Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 2010
gepubliceerd op 15 juli 2010

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een algemene subsidie van 16.162.265,76 euro aan de Brusselse gemeenten, in het kader van het Brusselse preventie- en buurtbeleid, voor het jaar 2010

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2010031337
pub.
15/07/2010
prom.
20/05/2010
ELI
eli/besluit/2010/05/20/2010031337/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 MEI 2010. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot toekenning van een algemene subsidie van 16.162.265,76 euro aan de Brusselse gemeenten, in het kader van het Brusselse preventie- en buurtbeleid, voor het jaar 2010


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 6, 1, VIII, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 13 juli 2001, 25 april 2004 en 13 september 2004;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 5 mei 1993, 16 juli 1993 en 27 maart 2006;

Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, inzonderheid op de artikelen 92 tot en met 95;

Gelet op de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010, inzonderheid op de beschikbare kredieten ingeschreven op de basisallocaties 10.007.27.01.43.22 en 10.007.28.03.63.21;

Overwegende dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sinds 1992 een programma ondersteunt dat als doel heeft de levenskwaliteit te herstellen en te voorzien in de plaatselijke behoeften op het vlak van preventie van het onveiligheidsgevoel;

Overwegende de contracten die sinds 2002 zijn gesloten tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Brusselse gemeenten en de bedragen die werden toegekend door de desbetreffende opeenvolgende besluiten;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering er zich in haar regeerakkoord van 16 juli 2009 toe verbindt om de inspanningen van de terreinactoren te steunen om de veiligheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verbeteren in het kader van een geïntegreerd preventiebeleid;

Overwegende dat, om de toename van het onveiligheidsgevoel in de wijken efficiënt te kunnen bestrijden, het uiterst belangrijk is om de geruststellende en intimiderende menselijke aanwezigheid te versterken;

Overwegende dat het, met dat doel voor ogen, essentieel is om de middelen te versterken op lokaal niveau;

Overwegende dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met dit brusselse preventie- en buurt plan een maximale krachtenbundeling nastreeft met de andere manieren om de onveiligheid van de stad te voorkomen (preventie door de politie, preventie bij het openbaar vervoer en in de buurt van scholen);

Overwegende de bepalingen van de omzendbrieven van 29 december 2008 en 28 december 2009 met betrekking tot de financiële richtlijnen die van toepassing zijn op de veiligheids- en preventiecontracten en op het veiligheidsplan die worden gesubsidieerd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat het Brusselse preventiebeleid als doelstelling heeft de gemeenten, als eerstelijnsoperatoren, toe te laten hun interventie te versterken, vooral ten opzichte van de jongeren, die oververtegenwoordigd zijn in de criminele feiten als daders van criminele handelingen, maar ook als slachtoffers ervan;

Gelet op de advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op het akkoord van de Minister van de Begroting;

Op voordracht van de Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Ontwikkelingssamenwerking, Bevordering van het nationaal en internationaal Imago van Brussel en Openbare Netheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten aangerekend op de basisallocaties 10.007.27.01.43.22 en 10.007.28.03.63.21 van de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010, worden aan de 19 Brusselse gemeenten subsidies toegekend voor een totaal bedrag van 16.162.265,76 euro, ten belope van de bedragen als vermeld in de bijgaande tabel.

In de bijgaande tabel wordt een onderscheid gemaakt tussen investeringskosten en personeels- en werkingskosten, daar de subsidies voor deze twee soorten uitgaven van verschillende aard zijn. De tabel vermeldt ook het totale subsidiebedrag dat aan elke gemeente wordt toegekend.

Art. 3.De uitvoeringsmodaliteiten van deze acties zullen het voorwerp uitmaken van een overeenkomst, « Plaatselijk Preventie- en Buurtplan 2010 » genoemd, tussen elke gemeente en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Deze subsidies worden toegekend voor het uitvoeren, tussen 1 januari en 31 december 2010, van de acties die zijn ingeschreven op de projectfiches van voornoemd plan.

Door deze acties zullen de gemeenten in de behoeften kunnen voorzien die zijn vastgesteld op het vlak van veiligheid en preventie op hun grondgebied, overeenkomstig de doelstellingen en krachtlijnen die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft bepaald inzake de preventie van de onveiligheid. Dit zijn de krachtlijnen die de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bepleit inzake preventie, zoals beschreven in de plaatselijke preventie- en buurtplannen : - bemiddeling; - bestrijding van schoolverzuim; - straathoekwerk; - zichtbare aanwezigheid op openbare plaatsen.

Opdat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering de uitvoering van de projecten die zijn opgenomen in de lokale plannen zou kunnen evalueren, moeten de projecten en acties voorgesteld worden - om bijgevoegd te worden bij de overeenkomsten tussen het Gewest en de gemeenten - in de vorm van samenvattende projectfiches, die volgens de gewestelijke prioriteiten algemene en operationele doelstellingen opgeven.

De gemeenten moeten voor elke actie evaluatiecriteria en -indicatoren bepalen. Die elementen zullen de regering in staat stellen het preventiebeleid te evalueren. Op basis van de evaluatieverslagen die de gemeenten vóór 31 maart 2011 moeten bezorgen, zal de directie Specifieke Initiatieven een algemeen evaluatieverslag opstellen, dat bestemd is voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, en waardoor, als dat nodig blijkt, de projecten kunnen worden aangepast, in overleg met de plaatselijke actoren.

De projectfiches moeten ook alle boekhoudkundige gegevens omvatten : naast de gewestelijke financiering moeten ook de eventuele andere financieringsbronnen vermeld worden.

Overeenkomstig artikel 12, alinea 5, § 2, van de ordonnantie van 14 december 2009 houdende de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2010 en met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de acties die sinds 1992 plaatsvinden, worden de gemeenten gemachtigd om de acties die zijn opgenomen in het « Brussels Preventie- en Buurtplan 2010 » uit te voeren vóór de ondertekening van dit besluit, zijnde vanaf 1 januari.

Art. 4.§ 1 - Om deze subsidies te kunnen genieten, moeten de gemeenten zich ertoe verbinden de nodige schikkingen te treffen voor de indienstneming van geschikt personeel en dit personeel de nodige middelen ter beschikking te stellen om de in de overeenkomst bepaalde doelstellingen te verwezenlijken. § 2 - De gemeenten verbinden zich er ook toe systematisch alle informatie aan het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Directie Specifieke Initiatieven) door te geven die betrekking heeft op de uitvoering van de acties die voorzien zijn in het plaatselijke preventie- en buurtplan 2010 en onontbeerlijk zijn om de verantwoordingsstukken waar naar verwezen wordt in artikel 5, § 4, te analyseren. De elementen die doorgegeven moeten worden betreffen in het bijzonder de budgettaire gegevens en het personeelskader (contracten, begin- en einddata van de activiteit, diploma's, uittreksels uit het strafregister, gemeentelijke beslissingen).

Art. 5.§ 1 - De subsidies voor de in 2010 verrichte personeels- en werkingsuitgaven worden aan de gemeenten gestort in twee schijven, op de bankrekening van de gemeenten : - een voorschot van 60 % van het subsidiebedrag vermeld onder basisallocatie 10.007.27.01.43.22 wordt gestort tegen overlegging van een schuldvordering, die melding moet maken van de reden van de betaling, het bedrag waarvan betaling wordt gevraagd, het visumnummer voor vastlegging en het rekeningnummer waarop het bedrag moet worden gestort.

Die schuldvordering moet uiterlijk op 1 juni 2010 naar het Ministerie van Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden verstuurd volgens de modaliteiten bepaald in § 3; - het saldo wordt uitgekeerd na ontvangst en analyse van de in § 4 bedoelde verantwoordingsstukken. Nadat voornoemde stukken gecontroleerd zijn, wordt de begunstigde door de bevoegde ordonnateur verzocht een schuldvordering over te maken met vermelding van het eindbedrag dat hem toegekend is op grond van de controle.

De schuldvordering vermeldt de reden van de betaling, het als saldo toegekende eindbedrag, het visum voor de vastlegging en het bankrekening waarop dit bedrag gestort moet worden. Deze schuldvordering moet gericht worden aan het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de modaliteiten bepaald in § 3 binnen een termijn van vijftien dagen nadat de begunstigde het verzoek van de bevoegde ordonnateur heeft ontvangen. § 2 - Voor de investeringsuitgaven vermeld onder basisallocatie 10.007.28.03.63.21 worden de subsidies in één maal uitbetaald na ontvangst en analyse van de in § 4 bedoelde verantwoordingsstukken.

Nadat voornoemde stukken gecontroleerd zijn, wordt de begunstigde door de bevoegde ordonnateur verzocht een schuldvordering over te maken met vermelding van het eindbedrag dat hem toegekend is op grond van de controle.

De schuldvordering vermeldt de reden van de betaling, het als saldo toegekende eindbedrag, het nummer van het visum voor de vastlegging en het bankrekeningnummer waarop dit bedrag gestort moet worden. Deze schuldvordering moet gericht worden aan het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens de modaliteiten bepaald in § 3 en binnen een termijn van vijftien dagen nadat de begunstigde het verzoek van de bevoegde ordonnateur heeft ontvangen. § 3 - Alle schuldvorderingen moeten als origineel exemplaar ingediend worden bij het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Directie Comptabiliteit, CCN, 8e verdieping, lokaal 8.119, Vooruitgangstraat 80, 1035 Brussel. § 4 - De verantwoordingsstukken bestaan uit de documenten die vereist worden in de bovenvermelde omzendbrieven van 29 december 2008 en 28 december 2009. Uit de controle van voornoemde stukken door de beherende administratieve dienst moet blijken dat alle vastgelegde uitgaven daadwerkelijk verricht werden om de acties te verwezenlijken waarvoor de subsidie verleend wordt.

De verantwoordingsstukken moeten uiterlijk op 31 maart 2011 ingediend worden bij het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Directie Specifieke Initiatieven, City Center, 1e verdieping, Kruidtuinlaan 20, 1035 Brussel.

Art. 6.De bevoegde minister of zijn administratie kan de gemeentelijke overheden alle bijkomende gegevens vragen die nodig zijn voor de behandeling van de dossiers en kan ter plaatse elke daartoe aangewezen stap ondernemen om deze te bekomen.

Art. 7.§ 1 - De directie Specifieke Initiatieven van het Bestuur Plaatselijke Besturen van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt aangewezen als de administratieve dienst die ermee belast is in te staan voor een goed beheer van de bij dit besluit toegekende kredieten, en voor de evaluatie van de acties die voorzien zijn in het Brusselse Preventie- en Buurtplan voor 2010. De Regering bepaalt de precieze inhoud van die evaluatie en de manier waarop ze voorgesteld moet worden. § 2 - Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verbindt zich ertoe de plaatselijke overheden te ondersteunen en te helpen bij de uitvoering van hun plan, in het bijzonder via een gepaste follow-up van de verzoeken en vragen. Die follow-up zou idealiter de vorm moeten aannemen van regelmatige bezoeken ter plaatse door het personeel van de directie Specifieke Initiatieven van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 8.Elke aanvraag tot wijziging van de overeenkomst dient schriftelijk gericht te worden aan de beherende administratieve dienst aangewezen in artikel 7, voor 1 november 2010. Bij akkoord zal een bijvoegsel opgesteld worden.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.

Art. 10.De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 mei 2010.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Openbare Netheid, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, J.-L. VANRAES

Gemeenten/Communes

AB/BA 10.007.28.03.63.21

AB/BA 10.007.27.01.43.22

Totaal in EUR/ Total en EUR

Investeringskosten Frais d'investissement

Personeels- en werkingskosten/ Frais de personnel et de fonctionnement


Anderlecht

5.000,00 EUR

1.158.483,76 EUR

1.163.483,76 EUR

Ouderghem/Auderghem

5.600,00 EUR

330.550,68 EUR

336.150,68 EUR

St-Agatha-Berchem/Berchem-Ste-Agathe

8.415,74 EUR

285.792,42 EUR

294.208,16 EUR

Brussel/Bruxelles

29.789,36 EUR

1.872.738,73 EUR

1.902.528,09 EUR

Etterbeek

37.994,00 EUR

849.604,11 EUR

887.598,11 EUR

Evere

7.478,94 EUR

551.794,18 EUR

559.273,12 EUR

Vorst/Forest

9.132,44 EUR

949.849,00 EUR

958.981,44 EUR

Ganshoren

10.299,00 EUR

306.350,46 EUR

316.649,46 EUR

Ixelles

14.500,00 EUR

1.315.593,20 EUR

1.330.093,20 EUR

Jette

5.000,00 EUR

543.995,78 EUR

548.995,78 EUR

Koekelberg

22.057,64 EUR

814.577,19 EUR

836.634,83 EUR

St-Jans-Molenbeek Molenbeek-St-Jean

5.000,00 EUR

1.832.903,88 EUR

1.837.903,88 EUR

St-Gillis St-Gilles

8.507,26 EUR

1.036.489,04 EUR

1.044.996,30 EUR

St-Joost-ten-Node St-Josse-ten-Noode

8.000,00 EUR

1.164.299,62 EUR

1.172.299,62 EUR

Schaarbeek/Schaerbeek

5.000,00 EUR

1.702.648,73 EUR

1.707.648,73 EUR

Ukkel/Uccle

5.000,00 EUR

336.626,08 EUR

341.626,08 EUR

Watermaal-Bosvoorde Watermael-Boitsfort

5.400,00 EUR

270.124,12 EUR

275.524,12 EUR

St-Lambrechts-Woluwe Woluwe-St-Lamber

9.957,87 EUR

352.721,44 EUR

362.679,31 EUR

St-Pieters-Woluwe Woluwe-St-Pierre

6.250,00 EUR

278.741,07 EUR

284.991,07 EUR

Totaal / Total

208.382,25 EUR

15.953.883,51 EUR

16.162.265,76EUR


Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 mei 2010.

Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Begroting, J.-L. VANRAES

^