Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2011
gepubliceerd op 10 juni 2011

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998 tot vaststelling van de samenstelling van de dossiers voor de aanvragen om subsidie, van de aard van de bewijsstukken en van de procedures voor de toekenning en de uitbetaling, in uitvoering van artikel 21 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2011031277
pub.
10/06/2011
prom.
24/03/2011
ELI
eli/besluit/2011/03/24/2011031277/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 MAART 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/07/1998 pub. 20/08/1998 numac 1998031341 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van de dossiers voor de aanvragen om subsidie, van de aard van de bewijsstukken en van de procedures voor de toekenning en de uitbetaling, in uitvoering van artikel 21 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen sluiten tot vaststelling van de samenstelling van de dossiers voor de aanvragen om subsidie, van de aard van de bewijsstukken en van de procedures voor de toekenning en de uitbetaling, in uitvoering van artikel 21 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van algemeen nut aan te moedigen, artikel 21;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/07/1998 pub. 20/08/1998 numac 1998031341 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van de dossiers voor de aanvragen om subsidie, van de aard van de bewijsstukken en van de procedures voor de toekenning en de uitbetaling, in uitvoering van artikel 21 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen sluiten tot vaststelling van de samenstelling van de dossiers voor de aanvragen om subsidie, van de aard van de bewijsstukken en van de procedures voor de toekenning en de uitbetaling, in uitvoering van artikel 21 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen;

Overwegende dat de wijzigingen die door de ordonnantie van 30 april 2009 aangebracht werden in de ordonnantie van 16 juli 1998 het noodzakelijk maken dat voormeld besluit wordt aangepast;

Gelet op de advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 20 mei 2009;

Gelet op het akkoord van de Minister van de Begroting;

Gelet op het advies 46.912/4 van de Raad van State, gegeven op 8 juli 2009, in toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voordracht van de Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Plaatselijke Besturen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/07/1998 pub. 20/08/1998 numac 1998031341 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de samenstelling van de dossiers voor de aanvragen om subsidie, van de aard van de bewijsstukken en van de procedures voor de toekenning en de uitbetaling, in uitvoering van artikel 21 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen sluiten tot vaststelling van de samenstelling van de dossiers voor de aanvragen om subsidie, van de aard van de bewijsstukken en van de procedures voor de toekenning en de uitbetaling, in uitvoering van artikel 21 van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen wordt aangevuld met de woorden : « bij een ter post aangetekende brief met ontvangstmelding of per bode tegen afgifte van een ontvangstbewijs ».

Art. 2.In artikel 4 van datzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : a) « Indien de aanvrager verzoekt om toepassing van de bepalingen van artikel 22, § 1, tweede lid, van de ordonnantie, legt hij het afschrift voor van de vergunningsaanvraag die werd ingediend bij het bevoegde Bestuur, alsmede de verantwoording van zijn verzoek om afwijking;indien geen enkele vergunning vereist is, bezorgt de aanvrager alle vereiste bewijsstukken »; b) in 3° worden de woorden « specifiek voor het programma » toegevoegd tussen de woorden « een door de aanvrager » en « opgesteld onderhoudsprogramma »;c) in 10° worden de woorden « het gunstig advies van het bestuur burgerlijke wetgeving en erediensten van het Ministerie van Justitie » vervangen door de woorden « de gewestelijke vergunning die voorafgaand aan de uitvoering van de werken vereist is ».d) het artikel wordt aangevuld met de punten 11° en 12 ° die luiden als volgt : « 11° een visueel dossier (foto of film) van de toestand voorafgaand aan de werken; 12 ° voor de werken bedoeld in artikel 17,4°, van de ordonnantie dient het ad hoc ingevulde formulier toegevoegd te worden. Het model voor dit formulier wordt vastgesteld door de Minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen en is beschikbaar bij het Bestuur Plaatselijke Besturen. »

Art. 3.In artikel 5, 4° van datzelfde besluit worden de woorden « artikel 174 van de ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedenbouw » vervangen door de woorden « artikel 275 van het Brussels Wetboek van de Ruimtelijke Ordening ».

Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) 1° wordt vervangen als volgt : « 1° het project dat eventueel gewijzigd werd naar aanleiding van de opmerkingen van de subsidiërende overheid of een andere bevoegde overheid over het project dat ingediend werd bij aanvraag om principiële instemming voor de toekenning van de subsidie ».b) het artikel wordt aangevuld met de punten 6° en 7° die luiden als volgt : « 6° een afschrift van de aankondiging van de opdracht; 7 ° voor de werken bedoeld in artikel 17,4°, van de ordonnantie dient het ad hoc ingevulde formulier toegevoegd te worden. Het model voor dit formulier wordt vastgesteld door de Minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen en is beschikbaar bij het Bestuur Plaatselijke Besturen. »

Art. 5.Een artikel 8 bis dat luidt als volgt wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : « De begunstigde dient de Regering op de hoogte te stellen van de vordering van het gesubsidieerde project ten laatste op iedere verjaardag van de toekenning van de subsidie ».

Art. 6.Het artikel 9 van datzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 7.Het artikel 10 van datzelfde besluit wordt vervangen door het volgende : «

Art. 10.§ 1 Om recht te hebben op de uitbetaling van een eerste schijf van 20% van de toegekende subsidie, bezorgt de begunstigde aan de Gewestelijke dienst voor de financiering van gemeentelijke investeringen, binnen de 180 dagen na ontvangst van de toewijzing van de subsidie, een bewijsstuk bestaande uit een voor eensluidend verklaard afschrift van de betekening van de opdracht gericht aan de opdrachtnemer. Tegelijk bezorgt hij een schuldvordering aan de dienst Comptabiliteit van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Voor de subsidies betreffende de studies, bezorgt de begunstigde een afzonderlijke schuldvordering aan de dienst Comptabiliteit, op hetzelfde ogenblik als de schuldvordering met betrekking tot de investering waarop de studie betrekking heeft. § 2. Om recht te hebben op de uitbetaling van een tussentijdse schijf van 40% van de toegekende subsidie bij investeringen van meer dan 2.500.000 EUR, bezorgt de begunstigde aan de Gewestelijke dienst voor de financiering van gemeentelijke investeringen de bewijsstukken bestaande uit de elementen waaruit blijkt dat werken en studies werden uitgevoerd voor 60% van de subsidieerbare kostprijs van de werken, zoals die bij de toekenning van de subsidie werd bepaald.

Deze elementen bestaan uit de goedgekeurde staten van vordering : facturen en schuldvorderingen van de opdrachtnemers van de betrokken opdrachten.

Zodra deze elementen zijn gecontroleerd, zal de bevoegde ordonnateur de begunstigde verzoeken om aan de dienst Comptabiliteit van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, binnen een termijn van 15 dagen, een schuldvordering ten belope van 40% van het subsidiebedrag te bezorgen. § 3. De begunstigde dient de Gewestelijke dienst voor de financiering van de gemeentelijke investeringen op de hoogte te brengen van de datum en plaats van de voorlopige oplevering, 15 dagen voordat die plaatsvindt. § 4. Om recht te hebben op de uitbetaling van het saldo van de toegekende subsidie bezorgt de begunstigde binnen de 180 dagen na de voorlopige oplevering de vereiste bewijsstukken aan de Gewestelijke dienst voor de financiering van de gemeentelijke investeringen.

Deze bewijsstukken bestaan uit : 1° een verklaring op erewoord waarin staat vermeld of voor de investering een financiering (andere dan een lening) wordt uitgekeerd aan de begunstigde krachtens enige wetgeving, reglementering, overeenkomst of eenzijdige handeling, en in voorkomend geval het voorwerp en het bedrag van deze financiering;2° het verslag of de verslagen van de voorlopige oplevering van de werken en de studies;3° de door het bevoegde orgaan goedgekeurde eindafrekening van de werken, of in voorkomend geval de voorlopige eindafrekening van de werken;4° voor de subsidies betreffende studies : de facturen van het studiebureau, tegelijk met de bewijsstukken met betrekking tot de subsidie voor de investering waarop de studie betrekking heeft;5° een visueel dossier (foto of film) van de toestand voorafgaand aan de werken;6° voor de werken bedoeld in artikel 17,4°, van de ordonnantie dient het ad hoc ingevulde formulier toegevoegd te worden.Het model voor dit formulier wordt vastgesteld door de Minister bevoegd voor de Plaatselijke Besturen en is beschikbaar bij het Bestuur Plaatselijke Besturen ».

In de gevallen waarin de investering anders gefinancierd wordt dan de lening die aan de begunstigde wordt toegekend krachtens enige wetgeving, reglementering, overeenkomst of unilaterale akte, zal het saldo van de subsidie berekend worden door het bedrag van die financiering af te trekken van het bedrag dat gebruikt werd om de subsidie te berekenen, als dat nog niet gebeurd was bij de toekenning van de subsidie. § 5. Zodra deze stukken zijn gecontroleerd, zal de bevoegde ordonnateur de begunstigde verzoeken om aan de dienst Comptabiliteit van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, binnen een termijn van 15 dagen, een schuldvordering te bezorgen ten belope van het uiteindelijke bedrag dat na van de controle is toegekend.

De begunstigde beschikt dan over een termijn van 15 kalenderdagen om zijn argumenten voor te leggen indien hij niet akkoord gaat met de bedragen.

De bevoegde ordonnateur neemt een uiteindelijke beslissing over het definitieve subsidiebedrag na analyse van de middelen die de begunstigde heeft voorgelegd, die dan verzocht wordt om binnen de 15 dagen een schuldvordering ten belope van dit bedrag op te sturen ».

Art. 8.De Minister belast met de Plaatselijke Besturen, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 maart 2011.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Openbare Netheid, Ch. PICQUE

^