 2. De beslissing van de Regering houdende weigering of intrekking van de erkenning brengt voor de « lokale werkwinkel » het verbod met zich mee om de subactiviteiten bedoeld in artikel 3, paragraaf 1 van de ordonnantie uit te voeren. HOOFDSTUK VI. - Controle
Art. 25.§ 1. De inspecteurs van ACTIRIS worden belast met het toezicht op de toepassing van de overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van de ordonnantie. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 26.De eerste overeenkomst treedt ten laatste in werking op het einde van de periode van twee jaar zoals bepaald in artikel 20, paragraaf 1, van de ordonnantie.
Art. 27.De artikelen 1 tot en met 14, 16 en 17 en 19 tot en met 21 van de ordonnantie van 27 november 2008 met betrekking tot de ondersteuning van de « missions locales pour l'emploi » en lokale werkwinkels treden in werking op de dag van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 28.De Minister met Tewerkstelling in zijn bevoegdheden wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 maart 2012.
Vanwege de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE