Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 mei 2010
gepubliceerd op 10 juni 2010

Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het energieprestatiecertificaat voor een openbaar gebouw

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2010031282
pub.
10/06/2010
prom.
27/05/2010
ELI
eli/besluit/2010/05/27/2010031282/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MEI 2010. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het energieprestatiecertificaat voor een openbaar gebouw


De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, het artikel 26 tweede lid, gewijzigd door de ordonnantie van 14 mei 2009 en het artikel 41;

Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 10 december 2008;

Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 20 november 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 september 2008;

Gelet op advies 46.782/3 van de Raad van State, gegeven op 23 juni 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, Energie, Stadsvernieuwing en Bijstand aan Personen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° Ordonnantie : De ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen.2° Gebruiker : Overheidsdienst of instelling opgenomen in bijlage 1.3° Certificateur openbaar gebouw : certificateur die erkend is krachtens artikel 22, in fine, van de ordonnantie, om het EPB-certificaat openbaar gebouw op te stellen;4° Openbaar gebouw : gebouw dat valt onder het toepassingsveld van artikel 26 van de ordonnantie en dat, als het wordt gebruikt door een instelling die een openbare dienst verstrekt in haar lokalen, geacht wordt een openbare dienst te verstrekken aan een groot aantal personen;5° Protocol : Door het Instituut opgestelde en ter beschikking gestelde handleiding die de richtlijnen bepaalt, die door de certificateurs voor Openbaar gebouw bij hun bezoeken ter plaatse gevolgd moeten worden 6° Categorie : groepering van openbare gebouwen naargelang van de aard van de activiteiten die zich hier afspelen, de dienstroosters en het bedrijfstemperatuurbereik 7° Software : computertoepassing die de gegevens verwerkt die worden bedoeld onder artikelen 8 en 9, en die ter beschikking wordt gesteld door het Instituut HOOFDSTUK II.- Over het EPB-certificaat openbaar gebouw Afdeling 1. - Over zijn opmaak

Art. 2.§ 1. Het EPB-certificaat openbaar gebouw wordt opgesteld door de certificateur openbaar gebouw aan de hand van de software. § 2. Het EPB-certificaat openbaar gebouw stemt overeen met het model opgenomen in bijlage 3. De energieklassen van het EPB-certificaat openbaar gebouw zijn bepaald in bijlage 2. § 3. Voor de inzameling van de gegevens en hun invoering in de software, alsook voor de productie van het EPB-certificaat openbaar gebouw, past de certificateur openbaar gebouw het protocol toe.

Art. 3.§ 1. De certificateur openbaar gebouw wordt gekozen door de coördinator van het certificaat op voorstel van de gebruiker(s) van het gebouw. Het EPB-certificaat openbaar gebouw wordt overhandigd door de certificateur openbaar gebouw of de coördinator van het certificaat. § 2. De coördinator van het certificaat is een natuurlijke of rechtspersoon die is aangesteld door de gebruiker(s) van het openbare gebouw, om te garanderen dat de certificateur openbaar gebouw over alle nodige gegevens beschikt om het EPB-certificaat openbaar gebouw te kunnen opstellen.

Wanneer het openbare gebouw is ingenomen door verschillende gebruikers, duiden deze gebruikers in overleg één enkele coördinator van het certificaat aan. § 3. Deze aanstelling is het voorwerp van een schriftelijke overeenkomst die wordt ondertekend tussen de coördinator van het certificaat en de gebruikers.

De overeenkomst legt de regels vast voor de voltooiing van de opdracht van de coördinator van het certificaat, alsook de middelen waarover hij beschikt.

Deze overeenkomst mag geen bepalingen omvatten die alle of een deel van de verantwoordelijkheden die toekomen aan de gebruikers in toepassing van dit besluit, overdragen op de coördinator van het certificaat. § 4. De gebruiker(s) ziet/zien erop toe dat de coördinator van het certificaat alle informatie ontvangt die nodig is voor de uitvoering van zijn opdracht.

Art. 4.Een exemplaar van het EPB-certificaat openbaar gebouw, wordt door de Coördinator van het certificaat op zichtbare wijze uitgehangen aan de ingang of in de hoofdhal van het gebouw of de gebouwen waarvoor het EPB-certificaat openbaar gebouw werd afgeleverd.

Het exemplaar wordt uitgehangen in A3-formaat in kleur.

Art. 5.§ 1 Het EPB-certificaat openbaar gebouw heeft een geldigheidsduur van twaalf maanden, behalve in de bij artikel 6 voorziene herroepinggevallen. § 2. Bij een verandering van gebruiker blijft het EPB-certificaat openbaar gebouw uithangen tot aan zijn vervanging door een nieuw EPB-certificaat openbaar gebouw.

Art. 6.§ 1 Het EPB-certificaat openbaar gebouw wordt door het Instituut herroepen, wanneer ingevolge de door het Instituut krachtens artikel 23 bis van de ordonnantie georganiseerde kwaliteitscontrole vastgesteld zou worden dat het EPB-certificaat openbaar gebouw niet werd opgesteld in overeenstemming met dit artikel. § 2 Bij herroeping wordt het EPB-certificaat openbaar gebouw verwijderd en wordt er binnen de dertien maanden vanaf de herroeping een nieuw EPB-certificaat openbaar gebouw uitgehangen.

In afwachting daarvan wordt een in overeenstemming met bijlage 4 opgesteld formulier in plaats van het EPB-certificaat openbaar gebouw uitgehangen. Afdeling 2. - De energieprestatie-indicatoren van het openbare gebouw

Art. 7.Het EPB-certificaat Openbaar Gebouw omvat de volgende indicatoren : 1° Verhouding tussen de door een openbaar gebouw verbruikte hoeveelheid energie, uitgedrukt in kWh primaire energie aan de hand van de bij artikel 4 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen beoogde standaard omzettingsfactoren enerzijds, en de oppervlakte van het gebouw anderzijds;2° de verdeling van het verbruik over het verbruik van elektriciteit en het verbruik van brandstoffen;3° de aanbevelingen van het protocol die betrekking hebben op minstens : a) de thermische eigenschappen van de gebouwschil;b) het energiebeheer van het gebouw en het beheer van de technische installaties ervan;c) het gedrag van de gebruikers;4° het energieverbruik van de voorbije drie jaren uitgedrukt in MWh en in euro;5° de jaarlijkse CO2-uitstoot.

Art. 8.§ 1 De energieprestatie-indicatoren worden berekend op basis van de brandstofhoeveelheden die elk jaar worden verbruikt, en die zijn bepaald als volgt : a) Het verbruik van elektriciteit en van gasvormige brandstoffen wordt gemeten ofwel op basis van de gegevens op de facturen, ofwel op basis van de gegevens van de meterstanden;b) Het verbruik van vloeibare brandstoffen wordt gemeten met behulp van een voorziening voor automatische registratie van de gemeten hoeveelheid;c) Het verbruik van vaste brandstoffen wordt gemeten op basis van de staat van de voorraden voor en na de leveringen, en van de geleverde hoeveelheden. § 2. Het verbruik dat wordt bedoeld in de vorige paragraaf heeft betrekking op een ononderbroken periode van elf tot dertien maanden. § 3. Al deze gegevens dateren van minder dan twee jaar vóór de datum waarop het EPB-Certificaat Openbaar gebouw werd opgemaakt.

Art. 9.§ 1. Om de resultaten te kunnen vergelijken in de tijd en met betrekking tot een gemiddeld prestatieniveau, worden de gemeten gegevens verwerkt in de software door de factoren interpolatie/extrapolatie, normalisatie en conversie die betrekking hebben op : 1° de berekening op jaarbasis van de energiegegevens;2° de omzetting van het verbruik in kWh;3° De eliminatie van klimatologische omstandigheden door rekening te houden met graaddagen;4° De omzetting in primaire energie;5° de ingenomen oppervlakte tijdens de opnameperiode. § 2. De gemiddelde energieprestatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de gebouwen die behoren tot dezelfde categorie als het gecertificeerde openbare gebouw, wordt weergegeven door de stippellijn op het EPB-certificaat openbaar gebouw conform het model in bijlage 3.

De waarden van de gemiddelde energieprestatie van de verschillende categorieën van openbare gebouwen worden bijgewerkt op basis van de gegevens van de certificaten die werden afgeleverd in de loop van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van uitgifte van het EPB-certificaat openbaar gebouw. Afdeling 3. - Uitvoeringstermijnen

Art. 10.§ 1. Het EPB-certificaat openbaar gebouw wordt bekendgemaakt binnen de twaalf maanden na de inwerkingtreding van het onderhavige besluit, of ten laatste binnen de vijftien maanden na de ingebruikname van het openbare gebouw. § 2. Een EPB-certificaat voor nieuwe gebouwen geldt als EPB-certificaat openbaar gebouw gedurende de eerste drie gebruiksjaren van het gebouw.

Art. 11.§ 1 De gebruikers van openbare gebouwen die niet over de in artikel 8, § 1 bedoelde verbruiksgegevens beschikken die nodig zijn voor de opmaak van een EPB-Certificaat openbaar gebouw binnen de termijn die wordt bedoeld in art. 10, § 1, kunnen bij het Instituut een aanvraag tot afwijking indienen, die is opgesteld op een door het Instituut ter beschikking gesteld formulier, uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de termijn bedoeld in art. 10, § 1. § 2. Het Instituut verstuurt binnen de vijftien werkdagen na ontvangst van de aanvraag of van de ontbrekende stukken een ontvangstbewijs voor het volledige dossier, volgens de dezelfde verzendingsmodaliteiten als degene die werden gebruikt voor de indiening van de aanvraag. § 3. De beslissing van het Instituut wordt binnen de dertig dagen na het ontvangstbewijs voor het volledige dossier betekend, en vermeldt in voorkomend geval de termijn binnen dewelke het EPB-certificaat openbaar gebouw wordt bekendgemaakt.

Indien de beslissing van het Instituut niet wordt betekend binnen de bovenvermelde termijn, wordt de afwijking geacht toegestaan te zijn, en wordt het EPB-certificaat openbaar gebouw uiterlijk 24 maanden na de inwerkingtreding van onderhavig besluit uitgehangen.

Art. 12.Als de gebruiker eigenaar is van het openbaar gebouw, installeert hij ten minste één meter per energievector en per gebouw binnen de vierentwintig maanden na de inwerkingtreding van onderhavig besluit.

Art. 13.§ 1. De gebruikers stellen een lijst op van de gebouwen die ze gebruiken op het door het Instituut ter beschikking gestelde formulier. Die lijst wordt langs elektronische weg aan het Instituut verzonden binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit. § 2. De gebruikers actualiseren de lijst van hun openbare gebouwen evenals de datum van hun laatste certificering. Die lijst wordt om de twee jaar bezorgd aan het Instituut, te tellen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit. § 3. Om de twee jaar, publiceert het Instituut het repertorium van de krachtens dit besluit gecertificeerde openbare gebouwen met daarin, per openbare dienst of instelling en per categorie, de gecertificeerde openbare gebouwen en de prestatie-indicatoren die op het laatste gevalideerde certificaat staan. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 14.§ 1. Voor de gebruikers van publieke gebouwen die zijn opgenomen in bijlage 1 en die behoren tot categorieën 1, 2, 12 en 13, treedt dit besluit in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. § 2. Voor de gebruikers van openbare gebouwen die zijn opgenomen in bijlage 1 en die behoren tot categorieën 3 tot 11 en 14, treedt dit besluit in werking op de eerste dag van de dertiende maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 15.Artikel 26 van de ordonnantie treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 16.De Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die het Energiebeleid tot zijn bevoegdheden telt is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 mei 2010.

De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Ch. PICQUE De Minister van Leefmilieu, Energie, Stadsvernieuwing en Bijstand aan Personen, Mme E. HUYTEBROECK

^